woensdag 6 maart 2024

3584 Dictee woensdag 06-03-2024 (1) – dictee Oefendictee maart 2024 (3), tevens Dictee van de Dag 1151

 Dictee – dictees [3584]

Oefendictee maart 2024 (3)

Dictee van de Dag 1151

1. We hebben inmiddels gen X’ers, gen Y’ers en gen Z’ers. Een loopfiets is een draisine, een kettingloos rijwiel is een acatène en een velocipedist rijdt op een vélocipède. Jeile, jeiles, jeiling: heibel, drukte, opstootje. Een troubleshooter moet trubbels oplossen. De hightechgiganten hebben veel macht. Wie goeddoet, goed ontmoet. Eem oord dat van God verlaten is, is een godverlaten oord. Een must-have is duidelijk een hebbeding, een gadget. De grand mal is een tonisch-klonisch insult. Het orloffgebraad is naar Orlov vernoemd. Wat heeft het haasje-overeffect te maken met haastje-repje? Niets! De worstelaar toverde een driekwart nelson uit de hoge hoed. De hele k(w)iksaus, dat is het hele eier(en)eten, het kerseneten (2 x: inf.). Orexie is eetlust, anorexie tegenzin van voedsel. Een accent circonflexe is een hoedje of dakje (ook: kapje). Als een sherlock holmes trok de zaklantaarndrager door de bossen van Staatsbosbeheer. Er viel een ijsselsteen in het IJsselmeer.

2. Strijensas schrijf je aan elkaar (niet in wdb.). OSAS is het obstructieveslaapapneusyndroom (slaapapneu). Ad pias causas = ad pios usus = voor vroom gebruik, voor een goed doel – ook: pia causa. Een graculus inter musas is een kraai onder de muzen (zeg maar: een valse noot of zoiets). Een makartboeket is een droogboeket. Een vlugge japie is een inbreker. Bij het klemrijden kan iemand klem raken. Bij kadaver en kadavereus denk ik aan perinde ac si cadaver = als een lijk (bij: kadaverdiscipline). In het kruitschip hing een schilderij van een kruidhof. De kweekweeproducent had grondkwekwe in zijn land. Hij zou aan niemand kwijt kunnen, dat hij zijn job zou kwijtraken. De hoofdprijs was een kwart anderhalf miljoen (driehonderdvijfenzeventig – euro). Dit lady’s-clubje bezoekt frequent ladies’ days en nights.

3. Woonde de helse Brueghel, Pieter Brueghel de Jonge – die vooral voorstellingen van de hel schilderde, in het land van Bruegel, het Pajottenland, ten zuidwesten van Brussel? Die latemiddeleeuwenstory eindigde opmerkelijk en verrassend, te weten verassend. De leeggekieperde ton zou verder leeg blijven. De rubberboot was lekgeslagen en dus lek geraakt. Een line-up is (ook) een osloconfrontatie. Om gas per schip te transporteren past men liquefactie toe. Het meervoud van maäriev (joods avondgebed) is maäravim. Ze blonken uit in zotten-, malle-, lulle- en gekkenpraat. De metteurs en scène zijn verantwoordelijk voor de mise en scène. Pupilvernauwing is miosis, -verwijding is mydriasis. Met modder smijten of moddersmijten is kwaadspreken, lasteren. De moffrikanen spreken Moffrikaans. Waarin verschilt een mok-school van een lomschool? Het streepje! Eerste: initiaalwoord, tweede: letterwoord!

4. Had monsieur [= Joseph] Prudhomme ook een vertrouwensman, een prud’homme? Hij stond al een poze in die pose (houding), een posé houding. Hij had overigens geen (rooie) pose (pozer) te makken. Zou de Boze ook booze drinken? Mijn collega-dakloze is er veel beter aan toe dan ik. Een MP is member of Parliament in Engeland (en een mp minister-president). Met muco(viscidose) heb je de taaislijmziekte. Myositis is spierontsteking en een myosotis is een vergeet-me-nietje. Bijzondere dicteewoorden: myiasis (parasitisme van vliegenlarven), myiologie (leer, studie van muggen en vliegen) [slechts 2 met yi!] en mysofobie (infectievrees, enige met myso). Een neomist is een priester en mysten zijn ingewijden. Die hardloper is zo’n must-runfiguur. Ze zouden natregenen, kletsnat regenen. Aanduiding voor rodium: Rh.

5. Die sergeant is een intrigant.
N,N‑di-ethylmetatolueenamide (een insectenwerende stof) heet afgekort DEET. Met veel panache [bravoure] sloeg hij zijn panaché (mixdrank) achterover. Nogmaals: dotteren, ptca is percutane transluminale coronaire angioplastiek. Een pensionaire zit in een pensionnetje in pensionaat. De peronisten hangen (hingen) Perón aan. Het OSAS is het obstructieveslaapapneusyndroom. Hij is een
pietje-ongeduld en een janongeluk. Kun je met een pijp lak een pijpje-lak schilderen? In het Sranan(g)(tongo) staat lobi voor liefde (niet in wdb.). Wel in GB/VD fayalobi [fah-jaa-loh-bie], de sierheester Ixora macrothyrsa [faya = vurig]. Een hallen- of klokkentoren is een belfo(o)rt. Je bsn is je burgerservicenummer (NL). Het ISBN is het International Standard Book Number (13-cijferig).

6. Ook: dertiencijferig. Iemand zijn plaats ruimen is plaatsmaken voor hem of haar. In Nigeria kennen ze de chrislam. Met de dar al islam worden de gezamenlijke landen en streken waar de islam de heersende godsdienst is, aangeduid. Met een grandslamzege heb je een grand slam gewonnen (vgl. grand-prixoverwinning). Bij het bridgen kun je groot of klein slem maken. Golden slam bij tennis is het winnen van de vier grandslamtoernooien en het olympisch tennistoernooi in hetzelfde jaar. Een golden shower is plasseks. Het Latijnse post coitum schrijven wij in NL als postcoïtum. Een pot-au-feu kun je eten, een pot á feu zeker niet. Een preetje betreft soldij (pree) of voorrang (pre). Mét trema alleen: preëminent (boven andere(n) voortreffelijk) en preëmptief (preventief)! Verwar niet de Engelse princess charming en de Franse princesse lointaine.

7. Een pro-memoriepost is een p.m.-post. Het letterwoord pur staat voor polyurethaan. De BMI is de bodymassindex. Het pyrronisme is naar Pyrrho genoemd, de pyrrusoverwinning naar Purrhus. Een QSO is een
q
uasi-stellar object. De ziekelijke angst voor clowns heet coulrofobie. Een quotetje is een aandeel en een quoteje is een citaat. De radicale radikalinski wees op het rabiësgevaar zoals van de rabies theologorum. De prijs van de rachels was een lelijke raggel. Deze zending is f.o.r., free on rail. De RDW is de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Met m-, t- en rRNA worden messenger-, transfer- en ribosoom-RNA bedoeld, met mtDNA mitochondriaal DNA. Een renettenboom is een reinetteboom. Resorberen is een kwestie van resorptie. Over het hele pokkeneind was het pokkedruk. Ik heb geen tijd: druk, druk, druk!

8. Een rammenas is geen ananas. Met -and- (muziek): country-and-western en rhythm-and-blues. Rigoureusheid is rigorositeit. Een Riffijn, een riffie, woont in het Rifgebergte. De vergeetpil heet rohypnol. De RSI is de repetitive strain injury. Jan van Ruusbroec was Doctor Divinus. Genoemde Van Ruusbroec was een vermaard mystiek schrijver. Retteketetsjingboem, sjing-boem! KN is de landcode van Saint Kitts en Nevis; we hebben ook Saint Lucia (LC) en Saint Vincent en de Grenadines (landcode VC). Saint-Pierre en Miquelon heeft als internetaanduiding pm. Het saint-simonisme is de communistische leer van Saint-Simon, vergelijk ook het utopisch socialisme. Nog wat met *saint*: de mal Saint-Lazare (lepra), de été de Saint-Martin (nazomer) en BL is de landcode van
Saint-Barthélemy. Hij heeft een burn-out. In SR hebben ze soms een cook-out.

 

 

donderdag 29 februari 2024

3583 Dictee zaterdag 02-03-2024 (1) – dictee Groot Dictee van de Hoeksche Waard 2024 √

Dictee – dictees [3583]

Groot Dictee van de Hoeksche Waard 2024

Leuk en gezellig; helaas maar 11 deelnemers. Frans Van Besien had afgezegd.

Commentaar in blauw.

De titel en de alinea’s 1 en 2 telden niet mee. Alleen 3 t/m 12, maximaal 1 fout per woord.

Ineens heb je het: je wordt landschapsschrijver! (auteur: Liesbeth Goedbloed)

1. Het was een janboel, peinsde de literator [GB ook: tt], flanerend langs de landbouwarealen.

2. Zojuist was zij een verleidelijk aanplakbiljet tegen het lijf gelopen waarop voor onroerend goed werd geadverteerd, een luxeproduct [klemtoon op luxe, anders ook los] dat zij zich na haar aanstaande bestseller wellicht kon permitteren.

3. Behoedzaam spoedde zij zich voort, bedacht op overlast in dit stiltegebied waar de eigenheimers welig tierden; in tijden van vuilspuiterij wilde zij de aldaar residerende agrariër liever niet voor de markante kop stoten.

4. Even overwoog zij nog die zes à zeven ton [geen spelregels, evt. 6 en 7] bij de bank los te peuteren om zichzelf bij het betrokken immobiliënkantoor [vastgoed] een landbouwareaal aan te schaffen en dat te bebouwen met een potige twee-onder-een-kapwoning.

5. Maar nee, zij wist dat het voorgespiegelde geluk een idee-fixe was, een truc uit de trukendoos van hebberige kapitalisten die op deze wijze inspeelden op de instinctieve reflexen van Jan met de pet: een verleidingsmanoeuvre waar maatschappijbreed vogels van allerlei pluimage in vlogen.

6. Dat laatste was een in- en intriest gegeven; velen [evt. ook: vele] van die aspirant-grootgrondbezitters moesten hun naïviteit [GB ook: naïveteit – andere uitspraak] met hun vrijheid bekopen.

7. De ratrace van zo’n volièrevogel lag van tevoren al vast en de maandlasten leidden tot allerhande existentiële crises bij Jan Modaal, omdat diens budgettaire ribben binnen dit hypothecaire korset zo hevig ingesnoerd werden dat hij alleen kon opademen [herademen] bij een dertiende [evt. 13e, 13de] maand.

8. ‘En zeg maar adieu tegen vijftig [evt. 50] tinten groen!’ dacht zij erachteraan.

9. Derhalve nam zij een ad-hocbeslissing [specifiek]: zij zou een requiem [geschrift ter ere van een gestorvene] schrijven voor deze aardappelakker, waar binnenkort nematoden [stam van wormen], miljoenpoten [geleedpotig dier], springstaarten [ongevleugeld insect] en andere microscopische kleibewoners het veld moesten ruimen en waar onder worteldoek [doorlatend doek tegen ongewenste plantengroei] en mijnsplit [niet in wdb.: gemalen kalksteen + leisteen voor de tuin - bodembedekker] complete ecosystemen [geheel van planten en dieren in een territorium] instortten.

10. Ook zou haar poëzie het tedere roze van bloeiende aardappelakkers bezingen, alsmede het rijke geurenbouquet [bouquet = wijngeur, uitspraak NL
boe-kèh
, BE ook boe-kèht] waarop de nietsvermoedende voorbijganger op memorabele zomeravonden werd vergast [van vergasten].

11. Ze zou zich er niet met een jantje-van-leiden van afmaken, maar furieuze profetieën uitbraken over natuurbarbaren die voor deze mammon [geldgod – naar: de Bijbel] bogen, fulmineren [foeteren] over het volstrekt imaginaire [denkbeeldig, vermeend, ingebeeld] imago van elke janklaassen, jeremiëren dat het milieu naar de ratsmodee [verdom/emenis] ging.

12. Op geëxalteerde [overspannen, overdreven] toon zou ze haar poëtische hoogstandjes blijven declameren: een eenmansshow voor volièrevogels.

Rein: 4 fouten, ‘het’ i.p.v. ‘dit’ werd gepardonneerd, 1) ‘zich’ i.p.v. ‘zichzelf’, 2) het woord ‘leidden’ vergeten, 3) blunder: ‘geurenboeket’ i.p.v. ‘geurenbouquet’ (met de aantekening dat er mogelijk

‘boe-kèht’ is voorgelezen, terwijl dit – in NL! – ‘boe-kèh’ had moeten zijn [BE: boe-kèht] en 4) ‘volstrekte’ i.p.v. ‘volstrekt’ (ik wist dat dit fout was, maar ben er niet meer aan toegekomen om dat te verbeteren …). Aan het begin is niet de integrale tekst voorgelezen, het ging meteen per alinea en ‘in stukjes’. Ook aan het eind is niet meer de integrale tekst voorgelezen. Dat was jammer, want dan had ik zeker nog een paar van die fouten ontdekt en verbeterd … Ook zou het handig zijn als je daarna nog 3 minuten had om de boel na te kijken ...

Er was trouwens een nog vrij jonge dame-deelneemster, die maar 7 fouten had. Klasse!

 

 

woensdag 28 februari 2024

3582 Dictee vrijdag 01-03-2024 (1) – dictee Dictee Archipelscholen (basisschool) Walcheren 2024 √

Dictee – dictees [3582]

Dictee Archipelscholen (basisschool) Walcheren 2024

Broekzakverzamelingen (auteur: Remi van Agtmaal)

De vet en onderstreepte woorden moesten worden ingevuld.

In sommige gevallen kon gekozen worden uit een aantal 

meerkeuzemogelijkheden.

1. Je kent ze wel, die kinderen die van alles verzamelen.

a. van alles

b. vanalles

2. Dat resulteert in ongeorganiseerde kamers en

overvolle laatjes op school.

3. Maar er is iets anders dat mij meer fascineert.

4. Ik ben altijd erg geboeid door uitpuilende broekzakken.

a. geboeid

b. geboeit

5. Wat daar niet allemaal in verzameld wordt!

a. verzameld word

b. verzameld wordt

c. verzamelt word

d. verzamelt wordt

6. Het begint al bij dreumesen: er wordt gegrepen naar

steentjes en kastanjes.

7. Een takje, een legoblokje, een slakkenhuis en

een touwtje van een capuchon.

8. Het kind bewaart vervolgens al zijn schatten in zijn zakken.

a. bewaard

b. bewaart

9. Mensen die zelf deze neiging niet hebben, begrijpen

er maar weinig van.

10. Deze niet-verzamelaars vragen zich ook af waarom het gebeurt.

a. gebeurd

b. gebeurt

 

11. Wordt die paperclip in de zak gestoken om er later

nog iets mee te doen?

12. Wat maakt het de moeite waard om een halve

winegum te bewaren?

13. Zin bestaat niet!

14. Snoepgoed met pluisjes ziet er niet echt appetijtelijk uit.

15. Naarmate het kind ouder wordt, verandert ook

de inhoud van de zakken.

a. veranderd

b. verandert

16. Een fietssleutel, een katapult, een fossiele schelp en een elastiekje.

a. katapult

b. kattapult

c. kattenpult

d. kattepult

17. In de puberteit gaat het bij sommigen over.

18. Bij anderen wordt het juist erger.

19. Afgebeten nagels, een lege batterij en een

 lippenbalsem zonder dop.

20. Vaak gaat het niet voorbij en blijkt de verzamelwoede chronisch.

 

21. Volwassenen breiden hun verzameling uit met

sleutelbossen en creditcards.

22. Wisselgeld, kassabonnetjes, een ritssluiting

en een fiche voor een bordspel.

23. Zoveel meezeulen heeft voor- en nadelen.

24. Een winkelwagenmuntje behoort

vaak tot de standaarduitrusting. Dat is handig.

a. standarduitrusting

b. standaarduitrusting

c. standartuitrusting

d. standaartuitrusting

25. Maar je wilt ook niet bij een chiropractor 

terechtkomen doordat je scheef loopt.

26. Er moet dus gezocht worden naar de gulden middenweg.

a. gulde middeweg

b. gulde middenweg

c. gulden middeweg

d. gulden middenweg

27. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik zelf ook

zo’n verzamelaar ben.

28. Ik loop steevast rond met te volle broekzakken.

a. stevast

b. steevast

c. stèvast

d. stévast

29. Gênant is dat, als ik op het vliegveld mijn zakken

leeg moet maken.

a. Genant

b. Génant

c. Gènant

d. Gênant

30. Een dobbelsteen, een USB-stick, snoeppapiertjes,

een haaientand en nog veel meer.

a. USB stick

b. USB-stick

c. USBstick

 

31. De medewerkers van de douane zijn wel wat gewend, hoop ik.

32. De ongeduldige blikken van mijn medepassagiers 

moet ik maar even negeren.

33. Er waren ook veel beroemdheden die onzinnigheden verzamelden.

a. verzameldde

b. verzameldden

c. verzamelde

d. verzamelden

34. Rembrandt had interesse voor naturalia, oftewel:

alles uit de natuur.

a. interese

b. interesse

c. interrese

d. interresse

35. En ik las over iemand die zee-egels verzamelde.

Niet in zijn broekzak, hoop ik!

36. Dan valt het misschien wel mee, wat jij allemaal

in jouw broekzakken hebt.

37. Geniet dus maar van je schatten en zorg dat ze

niet mee de wasmachine in gaan.

 

 

dinsdag 27 februari 2024

3581 Dictee donderdag 29-02-2024 (1) – dictee Oefendictee maart 2024 (2), tevens Dictee van de Dag 1150 √

 Dictee – dictees [3581]

Oefendictee maart 2024 (2)

Dictee van de Dag 1150

Restantenopruiming (2, slot)

1. Het was een pokkeneind, dus berever. Die laffe vent was het bloodst van de hele groep. De ziltte van de zee [zeeziltte, net als zoutte], maar: dik van zoute. Bij een babyshower [feestje zwangere vrouw met vriendinnen] worden er geen baby's gesjouwd. De timmerman vertrapte het snavelhauwtje. Met varicose heb je spataâren. De doerra, dat is het kaffer- of negerkoren (sorghum). Welke landen hebben een dollarisatie ondergaan? Douteus [oe] is twijfelachtig. De nonparel is een lettersoort. Ik heb die zinsnede doorge-x’t. Ze reigen naar buit (speuren, azen). De Malagassische inwoners (de Malagassiërs) spreken Malagasi (de munt is de ariary – MGA). Ook in het Meer van Genève vinden seiches (mv., niveauverandering) plaats. De sauternes (zelfde mv.) is wijn. De sémillon is de wijnstok of bijbehorende wijn. Ook de cabernet sauvignon is de wijnstok [geen mv.] of de wijn (mv. (s) s). Deze druif brengt ook de sancerre voort. Kerstomaat, met kerst: kersttomaat? Het huis stond in lichte(r)laaie.

2. De nijlgau is een antilope (mv. n/s); antiloop is een stof. Een psak (mv. psakim) is een beslissing in een halachische kwestie (de halacha = (een joods boek met) gedragsregels). Stoepa, anda, chaitya en chattra zijn onderdelen van een boeddhistisch bouwwerk. Wijdopen [alleen VD] is wijdgeopend. Dhimmi's [niet-moslims] moeten djizja [protectiegeld] betalen. Een takkietakkieland is onderontwikkeld. In SR spreken ze takitaki (Sranangtongo). Een koempoelan is jaarlijks een gezellige bijeenkomst van de scouting. Een stratier [straa-tjee] is een straathond. Hecklers roepen voortdurend en stellen kritische vragen. Met de Zeven Provinciën werden de Verenigde Nederlanden gedurende de Republiek aangeduid. Die kwestie ligt hem voor in de mond.

3. Er is geen ijs, of het kost mensenvleis. Hebben
Noord-Polen en Zuid-Polen echt een andere cultuur? Die joden waren begeind en begeistert. Baisertjes zijn gebakjes. Der jüdische Selbsthass is opmerkelijk. Wejiewerig is wieberig = weg. Weepies zijn tranentrekkers (tearjerkers). Wat weet je van AMvB’s en KB’s? Ik ratete dat met een 3-rating. Het 45e element is Rh, rodium. 111 is Rg, röntgenium. Een rotarytafel is de draaischijf bij roterend boren. Een punkie is punky. Hij droeg een gepapier-macheedecarnavalsoutfitfantasie. Geleed wordt verbogen tot gelede. Een owrukuku is een uil of een lanspuntslang. In de Gedenckclanck komt voor “O Nederland, let op u saeck”. Op de steppe vonden we een afgekloven lynxvoet. Hij was een geharde spartaan. Wij voeren op de Theems. Oud Europa is West-Europa.

4. We zijn de hort opgegaan. Een sjamaan is een
priester-genezer of priester-tovenaar. Het woord ‘shawl’ heeft ook de uitspraak ‘sjohl’. De sociaalzwakkeren [alleen papieren GB, niet meer in oGB, VD: sociaal zwakkeren] komen tekort. Een sopi is in SR sterkedrank of een borrel. De Wrr is de Wet Raadgevend Referendum. En de WRR is in NL de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (adviesorgaan van de regering). Ontwikkelt de speltteelt zich goed? Als
de Joden begeind zijn en de Duitsers begeistert, zijn ze enthousiast. De ijzerhart (lucht) is een boom en de ijzerhard (grond) is een plant. Het bier kan gisten (gistte, gegist), raden is gissen (giste, gegist). De onestep en twostep zijn dansen, de 2 step is muziek, kobevlees is wagyuvlees, afkomstig uit de Japanse stad Kobe. Schrijf goed: açaibessensap en açaipalm. Welke vogels vang je met een kobbennet? Zilver- en kokmeeuwen! Hij kan Talmoedige wijsheden debiteren.

5. Invrijheidstelling [1 s]. Duimendraaien = nietsdoen, beide onbepaalde wijs – GB: het nietsdoen. Die aangerijkte erts is beter [vgl. aanreiken – het aangereikte exemplaar]. Hij was Iro pauperior (zo arm als de mieren) – Irus = de bedelaar uit de Odyssee. Doksen, eenden, die snateren. Tevree is tevreden. Doerra is kaffer- of negerkoren. Hoe vind je dat nikabportret? Let niet op mijn typo's. Een druppel- wordt ook wel een calimerohelm genoemd. Let op afwennen en afwenden! Zij behoort tot een elitevisagistenclubje. Aan het vroonland grensde een viswater. Een vroemvroempartij is er voor automobilisten. Ik weet een leuk wist-je-datje. Het kostte toen zegge en schrijve een rooie (rode) rug (1000 gulden). Werkwoorden: goedenachtkussen en gouddraadtrekken. Ook voor dit maäriev [maa-aa-rief] hadden ze al heel wat maäravim [mv.] opgezonden (joden, avondgebed).

6. Als je lsd bespreekt (lysergeenzuurdi-ethylamide), bedenk dan wel dat de Duitse term lysergsäurediäthylamid is! Comodo is op het gemak in de muziek, een komodovaraan beschikt over een dodelijke bacteriële infectie. Het Maagdenhuis is de centraleadministratielocatie van de UvA. Een dibbes is een  goedzak. Voor maalpeil schrijven we MP, mp is de  minister-president. De victoria amazonica [VD] is de reuzenlelie [volgens het systeem van Linnaeus: Victoria]. Een burosaurus is niet weg te slaan van zijn werkplek. Met de kat-in-de-zak (stof) had hij een kat in de zak [miskoop] gekocht. Hoeveel mi/eldensoorten zijn er?

Hart-op-hart is tussen de middens gemeten (bv. van kolommen). De slag om Engeland, de Battle of Britain. Aargh of argh is frustratie in stripverhalen. Rijden er binnenkort geen wagon-littreinen meer? Hij is belijdend oudkatholiek. Kroet, crude, ruwe olie. Balansen znw., ww.

7. Je bootee zit onder je booty. Is een sjabbesgoj een soort van dressboy? Nee. Krabita-anu: alles wat je aanpakt, mislukt. Sjotten = voetballen t.o. shotten (zichzelf injecteren). De 1001 nacht is de Duizend-en-een-nacht. Deze skiester is een skister. Een tarantel of tarantula is een wolfsspin [GB, VD ook: wolfspin]. IPA = India pale ale! Een ski of snowboard kan een belag [buh-laak] – glijvlak – hebben. Masala is o.a. een Indiaas filmgenre [ook: mengsel]. Racaille [gepeupel, uitschot] komt van rascal (Engels) + rapaille. Hij was de valste (vals)speler ooit. Een calicokat is van calicot gemaakt [lapjeskat]. Rosemetaal – uitspraak oh/oo. Dat fonds heeft nu een officiële beurscotering [ww. coteren]. Een raggel is een tegenvaller (en een rachel een plank). R&D is Research and Development. Ook die aloëetjes behoren tot de familie van de aloë's, de aloëfamilie: in mijn café-elftal wisten ze dat allemaal wel. Ik moet van mijn ouders naar cat (kattenbak, catechisatie). Dissen, dissrap, gebasht.

8. Mevrouw Van der Horst had iets aan een follikel van De Graaf. Het EKO-keurmerk is ook maar een ecokeurmerk. Secco's/secchi en fresco's/freschi. Quadden/quatten en squatten [fitness, hurken]. ‘Zopas’ is altijd aaneen. Jan Snotneus is de pandjesbaas. Een vesperei is (ook) een rout/raout. Schrijf goed: octrooi-inbreuk en octrooi-instelling. Je hebt al twee bo's op. Mortelefitikus, mortjes, morsdood – na een doodskus [kus des doods]? Duidelijk: juno en julij en tnegentig plus tachentig is honderdzeuventig. Ze dronken caffè corretto's. Het horloge loopt op de binkert, altijd verkeerd. We kopen vaak bd-geteelde gewassen [biologisch-dynamisch]. Het heitres Franzosenvolk, dat zijn de fransozen. N.N. = nomen nescio. Cascadeur, debacle, deconfiture. Vergelijk à propos en mal-à-propos. Vergelijk coke en kook. Een pycnicus is van het pyknische type [kort en gezet]. Tallolie komt met cellulose van dennenhout. Wat doet een big brother? Pekin(g) is een stof. Een dipdye is haarkleuring van de uiteinden. Dat amaatje [asiel] is later zelfs nog aiootje geworden; zijn broer boaatje en die gebruikt bij zijn werk een radiootje. Blamestormen is gezamenlijk de schuldige van mislukking aanwijzen. Artis heeft een cobracollectie. Er groeien daar canada’s, canadassen, canadabomen. Vergelijk de bnw. stijl en steil. De Doctor Illuminatus, dat is Ramon Llull. Een tugra is een gekalligrafeerd monogram van een sultan [toe raa geen g]. Een toeloop [too-loep] is bij het kunstrijden een cherryflip. Een beissie is een dubbeltje, een joet een tientje en een lammetje, dat zijn 30 stuivers, een daalder.

 

3580 Dictee woensdag 28-02-2024 (1) – dictee Oefendictee maart 2024 (1), tevens Dictee van de Dag 1149 √

 Dictee – dictees [3580]

Oefendictee maart 2024 (1)

Dictee van de Dag 1149

Restantenopruiming

1. Een cd’tje is een compact disc (geen compactcamera – GB, VD: los!). Ik hou je-ne-sais-quoi
(ik-weet-niet-wat/hoeveel) van je. Vandaag bijeenzijn betekent morgen dat we bijeenwaren. Een kaardrog is een vis. Een nivometer meet – liefst in de nivôse, de sneeuwmaand – sneeuw, maar geen hoogte. Zich de nieges schamen is je zeer schamen. Hij stond in zijn blote kont, daar moest ik wel kond van doen – ik heb hem een opkontje (hupstootje) gegeven. De beste pijler voor een peiler is gedegen statistiekkennis. In ‘piaffe’ geen 'fuh' uitspreken! Fernweh is een weemoedig verlangen naar verre landen. Flappen tappen, dat doe je bij de flappentap(per). In Jemen betaal je met de rial (YER). Te beê zitten is bedelen – mogelijk om genâ of pais en vree. Gehakt half om half = half-om-half(gehakt). Een chupacabra is een geitenzuiger.

2. Een geiger(-müller)teller functioneert in het radioactieve domein. Hij zij hooggeprezen. Het puinruimen liet hij aan anderen over. Een prijzij heeft met pacht te maken. Een (putain) respectueuse [prostituee] – maar respectueus wordt verbogen tot respectueuze. Hij zou hem een watjekouw geven. Jij lekkere scheet, ga je echt scheên? Een gobang [begin-g van goal] is een koperen 2,5 centstuk. Appeler un chat un chat: het kind bij de naam noemen; noem aioliolie dus gerust kajapoetiholie, etc. Een alevi is een aleviet of alawiet. Met griep heb je een griepaal syndroom. Hij zal vast
ik-weet-niet-hoe-vaak en -hoelang protesteren. Een lombard is een pandhuishouder. Een mazoutje bevat pils en cola. Maurice' broer woont in Delft en Maurices zus in Eindhoven. De oemma is de wereldwijde islam.

3. Het is anderhalf miljoen, maar anderhalfduizend. De woorden gratias en grazioso lijken op elkaar. Hij kikt erover, dat hij op zijn kicksen (voetbalschoenen) kickt. Hij schoudde [schouden is met kokend water behandelen] het varken. Leg uit het verschil tussen een theedief en een
t-dief. Bij indiensttreding kregen de soldaten al een prepree [
pree = soldij]. Aan de wand hing een wanttalie. Hij was wildenthousiast : hij heeft geïnlineskatet en snip-snap en ju-ju gespeeld. Zij is een echte mevroi. Hoeveel dicteeprofi’s ken jij? Een darbyst behoort tot de vergadering der gelovigen en een fenocryst is een voorkristal. Een prachtvogel mag je niet schieten.
Aussie-Engels en Ossiduits [
Oost-Duits] zijn talen. Met ‘bon appétit’ wens je iemand veel appetijt. Het kompres verdween in de compressor.

4. Passager (verbogen: passagère) is (medisch) voorbijgaand. Nerdy = nerderig. Gojs(e) = niet-Joods. De groupie was verstekeling tussen de groepage. Ze huilt altijd, ze is een blètster. Comptant is contant. Per cassa is à contant. Een jappie en een yuppie hebben veel gemeen. Op end’ op is identiek aan op-en-top. De hardloper had een runner’s high. Een zwart gat geeft jet(!) en hawkingstraling. Dat is het markizaat van Bergen op Zoom [met de markies en marquise, markiezin]. Waar is die openauto’s-dag? Zij zweert bij Tiense [Tienen] suiker. Oma's fiets botste op een reesplee [scootmobiel – GB: raceplee]. Waar doen ze aan høken en vlöggelen? Waaro? O, daaro! Het pauliverbod treft atomen en/of moleculen. Ik woon daar al sint 2004. De ene dronkenman was nog grover dan die andere drinkebroer.

5. Hij kan goed zijn aam [adem] inhouden. Een kodkod is een nachtkat. Koekwousen [GB ook: au] zijn klungels. Twee is op een volgend. Gedabd is uitgegraven (van asperges). Nu gaat plan B in werking! Dat is een nuttig
colloïde-energiegelletje (
vgl. colloïdaal). Hij paardt als een bootwerker. ‘Achteroverslaan’ schrijf je altijd aaneen. Het paard stond in de smidsstal. Koefisch schrift is het antoniem van naskhischrift. Het is mij even veel (om het even). Hij speelt jeu de boules, het jeu-de-boulesspel, hij doet aan jeu-de-boulen. Mezze is een gerecht met kleine hapjes uit de Midden-Oosterse keuken. Een fourreur is een bontwerker. Een cado is een calamiteitendoorgang. Djinns, geesten kun je aanroepen. Hij zal zijn geluk niet op kunnen. Ken jij een coûte-que-coûtesamenstelling? Bij twee glazen beiers gaat het om Beiers bier. In qat zit cathine. Ze hadden veel culot (lef). Is 'vandaliseren' echt een Van Dalewoord?

6. Een sjek is een loshangend vrouwenjasje. Kees Vaders werd begraven. Het was druk aan Vaders' graf. Van zijn santé niet af weten: zich nergens van bewust zijn. Lierelauwen is wauwelen. ‘Trascement’ heeft als uitspraak: trah-suh-mèhnt. Rond zes uur p.m. verliet niet zij mij, maar ik haar: Betje van Veren; ‘soedah’ betekent in Indië: al klaar, het hoeft niet meer. Een treillis [trei-jie] is traliewerk. Versleutelen is crypten: hij crypt, hij cryptte. Hij had alleen nog een middelvingerfalanxstompje. De eend was aan het snabbelen, snateren. Bedoel je schrapnel [ah] of shrapnel [èh] (granaatkartets). Rigueur is strengheid en recueil is terugslag. De stavaza is de stand van zaken. Make’s zijn nederlagen (bij judo). Een kaugek is een grote stern (en een kauwgek kauwt chewinggum). Verwar niet: koningendag [Driekoningen] en Koningsdag [NL]. Een iemker mag zich ook imker noemen.

7. Mediterranée, met dank aan Toon Hermans! Logeabel is bewoonbaar, geriefelijk. Een oebie is yamswortel. De TH schrijft: Essostation. Daar gaat het om, met den aankleve van dien. Wat is een appcessoire precies? In de was zat een weessok en een T-shirt. Het daghet in den (inden) oosten. Wat is het verschil tussen een onderkast-pps
[
publiek-private samenwerking] en een bovenkast-PPS [postpostscriptum]? Een poepieouwe stomp zat al heel lang in het leger. Poependik is poepiedik. Een tand- of kiescyste is een holte. Perzikbrandewijn is een likeur. Hij was op en tenden, doodop. Een pomo(-) uitstraling is postmodern. Een faliekante mislukking is een fiasco. Die gozer was een loser. Een tiktaalik is een uitgestorven dier. Vient de paraître: zojuist verschenen! De ic is de intensivecareafdeling. Die alles-of-nietspoging?

8. Doordeweeks maakte hij scheitrechters, in het weekend was hij scheidsrechter. Een beissie is een dubbeltje, een kwartje een heitje voor een karweitje. Basketten, stencilen, batikken. Een violon d’Ingres is een hobby of begaafdheid naast het werkelijke talent. Een vie manquée is leven waarin iemand zijn of haar roeping of talent niet heeft kunnen realiseren. Een hobbedob is een drijftil. Wat is jouw koosnaam(pje)? We gaan de haven inroeien. We moesten wel tegen de stroom in roeien en oproeien naar de haven. Wie gaat dat vlot trekken? Hij was zo stoned als een garnaal. Tentoonspreiden: hij spreidt tentoon. Essetee is stront. Ik kom zo dra mogelijk. Een pionieroos is een pioen. Het taxibedrijf heet Uber (niet in wdb.). Het is k puntje, puntje, puntje (k…). Het piao [pie-jou] is een Chinees gokspel. 1999 is in Romeinse cijfers: MCMXCIX. Vooruit gaat het al met de patiënt. VIII is de Romeinse acht!

9. Hij speelt in jong Oranje. In verouderde literaire taal is het verlangeloos (net als belangeloos). Vermeil = vuurverguld zilver. Er zijn wel een ziljoen zandkorrels aan de zee. Zág, kaerel, loop eens deur! Een oxymeter is een zuurstofmeter. Altijdgroen: immergroen of semper virens. Die oude man is tv- en pc'loos. De dikke bertha werd gemaakt in de Kruppfabriek. Epris is verzot. Een schiebaart is o.a. mombakkes. Afbreken: fier – ljep – pen. Nasjen is lekker eten. Dat is een platgrappig toneelstuk. Meid, mijd de mijt! Het stikt daar van de kap-, kob- en kokmeeuwen. Bangkirai is zeker hardhout. Un poco is een beetje, poco a poco is beetje bij beetje. Bij ‘barcarollekoor’ spreek je de 'luh' niet uit. Gebruik jij veel afkootjes? Een gutmensch is policor [politiek correct]. Jullie hebben mooi bone china [serviesgoed van fijne kwaliteit porselein].