vrijdag 13 mei 2022

2717 Dictee maandag 16-05-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (575) √

Dictee – dictees [2717]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 282, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (575)

1. Dicumarol is een antistollingsmiddel. De Didachè is een geschrift uit de eerste eeuw: 'de leer der twaalf apostelen'. Een didotpunt is een twaalfde van een cicero [lettergroottes]. Een diëder is een tweevlakshoek. Het dieen is een organische verbinding met twee dubbele bindingen. De diels-alderreactie is een additiereactie van een geconjugeerd dieen, toch? Die entgötterte Natur is de van goden beroofde natuur. Zij speelden diefje-met-verlos met zicht op de dieffenbachia [plant]. Die gepanzerte Faust (met veel diehards) van een staat kan in die grosse Stunde [het grote, beslissende ogenblik] doorslaggevend zijn. Het diëncefalon, dat zijn de tussenhersenen. Een pantry is een dienkeuken.

2. De dienst na verkoop is de klantenservice. De dienstbodekamer is de meidenkamer. Een dientafel [rooms-katholiek] is een credenstafel. Zijn betoog was diepdoordacht, weldoordacht. Het schip zal dra de dieperik in gaan [zinken, verdrinken ten onder gaan – naar de dieperik gaan]. Dieptemeting is bathymetrie. De diepvrieswees [= embryo! – vader overleden] ligt in de (diep)vriezer. Als je zegt: dierendag, is dat een verkorting van Werelddierendag. Dierenaanbidding is zoölatrie, dierenbeschrijving is zoögrafie. De dierenriem is de zodiak [een zodiac is een opblaasbare rubberboot], het dierenrijk de fauna (antoniem: flora). Bij 're-integreren' is er sprake van diëresis [breking van een tweeklank]. Daar heerste die Ruhe eines Kirchhofs, de rust van het kerkhof. En wat dies meer zij, zoals de dies natalis (stichtingsdag), de dies a quo (de begindatum) en de dies ater (de zwarte dag). Een kruis in de muziek heet ook diësis.

3. Op de dies non wordt geen recht gesproken. Zijn de middeleeuwen bij uitstek jenseitig, de renaissance is diesseitig (Geerten Gossaert). De diëtist heeft diëtetiek gestudeerd. Het argot is de dieventaal. Het was weer die verdammte Pflicht [de verdomde plicht], die wachtte. Een Duits nationalistisch gedicht en lied heeft als titel: "Die Wacht am Rhein". Een gelovige gebruikt eerder 'Dieu merci', een ongelovige 'goddank' of 'godzijdank'. Bij differentiëren wordt er gedifferentieerd. De diftar komt van 'differentiatie tarieven' met betrekking tot de hoeveelheid afval. Er zijn heel wat termen met het voorvoegsel 'digi-': digerati (vergelijk: literati) verachten digibeten, een digibord (smartboard), digicam (camera), digiflirt, digidier, digizerk, digitenne, digidaten en DigiD.

4. De 'ch' in schip is een digraaf [één klank met twee letters]. Een digitalispreparaat komt van [het giftige] vingerhoedskruid. De dii minores (dii minorum gentium) zijn de mindere goden. Dii boni, goede goden, wat is het hier heet! Een di-jambe (di-jambus) is een dubbele jambe [kort – lang]. Wil je dijonnaise of mayonaise op je friet? Hij wordt dikbetaald en heeft dus een dikbelegde boterham. Hij was een diknek [rijkaard]. De pachyderme [dikhuidige] olifant brulde. Dikvloeibaar is thixotroop, dunvloeibaar heeft in Van Dale geen alternatieve naam. Duodenoscopie is onderzoek van de twaalfvingerige darm. Wat is een duppie in de eurotijd? Ken je het spreekwoord 'Duren is een mooie stad'? Durante matrimonio [gedurende het huwelijk] is lang niet altijd meer durante vita [levenslang]. Met dupuytren duiden we verkort de ziekte van Dupuytren (de Keltische klauw) aan.

5. De diligence was een soort postkoets. Een dime is een Amerikaans dubbeltje. De uitroep 'di meliora' staat gelijk aan 'God beware' (profaan: godbewaarme). DMT is dimethyltereftalaat (afgeleid van tereftaalzuur), DMF dimethylformamide, DME dimethylether en xyleen dimethylbenzeen. Een golfbal zit vol dimples [putje]. Een dinch is lunch en diner tegelijk. Wat een diner dansant is, zegt de term zelf al. Dinnerproof, gezegd van hout, is bestand tegen hoge temperatuur en vocht. Een dinky toy is een speelgoedauto. Een dinghy is een rubberbootje, een dingo een warrigal [verwilderde hond].

6. Meneer Dinges [zonder meneer ook: dinges] heeft als aliassen: huppel(d)epup, meneer Van Ipschoten en meneer Van der Hummes. De derde dinsdag in september is het Prinsjesdag, Dolle Dinsdag(!) viel op 5 september 1944. Diplopie is dubbelzien en dipsomanie is onregelmatige drankzucht. De dira necessitas is de vreselijke noodwendigheid, het wrede noodlot. Wil je een kop directklaarsoep? Een dirigator [dirigent met weinig ervaring] stuntelt met zijn baton [dirigeerstok]. Een directoirekostuum herinnert ons aan het Directoire [Frankrijk 1795-1799].

7. Een directmailactie is een kwestie van direct marketing en direct mail. Bij een direct writer en direct selling staan tussenpersonen buitenspel. De regisseur monteerde zelf de director's cut. Een dirty harry [rouwdouw] hoeft geen dirty mind te hebben noch van dirty dancing te houden. Ze gebruikte het dirkje (vanonder haar dirndlkleid) om de dirkjesperen in te bundelen (dit slaat als kut op dirk). Toen meldde zich een brave dirk (van Diederik, vergelijk een brave hendrik) om met haar slappe dirk [dunne brij, pap] te nuttigen. Bij de protestanten is de avondmaalsdis [Heilig Avondmaal – H.A.] een sacrament.

8. Discalsen zijn gewestelijk ongeschoeide karmelieten. Drinken die eau des carmes, karmelietenwater? Een disclaimer heeft een beperkend karakter. Een discothecaresse beheert een discotheek. Rechters hebben op sommige vlakken een discretionaire bevoegdheid [ministers ook]. Discuswerpen is een discus gooien. In een slagerij werken slagers, in een dikdoenerij dikdoeners en op het dilettantentoneel dilettanten. Diplegie is dubbelzijdige verlamming. Heb je het (de) laatste digizine al gelezen? De dinanderie [snuisterijen uit messing] is genoemd naar Dinant.

9. Een dipswitch is een type schakelaar (dual in-line package-switch). Het ergerde me mateloos dat mijn vriend zich zonder vrienden, dus mateloos, verveelde. Een diseuse à voix is een liedjeszangeres. Is disharmonie overeenstemming aan tafel? Dis inimicis natus (deis inimicis natus) betekent: onder een ongelukkig gesternte, voor het ongeluk geboren. Dislokeren is een kwestie van dislocatie. Zit in een discman nou ook een diskdrive? Op mijn display kwam de foto van een displaced person (dp). In dissrap wordt iemand verbaal hard aangepakt (dissen is disrespect betonen). Een dissolve is een filmbeeld dat langzaam verdwijnt.

10. In Max Havelaar gebruikt de auteur de romantechniek distanzstellung [gefingeerde namen als verteller]. Een disulfidenbrug [2021 OK!] (VD, wel: (di)sulfide, mv. (di)sulfiden!) is een koppeling van twee cysteïneresten [geen mv.] via een -S-S-brug. Een dit-en-datse vent is een vervloekte kerel. Weet je wat een dithiokoolzure ester is? Houden zo! Van dittum heb ik geen verstand, van dattum wel! Hij zwoer het bij dit en bij dat (bij hoog en bij laag). Bij de verhuizing kwamen allerlei ditjes en datjes tevoorschijn. Het Divali is het lichtjesfeest. Divae memoriae (zaliger nagedachtenis) Willem van Oranje. De zinsnede 'divide et impera' betekent: 'verdeel en heers'. Een divette is een operette- of café-chantantzangeres. Bij diverteren [zich vermaken] ontstaat divertissement [verstrooiing].

11. De dividivioogst [zekere peulen] was goed. Divorceren is scheiden. Lizzy [Lizi] was behoorlijk dizzy. De djahé is in de oosterse keuken de gember. Komen islamitische terroristen in de djenna [het paradijs], waar de djembés [muziekinstrument] spelen? In dl-melkzuur is de stof [hier melkzuur dus] als racemisch mengsel aanwezig. Het DMMP is het dimethylmethylfosfonaat, belangrijke grondstof voor sarin (een zenuwgas, ook: sarine). Het DNP2000 is het Democratisch Nationaal Platform 2000, een Surinaamse politieke partij. Na een DNA-douche heeft de politie een speciale uv-lamp nodig. Als je tegen elf ogen moet dobbelen, is je winstkans een twaalfde. In een weverij maken ze dobby's [stofnaam]. In zijn dobli (dode- en blindehoekspiegel) zag hij het fietsende doblootje [dom blondje]. In dobson [meeteenheid – internet: dobsoneenheid = DU, Dobson Unit] geef je het ozongehalte aan. Op Italiaanse wijnen staat D.O.C. voor denominazione d'origine controllata.

12. Dociliteit is meegaandheid. Is een docking station voor schepen? Nee, voor pc’s. Een doctor honoris causa (eredoctor) heeft die titel als eerbewijs. Een doctoraatsstudie is een proefschrift. Een doctor designatus promoveert binnenkort tot doctor. Een kerkleraar is een doctor ecclesiae. De docu [documentaire] was heel illustratief. Een documentaire-theater is een toneelvorm waarbij ware gebeurtenissen worden nagespeeld en geïnterpreteerd. Een document humain [film, voorwerp] geeft het leven in al zijn ellende weer. Het doddengras heeft zeer dichte rolronde aren. Er zijn tegenwoordig alternatieven voor de dodebomenmedia. De dodemanshendel (het dodemanscontact – GB ook: handel) wordt zelden gebruikt [door de bestuurder van de trein]. Een molecule dodecacarbonyltriruthenium telt 12 atomen of groepen.

 


donderdag 12 mei 2022

2716 Dictee zondag 15-05-2022 (3) – dictee Oefendictee mrt 2022 (2) √

Dictee – dictees [2716]

Oefendictee mrt 2022 (2)

1. Een tikkie is een digitaal betaalverzoek dat met een betaalapp wordt verzonden [ABN AMRO]. GB heeft STER-reclame [fout, eigennaam], etc., VD heeft Ster-reclame. Het paard van Troje is het donum exitiale Minervae. Gezocht op *back* (VD, selectie): 360 gradenfeedback, asset-backed security (effect dat gedekt is door activa), backbencher, backflip (salto achterover), back in business (weer aan het werk), backing vocals (achtergrondvocalen), back in town (terug van weggeweest), backoffice, backpacker, backroniem (herziening van een afkorting), backslash, backspacetoets, backstabben (verraden),
back to basics (terug naar de bron), back to normal (terug naar normaal), back-up(bestand), barebacken (anale seks zonder condoom), cashback(actie), clawback (belasting).

2. Verder: comebackkid (terugkomen ondanks tegenslag), coming backservice (bedrijfslasten verdelen over komende jaren), drawback (hindernis, zwarigheid), fastback (type auto), flashbackherinnering, greenback (Amerikaanse dollar), hardback (t.o. paperback), hatchback (5e deur, ook: auto), laidback (muziek: rustig, ingetogen), notchback (sedan, auto), mortgage-backed security (gesecuritiseerde hypotheek = hypotheken etc. als aandelen, effecten verhandelbaar maken), (Rhodesian) ridgeback (pronkrug, leeuwhond), rollbackpolitiek (terugdringen communisme), sale-and-lease-backconstructie, slingback (hooggehakte damesschoen) en slingerback (voetbal: libero). Chemie, moeilijk: oniumion, ylide(n), oxoniumion, ytterbium (70, Yb) en yttrium (Y, 39). YT staat voor de ISO-landcode van Mayotte. YTL: nieuwe Turkse lira (nieuwe pond).

3. Het samarium (Sm) heeft als atoomnummer 62. De tiercé-uitslag is bekend. Tiërceren is verminderen tot op een derde. Een tierce is het derde deel van een pijp en een tierceron een hulprib. De café-eigenaar haalde bakzeil. Uitgaan van alleen Adam en Eva is monogenisme. Amigurumi is kleine poppetjes maken (Japan). In dat lokaal mogen alleen lokale deelnemers (locals) meedoen aan het dictee. Met een lobwedge kun je bij golf een bal uit hoog gras slaan. Een local option, is (de) plaatselijke keuze maken.

4. Deernis-(!) is meelijwekkend. Erop en erover is d’r op en d’r over. Wat is een codec? Antwoord: programma voor het coderen en decoderen of het comprimeren en decomprimeren van bestanden, m.n. video- en audiobestanden. Afzijn staat niet in GB, is in VD (ww.) nalaten en (znw.) afwezigheid. Ik wil ervan af zijn. Ik wil ervanaf kunnen. Die prinses van de nacht had in haar slaapkamer een bloeiende prinses-van-de-nacht. Antilopen/s kunnen lopen, het antiloop (stof) niet. Er zijn rabbi’s die niet goed in hun rabbes [lichaam] zitten en rabbies [konijnen] houden. De raffleslamp bescheen de woekerende rafflesia’s. Tegenwoordig drink ik uit een kapitaal façon-de-Veniseglas! Een cope is een rechthoekige kavel, coping is: (psychologie) wijze waarop mensen omgaan met problemen.

5. Dat was een heilloos Heilooër [Heiloos] dictee! Nieuwe update oVD: 392.869 lemma’s (was: 362.712). Voor een dictee moet een beetje liefhebber veel tijd en geld overhebben. Hij of zij kan dan nog steeds veel geld en tijd overhebben. Bij de cesartherapie hoef je geen caesarsalade (naar de voornaam van een kok) te eten. Wat betreft de godsdienst zijn joods en israëlitisch synoniem: een israëlitische feestdag. Ook onze vve (vereniging van eigenaren) heeft een meerjarenonderhoudsplan. Ik lijd aan sarcoïdose. Goûter is een vieruurtje, dat kun je gouteren (proeven). Een goutte militaire is een druiper. We hebben degout, gouteren en degouteren naast degoutant. Ook: arrière-goût ([onaangename] nasmaak), à son goût
[naar zijn/haar smaak] en de haut goût [sterk gekruid].

6. Verder: goût de contradiction (dwarsdrijverij) en le goût de la perfection qui stérilise = het onvruchtbaar makende verlangen naar volmaaktheid. Gewichtheffen heeft alleen (GB) een onvoltooid deelwoord [gewichtheffend], verder alleen infinitief. De wedstrijd werd beslist door een owngoal. Met f.o.s. wordt in de handel free overside ship, vrij van boord bedoeld (met inbegrip van kosten voor overlading). Een dooie pier (saaie vent) is vaak in zijn dooie piere eentje. De wielrenner zou eraf pieren, lossen. Wat bij ons de IJzeren Hertog of hertog van Alva is, is in Engeland the Iron Duke, de hertog van Wellington. Naast de kapitale filet d’Anvers is nu ook elixir d’Anvers een kapitale drank geworden! Ken je de pluk-ze-wet en de Wob
(Wet openbaarheid van bestuur)? Werkwoord: wobben, wo- en
hbo-bachelor.

7. Een sinjo of njo is in Indië een jongere van Europese afkomst. De sémillon brengt de sauternes voort. Het rijk der fungi is het zwammenrijk (enk. fungus). De funchi is een Antilliaans gerecht. Het follikel van De Graaf heet in VD sinds 2022 ook: graafse follikel. Je kunt ergens de kantjes (van) af lopen (lijntrekken) of de kantjes aflopen (alles nauwkeurig nagaan). De e.a., de épreuve d’artiste is de kunstenaarsproef (artist’s print – eerste afdruk van een prent). De egyptomaan was begeistert van de egyptologie, de Egyptekunde. Het hellmann- of wintergetal H zegt iets over de strengheid van een winter. Er kwamen anderhalf miljoen bezoekers.

8. Ik was de anderhalf miljoenste. Let op: niet anderhalfduizend en de anderhalfduizendste! In de krant stond een verhaal over chemseks [onder invloed van synthetische (hard)drugs]. Cisbuteendizuur is maleïnezuur (gebruikt bij de productie van polymeren). Cif staat voor centrale interfaculteit, maar ook voor cost, insurance, freight; de toevoeging n.a.g. staat voor netto afscheepgewicht [word je daar – figuurlijk – mee afgescheept?], n.u.g. voor netto uitgeleverd gewicht. De partijen moesten op spijtige wijze afscheid nemen [VD wel znw. afscheidnemen, GB ook: bnw. afscheidnemend] van elkaar, dus dag zeggen met het handje. Langs de IJ-oever liepen MRIJ-runderen (Maas, Rijn, IJssel). Een gedenk- of herdenkingsdag is algemeen, de Herdenkingsdag in NL is die op 4 mei.

 

 


2715 Dictee zondag 15-05-2022 (2) – dictee Wekelijkse dicteetest 206 RL √

Dictee – dictees [2715]

Wekelijkse dicteetest 206 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?

Oplossingen: hieronder!


Bron: Oefendictee (oud) 706


1. Doe maar …………..., …………..

a. pianoaan                                     langzaamaan

b. piano aan                                    langzaam aan

c. piano aan                                    langzaamaan

2. Die plant is …………., ………………..

a. altijdgroen                        semper virens

b. altijd groen                       semper virens

c. altijdgroen                        sempervirens

3. Is ‘………….’ een ……………. uitdrukking?

a. eufonium                             eufuïstische

b. euphonium                          euphuïstische

c. eufonium                             euphuïstische

4. Van schelden met een ………. loop je geen ………. op.

a. invectief                              infectie

b. invectief                              invectie

c. infectief                               infectie

5. Het ………. is een stof uit Chinese ………....

a. sjantoeng                            tussorzijde

b. shantoeng                           tussorzijde

c. shantoeng                           tusserzijde

6. Een ………… is een extra beveiligde inrichting.

a. EBI

b. ebi

c. e.b.i.

7. De Indonesische …………. wordt ook wel ………... genoemd.

a. archipel                               insulinde

b. Archipel                              Insulinde

c. archipel                               Insulinde

8. ‘………...’ en ‘………….’ zijn klankverwant.

a. Tuktuk                                tsjoektsjoek

b. Tuktuk                                tsjuktsjuk

c. Toektoek                             tsjoektsjoek

9. Je mag schrijven ‘Caribisch’ (I) of ‘Caraïbisch’(II).

a. Alleen I is goed.

b. Alleen II is goed.

c. I en II zijn allebei goed.

10. Een ……….. is een stootplaat en een ……….. een dans.

a. tsoeba                            tumba

b. tsuba                              tumba

c. tsuba                              toemba


Oplossingen [206]: zie hieronder.

 

--------------------------------------------------------------------


Oplossingen [206]

1c 2a 3c 4a 5b 6b 7c 8a 9c 10b

 

 

Contact: leentfaarrein@gmail.com


2714 Dictee zondag 15-05-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (574) √

Dictee – dictees [2714]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 283, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (574)

1. Vanavond moet hij dj'en (deejayen). De dobermannpincher bewaakt hem dan. Een DNS is de domain name server. De dixielandmuziek stamt uit Dixieland. Als je lezen met dubbele z schrijft, is er sprake van dittografie. Een distichomythie is een passage in een drama, waarin twee sprekers om beurten telkens een dubbel vers (distichon) zeggen. Dp's zijn ontheemden (displaced persons – dp). Zelfs ellende kun je disneyficeren. De nationale dodenherdenking is in Nederland jaarlijks op 4 mei [herdenkingsdag – alg. – GB: H… = 4 mei]. Necromantie is dodenbezwering. Het dodenfeest is Allerzielen. Een necropool is een dodenstad. De Dode Zeerollen zijn vanaf 1947 gevonden. Een doeal is een factotum, een manusje-van-alles. De winkeljuffrouw (beter: kassière, caissière) zei: "Doe het zelf", dus heb ik als doe-het-zelver afgerekend bij de doe-het-zelfkassa (zelfscankassa). Doekje-achter is hetzelfde als zakdoekje leggen.

2. Is de Nachtwacht ook een doelenstuk? Gebruikt Gino graag 'doemetoch'? Dat is geen standaardtaal. Ze doen daar niets aan (het) sinterklaas(feest). Een broes is maar een deel van een douche. Daar stond hij dan met gebroesd haar [onder de broes geweest]. Bij de Doggersbank vang je veel haring. Doktor Eisenbart is een succesvolle kwakzalver. Bestaat het dolce vita [goede leven] uit het dolce far niente [zalig nietsdoen]? Is een dolichocefaal [langschedelige] eerder doli (in)capax [(on)toerekeningsvatbaar] dan een brachycefaal [kortschedelige]? Een geslaagde dollarisering [invoeren van de dollar als 1e of 2e betaalmiddel] hangt mede van de koers af. Dollepraat is gekkenpraat. Dolus is kwade opzet. De rechter beboette de doloze [opzettelijk, te kwader trouw] opzet, dolo malo = arglistig, heel streng. Een handeling met dolus praemeditatus [voorbedachte raad] heeft duidelijk met voorbedachten rade plaatsgevonden. Een domeinnaam is aan een IP-adres (internetprotocol, vgl. TCP/IP gekoppeld – transmission control protocol).

3. Ook Nicolaas Beets was een dominee-dichter. Zijn er ook Dominicaanse dominicanen (dit is geen pleonasme!)? De graaf bezat het dominium directum [het blote eigendom – een ander heeft het vruchtgebruik]. Hoe gaat het eraan toe in een dominocratie [schertsend: gezag ligt bij de dominees]? Het bezoek aan het dogepaleis was veelbelovend. Dolik is een soort raaigras. Die doline [geologie] wordt ook wel cockpit genoemd. Heet dat spelletje nu domineeën of dominoën? Antwoord: allebei goed. De touroperator verhuurde ook toercaravans. De beurt was nu aan Don Pedro en doña (donna) Juanita. De Donaumonarchie is de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie (GB specifiek, ook d, VD: alleen d! – wel: Donaumonarchie!) Döner kebab is aan een verticaal draaiende spies geroosterd.

4. Een donjuan heet tegenwoordig ook dongiovanni. Een don gratuit is een vrijwillige schenking. De donovanosis is een door een bacterie veroorzaakte soa. Dat was je reinste donquichotterie. Wat is nu het wezenlijke verschil tussen de Zwarte Dood (midden veertiende eeuw; voor andere gevallen: kleine letters) [de pest] en de witte dood [door lawine]? Een dooddoener is een machtspreuk. Hij is doodgoed, door en door goed (door- en doorgoed). De shakenbabysyndroombaby (hersenschadebaby, net zo'n onwoord – non-woord – als woordgedrochtwoord) was letterlijk doodgeschud. Je kunt dat wel doodzwijgen en Oost-Indisch doof zijn, maar Joost is de gedoodverfde winnaar. Een dooievisjes(vr)eter is een saaie vent.

5. De doom en gloom [VD – dus ook: doom-en-gloomverhaal, maar GB: doom-and-gloomverhaal] is de onheilsdreiging (als van doomsday). Een doopgeschenk is een pillegift. Een doopschelp is een concha. Wat leert de Doopsgezinde Gemeente nu precies? Hij was doorkoud, door en door koud (door- en doorkoud). Door de week droeg hij zijn doordeweekse kleren. Hij zei het met een donaldduckstem: "De domstad, dat is Utrecht [bij een dictee in Utrecht zelf kun je echter beter Domstad schrijven], maar de koekstad, dat is Deventer." Een donquichot (van: Don QuichotFrans: + te) beoefent donquichotterie, een donjuan (van Don Juan) het donjuanisme. In 'bemind door zijn vrouw' is 'door zijn vrouw' de door-bepaling ['door' in zelfnoemfunctie].

6. Een doorbitch is een vrouwelijke portier bij een horecagelegenheid. Een doorbraakchristen was een christen in de periode vlak na WO II die zich inzette om de verzuiling in de Nederlandse maatschappij op te heffen. De doorkijkbloes toont vlees dat zwak is. Klasse, Van Dale, dat ook de doorloopbal bij het korfbalspel benoemd wordt! Spinifex is doorngras. De Schone Slaapster is de bijnaam van Doornroosje, met haar doornroosjesslaap. Doorregen spek is met lagen vlees afgewisseld. De regenjas was kleddernat, door- en doornat (door en door nat), doorwaternat. Een doortrapper is een fiets zonder vrijwiel [fixedgearfiets, fixie]. Een percolator is een doorzijgapparaat [voor koffie].

7. Met een schrijfmachine kun je een letter door-x'en. De doowop is verwant met gospel en rock-'n-roll. Johannes de Doper is de wegbereider van de Heer. Het dopjesspel is balletje-balletje. Het dopplereffect betreft geluid [als bron en waarnemer niet stilstaan]. Doppers [dop = doorstroming onderwijspersoneel – dopper] maakten gebruik van een eenmalige VUT-regeling [vervroegde uittreding uit dienstverband] voor leraren vanaf 55 jaar. Een dorknoper [saaie ambtenaar] wordt zo genoemd naar een schepping van Marten Toonder. Wat lijkt je het aardigst: een Eskimodorp of een indianendorp? De kepala kampong (= loerah) is het dorpshoofd van een inlands dorp in Indië. Dorstlessend is de dorst stillend. Een dory is een open roeiboot. Het DOS is een disk operating system, een bepaald computerbesturingssysteem. Ik adoreer die Italiaanse donna (en ook wel die Spaanse doña).

8. Een boek met een vlakke, vierkante rug heeft een dos passé. De dotcom is een verkorting van dotcombedrijf. De dota is de documentatie van tijdschriftartikelen. De double [dubbelganger,
stand-in
] had een doublé armband om. Een klysma is een anale douche. Het zachte genot van te leven, dat is plaisir de vivre, douceur de vivre. Double eagle [drie slagen onder par = baangemiddelde] en double bogey [twee slagen boven par] zijn golftermen. Het double Dutch is een erg veilige manier van vrijen. Hij droeg een
double-breasted jasje [met elkaar bedekkende voorpanden en twee rijen knopen]. De Dougalls stern heeft een lange staart en zwarte snavel. De douglasspar is een naaldboom, het doussié afzeliahout, de dourowijn port en douteus [oe] twijfelachtig. Niet-droge wijn is doux of zoet.

9. De afkorting van daaropvolgend is dov. Een dovemansgesprek voeren is als aan dovemans deur kloppen. Een kind een downie noemen is beledigend. Een doyen is het oudste lid van het corps diplomatique ter plaatse. Lekker joh, die doyenné du comice, een geelbruine, zoete en sappige handpeer. De ruimtevaarder was
down-to-earth, en wel letterlijk. Draadwormziekte is filariasis. Een draagvleugelboot is een jetfoil. De Draak is een sterrenbeeld. Wat is het verschil tussen draaksteken [een volksspel] en met iemand de draak steken?

10. Drag-and-drop [met een muisklik een bestand verplaatsen] is een bekende computerterm. Een draai-ijzer is een snijijzer op een draaibank. In 2000 was de drachme nog wettig betaalmiddel in Griekenland (en in 2015 bijna weer …). De draconische maatregelen waren te veel van het goede. Een drakar (drakenboot, drakenschip) is een Vikingschip. Het dralon is een polyacrylonitrilvezel. Het DRAM is het dynamic random access memory (een soort geheugenchip). Een dramady is een kruising tussen drama en comedy. De dramatis personae passeerden de revue bij de reconstructie. Drambuie is Schotse likeur. Geef mij maar twee drambuietjes.

11. Ken je de ironische uitdrukking 'drandus' [doctorandus]? In Calabrië werd aan misdaadorganisatie 'ndrangheta een fikse slag toegebracht. Een drankladder is een drinkebroer. Een drankslot is een alcoslot [alcoholslot op auto]. Draperies d'amour zijn wallen onder de ogen. De dravidologie bestudeert de Dravida's. Een draufgänger is een vechtjas. Op een dreadnought [verouderd: slagschip] vind je meestal geen dreadlocks [haardracht van rastafari's]. Een dreestrekster (AOW'ster) [Algemene Ouderdomswet] trekt van Drees. De Dreigroschenoper is de Driestuiversopera. Met een drejdel [ij] speelt men spelletjes op Chanoeka. Zie voor plaatjes daarvan het internet. Een ileus [darmafsluiting] kan tot drekbraking leiden. Dreksteen is een in de darm verhard stuk drek (coproliet). Een drekvers is een scatologisch gedicht. De drentenier koesterde het drenthelevengevoel (drenthegevoel) en drentelde door Drenthe. De waarde werd gedriedeeld (ook: gedrieëndeeld, getiërceerd).

12. Een dreuzel is in de Harry Potterboeken iemand die niet kan toveren. De WK-voetballer [wereldkampioenschap(pen)] was specialist in dribbel (dribbelen) en tackle (tackelen). Wie waren de Big Three, de Grote Drie van Europa [Churchill, Stalin en Roosevelt]? En wie waren de Grote Drie van de letterkunde [Hermans, Reve en Mulisch] en wie van het cabaret [Sonneveld, Kan en Hermans]? Een Schotse [schottische] drie is een dans in driepas (de écossaise). De drie-ene (drie-enige) God staat voor de Drie-eenheid, de Drie-enigheid [(God) de Vader, de Zoon en de Heilige Geest]. Dat is dus niet voor drieërlei uitleg vatbaar en het is ook geen driegodendom (tritheïsme). Naast de Zuidelijke Driehoek (Zuiderdriehoek) is er ook een noordelijke: de Driehoek, logisch toch? Je hebt platte- en bolvormigedriehoeksmeting. De triceps is de driehoofdige armspier. Hij woonde driehoog-achter. Ze aten drie-in-de-pan. Bij Austerlitz vond de Driekeizersslag(!) plaats.

 


woensdag 11 mei 2022

2713 Dictee zaterdag 14-05-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (573) √

Dictee – dictees [2713]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 284, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (573)

1. Wonnen de staatsen of de prinsgezinden? Een drieklezoor is een baksteen. Op Driekoningen (Epifanie) eet je driekoningenbrood. De kleine man met de driekwartviool was al driekwart dronken. De driemachtenleer betreft de trias politica. De dolle dries ging flink tekeer, de kouwelijke dries(!) had het alleen maar koud. Een drie-tien is een winkeldief. De drie-uit-vijfeis geldt nu niet meer [3 van de 5 jaar voor de werkloosheid gewerkt hebben om een uitkering te krijgen]. Kom snel, de drie-urenbloem bloeit! Hij was drijf- en drijfnat, door- en doornat (door en door nat). Bij het handeldrijven kun je je zin niet altijd doordrijven. Een drinkuit is een stortebeker [kan alleen staan als hij leeg is – omgekeerd dus]. Aldrin en dieldrin zijn drins. Wie was die Dritte im Bunde? In de driver's seat heb je een leidinggevende positie. Een chimère is een hersenschim. Het droit du seigneur (jus primae noctis) was het recht, vroeger door onderhorigen aan hun heer te betalen voor het voltrekken van hun huwelijk [ook het ontmaagden van de bruid door de heer – droit de cuissage]. Een drôle de guerre is een vreemde oorlog, een schemeroorlog, een phoney war. Een rêverie is een dromerij. Een droogstaande koe geeft geen melk.

2. Een droogboeket is een makartboeket. Wat doe je normaal: droogscheren of natscheren? Een bountyeiland is een droomeiland. Oneiromantie is droomuitlegkunde. Een droschke is een open rijtuig, een vigilante. De drosera is de zonnedauw. Het droste-effect is genoemd naar een cacaoblikje van Droste. De drostendienst geschiedde op last van de drost. Het prototype van de geschifte en gevaarlijke wetenschapper is Dr. Strangelove. De vijfpuntige ster als magisch teken is de drudevoet (druïdevoet; een drude is een Germaanse heks). Een bolita is een drugsbolletje. De drugsscene vind je niet in een drugstore [drogisterij]. De druïdedienst is de eredienst door de druïden onderwezen. Een druïde is een priester bij de oude Kelten in Gallië en Brittannië. Wijnpersen (alleen infinitief) is het begin van de wijnbereiding. Een stafyloom is een druifgezwel. Druifvormige klieren zijn racemeus [middelpuntzoekend, trosvormig]. Druipstaartend ging hij heen.

3. Druivensteen is een druiventrosvormig mineraal (botryoliet, botryt). Had die druip- en druipnatte dromedaris nou een of twee bulten? Het drukbezette festival was drukbezocht en werd dus ook druk bezocht. Hij drukte zijn facie, porem (ponem), snor en pruik. Het drukmediaan kun je wel voor kompres drukwerk [weinig ruimte tussen letters en regels], maar niet voor illustratiedruk gebruiken. Druksplijting is clivage van gesteentes. Speelde hij nu rhythm-and-blues [r&b, arrenbie], country-and-western of drum-'n-bass? De druppel van Leidenfrost is een druppel in sferoïdale [afgeplat bolvormig] toestand. Druppelpis is strangurie. De druppelreactie is de stillireactie [ih ie] [die druppel geeft specifieke kleur]. Een dtp-prik beschermt tegen difterie, tetanus en polio. De E. colibacterie kan veel kwaad doen. De afkorting van daar ter plaatse is d.t.p. De dtb was in Nederland historisch de dividend- en tantièmebelasting. Is zij dubbellinks [met 2 linkerhanden]? Dubbelstrengs-RNA heeft twee om elkaar gewonden strengen van nucleotiden. Het dubbelzien is diplopie. Een biquotiënt is een dubbelverhouding . Hij had de dubia laus, de twijfelachtige eer, als aanstichter aangewezen te worden. Chuck Berry heeft de duckwalk (waarom geen chuckwalk?) geïntroduceerd.

4. Duce et auspice [onder leiding en op aanstichting van] Hitler vond de Tweede Wereldoorlog plaats. Je ductus is je schrijfhand. Een dueña is een bejaarde gezelschapsdame van meisjes uit de aanzienlijke stand. Als het goed is, heeft een flamencozanger duende [bovennatuurlijke inspiratie – vgl. flamingo]. Een duffelse jas is een montycoat
(houtje-touwtjejas – plaats Duffel in provincie Antwerpen). Het tussenwerpsel duh drukt uit dat zelfs een dom persoon iets wel snapt. Zeer hooghartig sprak hij du haut de sa grandeur [zeer hooghartig]. De Duif [sterrenbeeld zuidelijk halfrond] stond in het blikveld van de duif. Het duifkruid is de wilde soort van scabiosa (scabieuse, schurftkruid). De duikersreflex is de reflex van de nervus vagus [zwerfzenuw] die hartstilstand tot gevolg heeft. De duikersziekte is de caissonziekte. Het lag er duimendik bovenop [wel 3 duimen dik] dat hij geen duimbreed zou wijken. Een drieduimer (3-duimer) kan een spijker zijn. Duimkleppers zijn castagnetten, een duimspijker (B.-N., niet algemeen, historisch) is een punaise en een duimpiano is een mbira. De Duinkerker kapers droegen duinkerkers (zeemansjassen). De Prins der Duisternis is de Satan. De jongen is op-en-duit (op een duit, op-en-top) zijn vader. De Rode Duivels genoten van de blauwe duivel [waterhyacint]. De duivelsgreep is een epidemische infectieziekte, de ziekte van Bornholm. De Duivelsster is de ster Algol.

5. Een duivelskring is een vicieuze cirkel. Duizend tegen een (RL; VD: één) dat hij het gedaan heeft. Het lezen van de Duizend-en-een-nacht leverde duizend-en-een vragen op. Erasmus wees er al op: dulce bellum inexpertis, de oorlog schijnt plezierig aan wie er geen ervaring mee heeft. Een drumboy [steekwagentje voor drums] is niet het beste drumjongetje, geen jongen dus, van de drumklas. Een druup is een volkse regenwulp. Een druus (droes) is lid van een volk en religieuze sekte met elementen van christendom en islam in Libanon en Syrië. Een dubbelehelixstructuur (zoals van DNA) is meer naam dan daad. Hij kreeg een dubbeldikke ijswafel. Hij had het warm in zijn duffelcoat (B.-N.). Duimendraaien is nietsdoen. Een dugazon is een karakter (ingénue of soubrette) en stem van bepaalde soort (mezzosopraan) in Franse operettes. De donquichotfiguur [Don Quichot] – hij leed aan donovanosis = soa [seksueel overdraagbare aandoening] met zweertjes op de geslachtsdelen – beminde zijn dulcinea [geliefde – die van D Q is Dulcinea] desalniettemin hevig. Als een
du(i)veltje-uit-een-doosje verscheen logee Hanneke. Een dumb [oefenhalter] gebruik je bij bodybuilding. Dunbier is scharrebier.

6. De would-bediva was d'un certain âge [van middelbare leeftijd]. De ziekte van Dupuytren (dupuytren, Keltische klauw) veroorzaakt in de handpalm fibreuze knobbels. Een goed huwelijk duurt durante vita [levenslang]. In zijn gelukzaligheid bedacht hij, dat Duren een mooie stad is. De duro [oe oo] was een munt van vijf peseta's [Spanje]. Een durfniet is een lafaard, een durfal juist een allesdurver. Het Dutchbat (Dutch Battalion) was actief in Bosnië en Herzegovina [vergelijk: bataljon]. Kom toch eens hier, mijn dushi, mijn duifje, mijn liefje. Op den duur (GB, archaïsch) wen je eraan, rust noch duur te hebben. Met veel duw- en trekwerk bereikten we het podium. Een moderne dvd- [digital versatile of video disk] en cd-bon [compact disc] was de ouderwetse platenbon. Een idee-fixe is een dwangvoorstelling. Een dwarslaesie is letsel aan het ruggenmerg. Een tamarau is een dwergbuffel, een bonobo een dwergchimpansee en Monaco een dwergstaatje. Een dwergmispel is een cotoneaster. De dwergpincher keek naar de dwergpapegaai, de agapornis. Frederik Hendrik en Maurits werden Stedendwinger genoemd. De monniken trokken stedewaarts.

7. Het DXM, het dextromethorfan, is een drug en een bestanddeel van hoestmiddelen. Die rectrix is één brok dynamiet. Dyspraxie [stoornis in het uitvoeren van gerichte handelingen] is een symptoom van het KIDD-syndroom (ook: KISS-). De duchennepatiënten missen dystrofine [eiwit in de spiercellen]. Dulia is engelenverering. Du moment dat men hem in de gaten kreeg, stopte hij ermee. Hij ging namelijk nogal dwaselijk tekeer. Piet was meer een(!) opa's-kindje, Tineke meer een oma's-kindje. 'Been' heeft een scherpheldere e en 'bed' een zachtheldere. E-cash (en het gecashte bedrag), e-commerce (en de gecrashte computer) en e-book (ook: e-boek) zijn moderne woorden. Wist u dat de E als Romeins cijfer voor tweehonderdvijftig staat en als voorvoegsel (in verband met tien tot de achttiende) voor exa? Voorbeelden zijn exahertz en exaohm. Een eager beaver is een overijverige persoon. De politica was een eyecatcher [blikvanger], haar fractievoorzitter lanceerde een earcatcher [aandacht trekkend geluid]. De earlgreythee (met bergamotaroma) smaakte verrukkelijk. Het earlywarningsysteem was er snel bij. De easy rider [o.a. vrijbuiter] was een easy going (laconieke) vent. Het eau de vie (de/het aquavit, aqua vitae) zat niet in een eau-de-labbaraque- maar in een
eau-des-carmesfles. Mijn bankrekening gedraagt zich als eb en vloed en vertoont dus eb-en-vloedgedrag.

8. Het ebben(houten) vlot (niet gemaakt door een ebenerende ebenist – schrijnwerker, meubelmaker) ebde weg. De ebolakoorts (zaïrekoorts) gaf haar een eblouissante gloed. Met onbekende oorzaak heet in medische kringen: e causa ignota. Schuin gevierendeeld in de heraldiek is écartelé en sautoir (ecarté is een kaartspel met werkwoord ecarteren). Geschubd leer heet deftig: veau écaillé. Bijvoorbeeld is in het Latijn exempli causa (afkorting: e.c. ook exempli gratia, e.g.). De ecart komt uit de effectenhandel, de e-card wordt verstuurd in het elektronicatijdperk. De ecce homo's [voorstelling lijdende Christus] waren nogal prijzig. Een ecchymose is een onderhuidse bloeding. Er vond een échange van gevangenen plaats en tevens een échange de vues. Echamperen is door de werking van licht en schaduw op de voorgrond doen treden. Ecgonine is een alkaloïde uit de bladeren van cocastruiken, een hydrolyseproduct van cocaïne. Een ecg is een elektrocardiogram. Wat komt het sympathiekst over: de ecclesia mater (moederkerk), de ecclesia militans (strijdende kerk), de ecclesia patiens (lijdende kerk) of de ecclesia triumphans (de zegevierende kerk)? Het hormoon ecdysone bevordert de ecdysis, het afwerpen van de pantserhuid om groei mogelijk te maken bij insecten. De échéance [het verval] leidde het echec in. De echeveria heeft rood-oranje bloemen, de echinacea is de zonnehoed.

 


dinsdag 10 mei 2022

2712 Dictee vrijdag 13-05-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (572) √

Dictee – dictees [2712]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 285, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (572)

Zo x als een y (1)

1. Zo glad (gewestelijk ook: mager) als een aal. Zo zwaar als een aambeeld. Zweten als een aandrager (ook: aanspreker). Trots als een (ouwe) aap. Spreken als een a-b-boek (gewestelijk). Spreken (liegen) als een advocaat. Schrijven (rekenen) als een advocaat (gewestelijk). Liegen als een almanak. Lopen als een haas. Zo vet als een Spaans anker. Zo rond als een appel. Zien als een arend. Zo arm als een kerkmuis (als Job). Zo geschikt voor iets als een ezel tot het bespelen van een lier (asinus ad lyram). Een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (A woman without a man is like a fish without a bicycle). Het zo druk hebben als een klein baasje.

2. De babinskireflex doet iets met de tenen. Dat voelt aan als een warm bad. Een vuur als een baken. Een kop als een bakerton. Zakken als een baksteen. Een mond als een bakkersoven (bakoven, kalkoven). Wegen (zinken) als een baksteen. Iets of iemand laten vallen als een baksteen. Balen als een stekker (stier). Leeglopen als een ballon. Zo krom als een banaan. Zo bang als een wezel. Dampen (roken) als een baviaan. Zitten (roerloos) als een beeld. Zo koud (wit) als een beeld. Sterk als een beer. Zo vet als een beer (gewestelijk). Een bek (mond) als een hooischuur. Een kleur als een bellefleur. Praten als een beo (papegaai). Beven als een riet (een juffershondje).

3. Tieren (schreeuwen, tekeergaan) als een bezetene. Bibberen (beven) als een juffershondje (van angst). Liegen als een bidprentje. Zo rood als een kroot. Zo glad (hard) als een bikkel. Zo kaal als een biljartbal. Zo groen als een biljartlaken. Blazen (sissen) als een slang. Veranderen (omkeren, omdraaien) als een blad aan de boom. Zo blauw als een Maleier [dronken]. Zo bleek (wit) als een doek. Zo blij als een kind (een engeltje, een hondje met zeven staarten). Bloeden als een rund, een kalf, een meelzak. Neervallen (slapen) als een blok. Blozen als een tomaat. Aflopen als een bobijn [vlug en vlot vertellen of praten]. Zich als een aal (slang) in allerlei bochten wringen. Zitten als een boeddha [= beeld van Boeddha, Boeddhabeeld].

4. Een kleur (kop) als een boei. Spreken als een boek. Lachen als een boer die kiespijn heeft. Stinken als een bok. Zo stijf (geil) als een bok. Springen als een bok. Hij droogt uit als een Harderwijker bokking. Een weg als een bolbaan. Als een bom uit de lucht komen vallen (inslaan). Zo stijf als een bonenstaak (denk aan bulletje en bonenstaak, niet de stripserie – daar vero: Bonestaak). Een waarheid als een koe. Een kerel (een vent) als een boom. Zo stijf als een boom (lopen). Stevig als een boom. Zo koud als een botje (hadden we het bij het botje-bij-botje). Zo helder (schoon) als een brand(je). Branden als olie (een lier). Zo mager als een brandhout. Gesloten (is hij) als een brandkast.

5. Zo dicht als een brief. Als een kat om de hete brij (heen) draaien. Zo brutaal als de beul (van Haarlem). Zo brutaal als een mus. Een buik als een burgemeester. Een kop als een bul. Stinken als een bunzing. Sluiten (kloppen) als een bus. Kloppen als een zwerende vinger. Dat ligt mij als een centenaarslast op de borst [dat beklemt mij]. Rond als een cirkel. Zo geel als een citroen. Wegwerpen als een uitgeknepen citroen. Zo zuur als een citroen. Vervliegen als een damp. Zo vet als een das, zweten (slapen) als een das. Een sfeer als een klamme (natte, verstikkende) deken. Sluiten als een deksel op de pot. Eten als een delver (dijker). Zo slank als een den. Zo dicht als een pot.

6. De dood komt als een dief in de nacht. 'm Knijpen als een ouwe dief. Dat staat als een dijk. Zo bleek als een dode. Een leven maken als een oordeel. Eten als een dokwerker. Zo dol als een stier. Wegrennen als een dolle. Zo dom als een ezel, als 't kalfke Mozes, als het achtereind van een koe (varken, etc.), als het paard van Christus (en dat was nog een ezel of ezelin). Domineren als een aal in de tobbe. Dat trof als een donderslag (bij heldere hemel). Overgaan als een dondervlaag. Een gezicht als een donderwolk. Zo dood als een pier. Zo bang als de dood. Zo koud (bleek) als een dode. Zo doof als een kwartel (een pot). Doorboren als een zeef. Dorst als een paard. Vloeken (zo dronken) als een dragonder. Draven als een paard. Drinken als een tempelier, een beest, een koe, een snoek, een spons enz. Als een vis op het droge.

7. Als een vis in het water. Zo dronken als een tol, een katrol, een snip, duizend man etc. Zo duf als een konijn. Zo grijs (onnozel, zacht(aardig)) als een duif. Tekeergaan als een duivel in een wijwatervat (als een bezetene). Zo dun als een meiblaadje, een lovertje. Zwemmen als een eend. Als een eend naar (het) onweer kijken. Zo vol als een ei. Zo groot als een eiland. Een zoentje zonder baard is (als) een eitje zonder zout. Zo mager als een ellenstok. Zo scherp als een els. Spreken als een engel en doen als een bengel. Als een engel uit de hemel komen. Zo rein als een engel. Trillen als een espenblad (beven als een riet). Eten als een wolf.

8. Branden als een fakkel. Zo nat als een feil [= dweil]. Een figuur (als een deur) slaan. Uit zijn as herrijzen als een feniks. Floppen [mislukken] als een baksteen. Hij kent Frans als een koe Spaans. Zo mager als een fret. Hij is er gezien als een rotte appel bij een fruitvrouw. Tekeergaan als een furie. Trots als een pauw. Werken als een galeislaaf. Als een koe in een gangetje. Lopen als een (vette) gans. Gapen als een oester. Zo mager (stoned) als een garnaal. Hersens hebben als een garnaal. Hij is zo dicht als een gatenpetiel [gatenpateel = vergiet; gatenbetiel: hij kan niets verzwijgen, flapt er alles uit]. Zo gebonden als een hond aan zijn hok. Zo gedwee als een lam. Zo geel als goud (saffraan). Hij is zo geheimzinnig [gesloten, achterhoudend] als een commies van staat.

9. Een geheugen als een garnaal (olifant, ijzeren pot). Een geheugen als een kluis (brandkast). Lachen als een geit die uit de stad gaat. Zo gek als een (looien) deur. Zo blij als een gek. Het is zoveel waard als een gek ervoor geven wil. Gesloten als het graf. Hij is getuigd als een Portugees schip. Hij heeft een geweten zo groot als een hooischuur; door zijn geweten kan wel een koets met vier paarden rondrijden. Gezond als een vis. Een figuur slaan (afgaan) als een gieter. Dronken als een gieter. Gillen als een varken dat gekeeld wordt, als een speenvarken. Glimmen als een spiegel. Iemand als een halve god vereren.

10. Staan kijken als een uil voor een gootgat. Blinken als een goudhaantje. Zo gram [fel, hardvochtig] als een leeuw. Zo zwart als een haal (als roet). Zo fijn als een haar. Zo bang als een haas. Hij is zo lomp als een halfhout [stuk hout, gekloofde boomstam]. Hamastan is de benaming voor Palestina, beschouwd als een islamitische republiek. Zo hard als steen, ijzer, staal, een spijker, een kei, een diamant. Zo droog, zo mager als een haring. Als haringen in een ton zitten. Zo stijf als een hark. Dat sluit als een haspel in een zak. Leven als een heer. Zijn hart is zo klein als een hazelnoot. Heibeien als een viswijf. Leven als een heiduk [haiduk, Hongaarse soldaat]. Zo kwaad als een hekken [spinnijdig; hekken = zeker hek]. De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Zo zuur als een hengst. Vereren als een held.

11. Hijgen als een postpaard. Zo vlug als een hinde. Zo fris als een hoentje. Hij lacht als een boer die een hoefijzer vindt. Kijken als een hoenderdief. Zo krom (recht) als een hoepel. Een hoer als een paard. Huilen als een hofhond. Hollandistan is Nederland voorgesteld als een islamitisch land. Zo dartel (moe, ziek) als een hond. Honger als een paard. Een hoofd als een boei, als een ijzeren pot. Stinken als een hout. Zo mager als een hout (lat). Hovaardig als een pauw. Huilen als een kind. Een huis als een kasteel (paleis). Dat staat vast als een huis. Zich gedragen als een goed huisvader. Inslaan als een bom. Instorten als een kaartenhuis(je). Passen als een oude jas. Vloeken als een kaaiwerker [kade].

12. Zo kaal als een luis (de neten, een kerkmuis, de mieren, de rot). Zo recht als een kaars. Springen als een kakkerlak. Zuipen als een kalenderbroeder [vereniging van geestelijken en leken]. Dartel zijn, huppelen als een kalf. Zo dom, onnozel, als een kalf. Zo wit (bleek) als een kalken muur. Zo kalm als een zalm. Zo doof, vol, geladen, dronken als een kanon. Dronken, zuipen, vloeken als een kartouw [zeker kanon]. Werken als een karrenpaard. Een neus als een kapstok. Zo vlug, lenig, vals, misselijk en nat als een kat.