dinsdag 24 oktober 2023

3511 Dictee vrijdag 27-10-2023 (4) – dictee BeNeDictee 2023-12 √

Dictee – dictees [3511]

BeNeDictee 2023-11

De 76 vette en genummerde woorden of woordgroepen moesten worden ingevuld.

Leve de menopauze! (auteur: René Dijkgraaf)

1. De navolgende 1 diepdoordachte tekst is niet in het 2 Malayalam of 3 Guadeloups [land is Guadeloupe, inwoner Guadelouper] geschreven en het aantal gehanteerde 4 tenuisjes [niet verstaan, wel bekend: tenuis = stemloze plofklank p, t, k – mv. tenues] is normaal, maar uw schrijver lijdt ook weer niet aan 5 dysorthografie [stoornis in leren spellen]. Dat zult u merken wanneer we 6 zonder beiden [= talmen!] beginnen aan dit 7 hendiadysloze [stijlfiguur – zandige heide] verhaal, dat gelukkig niets weg heeft van het oude 8 samizdatdrukwerk [clandestiene uitgeverijen vroegere Oostbloklanden] of van moderne
9 epubjes [epub is elektronisch boek in EPUB-formaat].

2. Middelbare moeders ondersteunen hun kinderen vaak krachtig, ook als die allang volwassen zijn. Ze doen dat van 10 Dan tot Berseba [Bijbel: het gehele land door], waarbij ze niet alleen op 11 jas en nel [het allervoornaamste dat je nodig hebt – kaartspel – jas = troefboer en nel = troef negen] letten. Het gaat bijvoorbeeld om hulp bij studie, bij financiële problemen of bij het verluieren van kleinkinderen. Deze hulpvaardigheid geeft wederzijds plezier, nochtans is er ook een minder in het oog springend, maar belangrijk gevolg: het nageslacht krijgt extra tijd en energie om meer kinderen te krijgen. Grootmoeders inspanningen helpen daardoor de menselijke soort in stand te houden, zodat haar steun ook van evolutionaire betekenis is. Dat ziet er op het eerste gezicht wat 12 jujuachtig [dzjoe-dzjoe – rituele magie
West-Afrika – ju-ju spelen is paardje spelen
- ju = paard], uit, want als ze gewoon zélf nog wat kinderen zou krijgen, lijkt dit doel eenvoudiger bereikt te kunnen worden.

3. Oma voert dit werk voor het grootste deel uit tijdens haar menopauze. Dat is goedbeschouwd een vreemde fase, want andere dieren die zich niet meer voortplanten, overlijden korte tijd later. Dat geldt ook voor 13 aytkanti's [lederschildpad], 14 quelea's [vogel savannen Afrika] en 15 sabaku's [SR – kleine reiger]. Mensenvrouwtjes leven echter nog vijfendertig jaar onvruchtbaar door. In evolutionair opzicht moet dit betekenen dat bomma's menopauze, met ondersteuning van kinderen en kleinkinderen, uiteindelijk méér nageslacht oplevert dan als ze gewoon was doorgegaan met het krijgen van eigen kinderen. Deze 16 mise au point [kwestie zuiver stellen – vgl. mise-en-scène, maar metteur en scène] wordt de grootmoederhypothese genoemd. Hij is niet zo fundamenteel als de wetten van 17 Kepler, maar toch interessant.

4. Dit hoeft u niet via uw 18 settopbox [decoder tv, opzetkast] te controleren en u heeft er ook geen 19 hellmanngetallen [maat strengheid winters] bij nodig: uw 20 secunda Petri [verstand, = altera pars Petri] is voldoende. Overtuigend 21 evolutionairbiologisch [volgens de evolutionaire biologie] en antropologisch onderzoek geeft de volgende verklaring: de belasting en de risico's van zwangerschap en bevalling worden met het vorderen van de jaren groter, ook al worden er nóg zoveel 22 dhuhr [= dohr, islamitisch gebed kort na het middaguur] gebeden. Ernstige zwangerschapsproblemen als het
23 Hellp-syndroom [bij zwangerschap: gedeeltelijk letterwoord, van Engels Hemolysis [bloedafbraak], Elevated Liver enzymes [leverfunctiestoornissen], Low Platelets [afbraak van bloedplaatjes – afbraak bloedcellen en gestoorde leverfunctie] en
24
bekkenveneninsufficiëntie [vene = vena, ader, mv. venen of venae] treden dan vaker op, evenals ziekten van het kind, zoals
25
cheilognathopalatoschisis [lip-, kaak- en gehemeltespleet] of
26 darmintussusceptie [wederzijdse doordringing]. Ook
27 fausses couches [miskraam - fausse couche] worden vaker gezien. Vanaf een zekere leeftijd wordt de menselijke 28 genenpool daarom efficiënter onderhouden door de levens van kinderen en kleinkinderen te vergemakkelijken. 29 Nonouders [nu of nooit!] kunnen hun

30 torschlusspanik [vrouwen rond de veertig, angst voor geen kinderen meer] dus het beste negeren, want een
31 niet-opengebleven deur kan in de menopauze juist positieve gevolgen hebben. Daarom: 32 hoedt u zich voor late voortplanting,
33 wijd u liever aan het menselijk gen, dan mag u van mij een
34 uraeus [figuur van een brilslang] dragen!

5. Je kunt natuurlijk roepen 'ja, 35 dikke Harry! [bekijk het maar] hoe zit het dan met het 36 opa- en echtgenoot-zijn [vgl. mens-zijn, etc.]? Nou, opa's helpen óók bij het ondersteunen van kinderen en kleinkinderen, maar zelf kunnen ze zich, mede door hun 37 seksdrive, ook nog tot op hoge leeftijd bijna-risicoloos voortplanten. Soms voelen ze zich daardoor echt een soort 38 dertienavondkoning [na loterij koning op driekoningenavond]. We hoeven dus géén grootvaderhypothese te definiëren, want ondersteuning van het nageslacht geeft bompa hooguit een miniem evolutionair voordeel ten opzichte van het bezwangeren van jongere vrouwen. (Dat oma af en toe door hem
39
verbeurt [ww. verbeurten, aflossen] wordt bij het koken van een
40
abalonenschotel [zeeoor], 41 chimichurri [absoluut niet verstaan – saus bij gegrild vlees Zuid-Amerika] of desnoods voor een ritje naar de 42 trùk'i pan [rijdende snackbar] heeft misschien enig effect, maar gezien haar grotere ervaring en kunde heeft dat hooguit marginale invloed.)

6. Zelf werken Marjan en ik 43 in real time [GB] ook hard aan de menselijke evolutie, door op onze kleindochters te passen. Los van het genetische nut hiervan, blijkt het vele malen leuker te zijn dan ik ooit verwachtte. We moeten zelfs oppassen dat we ze niet 44 kweesten [vetmesten, ook: nachtvrijen] ... Dit ondanks het gehuil en de volgepoepte luiers in de eerste weken na de geboorte. 'Kom maar terug als je zelf je 45 dinkytoyautootje kunt repareren en als je weet wat een 46 cinchplug [tulpstekker] is, of een 47 torxset [torxbout heeft zespuntige ster als gat in de kop], dacht ik toen. Maar het idee dat ik voor het verzorgen van mijn kleindochters minimaal driemaal daags het 48 angelus [gebed, keer bidden] of de 49 goddelijke wet [decaloog, tien geboden] nodig zou hebben, vervaagde snel. 50Addenoi! [attenoje, ottenoje, ottelenojeheine, addenom – uitroep verbazing, verontrusting] Als ze één keer vanuit hun 51 maxicosi [kinderstoel in auto] naar je lachen, ben je verkocht.

7. En het wordt doorlopend leuker, vooral als ze met mooie opmerkingen komen en met onverwachte theorieën, zoals 'je neus zou eigenlijk afzetbaar moeten zijn, dan kun je hem opzetten als iets lekker ruikt, en op de wc kan hij weer af'. En vanaf de 52 bedstederand [n/s] komen ze soms met bijna-filosofische vragen en opmerkingen: 'dus er zijn mensen die niet weten wat ik denk?' Of 'wat handig dat we onze schaduw kunnen zien, dan weten we precies waar we zijn!' Ze stellen ook ongegeneerd dingen aan de orde die hun opvallen, zoals 'opa wordt oud, want vroeger werd hij nooit boos!' En ons achterterras heet sinds kort 'de kletsplaats', dus we weten waar we staan ... Kleuters leren ontzettend snel. Het zou me bijvoorbeeld niet verbazen als ze het verschil tussen 53 gris en grain de lin [kleur resp. vlasbloem] al kennen. Of als ze me gaan uitleggen wat 54 polyfyllie [groter aantal bladeren in een bladkrans] betekent, of wat een 55 kufiyyah [kaffiya, keffiyeh, andere uitspraak] is. Wij genieten ook zeer van hun steeds slimmer wordende strategieën: 'je bent bijna te laat voor school, doe eens gauw je schoenen aan!' 'Wil jij het doen, opa?' 'Nee, je moet het zélf leren.' 'Maar door te kijken leer ik het ook!' Of deze: 'heb je de wc-deur dichtgedaan?' 'Ja.' Deed je het licht uit?' 'Ja.' 'Mag je jokken tegen opa?' 'Ja.' Door kleinkinderen word je je ervan bewust hoe oud je bent, maar ook dat je daarvan zeer kunt genieten: de zon gaat onder, maar laten we vooral de kleurenpracht zien waarmee dat gepaard gaat! Soms ga ik er bijna een 56 souterliedeken [berijmde psalm om te zingen] door zingen, hoewel ik dan rijp zou zijn om een 57 ggz-achtige [geestelijke gezondheidszorg – maar: GGD, GG en GD] instelling te bezoeken ...

8. Zoals ik hierboven besprak, is de 58 homo-sapiensgrootmoeder [moderne mens - homo sapiens] van alle 59 Hominidae
[
maar: hominiden – mensachtigen] de beste genenverspreider, wáár op de 60 mappemonde [wereldkaart] je ook kijkt. Daarom blijf ik Marjan zo lang mogelijk helpen bij haar belangwekkende werk. Intussen hecht ik er ook aan om mijn kleinkinderen op een speelse manier te leren omgaan met het verschil tussen feiten en meningen. En naast
61 poppenkast spelen doe ik natuurkundige proefjes en kijk ik met ze naar de planeten. Dat vind ik belangrijker dan het spelen van
62 parkour [sport, freerunnen] of van 63 aaisykjen
[kievi(e)tseieren zoeken, Friesland]. Dat laatste is trouwens allang verboden, en het draagt ook niet bij aan hun begrip van de wereld. Kennisverwerving vind ik essentieel, want stiekem hoop ik dat ze later kosmoloog of fysicus worden en geen 64 bakszeuntje
[jongste matroos]. Ze mogen natuurlijk ook schrijvers worden die de wereld blijvend veranderen met prachtige filosofische boeken. Eigenlijk heb ik stiekem een beetje 65 fylenambitie [fyle = stam + n bij mensen - dieren: fylum, mv. fyla] ... Ik maak al vorderingen!

9. Sorry, ik kan het niet laten: mijn kleindochters kunnen de
66 wet van Goodhart [centrale bank, sturen op één variabele] nog net niet uitleggen, maar ze kennen wel de overeenkomst tussen
67 Jantje Beton [grotestadskind], 68 Jantje Contantje
[
vgl. jan-contant en handje contantje] en 69 Jantje Stapnetjes!
[
neemt kleine voorzichtige stappen - vgl. Jan Stapallemachtig] De oudste beseft ook het belang van grootmoeders. Dat bleek onlangs, toen we op een mooie avond, gezeten op onze met 70 charpie
[
pluksel – sharpie = zeilboot] gevulde en met 71 fil d'Écosse [glansgaren] dichtgestikte kussentjes, in een lekker 72 Z.t.O.-windje [zuid ten oosten] sterrenkeken [eigenlijk alleen onbepaalde wijs --- > sterren keken] in de tuin.

10. De aarde stond die dag toevallig in haar 73 aphelium [in zijn baan verst van de zon – vgl. perihelium] en ik bedacht dat de zon gemiddeld altijd op één 74 AE [astronomische eenheid] afstand staat. Dat vond mijn kleinkind interessant, evenals het feit dat er – zuidelijke – sterconfiguraties bestaan die we vanuit Nederland niet kunnen zien. De 75 ecliptica [zonneweg] bleef uiteraard buiten beeld. Het gesprek nam een wat filosofische wending.

11. 76 Ichtyosaurussen [vishagedis] leefden heel, heel lang geleden, toen er nog geen mensen bestonden', debiteerde ik. Waarop ze vroeg: "Zelfs geen oma's?" Dat antwoord trof me. Tijdens de eropvolgende stilte genoten we van steeds meer sterren en ik besefte dat ons gesprek meer was dan louter pedagogie. We vierden het wonder van ons leven in dit minieme uithoekje van het oneindige heelal, waarin grootmoeders essentiële taken vervullen.

 


 

3510 Dictee vrijdag 27-10-2023 (3) – dictee JeeBee Dictee 2023 Nijmegen √

Dictee – dictees [3510]

JeeBee Dictee 2023 Nijmegen

Het brakke hogerberoepschrift (auteur: mr. drs. Jan van Breda)

De titel telde niet mee. Toelichting in blauw.

1. Hooggeëerde staatsraden [lid van de Raad van State] van de Afdeling bestuursrechtspraak [juridische term, met VD zou je allicht afdeling Bestuursrechtspraak schrijven] van de Raad van State.

2. Laat ik vooropstellen dat schrijver dezes zich in dit hogerberoepschrift niet gehouden voelt zijn grieven te noteren in
jip-en-janneketaal.

3. Ik hanteer geen geserreerde [compact, kort en krachtig van stijl] frases [volzin], maar een exquis [exquisiet, uitgelezen, voortreffelijk] vocabulaire [woordenschat].

4. Cliënten fokken przewalskipaarden.

5. De gemeente heeft hun een exorbitante [overdreven, buitensporig] last onder bestuursdwang opgelegd, vanwege de vondst van tranquillizers [kalmerend middel] in een van de mestputten op hun paardenhouderij.

6. De rechtbank heeft het besluit op bezwaar vernietigd, maar met instandlating van de rechtsgevolgen.

7. Ik zal betogen dat het onderzoek is uitgevoerd door hautaine [hooghartig] en pernicieuze [verderfelijk] dommeriken die naar hartenlust hebben gefabuleerd [fantaseren, verzinsels vertellen] als hadden zij hallucinogene [fantasiebeeld door zinsbegoocheling] middelen gebruikt.

8. Cliënten hebben bij deze procedure een déjà-vugevoel [déjà vu, déjà vuutje – gevoel van iets al eerder gezien of meegemaakt te hebben] ervaren.

9. Nog maar tweeënhalf jaar geleden heeft de gemeente hun een last onder dwangsom opgelegd vanwege geur-, licht- en geluidhinder.

10. Uw Afdeling [VD zou een a suggereren] heeft de last rücksichtslos [nietsontziend, meedogenloos, hard] weggevaagd.

11. Ik heb uitentreuren gevraagd om het onderzoeksrapport.

12. Ten langen leste is het mij ge-e-maild.

13. De controleurs betraden het bedrijf volgens het rapport om acht uur ‘s morgens.

14. Cliënten waren toen gekleed in een paardenonesie [huis- of pyjamapak] en een mauve [zacht, met geel gemengde paarse kleur] peignoir [ochtendjas].

15. Zij waren te confuus [verward, beduusd, beteuterd] om coherent [samenhangend] te verklaren.

16. De controleurs stuitten bij hun onderzoek op de gewraakte [afgekeurde] mestput.

17. De misselijkmakende odeur [geur] deed hen onmiddellijk, zonder quickscan [globaal onderzoek] of analyse door een geaccrediteerd [goed aangeschreven] laboratorium, concluderen dat die verontreinigd was met voornoemde verboden middelen.

18. Aan die fluks [snel] getrokken conclusie heeft geheid [onmiskenbaar, duidelijk] bijgedragen dat de mastiff [Engelse dog] en de Rhodesian ridgeback [Rhodesische pronkrug – leeuwhond, jacht op groot wild] van cliënten, opgejuind [opjutten, opstoken] door het infame [eerloos, schandelijk] gedrag van de controleurs, ertoe overgingen hun baasjes te beschermen.

19. Eén controleur ontvangt deswege [daarom] een WIA-uitkering [= WIA = in NL: arbeidsongeschiktheidsuitkering in het kader van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen].

20. Zonder dat deerniswekkende [meelijwekkend] feit te bagatelliseren [als iets onbeduidends voorstellen], merken cliënten de daaropvolgende inbeslagname van deze sympathieke honden aan als een perfide [vals, verraderlijk, trouweloos] represaille [vergeldingsmaatregel] die getuigt van détournement de pouvoir [machtsverdraaiing] en de morele kladderadatsch [ineenstorting] van de gemeente.

21. Ten onrechte is derhalve het rapport ten grondslag gelegd aan de last.

22. De rechtbank heeft dit miskend.

23. Ik concludeer tot gegrondverklaring van het hoger beroep.

Rein 9 fouten, Joost 16 en de winnaar 31.

De komma’s werden niet voorgelezen, maar verder wel foutgerekend. Er waren enkele hoofdletterkwesties i.v.m. het juridisch jargon, en je kon in 1 woord best 5 fouten maken (stel dat je Rhodesian niet verstond, dan kon dat zomaar 5 fouten opleveren door niets of iets totaal anders op te schrijven). De twee echte fouten van Rein: ‘Rhodesian’ met kleine r en door een verschrijving en geknoei hallicinogene i.p.v. hallucinogene. Nog drie minpuntjes: 1) het voorlezen ging veel te snel, zodat je voortdurend achteraf dingen zat op te schrijven, 2) elke zin werd 1 keer voorgelezen en daarna niet meer in stukjes en 3) het dictee werd niet in eerste instantie integraal voorgelezen, waardoor je geen idee had van de context, waarin je iets moest opschrijven.

Verder was het best een plezante middag!

 

 


 

3509 Dictee vrijdag 27-10-2023 (2) - dictee BeNeDictee 2023-10 √

Dictee – dictees [3509]

BeNeDictee 2023-10

De 80 vette woorden of uitdrukkingen moesten worden ingevuld.

Toelichtingen in blauw.

Moord tussen manuscripten (auteur: Birgit Kuppens)

1. In het opkomende zonlicht kijk ik naar de façade (1) [voorgevel] van het statige art-nouveaugebouw (2) [art nouveau, jugendstil, libertystyle – gestileerde asymmetrische motieven uit flora en fauna]. Na drie jaar hou ik nog steeds evenveel (3) van mijn functie als bibliothecaris. Ik wandel het gebouw binnen en neem plaats achter mijn bureau.

2. Mijn collega Julius, is al druk aan het werk. Hij is 40 jaar in dienst en heeft de meeste boeken al gelezen. In zijn vrije tijd houdt hij zich bezig met de bellettristiek [vgl. bellettrie = (beoefening van) de schone letteren] (4), maar nog liever datet (5) [ww. daten – ik date – hij datet – wij hebben gedatet] hij met dames met kennis van de orthografie die up-to-date (6) [actueel] is. Zoals elke woensdagochtend zit Julius vanuit zijn bittenbak (7) [pc, bits, bytes] Excellijsten (8) [vgl. Wordbestand] te printen van de dt-fouten die hij vond in de nieuw gepubliceerde boeken.

3. Maar op woensdag heeft de bib ook een vast cliënteel. Aan het tafeltje helemaal links in de hoek zit Babette, de necrofiele archeologe die na haar 38 urenweek (9) [achtendertigurenweek] nog bijklust als flexi-jobber (10) [BE, extra baan met gunstige fiscale voorwaarden] op koffietafels. Een tafeltje verder zit Henk, die badman (11) [strand! – niet: Batman of batman] is op het strand van Blankenberge, niet omdat hij zo houdt van de kliauwende (12) meeuwen [schreeuwend geluid maken], maar eerder om de goodguy (13) [rol met imago van held] te kunnen zijn voor hulpeloze, bikiniklare beachbabes (14)
[
jonge, aantrekkelijke vrouw op strand]. In de winter zit hij in de bib en tekent hij modellen uit een damesblad over met calqueerpapier (15) [overtrekken, calqueren, znw. calque]. Aan het derde tafeltje zit Agatha, een bijdehante (16) caractérielle (17) [rechtlijnig, koppig, hardleers, man: caractériel] die er misschien ietwat kwaaddeegs (18) [sukkelend, ziekelijk] uitziet (19), maar die voor haar 93 jaar nog heel mobiel en emmetroop (20) [normaal ziend, antoniem: ametroop, bij- myoop of verziend – hypermetroop] is. Zij komt wekelijks naar de bib voor haar favoriete magazine dat excelleert in de sleutelgatjournalistiek.

4. Rond elf uur komen de habitués samen aan de hoge tafeltjes bij de koffieautomaat, waar ze genieten van enkele café au laits (21) [uitspraak met s, anders ook: cafés au lait]. Ik neem een cappuccinootje (22) en sluit mij bij hen aan. Agatha kijkt schichtig om zich heen en zegt dan op fluistertoon: “Weet je wat zo bijzonder is aan deze bib? Wel, in de torenkamer worden prachtige manuscripten bewaard. Ik ben er zelf nooit geweest, maar heb het horen vertellen toen ik nog een kind was. Ik heb wel eens aan Julius gevraagd of ik ze mocht zien, maar hij moest mij teleurstellen. De trap naar de toren zou ooit volledig zijn ingestort, waardoor de manuscripten voorlopig niet bereikbaar zijn. De toegang naar de toren ligt achter de deur aan de zijkant van de leeszaal”.

5. Voor de rest van de dag gaat alles zijn gewone gangetje. Rond het sluitingsuur wensen Babette, Agatha en Henk mekaar en het bibliotheekpersoneel een fijne avond, verdwijnen door de deur en gaan op in het donkere winterlandschap. Ook Julius neemt zijn aktetas onder de arm en haast zich naar buiten. Hij wil absoluut op tijd komen op zijn dinnerdate (23) met een dilettanterige (24) dramaqueen. Als enige blijf ik achter in het oude gebouw. Dit is mijn kans om de
sherlock holmes (25) [à la, niet: hijzelf, dan S H] in mijzelf naar boven te halen en op zoek te gaan naar de manuscripten.

6. Ik loop naar de deur aan de zijkant van de leeszaal waar in koeienletters (26) ‘Verboden toegang’ op staat (27). Ik trek de bestofte klink naar mij toe en staar in een duistere leegte. Een koude lucht van beschimmeld papier omringt mij. Ik tast om me heen, maar ontwaar nergens een lichtknop. Een huivering loopt over mijn lichaam. Even twijfel ik of ik mijn zoektocht verderzet, maar de manuscripten die in deze toren bewaard worden, wekken toch mijn nieuwsgierigheid. Voorzichtig beklim ik de eerste treden van de wenteltrap en leg mijn linkerhand op de oude metalen leuning die het elk moment kan begeven. Mijn ogen wennen steeds meer aan de duisternis en ik herwin mijn zelfvertrouwen. De ijzige stilte wordt doorbroken door het geëcho (28) van mijn voetstappen, gevolgd door een steeds dichterbij komend zacht geritsel. Plots wordt mijn enkel beroerd door een warme, harige vacht en een gezwind heen en weer zwiepende (29) staart, die alleen maar kan toebehoren aan een rat. Het krabbelende geluid van zijn poten deemstert weg in de diepte. Ik verstijf van angst en twijfel om terug te keren, maar ik wil mezelf een tweede ontmoeting met het knaagdier besparen. Ik raap al mijn moed bij mekaar en ga verder de trap op, tot het punt waar deze lijkt te eindigen. Het is nog steeds aardeduister. Nog nooit is het mij opgevallen dat er amper ramen zijn in de toren. Ik moet mij nu wel op de eerste verdieping bevinden. Met mijn rechterhand word ik niet meer de koude muur gewaar, maar wel een houten deur. De geur van oud papier vermengt zich nu met die van rottend hout. Staan hier die eeuwenoude manuscripten? Ik voel dat de deur op een kier staat, en duw ze verder open. De ruimte die achter de deur schuilt voelt vochtig aan en is volledig aan het zonlicht onttrokken. Het zou een wonder zijn als de manuscripten hier gedijden. Ik schuifel over de drempel, struikel over de opkrullende tapis-plain (30)
[vast kamerbreed vloerkleed] en val tegen een buffetkast. Mijn arm botst tegen een zootje van komsa (31) [NL: niet: comme ça]: een roestvrijstalen [rvs] (32) crêpepan (33) [flensje = kleine pannenkoek], een passe-vite (34) [roerzeef] en een oubollige cafetière (35)
[
zekere koffiepot - geen é!]. Mijn duim en wijsvinger belanden op het blad van een groot mes, dat besmeurd lijkt met een gestolde substantie. Is iemand misschien na het koken de afwas vergeten? Dan wordt de stilte in de ruimte doorbroken. Achter de kast hoor ik een zoemend geluid en klapperende vleugels. Zonder nadenken maak ik rechtsomkeer(t), ren ik de kamer uit en neem ik de trap naar boven.

7. Bovenaan (36) [bijwoord + voorzetsel] de trap kom ik volledig uitgeput tot stilstand. Ook hier is er een deur, maar deze zit stevig in het slot. Een streepje warm licht schijnt door het sleutelgat naar de overloop. Vanachter (37) [bijwoord + voorzetsel] de deur weerklinkt er skifflemuziek (38) [zelfgemaakte instrumenten], afgewisseld met synthklanken [synthesizer, elektronisch apparaat] (39). Het lijkt wel alsof hier iemand aanwezig is! Maar wie dan? Toen ik de trap
opging (40) [VD], leek het alsof hier in jaren geen levende ziel meer was langs geweest. Opeens wordt het stil achter de deur. Mijn aanwezigheid is duidelijk opgemerkt. Voetstappen, die klinken als gekletter op een stenen vloer, lijken dichterbij te komen. De ijzeren klink wordt vastberaden naar beneden gedrukt en het veel te heldere licht dat langs de openzwaaiende deur de gang [of de kamer of het venster] inschijnt (41), verblindt mij compleet. Ik knipper met mijn ogen, maar wat ik dan zie, nagelt mij volledig aan de grond. Ik word overmand door een nameloze angst, voel een koude rilling over heel mijn lichaam lopen en slaak een doordringende kreet, die weergalmt door de toren, maar die niemand bereikt. Behalve hem dan … Twee holle ogen lijken mij als een priem te doorboren. Een rij hagelwitte tanden toont een sadistische glimlach en een knokige hand grijpt mij vast, net op het moment dat ik besluit het op een lopen te zetten. Hoe dit gaat aflopen, wil ik niet weten. De verlammende paniek die ik voel, belet mij ook om erover na te denken, en voor ik het weet, word ik over de drempel gesleept en bevind ik mij te midden van een stoffige en slecht geventileerde (42) torenkamer. De verf bladdert van de muren af en de luster is rijkgedecoreerd (43) [VD] met spinnenwebben. Te midden van dit vertrek staat een aftandse lessenaar uit de jaren 70 (44). Achter mij draait de gedaante een grote ijzeren sleutel om. Dat is althans wat ik hoor, want vanaf het moment dat ik hem voor het eerst zag, heb ik mijn blik weggedraaid naar de muur. Nu verschijnt hij terug in mijn gezichtsveld en is er geen ontsnappen meer aan. Hij gebaart mij plaats te nemen op een taboeretje (45) [kruk] en zakt zelf onderuit in een fauteuil (46). Daar zit ik dan oog in oog met een skelet. Het skelet kijkt mij indringend aan en heeft tot hiertoe nog geen woord gezegd. Ik zat ook niet te wachten op het moment dat hij dat zou doen. Dan beweegt hij langzaam zijn kaakbeenderen en zegt hij met sissende stem: ‘Goedenavond, ik ben Ludwig, de voormalige directeur van de bib’. Voor het eerst in dertig jaar kwam Ludwig weer in contact met een medemens. Het was voor hem een eenzame tijd geweest en hij gaf toe dat het gebrek aan menselijk contact hem hoegenaamd niet vrolijk stemde, waardoor hij de neiging had de toren te laten verloederen. Het tafereel dat aanleiding gaf tot dit bestaan vol kommer en kwel, staat nog steeds in zijn geheugen gegrift. Het begon allemaal op een druilerige dag in december, na zonsondergang. De teambuilding van het bibliotheekpersoneel vond plaats in de torenkamer.

8. Ludwig kon koken als de beste (47) [VD, wel: is een van de besten, behoort tot de besten in zijn vak], dus de avond begon met een gezellig dinertje (48). Ze aten erwtensoep geassaisonneerd (49) [gekruid] met pezo (50) [peper en zout!] en daarna posteleinpuree (51) [bladgroente] met een stukje poelepetaat (52) [parelhoen]. Voor het dessert hadden ze de keuze tussen petitfours (53) [klein gebakje] en pompernikkel (54) [roggebrood] met perenkonfijt (55)
[in suiker ingelegde vruchten of stukken daarvan]. Toen ze
poedeldik (56) waren, was het tijd voor een spellingbee. Om de beurt moesten alle personeelsleden een woord luidop spellen. Wie een fout maakte, werd onverbiddelijk naar huis gestuurd. Rond half elf zaten enkel Ludwig en Julius nog in het schijnsel van de schemerlamp. Het duel kon nu echt beginnen. De moeilijke woorden werden
een voor een (57) afgevuurd. Julius was deze avond in zijn element, maar de spelling van het woord ‘cravate noire(58) [black tie, zwarte vlinderdas, avondkleding] deed hem letterlijk de das om. Dit
debacle (59) [volslagen mislukking] had hij niet zien aankomen. Hij had nog net zijn lijst met [letters!]
vijftienduizend vierhonderdachtenzeventig (60) woorden opgefrist. Hierbij ging hij het niet laten. Hij was rood aangelopen (61) en ronduit verbolgen. Uit zijn mond ontsnapte een kolkende woordenstroom die eindigde met belachelijke befteckel (62) [klungel – vgl. befgajes – leden rechterlijke macht]], burgertrul (63) [domkop], breedbekkikker, lul-de-behanger (64) [sufferd, sukkel] en lobbedei (65) [= lobbedoe: sul, dwaas]. ‘Kan je dat nog eens herhalen, maar dan trager?’ grapte Ludwig. Het is hier geen lach-of-ik-schietshow (66) [lach of ik schiet – komische voorstelling, grappen liggen er te dik op], brulde Julius en hij haalde uit Ludwigs messenset een chopper (67) [keukengereedschap, ook: bromfiets, helikopter] tevoorschijn en scalpeerde diens
titushoofd (68) [VD alleen: tituskop = hoofd met rossig kroeshaar] in één beweging. Hij verslond zijn slachtoffer tot op het bot, en bereidde het vlees tot in een smeuïge estouffade (69) [stoofschotel].

9. Ik sla mijn handen voor mijn mond bij het horen van dit alles. Ludwig is heel opgelucht dat hij voor het eerst in jaren zijn verhaal eens kwijt kan. Hij ziet er ineens meer relaxed uit. ‘Jouw verhaal zou niet misstaan in de thrillercollectie van de bib’, zeg ik tegen Ludwig. En dát bracht hem op ideeën. Enkele maanden later prijkt het boek tussen de nieuwe aanwinsten op een penanttafeltje (70) [tussen 2 vensters, console, trumeau – vgl. penantkastje, penantspiegel] vlak bij de ingang van de bib. Het boek werd een succès fou (71) [daverend succes]. Daar stond Babette voor mij aan de balie, met een stevig gevulde boodschappentas. Ze gaf mij het anopistografische (72) [ook: ana- = enkelzijdig bedrukt, dubbel- = opistografisch] boek waarvan de kaft vermeldde: ‘Moord tussen manuscripten’. Toen ik het boek opende om de barcode te scannen, steeg er een bedwelmende geur uit op. Het leek wel of iemand er een volledig flesje eau de cologne (73) over had uitgegoten. Op de pagina met de inhoudstafel plakte een
kattebelletje (74) [briefje, vgl. kattenbelletje = echt belletje]. De woorden ‘hartenlap(75) [hartlap, lieveling] en ‘schattebout’ trokken meteen mijn aandacht. Verder was er op het briefje een recept met lauki [internet: lauki (ook wel: fleskalebas) is een groente die qua vorm doet denken aan een combinatie van een komkommer, flespompoen en courgette] en patisson (76) [pompoen] gekrabbeld. Ik trok het briefje uit het boek en wou het aan Babette overhandigen, maar zij was allang op weg naar de toren en verdween door de deur aan de zijkant van de zaal.

10. De dag na de publicatie van het boek, kregen we telefoon van de zoon van Julius. Zijn vader was spoorloos verdwenen. Liever dan in hotel de Houten Lepel (77) [= hotel Bellevue = gevangenis] te belanden, vertrok hij met de noorderzon naar het Zuiden (78) [streek, geen windrichting]. En Ludwig? Die verhuisde samen met Babette naar een bijna-energieneutrale (79) woning [BEN-woning] in Rome. Jaarlijks, met Halloween (80) [wel: halloweenfeest, halloweengekte], keert hij terug naar de bibliotheek en organiseert hij er een spellingbee voor ingewijden. Om een goed verloop van het evenement te verzekeren, werd er een reglement opgesteld en gaan alle keukenmessen achter slot en grendel.

 

 

 


donderdag 19 oktober 2023

3508 Dictee vrijdag 27-10-2023 (1) – dictee Dictee van de dag (1104) √

 Dictee – dictees [3508]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee jan 2022 (2), geheel herzien naar situatie 2023

Dictee van de dag (1104)

Oefendictee jan 2022 (2)

1. Vandaag (6/1/2022) gehoord op tv: ze niet alle 24 in het kratje hebben (= kennelijk: ze niet allemaal op een rijtje hebben). Een nachtpit [lamp] is vaak ‘s nachts aan het werk, een nachtkat is een kodkod, een echte kat. Met een opus mallei wordt een stippelgravure bedoeld. Een orant is een leeuwenbek, een orante een figuur in biddende houding, met ten hemel opgeheven armen. Als een kwestie contentieus [aanleiding gevend tot twist] is, kan contentieuze rechtspraak [rechter beslist geschil] uitkomst bieden. Denk ook aan de afdeling contentieux van de Raad van State [voor geschillen van bestuur]. Een junkie kan aan craving [onbeheersbaar verlangen naar …] lijden. Een cravate noire is een black tie en geen gewone kravat, stropdas (het komt van Kroaat!). Trump heeft heel wat cronies: makkers door dik en door dun.

2. Een cromlech is een dolmen (grafmonument – mv. beide + s). Voor cobolamine mag je ook nog cyano- zetten [vitamine B12]. Het damaststaal is bedoeld voor Damascener klingen [lemmet van een zwaard]. Een filippie was ooit tien gulden. Dat hele maal was helemaal niet te vreten. Het gebeurde niet kortgeleden, maar lang geleden. Ik lees iedere dag trouw Trouw (of: Trouw trouw). Van God alleen: a Deo solo. Een acrosolium is een booggraf. Tot uw orders: à vos ordres. Er werd heel wat afgefilosofeerd. Mijn collega-filosoof gaf een college filosofie. Ook die Kosovaarse komt uit Kosovo. Met *oxo*: [VD] doxologie (lofprijzing), loxodroom (kromme lijn op aarde snijdt alle meridianen onder eenzelfde hoek), Oxonian (student, geleerde universiteit van Oxford(iaan)), met oxo nog: -azijnzuur,
boter-kaas-en-eieren [ohk-soo – rondjes en kruisjes] en toxoplasmose [infectieziekte].

3. Uit de scheikunde: 2-oxopropaanzuur, 4-oxo-4-fenylbutaanzuur en 4-oxopentaanzuur. Jazeker,
1,2-dihydro-4-methoxy-1-methyl-2-oxonicotinonitril, dat is ricinine ! Een pos is een zeedonderpad, geen zebrapad dus! Op *oyo*: [VD] boyo (ovengerecht), coyote (prairiewolf + scheldwoord voor lid minderheidsgroep), toyotisme (voor productiebedrijven – maximale prestaties, minimale voorraden), troyounce (ounce – Engels ons, 28,3 gram, bij goud, troyounce: 31,104 gram), gameboyoplader [kleine spelcompueter] en mangoyoghurt [vrucht, ook; manga]. Een jezuïet is lid van de door Ignatius van Loyala gestichte orde. Een krugerrand is een gouden munt (met een gehalte van één troyounce goud). Perinde ac si cadaver: (gehoorzaam als een lijk – kadaverdiscipline). Een ignatiaanse retraite duurt 30 dagen op basis van de Geestelijke Oefeningen van S(in)t.-Ignatius van Loyola (ook in verkorte vorm).

4. Dunne sojasaus uit Japan heet shoyu. Hij housed/te in zijn housecoat: peignoir met rits. Staat die DVD [Dikke Van Dale] echt op één dvd [digital versatile/video disk]? Regionaal kun je makkers, genantjes hebben. Wat gênant is, vertoont gêne en een genan(t) is een naamgenoot (zelfde voor- of doopnaam). Een aya is een Koranvers. Een predikant heeft achter zijn naam V.D.M., verbi divini minister, bedienaar van Gods Woord. Raasdonders zijn o.a. kapucijners. Ruziën (geruzie) is ruziemaken (ruziemaker, ruziemakend) of ruzie zoeken (ruziezoeker, ruziezoekend). Vergelijk: ruzie krijgen en ruzie hebben. Een daverende, knallende, fikse, knetterende, kletterende, hoog(op)lopende, slaande, krakende, hooggaande ruzie. Was dat een café- of burenruzie? Eerder een cao-ruzie [collectieve arbeidsovereenkomst]!

5. De partneruil deed aan partnerruil. Boete doen (boetedoening): ik doe boete. Een lariks is een lork of lorkenboom, vgl. sporkeboom. Met een oude automobilistenlist (automobilismelist, automobiellist?) ging hij de andere voertuigen voorbij. Hij kreeg automobiellessen. In hun auto’s hingen mobiles [moo-biels]. De vis medicatrix naturae is medisch het natuurlijk genezend vermogen van het lichaam. Toujours perdrix: zelfs het beste gaat vervelen als je er te veel (een teveel) van krijgt. Rixari de lana caprina: ruziemaken om niets. In rixa is bij een twist. Consolatrix afflictorum: troosteres der bedrukten [epitheton van Maria]. De ars artium omnium conservatrix is de de kunst die alle andere bewaart, t.w. de boekdrukkunst. A (À) tout prix is tegen elke prijs, koste wat (het) kost.

6. De quaestrix en de ex-rectrix (niet: de oud-rectrix) gingen akkoord en gooiden het op een zouteloos akkoordje. Een ecart is een koersverschil (ook: swing), een grand écart is een spagaat. Met een preëminentie heb je een bevoorrechte positie. We kennen de afko Z.Em. voor Zijne Eminentie, maar Hunne Eminenties heeft geen afko. Gezocht op *nolet*: [VD] espagnolet = 1) stof, 2) spanjolet (draairoede), pecunia = vermogen, geld – (pecunia) non olet: (geld) stinkt niet, spagnolet = zekere [het] flanel of zekere [het] molton. Was die spagnolet [stof] om de spanjolet (espagnolet – draairoede) gewikkeld? Hora subsicivae zijn snipperuren. In ‘algoritmen/s’ ligt de klemtoon op ‘rit’. De- en (des)activeren (zoals op een link klikken) zijn allebei goed.

7. Bungeejumpen is elastiekspringen. Een ghostbike of gedenkfiets herdenkt een omgekomen fietser. Ghosten/ing is iemand op sociale media geheel negeren. Een GIW-garantie is in NL een garantie van het Garantie-instituut Woningbouw. Een glamgirl is een glamourpoes. EV (eV) staat voor elektronvolt, EV voor electric vehicle en E.V. voor en ville (alhier). Met levs of leva’s betaal je in Bulgarije (= 100 stotinka). Gezocht op ‘uitdrukking’: 15 minutes of fame, aargh (argh) en acta est fabula (het spel is ten einde). A horse! A horse! My kingdom for a horse! [Mijn koninkrijk voor een paard! – er alles voor overhebben]. In Rusland: akmeïsme = adamisme [stroming Russische dichtkunst]. Zo waarlijk helpe mij God almachtig! Après nous le déluge: na ons de zondvloed. Tja, Barbertje moet hangen. Ken je de grapes of wrath [druiven der gramschap] en the great Unkwown [de of het grote onbekende]?

8. Been there, done that [uitdrukking van blaséë houding]. Big Brother is watching you [George Orwell]. Brittannia rules the waves [heerst over de golven, de zee]. Cash is king [in onzekere tijden is (vrij) geld het handigst]. Correct me if I’m wrong [iets gezegds waarvan je niet helemaal zeker bent]. Das war einmal [goede oude tijd, komt niet meer terug]. Der frische, fröhliche Krieg [sarcastisch op de vroegere Duitse militaire manie]. Et in Arcadia ego (heimwee naar verloren geluk). Et tu, Brute (tu quoque, Brute – tu quoque, fili mi – tegen een vijand, waarvan je dacht vriend te zijn). Finis Poloniae [hoogste graad van wanhoop]. Good old Adriaan [de goeie ouwe ...]. Iets op insta zetten [instaën], slaat op Instagram [foto’s]. La mort sans phrase (iets volstrekt verwerpen). Less is more [kracht van de eenvoud, bv. in architectuur]. Licence to kill [verlof om te doden]. Mamma mia [uitdrukking van verbazing]. No hard feelings [even goede vrienden, sans rancune]. Non possumus (onmogelijkheid iets te doen). O sancta simplicitas [uitroep verwondering over grote domheid]! Over the counter = otc [vrij verkrijgbaar, bv. medicijn]. Rumpitur invidia: hij (de kikker) barst van de nijd. Tomtidom, pomtidom [uiting gevoel van welbevinden, bv. tijdens werk]. Liever Turks dan paaps [liever islamitisch dan rooms-katholiek – watergeuzen]. De voraussetzungslose Wissenschaft [waarachtig, onbevooroordeeld], heeft die afgedaan? Vorrei e non vorrei (twijfel uitdrukken).

9. Zijn Kronstadt halen (twijfelen aan politieke overtuiging). Gezocht op ‘spreuk’: ad (in) majorem Deo gloriam (= A.M.D.G. – tot meerde­re ere Gods). Ad patibulum (naar de galg)! Aforisme = zinspreuk. De mortui nil nisi bene (over de doden niets dan goeds). Ora et labora: bid en werk. Het tafeltje-dek-je [uit sprookje: overvloedig]. Een zeisel is een zeispreuk, een gezegde, een zegswijze. Gezocht op ‘spreekwoord’: make love, not war. The proof of the pudding is in the eating [in de praktijk blijkt de kwaliteit van iets]. Gezocht op ‘gezegde’. C’est le ton qui fait la musique [de manier waarop je iets zegt, bepaalt hoe het wordt opgevat]. Danser sur un vulcan [zich vermaken in groot gevaar]. Le mot de Cambronne [eufemistisch: vloek, krachtterm]. Beheers je echt the gentle art of making enemies [de edele kunst van het zich vijanden maken]?