De Nederlandse Taalunie (NTU) bestaat uit Nederland, België
en Suriname. In het Groene Boekje is dan ook een aantal woorden opgenomen, dat
uit Suriname stamt. Helaas zijn die niet als zodanig herkenbaar. Ik heb zelf
ook nog een lijst met 225 woorden uit Van Dale opgesteld. Hier volgt een
selectie: 1) anaconda = wurgslang, 2) amsoi = bladgroente, 3) Anansitori = het
bekende sprookje over de spin Anansi, 4) bakabana = beignet met bakbanaan, 5)
bakra = blanke (Nederlander), 6, tot bam = tot het ochtendgloren, 7)
bamboritahemd = boelewaaihemd (= felgekleurd), 8) bibit = zaailingen van rijst,
9) binnenvrouw (de echte), buitenvrouw (concubine elders) en buitenkind!, 10)
birambi = blimbing (vrucht, blingbling
= opzichtige versieringen), 11) blakaipesi = eetbare boontjes
(letterlijk: zwartoogboontje).
12) blakaman = neger, 13) boontjedief = soort van bruine
lijster, 14) bijlegfuif = American party (iedereen brengt wat mee), 15)
dansmeestertje = vogel, 16) dresiman = in het wintigeloof de medicijnman, 17)
fayalobi = sierheester, 18) granman = stamhoofd bij bosnegers, 19) grietjebie =
tiran = zangvogel, 20) her(i)heri = eenpansgerecht, 21) kaisoi = bladgroente, 22)
kankantri = de wilde kapokboom, 23) kawai = zaden gedragen als hangertje, 24)
kino = bioscoop, 25) kukalesi = snelkookrijst, 26) kutai = hoogkijker (vis),
27) konijn = agoeti, goudhaas, 28) korjaal = boot van een uitgeholde boomstam,
29) kotomisi = creoolse vrouwendracht, 30) krawkraw = chips, met name van cassave,
31) kwatta = zwarte slingeraap, 32) leriman = zendeling, 33), markusa =
passievrucht, 34) mati = lesbienne, 35) mattie = goede vriend, 36) monkimonki = doodskopaapje, 37) ograi = boze oog, 38) padie =
rijst.
39) oloysiketi = halsketting, 40) ouma = grootmoeder (en
oupa!), 41) patat = zoete aardappel, 42) porknokker = zelfstandige goudzoeker,
43) praktizijn = opgeleide advocaat, 44) sabakoe = kleine reiger, 45) saoto =
pittige soep, 46) sarasara = garnaal, 47) siksiyuru = zingende cicade (soort
krekel), 48) sodafountain = bar voor niet-alcoholische dranken, 49) soft =
frisdrank, 50) sopropro = komkommer, 51) swipi = zweepslang, 52) tabbetje =
eiland in een rivier (Langetabbetje is een mooi voorbeeld! - in de rivier de Marowijne in Suriname), 53) takitaki =
Sranan(g)tongo of Sranan(g): creoolse taal, gebaseerd op het Engels en
gesproken in Suriname - 2020 ook: Serenan, 54) tapijtslang = boa constrictor, 55) teloh [ee] =
gefrituurde langwerpige stukjes cassave, 56) tjauwmin = dunne bami, 57) tori’s
= verhalen, praatjes (vergelijk Anansitori), 58) twatwa = vinkachtige vogel (de
zwarte bisschop), 59) wied = onkruid, 60) zwamp = moeras en 61) wisi = zwarte
magie.