dinsdag 14 maart 2023

3183 Dictee donderdag 16-03-2023 (3) – dictee BeNeDictee 2023-02 √

Dictee – dictees [3183]

BeNeDictee 2023-02

De 73 woorden en woordgroepen in vet moesten worden ingevuld.

Commentaar in blauw. Rood: sommige (domme) fouten van Rein.


Familiair idiolect (auteur: Jeroen van Heemskerck Düker)

1. In lijn met de autobiografische trend in de BeNeDictees, zou ik dit keer mijn illustere wapenfeiten moeten roemen en 1terzelfder tijd
[ter zelfdertijd was niet zo handig … wel, andere uitspraak: tezelfdertijd] mijn echecs volop erkennen. Maar zo’n 2jantje-rechtuit [is openhartig] ben ik niet. Om toch kwansuis te voldoen aan de eisen van het moderne huiskamerdictee, 3weid ik voor de niet-ingewijden uit
[
ww. uitweiden] over enkele verwanten die dankzij mijn
4sibbenkundige [= genealogie + vrouwelijke lijnen - sibbe = clan, + n] liefhebberij wat dichterbij zijn gekomen.

2. Om 5dicht bij huis te beginnen: mijn vader was een gedisciplineerde werker, maar ook een charmante 6donjuan [vrouwenversierder], die in dit 7MeTootijdperk [vgl. me-too-effect
= iets heel anders
] geen leven zou hebben gehad. Zijn persoonlijke
8normen-en-waardenpatroon [uitzondering: vaste uitdrukking - verder: waarde + n/s!] stond hem toe het tijdens zijn huwelijk aan te leggen met een sliert hete klitsen, inclusief de 9karonje [feeks] die na de onvermijdelijke scheiding kortstondig zijn tweede vrouw werd. Doorlopend 10eisjedies gaan [overspel plegen] had hij niet van een vreemde: hij was amper twee jaar oud toen zijn vader eega en kroost de deur van zijn Hilversumse villa wees ten gunste van een weduwe met een 11kekke [vlot, modern] ku [achterwerk] en een riante hoeveelheid 12flippes [Bargoens: geld].

3. Die opa, zoon van de eerste Hilversumse apotheker, leefde graag op grote voet. Hij was het type dat bij een diner de 13blanc de noirs
[witte wijn van blauwe druiven - zelfde mv.] zou terugsturen omdat hij 14geruid [teruggaan van de wijn door het slechter worden van het fusthout] zou zijn, zo’n man die de gerant uitlegt dat de appels niet goed 15gebrijd [door het koken tot brij, moes worden] zijn of dat het bier te veel 16scharlei [muskaatsalie, specerij voor wijn en bier] bevat. In zijn dorp verplaatste hij zich nimmer met 17Jan Bil z’n wagen [benenwagen, te voet], maar uitsluitend per automobiel, een felrode Overland met open dak. Jan Herman kwam voort uit een lange lijn 18net-nietpatriciërs die er een sport van maakten zo gunstig mogelijk te trouwen binnen de kleine kring van remonstranten. Trouwlustige heren binnen de inner circle vroegen 19acces [toestemming om met een meisje te verkeren], 20prachten [prachen = smeken, vleien] hun 21fiancee [verloofde, vr., ée was een blunder] – niet zelden hun nicht – om een kusje, en de bruiloft was al zowat geregeld. Er gaat veel 22gevlij in een zakje [ook: in ‘t gevlij komen, verder alles: gevlei]!

4. Dat remonstrantse milieu bestond uit notarissen, dominees en 23doorgefourneerde [verschaffen, doorgaan met betalen] handelslieden, die allen goed voor zichzelf zorgden, maar ook het 24toynbeewerk [onder de arbeiders] niet schuwden. Zo stichtte mijn 25overoudoom [oom van grootvader of grootmoeder] Gijs Zwartendijk in Egmond aan Zee een vakantiekolonie voor 26kadavereuze [ingevallen en bleek, de c was een blunder] stadsjochies, die daar gratis konden profiteren van de gezonde zeelucht en aansterken op een dieet van 27jan-in-de-zak [au bain-marie bereide koek], 28oudewijven [soort gekruide koek] en 29hijlikmakers
[heiligmaker, koek bij bruiloften, de y was een blunder]. Vermaak werd de kinderen ook volop geboden. Je ziet de bleekneusjes, hun tanden
30grieks en dwars [schots en scheef] in de mond, al 31joechelen [uitgelaten lachen, joechjachen] voor de ronzebons
[
draagbare poppenkast], waar Jan Klaassen zijn 32heibeiende
[tieren, schelden] Katrien de 33pochel [huid] vol scheldt
[aaneen: blunder, goed in de lijsten]. Voor de 34bedorvendansen [verwende kinderen] in eigen kring was zo’n kuurtje aan de kust natuurlijk overbodig. Ook de studerende adolescenten bleven 35mama’s-kindjes [moederskindjes]; zij waren nog regelmatig in het 36thuisthuis [ouderlijke woning van studenten] te vinden, waar de 37dame-huishoudster [bestuurt voor de huisvrouw het huishouden] hen flink in de watten legde.

5. Petrus G. Duker, broer van mijn 38oudgrootvader, bevond zich aan de rand van die kring. Duker, zoals zelfs zijn vrouw hem noemde, paarde 39bonhomie [wellevendheid] aan 40bovarysme [jezelf anders zien dan je in werkelijkheid bent, naar het boek ‘Madame Bovary’ van Gustave Flaubert]. Hij zag zichzelf graag als de erudiete gentleman 41kat’ exochen [bij uitstek, per definitie]: minzaam converserend in zijn 42crapaudje [lage, ronde, overal beklede leunstoel], met een goed glas 43brouilly [een zekere beaujolais] binnen handbereik op de 44bonheur-du-jour [mv. s] [salonkastje = ook bonheur - mv. + s]. In werkelijkheid was hij voortdurend op reis – op het land in een gammele 45droschke [open rijtuig, vigilante], op zee per 46galjas
[klein koopvaardijschip] of 47barkentijn [koopvaardijschip] om zijn pecuniaire belangen veilig te stellen. In zijn brieven schept hij als een 48jan van een bram [geweldige opschepper] op over de wijze waarop hij als 49raad-fiscaal [vgl. advocaat-fiscaal en procureur-fiscaal] in Demerary hardhandig een slavenopstand wist te onderdrukken. Het meest in zijn nopjes was hij met de beloning van de WIC, ruim vierduizend 50Rijnse gulden [was er niet meer ten tijde van de WIC … (:-))]. Hij was al 56 toen hij de schatrijke plantersdochter Antje Boode huwde en financieel 51boven Jan [binnen zijn, zijn schaapjes op het droge hebben] raakte.

6. De samenleving 52van moederskant ziet er totaal anders uit. Stokdoof voor 53Gods Woord, [de Bijbel – qua inhoud] sappelend op de bok van een 54brougham [vierwielig gesloten rijtuig, 1 paard] of als havenarbeider aan de 55sjarriewarrie [gereedschap havenarbeiders] probeerde moeders voorgeslacht de eindjes aan elkaar te knopen. Dat was niet eenvoudig, 56janoom [= Ome Jan = de lommerd; oom Jan = Jan oom = familie] was de beste vriend van deze sappelaars. Oma’s vader Jan Spanjer, telg uit een lange reeks arbeiders in Purmerend, schuimde de zeven zeeën af – eerst als 57bakszeuntje
[jongste matroos, haalt voedsel voor de bak = houten balie met voedsel van de kok], later als 58kok-in-’t-ruim [matroos, die de vleet, de netten, in het ruim brengt - mv. koks] en ten slotte als schiegast. Gewend aan de ene 59schootaan [ook: schootan: borrel voor de maaltijd] na de andere aan boord, verzoop hij na een maandenlange zeereis steevast zijn loon in de 60kabanes [mv. en] [kroeg, kabanes maken = drukte]. Zat als een 61zwitser [(Zwitserse) huursoldaat] zwalkte hij dan aan de arm van zijn dochter naar huis. Maar eenmaal aan vaste wal, zwoer hij de 62pait [borrel] af en pas als 90-jarige ging Jan broodnuchter naar 63kapitein Jas [overlijden].

7. Opa’s voorouders, de Röriks, waren in 1830 als 64hannekemaaiers [gastarbeider om gras te maaien] op een 65strowis vanuit Westfalen in de hoofdstad aan komen drijven [arm en berooid aankomen]. Rond 1910 stortte overgrootvader Hendrik zich vol vuur op de socialistische strijd. Autoritaire 66bolleboffen [grote meneer] konden hem
67
de bout hachelen [eten, ook: achelen, naggelen, je mening interesseert me totaal niet! – bout = uitwerpselen], maar de hardwerkende 68rijswerker [met rijs, rijshout] kon op zijn steun rekenen. De bovenbazen flink de oren wassen was voor de vakbondsman, zoon van een 69adje [Bargoens: politieagent], dagelijkse kost. Helaas waren de Röriks genetisch behept met aanleg voor tbc, waardoor ook Hendrik al na 42 jaar 70van de gard ging [sterven]. Reden genoeg voor de naneven zich vlak voor de oorlog, lang voor de 71Vinex-immigranten, in Hilversum te vestigen, waar de lucht schoon was.

8. Zo kwamen de twee werelden bijeen in één ouderpaar: de kleindochter van de Amsterdamse 72sociaaldemocraat viel voor de kleinzoon van de Hilversumse 73antipyretischepillendraaier [drieledige samenstelling: ((antipyretische + pillen) + draaier)] en baarde drie zonen, van wie de middelste u vandaag dit oud-Hollandse overzichtje meende te moeten voorleggen.


Rein: 15 fouten, waarvan minstens 5 blunders.

 



maandag 13 maart 2023

3182 Dictee donderdag 16-03-2023 (3) – dictee Groot Dictee van Rozenburg 2023 √

Dictee – dictees [3182]

Groot Dictee van Rozenburg 2023 (auteur: Linda van der Klooster)

Liquidatie in een à-la-carterestaurant

1. Een ijzingwekkend gekrijs klonk plotsklaps door het industriedorp, weergalmend tegen de majestueuze glas-in-loodramen van Muziektheater De Ontmoeting.

2. In De [de] Langoustine [internet: geen uitsluitsel], een etablissement met Michelinster, en ontmoetingsplaats voor de nouveaux riches en anderszins geprivilegieerden, had een moord plaatsgevonden.

3. Een rechercheur van de oude stempel haastte zich stante pede [op staande voet], op zijn qui-vive [op zijn hoede], naar de plaats delict [pd] om poolshoogte te nemen.

4. Daar beende de ravissante [betoverend] drieëntwintigjarige maîtresse van de omgebrachte chef-kok handenwringend in een minuscuul niemendalletje door de locatie.

5. De femme fatale was via seksuele escapades geüpgraded van
miss-wet-T-shirtverkiezingen naar de upper class.

6. De politieagent toonde stoïcijns zijn insigne en ID-kaart [identiteitskaart], en bestudeerde het fileermes in de torso [romp] van het ontzielde corpus [lichaam].

7. Jeetjemina, het lijkt wel een James Bondfilm, jeremieerde de in- en intrieste beauty hysterisch. Wie heeft mijn schattebout doodgemaakt?

8. Rustig aan, doceerde de oude rot in het vak, tijdens het rondneuzen tussen sliptongetjes, sint-jakobsschelpen, quiches en halfgare ratatouille.

9. Terwijl ze een exquise [exquisiet, uitgelezen, voortreffelijk] bordeaux [zekere wijn] achteroversloeg, noemde de barbiepop achtereenvolgens een culinair recensent, het plaatselijke journaille en Jan en alleman als aartsvijand van haar eega.

10. Toch bleek, na vingerafdrukkenonderzoek, de souschef [aaneen] uiteindelijk de delinquent [dader van een strafbaar feit]: een crime passionnel [geen le – betekenis: passiemoord] van een versmade geliefde.

11. Deze whodunit [detective] eindigt dientengevolge niet in een cliffhanger [moment van onzekerheid over de afloop].

 

 


3181 Dictee donderdag 15-03-2023 (1) – dictee Groot Dictee van Kampen 2023 √

Dictee – dictees [3181]

Groot Dictee van Kampen 2023

Commentaar in blauw

Het voorlezen was abominabel-onacceptabel.

Zo werd elke z als heel scherpe s uitgesproken (door de ‘Friese’ voorleesster).

Pas bij latere alinea’s [zeg vanaf de derde] raakte je daar ‘een beetje’ aan gewend.

Uitslag individueel: Rein 8 fouten, René 10.

De 8 fouten van Rein in rood en Romeinse cijfers.

Vragen: leentfaarrein@gmail.com

Energietransitie van alle tijden (auteur: Harry Goedegebure)

1. Hoewel de pterodactylus [voorhistorisch vliegend reptiel] en tyrannosaurus [vleesetende, op twee poten lopende dinosaurus] niet bepaald comtemporaire [gelijktijdig(e levende), comtemporaine = eigentijds, hedendaags] reptielen waren, leefden zij wel in het mesozoïcum [middelste era van het fanerozoïcum = secundair], een tijdperk waarin temet [o.a. weldra] alleen de zon [I ‘som’ opschrijven is ‘raar’ binnen deze context, maar het kost al zoveel moeite om alle ‘woordjes’ te verstaan, dat ik niet of nauwelijks toekom aan die context …] als middelgrote ster de ubiquitaire bron [alomtegenwoordig, omnipresent] van energie was; het voor die tijd exceptionele [uitzonderlijk] vuur werd later door de Grieken als een eeuwige vlam in het prytaneum [gebouw in o.a. Athene voor de vergaderingen van de prytanen, die zaten in de senaat van het oude Griekenland], voor Jan en alleman bewaard.

2. Met het moeren [veenslik opbaggeren, een plas uitvenen] van oligotroof [van het levensmilieu van dieren of planten: arm aan voedsel] veen door hardwerkende [II, los, niet slim, als de HWN’er, hardwerkende Nederlander, in je lijst staat …] tewerkgestelden kwam de productie van turf op gang, waarmee in menig oggenebbisj [omdat ook meermaals ‘ah’ werd voorgelezen, werden ook aggenebbisj en achenebbisj goedgekeurd] buurtje de paupers [armen] hun indigente [armoedig, nooddruftig] optrekjes allesbehalve [= juist niet, alles behalve – los – is letterlijk zo] behaaglijk warm konden stoken, zowel toen als nu leven niet alleen convenabele [gelegen komend] kooplui, maar ook inmiddels puissant [zeer] rijke [schatrijk dus] sjacheraars [woekeraar] en andere patjepeeërs [proleet] van de wind.

3. De tijd is gevloden [vlieden = voorbijgaan] als de steenkool door kompels [mijnwerker, ook: koempel, andere uitspraak] en andere afgepeigerde [afgemat, doodmoe] mijnwerkers wordt gedolven [delven = opgraven] en in lorries [kiepkar op rails, III lorry's was niet zo handig] van 200 centenaars [centenaar = 100 kg] door de onderaardse schachten [kokervormige toegang tot een mijn] expediet [vlug, voortvarend] getransporteerd wordt naar de tenderlocomotieven [waarbij tender = wagen en loc één geheel vormen] en textielindustrie.

4. Gemeenten bouwden gasfabrieken waar in [IV niet erg wakker, als je dat aaneen doet …] gasretorten [retort = vat voor opslag] steenkool- [V - heel listig: nl. geen steenkool maar steenkoolgas = gas door fracking uit steenkool gewonnen – fracking, daar komt hoge druk bij te pas, vgl. schaliegas – de context was hier dus weer erg belangrijk!] of lichtgas werd geproduceerd, waardoor de feeërieke [sprookjesachtig mooi] straatfakkels die de fraaie façades [voorgevel] van de etablissementen [gebouw met horeca of amusement] aanlichtten [belichten, beschijnen], vervangen konden worden door gaslantaarns, die toendertijd [met d pakweg sinds 2017 goed, uitspraak met d, altijd al goed: toentertijd, uitspraak met d maar nu ook wel met t] het safest [safe, safer, safest – black-out – VI bij het wel verstane ‘seefst’ viel het kwartje niet --- > beetje raar: ‘feest’ opgeschreven] waren.

5. Slochteren blijkt over een gigagasbel [giga in samenstellingen meestal aaneen, klemtoon op giga, denkbaar is: giga (bnw.) gasbel (bnw.) met de klemtoon op gasbel] te beschikken en stante pede [op staande voet] wordt driekwart [meestal aaneen, drie kwart als telwoord drie vierde ook wel los] van de Nederlandse huishoudens aangesloten op het gasleidingennetwerk, zodat niet alleen Jan Modaal maar ook Jan met de pet en de grootste versjwartster nar [Jiddisch/Jiddisj: dwaas, idioot, VII versjwartser, dom, staat gewoon in mijn lijst …] hun culinaire kunsten op het gaskomfoor [kooktoestel] kunnen vertonen; en dat alles op kosten van Vadertje Staat [vleiend voor de overheid].

6. De atoomenergie werd voor pacifistische [tegen bewapening en oorlog] doeleinden verder ontwikkeld als dé [met veel nadruk voorgelezen] futuristische [toekomstgericht, op de toekomst gericht] energie terwijl de zonne-energie en geothermie [aardwarmte] door de grootste pachyderm [dikhuidige, ook: lomp mens] op nucleair [betreffende atoomkernen, atoom/kernenergie] gebied werden gekonterfeit [nabootsen, afbeelden] dan wel [los!] geaffronteerd [beledigen] als minder probate [beproefd, deugdelijk] oplossingen voor de mondiale [wereldwijd] energiedeficiëntie [gebrek, tekort].

7. Toen men gewaarwerd [ww. gewaarworden] dat kernenergie letaal [dodelijk] radioactief [met straling] afval als residu [overblijfsel, rest] opleverde, waren het niet alleen de contraminerende [dwarsliggen] milieuactivisten die in verzet kwamen, maar ook de raddraaiers [oproerkraaiers], notoire [uitspraak twaar, ook toor is denkbaar] querulanten en hoody’s [capuchontrui] dragende hooligans [herrie/relschopper] die erop uit [los!] waren [eropuit – aaneen – zijn, trekken gaan heeft een andere betekenis] om een vredelievend protest te versjteren [Jiddisch/Jiddisj: verstieren, verpesten].

8. Als ten einde [aan het eind, niet: teneinde, met het doel om …] de zon aan de einder [horizon] in de zilte [zout] zee zakt en de zeewind middels [door middel van] de wieken de windturbines aandrijft om via elektrolyse [met elektriciteit water – H2O – scheiden in met name waterstof H en ook zuurstof O] waterstof te genereren als nieuwe brandstof voor motoren, haal ik verblijd adem en schenk mijzelf een allersecst [droog, VIII – blunder – geen t] chardonnaytje [zekere wijn] in [afkorting!:] i.p.v. het obligate [verplicht, voorgeschreven] flûteje [zeker wijnglas] sjampoepel [NL-verbastering van champagne], want groener dan dit zal het me dunkt niet worden.

Nee, ik was er niet goed bij met het hoofd, 8 fouten: 1 x niet verstaan (zon), 6 onnodige blunders en 1 x instinker gemist (-).

 

 


zondag 5 maart 2023

3180 Dictee woensdag 15-03-2023 (1) – dictee Dictee van de dag (878) √

Dictee – dictees [3180]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee november 2016 (4), geheel herzien naar situatie 2023

Dictee van de dag (878)

Oefendictee november 2016 (4)

1. De niet van sophistication [wereldwijsheid] gespeende sophisticated (mondaine) lady mag je best wel gesofistikeerd (ook: gesofisticeerd = verfijnd, mondain) noemen. Ze kende immers de ladyamherstfazant, ze wist ook wat gymnosofisten [bij de oude Grieken: Indische asceten en yogi’s] waren – een sofiste is overigens een drogredenaarster – en dat bier of wijn gesofisticeerd kan zijn [suiker toevoegen i.v.m. gisten]. Ze kende het Bijbelboek Sophonias (Vulgaat, afko: Soph., zeg maar gewoon Zefanja) en ze kende ook iemand op het philosophicum [rooms-katholiek: opleiding na het kleinseminarie, voorafgaand aan de theologiestudie], die esofagitis [slokdarmontsteking] aan zijn oesophagus [slokdarm] had. Toch heeft ze de lapis lazuli, de steen der wijzen, nog steeds niet gevonden. Wel hing haar man Theo de theosofie [mystiek-filosofische stroming] aan. Zulke prominente solisten als Clara Schumann, Leopold Auer en Sophie Menter [niet in wdb.] zul je niet vaak tegenkomen. Hun buurman, een doctor philosophiae, heeft als afko: dr. phil. (ook wel: ph.d. of PhD). Ik vind sofiekruid mooi. Als een filosoof overdacht ik de voorafgaande zinnen.

2. Reken maar (na). Het k.g.v. [kleinste gemene (= gemeenschappelijke) veelvoud] van [cijfers] 20 [veelvouden: 20, 40, 60, 80] en 30 [veelvouden: 30, 60, 90] is 60, de g.g.d. [grootste gemene (= gemeenschappelijke) deler] ervan is 10 [delers van 20: 1. 2, 4, 5, 10 en 20, delers van 30: 1, 2, 3, 5, 6. 10, 30]. NB Het product van 2 getallen is altijd gelijk aan het product van g.g.d. en k.g.v.! * Een averijberekenaar of dispacheur berekent de averij-grosse [onkosten, schade omgeslagen over schip, lading enz.]. Ook een derde-betaler kan op een derdenrekening geld storten. In de differentiaalrekening noemt Newton de differentiaalquotiënten fluxies. Al fluks had ik dat door. Was is een g-rekening? Een geblokkeerde rekening waarop een hoofdaannemer bij uitbesteding van een werk dat gedeelte van de aanneemsom stort, dat bestemd is voor sociale premies en loonbelasting. Met een rekenblad of spreadsheet kun je ingewikkelde calculaties [berekeningen] uitvoeren. Heb je de gas- en lichtrekening al betaald? Het Rekenhof kennen ze in België, de
rekening-courantverhouding ook in Nederland (net als de Algemene Rekenkamer). Op een prinsenkwartiertje [te laat beginnen] kun je niet altijd rekenen. Waarvoor gebruik je een annuïteitentafel [steeds gelijkblijvende rente + aflossing bij een schuld] volgens Bartjens (VD ook: Bartjes). Doe maar met de pocketcalculator, als je aan dyscalculie [rekenblindheid] lijdt. De vierdemachtsworteltrekking uit 81 levert 3 op [3 tot de 4e = 3 x 3 x 3 x 3 = 9 x 9 = 81]. Die Pythagoras kon toch wel goed rekenen met al die hypotenusaatjes. Hoe ziet de
verlies-en-winstrekening [ook: winst-en-verliesrekening] eruit? Niet elke rekenmachine is een calculator of japanner, laat staan een turingmachine [abstracte rekenmachine], waarbij je overigens geen Algol, Basic, C, C++, Cobol, compilertaal, Fortran, Java, Lisp, Pascal, Perl of Prolog als computertaal gebruikt. De centrale verwerkingseenheid van een computer duiden we aan met cve, ook wordt de term CPU, central processing unit, gebruikt.

* Het rekenen met k.g.v. en g.g.d. gaat veel gemakkelijker als je de getallen in factoren ontbindt: 20 = 22 x 51, 30 = 21 x 31 x 51. G.g.d.: van alle factoren de laagste machten: 3 niet, 21 x 51 = 10. K.g.v.: van alle factoren de hoogste machten: 22 x 31 x 51 = 60. Zo begrijp je ook beter dat k.g.v. x g.g.d. gelijk is aan het product van de getallen: de hoogste (of gelijke) machten komen in het k.g.v. en de laagste (of gelijke) machten in de g.g.d. Bij vermenigvuldiging g.g.d. x k.g.v.komen ze dus allemaal aan de beurt!

3. Je moet geen appels met peren willen vergelijken: daartoe doe ik een dringend appel op je. Een goudrenet wordt ook wel een reinette genoemd. De Gouwenaar met gouwenaar [lange Goudse pijp] pookte in de konijnenpijp op zoek naar zijn gouwenaar [konijn]. Ze wisten het vroeger al: p [RL] is een papje dat pikt aan een peer. Hoe bevallen die gebakken peren? Niet vergeten te melden: Jan, Peer en Pauw, Peer de Schuimer en de peer [ie] uit het Engelse Hogerhuis. Ze spelen de eerste Peer Gyntsuite van Grieg. In mijn perenboekje vind ik: de blanket, de bloedpeer, het boomkankermeniezwammetje (vijand van appel en peer), entre la poire et le fromage [bij het dessert, terloops], de gieser wildeman [fruitkweker K. Wildeman, boomgaard aan rivier de Giessen, Alblasserwaard], de herfstbergamot (het sapperdegroentje), de worg- of kroppeer, de lijzebet, de lange luit(e) [lange grote peer], de muskuspeer, uit Japan de nashi, de peerreview(!) [collegiale toetsing] en de saffraanpeer. Dat is echt kut met peren en het slaat als kut op dirk! Wat is de junival? Afvallen van kleine appels en peren als natuurlijke selectie. Ook machochels (ook: machoechels – peren) kun je eten. Bij appelen en peren kan parthenocarpie [vorming vrucht uit vruchtbeginsel zonder voorafgaande bevruchting] optreden. Met een poire belle Hélène ben ik erg verguld. Wanneer vond het Aardappeloproer plaats [1917, voedselschaarste, WO I]? Heerlijk zo'n appel-kaneelcake.

4. In de fruithandel kennen ze de aagt- of aagjesappel, de appelbeignet [schijfje zure appel, in beslag gedoopt en daarna in boter of olie gebakken], de appelcarré (eenvoudig gebak), appeler un chat un chat [het kind bij de naam noemen: eerlijk voor zijn mening uitkomen = scapham scapham dicere], de appelkroet [afval(!), onrijpe appelen], de appellation contrôlée (afko: A.C. – kwaliteitsaanduiding voor wijnen), de appelrelish [lang houdbaar, gekookt mengsel van groenten en specerijen dat als bijgerecht gegeten wordt], de ceder- [etrog, paradijsappel, citrusvrucht] en custardappel [cherimoya], de erisappel(!) [twistappel, Eris = godin der tweedracht], de appelsoufflé [warm gerecht met gesouffleerd eiwit], de grannysmithappel (ook: granny smith of granny), dat is geen (h)appelepap (dat is niet mis!), dat is papperlapap! (onzin, gezanik – ook: papperlepap, pappeldepap), de kakiappel/vrucht [lijkt op een tomaat: dadelpruim, godenpeer, kaki, sharonvrucht], de kauwoerdappel [vrucht van kolokwintkomkommer], de kouweaardappelenbuurt, de sint-jakobs- [zeer vroeg, rond
Sint-Jakob
] en -jansappel [vroege appelsoort] en wappelsap [water + appelsap, ook: whisky of wodka].

5. De helikoptercrew had een helikoptervisie, of was het een helicopterview?