zondag 11 september 2022

2908 Dictee woensdag 14-09-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (696) √

Dictee – dictees [2908]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 161, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (696)

1. Ze droeg een japons(e) schort [de/het], van sits gemaakt. Alle japonaiserieën zijn snuisterijen uit Japan. De jarige job en de jarige jet vierden beiden, maar niet samen, hun twaalf-en-een-halfjarige trouwdag. Ze leed aan jarretelleneczeem.

2. Ze woont vlak bij de zee, vlakbij dus. Een schip dat te gronde gaat, gaat naar kapitein Jas. De purser had trouwens nog gediend onder kapitein Rondhemd [onder de pantoffel zitten]. Als je een jasje speelt, speel je een partijtje jas [zeker kaartspel], met of zonder jasje-dasje. Het jaspégaren is goed gesponnen garen [uit verschillend gekleurde voorgarens] en jaspisporselein werd voor het eerst vervaardigd door de Engelse pottenbakker Josiah Wedgwood en is steengoed steengoed. Een ja-stem is een voorstem en een nee-stem een tegenstem. Een jatagan is een oosterse dolk of oosters zwaard. Over jatwerk wordt gezegd 'beter goed gegapt dan slecht bedacht'. Met java wordt javatabak aangeduid, een java-aap hoort bij de makaken en een javaantje is een koekje met toegevoegde javakoffie. Ook programmeertaal Java.

3. Bij jazzdansen doe je aan jazzdance. Is die tabak je van het of juist niet je dat, dus niet van goede kwaliteit? Een jehoede (mv. jehoedes, jehoedem) is bij de Joden een Jood en een jehova is een aanhanger (nee, niet die!) van de Jehova's getuigen.

4. Die reuzemop ging over een tastbare reuzenmop. Een marsbanker, een soort van horsmakreel, komt voor bij het Marsdiep.

5. Hou eens op met die volkstalige jeile(s) (ook: jelling), die heibel! Met pakking dichtmaken is jeinen. Jeminee, jemig de pemig, jemig nog toe! Als je in de jenever bent, heb je meestal jajem of schnaps (VD ook: snaps(je)) gedronken. Zitten je kinderen op die jenaplanschool? Ja, maar ik heb daar een je-ne-sais-quoigevoel [ik-weet-niet-wat, niet in woorden uit te drukken] bij. Ik zal die jengelkont, die huilebalk, een volkstalige jens verkopen. Zij was erkend kweekster van de
ster-van-bethlehem [GB]: dat is volgens Van Dale de roos van Jericho (jerichoroos).

6. Van jersey maak je machinaal dameskleding. De Jeruzalemvaarder keerde terug met een Jeruzalemsyndroom. In de tuin had hij jeruzalemmers (zijdenhemdjes, pigeons; zijden hemdjes is iets anders!) en jeruzalemartisjokken (topinamboeren, aardperen) gezien. De jetstream is de welbekende straalstroom. De jeu was er een beetje af bij het jeu-de-boulen, het jeu de boules spelen. De rode jeugd, bestaat die nog? Volgens Wikipedia was de Rode Jeugd [niet in wdb.] een communistische beweging in Nederland. Hij was een nog juveniele grijsaard.

7. De jongerenorganisatie van de NSB was de Jeugdstorm. Jeuk leert klauwen en armoede leert huishouwen. Het leek daar wel een huishouden van Jan Steen. De jeune premier [jong aankomend talent] behoorde tot de jeunesse dorée [jongeren uit de aanzienlijke en rijke standen]. De term jezabel, hoer, slaat terug op Jezabel in de Statenvertaling, thans heet zij Izebel. Jezuïetenpaters hebben soms jezuïtische manieren. Hij dacht: jezus-maria-jozef [vloek]! Wat een bende! Een Jezuskind kan best lid van de Jezusbeweging zijn [opwekkingsbeweging]. De jezusfreak met zijn jezuscomplex zei hardop 'jezusmina' en droeg jezussandalen. In het Hebreeuws wordt Jahwe(h) [GB, VD] als JHWH [jaa-wèh = JHVH], geschreven met vier lettertekens, aangeduid. Bij jicht zetten urinezure zouten zich af in de gewrichten. Zo is podagra voetjicht, omagra schouderjicht, gonagra kniejicht, ischias heupjicht, chiragra handjicht, ileus darmjicht en de vliegende jicht ten slotte gaat gepaard met hoge koorts en hevige pijn. Een jid is een Bargoense Jood.

8. Er was een diffuse terugkaatsing van het licht. Zijn 'lokaal' en 'lokaliteit' synoniemen? De jihad is de heilige oorlog. Naast jijen en jouen of jij-jouen jij-bakken we ook graag. We jouwen soms ook graag iemand uit. Heb je een fulltime- of een halftimejob [ook: fulltime of halftime job – klemtoon, bnw.]? De jarige job, een jobist [BE: werkstudent], was zowel zo arm als Job als zo vroom als Job. Toen hij de jobspost ontving, bleek pas, dat hij een geduld als Job en Salomo's wijsheid bezat. Wat was die opgefokte jocrisse [hals, uilskuiken] toch een uiterst onnozele jochem [niet meer in VD!].

9. In de Jodenhoek of -buurt hadden ze meestal geen Jodenbriefje, de ariërverklaring tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tot de jodenmensen, de Joodse mensen, behoren jodenjongens en -meisjes. Gebruik maar jodenlijm [speeksel] voor die enveloppensluiting [envelop(pe) – mv. alleen n]. Een jodin belijdt de godsdienst, een Jodin maakt deel uit van het volk.

10. De jodhpurs [mv. – rijbroek] danken hun naam aan de Indiase staat Jodhpur. Joehoe, hallo, zijn jullie daar nog?

11. Ze riepen 'joechei', toen ze hem hadden. Het werkwoord joechjachen gebruiken we niet, dat is gewestelijk voor door elkaar roepen. Hé joh, het gaat eroverheen! Een johannes is een man vervuld van broederlijke mensenliefde. De term johanneïsch slaat niet op Johannes de Doper, maar op de apostel Johannes. De johannieters [(johannieter)ridders] droegen het Maltezer kruis. Een heel goede rijnwijn is de johannisberger. Een joint de culasse is een
Belgisch-Nederlandse aanduiding voor koppakking. De joie de vivre [levensvreugde] spatte ervan af tijdens de joiksessie [zangstijl] in Lapland. Bij het jojoën kun je voor een goed jojo-effect de jojo het allerbest insmeren met jojobaolie [van zekere struik].

12. Toen ze bij het jokari [zeker balspel] spelen stilaan een sick joke [wrange, bijtende grap] uitte, stond ze wel voor Jan Joker, beter nog: was ze een janjurk [onmannelijk persoon].

13. Een jokko is een chimpansee, een Staverse jol een vaartuig en het dubbel jol een takel met twee eenschijfsblokken.

14. Hij zat te kijken als Jonas in de walvis, hij was nogal benauwd. Die appel, dat is geen jonathan, maar een jonagold, een kruising ervan met de golden delicious.

15. U kende de Israëlische feestdagen Jom Haätsmaoet [staat Israël gesticht] en Jom Hazikaron [Israëlische dodenherdenking]? Een jongensmeisje is een tomboy. De jonquille is de gele tijloos. Hebben godsdienstige joden weet van de Wandelende Jood, de niet in de Bijbel genoemde Ahasverus, en van de Koning der Joden, zoals hij met 'INRI' [ihn-rie] [Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum: Jezus van Nazareth, de Koning der Joden] op het kruis genoemd werd? Na dat joppie zal hij wel weer Joppie [kind van de rekening] zijn.

 


zaterdag 10 september 2022

2907 Dictee dinsdag 13-09-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (695) √

Dictee – dictees [2907]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 162, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (695)

1. Heeft het Jordaanoproer [1934, Amsterdam, 'steun' met 10% verlaagd] nog invloed gehad op het jordaaneffect [jonge kapitaalkrachtige mensen naar oude volkswijken]? Dat is een voer hooi, zei Jorden [onnozele, domme jongen], en het was een wagen vol stro. Bij die domme joris van een joris-goedbloed [goedaardig of al te goed] is het meestal Joris en Trijn [nu eens liefde, dan weer de grootste ruzie]. Hier mag geen tittel [punt, stipje] of jota [negende en kleinste letter van het Griekse alfabet – i, I] aan veranderd worden. De kolonel-titulair en de titulair bisschop ontmoetten elkaar vorige week. Titulo pleno is juridisch met volledige titel en titulo praemisso idem met vooropgeplaatste titel. Jouer des coudes is zijn ellebogen gebruiken. Bij het jouïsseren geniet iemand de jouïssance [genot]. Doe jij je ajour [met stelsel van openingen] kousen aan? Het journaille schrijft clichéachtig en clichématig journalees. Journey's end, het einde van de reis, was daar.

2. Bij de joyeuse entrée, de blijde inkomst, moesten de hertogen van Brabant een charter bezweren voor hun intocht.

3. Volgens een spreekwoord zijn het allen geen jozefs: kuise en eerbare jongelingen. Een jozefshuwelijk bevat weinig spanning (of juist veel), de jozefsgezellenvereniging verbond rooms-katholieke arbeiders. Gaan we juju ((voorwerp) van rituele magie – West-Afrika) toepassen? Of gaan we ju-ju (paardje) spelen?

4. De JSF (Joint Strike Fighter) valt gelukkig niet onder de JP- of balkenendenorm. Hij droeg een juchten [van juchtleer = rusleer – juchtleren, rusleren] jack.

5. De judaïca is een verzameling boeken over het jodendom. De judaspenningen [tweejarige planten] zijn niet de penningen van Judas Iskariot. Judezmo en Ladino zijn synoniemen (taal gebaseerd op het Castiliaans). Een judo-off is een beslissende wedstrijd. Hij kreeg water van (witte wijn uit) juffrouw Eenarm. De juicy [sappige] details laat ik weg. De jug is een plaatsvervangend muziekinstrument voor koper- en snaarinstrumenten. Werkten zij toen met de juliaanse of de gregoriaanse kalender?

6. Ik wil graag juliennesoep! De Julimonarchie volgde op de Julirevolutie. Met jumelles [toneelkijker] kan je ook naar jumelkatoen [Egyptische] kijken. Een jump-off is een parachutesprong. Een junglemes is een machete.

7. Het Junglecommando was een guerrillagroep van bosnegers in Suriname rond 1990. Het Junioproer was het arbeidersoproer van 1848 in Parijs. De junival [van fruit] is een natuurlijke selectie. Een junkbond [rommelobligatie] is geen sportorganisatie, junk-DNA [codeert niet voor erfelijke eigenschappen] is niet erg bruikbaar voor de erfelijkheid en junkmail is spam. Een jupiter is iemand met het opperste gezag. Met jurassisch bedoelen we uit de middelste periode van het mesozoïcum (de jura). Daarentegen slaat Jurassisch op inwoners van de Jura. Bewoners daarvan heten Jurassiens. De man en zijn eega waren beiden gezworenen, juré en juree dus. Je kunt de beer een jurk aantrekken, de pil vergulden (de zaak mooier voorstellen dan die is).

8. Wat ben jij een gewestelijke stijve jurrie (jurt), een houterig mens, een houten klaas! In spreektaal zegt men sjuutje tegen een jus d'orange. Vrouwe Justitia waakt ook over het justiniaanse [Justinianus] recht. Is jus civile burgerlijk recht, jus d'orange is geen recht op sinaasappelsap. Een dovejut (lemma 'jut': dove jut; thans vervallen!) is doof of doet alsof. Juxtaponeren is naast elkaar plaatsen. Een j-zak is een banaanzak [broekzak met banaanvormige opening]. Jy [jee-jie-grèhk] staat voor jansky, een eenheid van radiostraling.

9. Een jarig jetje kun je toch niet van jetje geven [ervan langs]? Het jus suffragii is het stemrecht. Denk maar aan de suffragettes [die vochten daarvoor – van vrouwen!]. Er werd meermalen gecollecteerd voor het kerk(en)- en het Zonnebloemwerk [eigennaam].

10. Je kunt er goed en slecht voor staan, ergens alleen voor staan en je ergens op laten voorstaan.

11. Let op! Allen instappen! Kaarthouders moeten vooraan de trolleybus of de tram instappen.

12. We hadden het over de links voorstaande bokser, en of Twente nu voor stond of dat de taxi voorstond. Ze dansten de paso doble. Dat is een lelijk litteken met een behoorlijke breedte!

13. De letter k staat voor kilo, kathode, kaars en de constante van Boltzmann. Er is ook nog Kunst met een grote K. Een ka-kom-eruit is niet op haar mondje gevallen en derhalve een bijdehante ka. Je hoeft toch geen kaaigeld [liggeld] te betalen om te kunnen kaaiewaaien [lanterfanten, luibakken]? Hij stond als Jut voor de kaakmand [mand voor gekaakte haring – fig.: verlegen. beteuterd]. Die laatste was gevuld met producten van het (znw.) haringkaken (resultaat van haring kaken – ww.). De appelboom en de juffer [dennenstam] werden beide letterlijk kaalgeplukt. Hij was zo bang als de neten. Een nefoscoop is een wolkenhark. Een kaalplukteam gebruikt de pluk-ze-wet. Je kunt naar Kaap de Goede Hoop varen of naar Kaap Finisterre, je kunt voor Kaap Snert bijliggen (ook: bijleggen – alleen snert krijgen) en ook wel voor Kaap Kont (samen in bed, ook wel: vrijen) liggen.

14. Een kaapgans is een rotspelikaan. Kaapse wolken eet je, Kaapwolken zie je en een Kaapse dokter kan waaien, dat is een sterke zuidoostenwind.

15. Kaaps-Hollands is Afrikaans. Een Kaapvaarder hoeft niet per se aan kaapvaart te doen. De candela is een lichtsterkte van 1,1 hefnerkaars [HK], dat is een oude eenheid. Kaarsen maken (kaarsenmaken) in een kaarsenmakerij is lastig. Hij blies zijn kaarsje uit [stierf]. Op driekoningenavond kun je kaarsjespringen [om een brandende kaars dansen]. Op 2 februari, Maria-Lichtmis, vindt de kaarswijding plaats. Dat is van de gekke, de gekken trekken de kaart.

 

 


2906 Dictee maandag 12-09-2022 (2) – dictee Tweede Monumentaal Dictee Edam 2022 √

Dictee – dictees [2906]

Tweede Monumentaal Dictee Edam 2022 (auteur: Leendert de Jonge)

1. In gedachten liep de man, nomen nescio [afko: N.N., betekenis: iemand die onbekend is of zijn naam niet wil noemen], over het plein met de in het plaveisel ingelegde windroos.

2. Er zijn tweeëndertig (32 – allebei goed, van tevoren geen spelregels bekendgemaakt) windrichtingen, en noord, oost, zuid en west zijn bij iedereen bekend.

3. Nordebria [niet in wdb., kennelijk: noordenwind], levante [ook: levant, levanter, levantijn – oostenwind], sirocco [zuidenwind, uit Sahara naar het noorden] en polente [kennelijk westenwind, niet in wdb.] zijn dezelfde namen voor bovenstaande winden, en dan is er nog de beruchte noordwestenwind, de mistral.

4. De kapitein, begonnen in de Grote Kerk [van Edam] en geëerd met rouwbord, wist hier alles van.

5. Over navigeren gesproken: kijkend naar de sterren is altijd zichtbaar de Poolster in de Grote Beer.

6. Het Griekse woord voor beer is arctos [VD Latijn Arctos = (Kleine en Grote) Beer, Grieks eigenlijk: arktos] vandaar het Arctisch gebied
[VD – Noordpool = noordpoolgebied, Artica] en de tegenpool in het zuiden Antarctia [VD – Zuidpool = zuidpoolgebied].

7. De wandelende man wilde zich verdiepen in capillair actief isolatiemateriaal en het domoticasysteem [domotica = toepassing van de computer bij huishoudelijke zaken – Latijn: domus = huis].

8. Gelukkig kon hij zondag te rade gaan in de voormalige Timmerschuur [kennelijk eigennaam, gezien het vervolg – ook t werd goed gerekend].

9. Op het dak van dit voormalige eigendom van het hoogheemraadschap [h, algemeen, wel bijv. eigennaam bij Hoogheemraadschap Krimpenerwaard] bevond zich een klok met uurwerk, die hem deed denken aan de Sint-Catharinakerk in het Poolse Gdansk [niet in wdb., NL: Danzig, ontbreken accent aigu - op de n! -  niet fout gerekend], waar op het dak een raster ligt dat radiogolven opvangt uit het heelal en die omzet in tijd: de pulsarklok [pulsar = bron van kosmische straling], de enige ter wereld en accurater dan de atoomklok.

10. Deze Grote Kerk ving al sinds tijden het hemelwater op via dakgoten, die het naar bassins afvoerden.

11. Toen was er ook al sprake van duurzaamheid en was er in de stad altijd vers water.

12. Heden ten dage halen we energie uit wind, zon en snel ronddraaiende neutronensterren die elektromagnetische straling uitzenden.

13. Is de volgende stap het ombuigen van de majestueuze zonnewinden?

14. Om te ontspannen nam hij zich voor meer te weten te komen over het maritiem verleden.

15. Op zaterdag hoopte hij een antwoord te krijgen op het krengen
[VD: schip op zijn zij halen, bv. om te kalfaten – ook: op z’n zij zeilen], varkenen [scheepshuid van aangroeisels ontdoen met een bezem = varken – vgl. vloervarken = handstoffer voor de vloer], smeren, harpuizen [met harpuis = beschermlaag bestrijken] en kalfaten
[ook kalefaten = scheepsnaden dichten – vgl. ook: opkalfateren, opkalefateren = opknappen].

Fouten Rein: 1) Nor debria los (niet logisch voor een wind …) en wartenen i.p.v. varkenen (niet goed verstaan).

 

 


donderdag 8 september 2022

2905 Dictee maandag 12-09-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (694) √

Dictee – dictees [2905]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 163, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (694)

1. Hij stuurde me een ansichtkaart. Wanneer is er weer zo'n gewestelijke kaarting? Een waarzegger doet aan kaartleggen en kaartlezen. Een kaartlezer kan ook gaten lezen [ponskaarten!] en impulsen doorsturen naar de CVE [see-vee-jee], de centrale verwerkingseenheid (van de computer). Een kaarttekenaar heet ook wel cartograaf. Wil je zoete of rauwmelkse kaas? De midvoor liep behoorlijk te rauzen; hij had al eerder gerausd. Het ravelijn [buitenwerk, ook: demi-lune] lag buiten de vestinggracht. Een kaaschick is een aantrekkelijk blank meisje. De boerenpartij in de Kaas-en-Broodoorlog was het Kaas-en-Broodvolk. Wil je dat echt? Kaasje (prima)! Met anatto (orleaan, bixine) kun je kaas kleuren.

2. Echte kaaskoppen zijn het, die Hollanders! Stremsel is leb (runsel) en kaasstof is caseïne. Kaaswei blijft over bij kaasbereiding. Met kaasrood (brasiline) verft men de kazen rood. Wat is het verschil tussen Jan Kaas [marine] en Jantje Kaas [Willem I, ook: soldaat]? Of het een Hollands kaatje [echte Hollandse vrouw of meisje] was, was Kaatje egaal [onverschillig, doet er niet toe]. Ten slotte ben ik, eager [begerig] als ik was, naar Kaatje in de Wolstraat gegaan [naar bed gaan, slapen]. De Kaatshoek [daar wordt het kaatsspel gespeeld – kaatskoek is met terugkaatsen (?)] vind je alleen maar in Friesland. Een kabaret is gewestelijk een dienblad en dus geen vrolijk cabaret!.

3. Geef mijn djellaba [lang wijd gewaad Arabische mannen] eens aan! De zijkant was van rood kabbeshout [harde houtsoort]. De kabelexcavateur [graafmachine met bak aan kabel], hij groef voort. Heb je kabel-tv of kijk je naar ether-tv [teevee]? Shag wordt in volkstaal ook wel weduwehaar genoemd.

4. Het kabinetsstuk behelsde de plaatsing van het kabinetstuk [in de Trêveszaal]. De Kabouterpartij kwam voort uit de provobeweging. Een kabukiacteur treedt op in het Japans (mannen)toneel. Je kunt trouwens ook aan het kabukisyndroom [zeldzame aangeboren aandoening] lijden. Een kabuto is een samoeraihelm. Wat Kabylisch is betreft de Kabylen, een Berbervolk in Noord-Afrika. Een Brabantse kachel heet ook wel: plattebuiskachel.

5. Zeg maar kaddisj, zand erover! Je sleept iemand voor de kadi [rechter] of je koopt daar [kantinedienst] een kadetje.

6. We zaten gewestelijk als kadullekes [gezellig] bijeen. Ook Piets tong sloeg kadul [sprak slecht, was dronken]. De kadushi is een grote zuilcactus. Tertiair en quartair heten tegenwoordig samen kaenozoïcum. Hoe heet dat dorp aan de noordwestoever van het meer van Galilea ook weer? Antwoord: Kafarnaüm (Kapernaüm, beide niet in VD). De ene Kaffer woont in Zuidoost-Afrika en is een Bantoeneger, de andere kaffer (cavalerist) zit bij de cavalerie. Sorghum is kafferkoren en lamellofoons (mbira's) zijn kafferpiano's. Kafferpokken staan bekend als alastrim (= amaas, huidziekte).

7. Biefstuk à la tartare is erg lekker met die pikante saus. Kafirs [scheldnaam niet-moslims] zullen als regel geen kaffiya (arafatsjaal + varianten!) dragen. De kagiejongen draagt de valken op een berrie [raam, kagie]. Zij had kahler oftewel de ziekte van Kahler [vorm van bloedkanker]. De kaïd [leider, commandant, uitblinker] was een kaïn [nors mens] en vervoerde op zijn kaïk [vaartuig] kainiet [minerale kunstmeststof]. 'Kaïn kembangan' [gebloemd doek] en 'kaïn pandjang' [kledingstuk m/v.] zijn Javaanse begrippen. Kaïn zelf droeg het Kaïnsmerk [op voorhoofd], maar ook Flip droeg een kaïnsteken [het is te zien dat hij een schurk is]. Het kaiserbrötchen mocht al kaiserbroodje heten, en nu ook: keizerbroodje. Kaisoi is een bladgroente en kairomoon een geurstof. Kajapoetolie (kajapoetiholie) komt van de kajapoetboom. Een kajotter is lid van de KAJ [kaa-aa-jee], de Kristelijke Arbeidersjongeren. Je kunt door de kajuitsramen aan boord [bevelhebber, maar nooit ondergeschikte geweest zijn] gekomen zijn. Dat is zoiets als wethouder worden zonder raadslid geweest te zijn. De schijtlijster [bangeriken, lafaards] wilde geen scheid(ings)brief schrijven. De eieren waren kakelfris.

8. Een kakivrucht [van: dadelpruim] is oranje en melig-zoetig. Na springen als een kakkerlak op de trampoline raakte ze aan de kakkerij. Zullen we even kakkestoelemeien [met de handen een stoeltje vormen voor een kind]? Op naar de volgende kakografie [geschrift vol dwaasheden of vol esthetische gebreken] van het Davidsfonds! Een kal (niet meer in VD 2015) is geen calorie (cal, kilocalorie is Cal) maar een babbelaar. De kala-azar is een vorm van leishmaniasis (aleppobuil, bosyaws, oriëntzweer: huidziekte). De graankalander [vraatzuchtig zwart insect] is niet geliefd. Wil je maggiblokjes of -tabletten in de soep of hanteer je het maggiflesje? De kabinetsleden zaten in de cabine van het vliegtuig. K&G staat – in België – voor Kind en Gezin, K+R staat voor kiss-and-ride. Dat was kaassie voor hem, een eitje dus. De Kabo was de Katholieke Bond van Overheidspersoneel. Bij de kabouteruil wordt er helemaal niets geruild

9. In het Bargoens heeft een rijke meer dan genoeg kakies en meer algemeen loopt hij op zijn bezwete kakkies.

10. Heeft de bekende gouden koets op Prinsjesdag meer weg van een kales of van een calèche?

11. Een kalasjnikov is een pistoolmitrailleur van Russische makelij. Een opsnijder is een Jan Kalebas, maar het kan ook een verwarde uitlegger zijn. Een kalender kan ook een oosterse bedelderwisj [1001 nacht!] zijn. Die heer van Kalenstein [bezit absoluut niets] is mij nog heel wat verschuldigd. Een kalf Mozes is een echte goedzak, ontleend aan de Bijbel. Een nuka, een nuchter kalf, heeft nog niet gezogen(!). NB de moeder zoogt, het kind zuigt. Het Gouden Kalf is een Nederlandse filmprijs. Wat is een kalfde koe? Antwoord: een koe die pas gekalfd heeft. En een tweede kalfkoe? Antwoord: een koe die voor de tweede maal moet kalven of gekalfd heeft. 'Kalfbroeder' is een spookwoord [ook in wdb. ter voorkoming van plagiaat] voor 'halfbroeder'. De slager kreeg een medaille – het volk zegt medalje; – medallie gaat net te ver – voor zijn kalfsmedaillon. Kalfspoelet is voor de soep. De caustische kali, dat is kaliumhydroxide


2904 Dictee zondag 11-09-2022 (2) – dictee Wekelijkse dicteetest 223 RL √

Dictee – dictees [2904]

Wekelijkse dicteetest 223 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?

Oplossingen: hieronder!


Bron: Oefendictee (oud) 723


1. Het ………… is het …………. van de hindoes.

a. Divali                                        lichtjesfeest

b. divali                                         lichtjesfeest

c. Divali                                         Lichtjesfeest

2. Daar zijn ze weer: ….... Beffie en ……. Clavan.

a. Dokter                                      Doctor

b. Dokter                                      doctor

c. dokter                                       doctor

3. Die ………… stad ligt aan een ………… route.

a. druk bezochte                                drukbevaren

b. drukbezochte                                 drukbevaren

c. druk bezochte                                 druk bevaren

4. De ………… ging een ………….. kopen.

a. womanizer                             economizer

b. womanizer                             economiser

c. womaniser                              economiser

5. Is er verschil tussen het ………… en een ……...?

a. onzevader                              vaderons

b. Onzevader                             Vaderons

c. Onzevader                              vaderons

6. Een ……….. is een ……………..

a. émissaire                      emisario

b. émisaire                        emisario

c. émissaire                       emissario

7. Wat is erger: ………… of …………….?

a. en déshabillé                               in déshabillé

b. en déshabillé                               in deshabillé

c. en deshabillé                                in deshabillé

8. De juiste afkortingen zijn: ………. en ………..

a. me                             cvs

b. ME                            CVS

c. ME                             cvs

9. Kun je ………… op een …………. spelen?

a. euphuïstisch                             eufonium

b. euphuïstisch                             euphonium

c. eufuïstisch                                eufonium

10. ………… is brood, maar wat zijn …………..?

a. Focaccia                                    focolarini

b. Foccaccia                                  focolarini

c. Focaccia                                    foccolarini


Oplossingen [223]: zie hieronder.


--------------------------------------------------------------------


Oplossingen [223]

1a 2c 3b 4b 5c 6a 7b 8c 9a 10a

8. VD heeft (ten onrechte) CVS.


Contact: leentfaarrein@gmail.com

 


2903 Dictee zondag 11-09-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (693) √

Dictee – dictees [2903]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 164, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (693)

1. Je had het westers en het oosters kalifaat. Het kaliglas is Boheems glas en komt niet uit de kali-industrie. Het Kalina is het Caraïbisch (Caribisch) zoals gesproken in Noord-Suriname. Kaliumhydroxide is bijtende potas. Kaliveldspaat heet ook wel orthoklaas. Pleister, stuc en witsel zijn synoniemen. Kalkalbast is onyxmarmer. Je kunt heel goed de troffel in de kalkbak gooien [vgl. de lier aan de wilgen hangen].

2. Ook een calque maken wordt kalken genoemd. Kalkkristal is Boheems glas. Je kunt rood zien als een kalkoense haan, dan ben je echt boos. Een kalkpapiertje gebruikte de typ(e)miep bij het typ(e)werk – een bepaald type werk – en een kalkpegel is een stalactiet, het antoniem stalagmiet [g: grond] is een kalkkegel met de punt naar boven. Een kallipygische vrouw heeft een mooie bilpartij. De jongen was zo kalm als een zalm.

3. Een kalmaar is een calamaris oftewel pijlinktvis. Een sedativum (tranquillizer) is een kalmeringsmiddel. Kalos k'agathos betekent rechtschapen naar lichaam en ziel en is een samenvatting van het Griekse cultuurideaal. Kalverknieën (X-benen) hebben, is dronken zijn.

4. Een kalvijn is een appel, een kalvertrekker is schertsend een veearts en diens hart sloeg als een kalverstaart, toen hij zijn amant de coeur [geliefde], de princesse lointaine [uit de verte vereerde, onbereikbare geliefde], in de verte ontwaarde.

5. Het kambala is Afrikaanse teak (iroko). Een scheepskameel [twee lichters met kettingen verbonden] en een schip der woestijn [kameel] varen niet allebei (zelf).

6. Een mohairen (kemelsharen) mantel is van kameelhaar. Kameelkleurig is camel en een kameelpardel is een giraffe. Het Kameleon is een sterrenbeeld en de Kameleon is de naam van de boot van twee jongens in een gelijknamige avonturenroman. De Desolate Boedelkamer was een zeker college in Amsterdam. Onze kameraadschap was een echte camaraderie. Een stilletje is een kamercloset. De Eerste en Tweede Kamer hebben beide meerdere vaste (Eerste of Tweede) Kamercommissies.

7. Het kamerdoek (cambric, batist) is in wezen Kamerijks doek. Kamerfladderen en (-)fibrilleren [hart] zijn geen goed teken. Een sjamberloek is een kamerjapon en een bench is een kamerkennel. Het Kamerlid is in Nederland de verzamelnaam voor Eerste en Tweede Kamerleden. De Kameroense munteenheid is de CFA-frank. In de Eerste en Tweede Kamer kan er afzonderlijk een Kamermeerderheid zijn. De kamerpalm is de van Lord Howe-eiland afkomstige palmboom. De invités (m/v) vormden tezamen een kamervol. Kamerzuur [zwavelzuur] wordt bereid volgens het lodenkamerprocedé. Het kamgaren pak (kamgarenpak) zat als gegoten. Een kamgier is een condor en een schegbord is een kamhout [opvulling tussen de slooiknieën, toch?]. Een roomse kamille is een margriet (het moederkruid). We dronken kamillethee.

8. De boeaja is een kamkrokodil (zeekrokodil). Een kammersänger is de eretitel voor een onderscheiden zanger in Duitsland.

9. De strijd werd uitgevochten met uzi's [machinepistool, ook: schot voor schot] en kalasjnikovs [Russische pistoolmitrailleur]. Er werd behoorlijk veel ouzo [met anijssmaak uit Griekenland] gedronken.

10. Kalissedrop is ingedikt zoethoutsap. De kalketrip is de wilde ridderspoor [plant] en een kalkoentje is een wijnflesje [maximaal een vijfde liter].

11. Een huilebalk is een schreier. De Kempenaars aten kempenaars [aardappelen, vervoerd op een kempenaar = riviervaartuig] en ze waren geen kannibalen. In Nederland heb je badplaatsen, in Vlaanderen badsteden, zoals aan het Nauw van Calais (de Straat van Dover, het Kanaal), de voor de scheepvaart zeer geëigende zee-engte.

12. De campagne van Greenpeace begon onder de kampanjetent [zonnetent boven kampanje(dek)] . Een camper is een kampeerauto of -busje. Een kampeercarnet omvat een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering (WA-verzekering).

13. In die kapitale Kamper ui – ook wel kamperui – had Jeroen een tik van de Kamper molen beet [was niet goed bij zijn verstand]. De kampernel is een bolgewas met gele bloemen. De kamsin [VD ook: chamsin] waait over de Sahara en de Middellandse Zee.

14. Djenghis Khan heerste in Perzië. De onbekende Kanaken zijn de oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Caledonië. De Kanaalzone ligt (ook!) in Panama. De Kanaalvissers voeren langs de Kanaalkust boven de Kanaaltunnel. Bij het vissen misten ze op een haar na een Kanaalzwemmer; de gevangen kanaalharing werd geveild in een vismijn aan de Kanaalkust.

15. Een serinette is een kanarieorgeltje, dat snap jij met die kanariehersentjes [met weinig verstand] van je toch niet. Die boom heeft men gekandelaberd [snoeien tot op de hoofdtakken]. De kandidaat tot de heilige dienst was geen Nobelprijs- of Oscarkandidaat, maar wel D66-kandidaat voor de gemeenteraad en kandidaat-voorzitter van de plaatselijke jeu-de-boulesvereniging. Hij moest zijn kandjes, zijn kandidaatsexamen, nog afleggen. De wereld is een pijpkaneel, elk zuigt eraan maar krijgt niet veel (of: en krijgt zijn deel). Gerechtigheid!

 

 


woensdag 7 september 2022

2902 Dictee zaterdag 10-09-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (692) √

Dictee – dictees [2902]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 165, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (692)

1. De kaneelboom heet ook wel kaneellaurier. Hij liep om gist en kaneelwater [beuzelwerk doen, van het kastje naar de muur gestuurd worden]. Het had iets van kaneel, het was kanelig. De hip(p)ocras [alleen in VD] is de kaneelwijn. Kijk ze eens lekker kanen [smullen] van die kanenkoek [samengeperste kanen voor honden en varkens]!

2. Een kangoeroebal is een skippybal. Sommige ouders kangoeroeën, het gaat dan om het huid-op-huidcontact, met hun kleine kinderen. Hou(d) je kanis [mond: zwijg]! De kanji is een Japanse schriftsoort en de kankantri is de wilde kapokboom. Een carcinoom is een kwaadaardig kankergezwel, een oncoloog is een kankerspecialist. Sommige stoffen zijn carcinogeen (kankerverwekkend).

3. Kannengeluk is het onderste uit de kan, een omen [goed voorteken] voor trouwlustigen. De gewestelijke kanneberg (niet meer in VD) is de veenbes. Kannetjes zijn rozenbottels. Hij kanode en zij had al gekanood. Kannetjeskruid is nepent (nepenthes). Kanondoof is stokdoof. Een kanonikale prebende, dat zijn de inkomsten van een kanunnik.

4. Kanopolo is waterpolo van vijf tegen vijf, waarbij je droog blijft. De kans om met twee dobbelstenen samen zeven ogen te gooien is zes zesendertigste of een zesde. De kanselarijletter (cancelleresca) werd gebruikt in het zestiende-eeuwse gotische handschrift. Een kanselbloempje [wonderlijke beeldspraak in een kanselrede] groeit niet. De ijzeren kanselier, dat was Bismarck. Een lijfrenteverzekering is een aleatoir contract, een kansovereenkomst [afhankelijk van wel of niet in leven zijn]. Een apostil(le) is een kantbeschikking of een brief van een ambtenaar. De muurbekroning bestond uit kantelen (transen). Een kantele [halsloze citer] wordt gebruikt in de Scandinavische volksmuziek. De kantianisten volgen Kant. Canticum en kantiek [geestelijk loflied] zijn synoniemen, net als can(ne)tille en kantielje [met goud]. De studente haalde haar kandjes maar kantje boord. Een kantjil is een dwerghert. Kantonnale rechtspraak vind je in Zwitserland. Ook de kantonrechter-plaatsvervanger kan de ABC-formule (kantonrechtersformule) hanteren.

5. De kanunnikessen van het Heilig Graf zijn kloosterzusters. Kaolien is porseleinaarde.

6. De kaon is het elementaire deeltje K-meson. Die huizen zijn twee onder een kap en vormen dus een twee-onder-een-kapwoning. Ze droeg een kap, een capuchon. Bij de essayeurs is de kapel een cupel [schaaltje, bekertje]. Hij bidt in alle kapelletjes een onzevader [deed alle herbergen aan]. De lamp hing behoorlijk scheef [geldgebrek].

7. De goedsul diende onder kapitein Rondhemd [zat onder de pantoffel]. De kapitein-Chinees en de kapitein-ingenieur verdienden ongeveer evenveel. Hij wilde een stem in het kapittel hebben en las een chapiter [hoofdstuk] voor. Staat er op het woord 'circonflexe' ('circumflex') een dakje? Nee. Een ander woord voor kalotje is toque [mutsje van r.-k. bisschoppen]. Klopt dat laatste eigenlijk wel?

8. Ella had van de kapittelstok gelikt [zich zwanger laten maken]. De oude maestro ging kapoeres (kapoerewiet – dood). De kapo [gevangene WO II Duits concentratiekamp – van: Kamppolizei] was niet populair en leed aan het kaposisarcoom [vorm van huidkanker]. Hij kon veel geld stukslaan en zag de golven stukslaan tegen de rotsen. Kappa is oké bij zendamateurs. Vastkokende aardappelen zijn juist niet kruimig.

9. Het jarenzeventigkapsel stond hem goed. Volgens het (Het) Groene Boekje is alleen kapsones [VD ook: kapsjones] goed geschreven. In Jansens tegoed werd vijftig euro goedgeschreven, gecrediteerd. Hij heeft zijn brandweerpet aan de kapstok gehangen. De kapucijner en de kapucines (kapucijnse) leefden nog lang en gelukkig, zij het niet samen. Een tilbury [tweewielig rijtuig] is ook maar een kar. De kapjesmorielje is een zakjeszwam – is dat ook een paddenstoel?, de karabijn is een vuurwapen, een karabiner is een karabijnhaak en een karabinier ten slotte is een cavalerist.

10. Onder de comtoiseklok aten ze kanteloeps (ook: kantaloeps – soort van meloen). De karbouw [tamme buffel] had niets met carrosseriebouw [karbouw] van doen. De karbovanets was als Oekraïense munt de voorloper van de grivn(y)a (hryvnja). De camerlengo of kardinaal-kamerling is voorzitter van de Apostolische Kamer (Kerk van Rome). In de Karelroman komt die Karelstad veelvuldig voor. De karmeliet en karmelietes ventten vroeger veel eau des carmes [karmelietenwater] uit.

11. De Karmijn de Sonnaville is een winterappel. Het karmijn als kleurstof heet ook wel cochenille.

12. Karmil (niet meer in VD) is de volksnaam van de gewone huttentut. Drink je straks karnemelk of zoetemelk?

13. Een karolijntje (karlijntje – vrouwenkapje) kun je gewestelijk dragen. Dat kun je niet onder het karpet [vloerkleed] vegen!

14. Karsaai was een soort van grof gekeperd laken. Kart en gocart zijn beide een skelter.

15. Karteren is in kaart brengen. Een kartouw is een zwaar kanon. Een klooster van kartuizers, een kartuizerklooster, heet ook wel certosa (chartreuse). Een karyocyt [grote cel in beenmerg] maakt bloedplaatjes. Karyofylleen (humuleen) is een reukstof. Hij was een kerel als Kas. Kaseko is dansmuziek. In ondertrouw sta [ook: hang] je in het kasje, je kunt kasje zes spelen [kasje gooien, kasje zes: alle dobbelspelen] en je kunt iemand kasje zes slaan [neer- of zelfs doodslaan] of
kassie-zes maken, afmaken dus. De kaskoe komt van cashcow, de kasstroom is de cashflow en de jammerkast is het draaiorgel.