maandag 25 april 2022

2691 Dictee woensdag 27-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (556) √

Dictee – dictees [2691]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 301, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (556)

1. Het was een gigahit, dat giga feest. Bij de gigabecquerel en de gigaohm gaat het om een miljard van die eenheden. Gigantomachie is een strijd van de reuzen tegen de goden. De gigantoraptor is een grote, gevleugelde theropode [op 2 poten]. Een gigue [zj] is een oude oorspronkelijk Engelse dans in trippelmaat. Het bier is gijl [gistend] genoeg om getond te worden. Die vent is zo geil als boter. Het takelen met de gijn ging gepaard met veel gein. Een hollebolle gijs is een veelvraat, Gijs-oom is de vroegere naam van Hollanders voor Portugezen.

2. Het gildeteken was hun blazoen. Het Gilgamesjepos stamt uit Mesopotamië. Het gillesdelatourette(syndroom) (tourettesyndroom, tourette, syndroom van Gilles de la Tourette) herken je aan een tic convulsif, vaak gepaard gaande met echolalie en coprolalie [gebruik scheld- en vloekwoorden]. De gimar [lang gewaad moslima’s – onbedekt gezicht] laat meer zien dan de nikab [gezichtssluier]. De fez van Tommy Cooper is een gimmick [stunt]. Gin-fizz is een cocktail,
gin-tonic tonic met een scheutje gin [een G&T’tje]. Gingerale (gingerbeer) is gemberbier. Gingivitis is tandvleesontsteking. Ik heb hem streng gegispt omdat hij het gipsen beeld liet vallen. Een girih [mv.: + s] is een geometrisch tegelpatroon in de islamitische bouwkunst, veelal bestaande uit vijf- en tienhoeken. De girl next door is heel gewoon.

3. Een giromaat was een geldautomaat van de Postbank. Zymose (fermentatie) is gisting. Er klonk gitaanse muziek van gitano's en gitana's [zigeuners]. Een gitaarlick is een loopje en een gitaarriff een terugkerende reeks gitaarakkoorden. De gizmo is een klavierdoosje dat op de gitaar gebouwd is. Een giveaway is een weggevertje. Ze had gitzwart haar en droeg een gitten [van git = zwart agaat] armband. Blik kun je gladslaan (platslaan). Het glagolitische schrift is het oudste Kerkslavische schrift. Glanslei is fylliet. Antraciet is glanskool. Glanslinnen is trielje. Glanstaf is lustre [luhs-tuhr], glanszijde lustrine. Glare wordt in vliegtuigrompen gebruikt. Hij glarieoogde. Een gilet [zj] is een vest.

4. Historisch en echt waar: Pantani vond de Giroafrekening op zijn deurmat. Het crue [schrijven wat je hoort] hoge woord kwam er eindelijk uit. Een rijnkreeft leeft in de Rijn. De gebrandschilderde ramen met glas in lood waren mooi. Maar ook elders vind je feeërieke
glas-in-loodramen. Glas-betontegels horen in een raamwerk van beton. Glas smelten doe je in een glassmelterij. Het hyaliet is een variëteit van het opaal. Glasvezelversterkt polyester is niet stuk te krijgen. Glauberzout is mirabiliet. De glazen mens [doorzichtig voor databanken] woont niet alleen in een glazen huisje (vergelijk: in een glazenkast – glazen kast – wonen) in de Glazen Stad (het Westland).

5. Glazenmaken is het werk van een glazenmaker. Glazuur is verglaassel. Door die diamant lopen glessen [onzuivere streep]. Vergeet de epo-injectie niet. De maffia keek toe. Een hydroplaan is een glijboot. Een synoniem van glimmer is mica. Een glioom kan in het oog zitten en lopen(?). De glissade is een zekere danspas (de pas glissé). Glitch is muziek gemaakt met behulp van kapotte instrumenten. Met glitterbloes en glitterjurk deden de glittergirls met veel glitter en glamour mee aan de glitterrock. Dankzij de global village komen er steeds meer global players. Waarom zou je glockenspiel schrijven als je klokkenspel bedoelt? Een gloriëtte is een tuinhuisje. We deden het te zijner gloriosae memoriae (roemrijker nagedachtenis). Glossofobie is speechangst. Een gloxinia heeft gekleurde bloemen. Glückauf is een mijnwerkersgroet, glühwein een warme rode kruidenwijn. Glutamaat is umami (ve-tsin, ajinomoto).

6. Coeliakiepatiënten krijgen een glutenvrij dieet. Glycolzuur is hydroxyazijnzuur. De gnathologie is het deel van de tandheelkunde betreffende het geheel van de kauworganen en de stoornissen daarvan. GMD is de genormeerde valuta-aanduiding voor de dalasi (Gambia), GNF die voor de Guineese frank. Gnocchi [njoh-kie – ook wel: gnoh-kie] zijn (is) een tussengerecht. De gnoe is een antilopesoort. Bij het glasblazen wordt glas geblazen. Ze schonk me een glossy tijdschrift. Een GmbH is een Gesellschaft mit beschränkter Haftung. De GMT is de Greenwich Mean Time. De gnawa is een Noord-Afrikaanse muziekstijl. Glycerol is 1,2,3-propaantriol, een driewaardige alcohol.

7. Een takin is een gnoegeit. Een gnome is een zedenspreuk, een gnoom een aardgeest en een gnomon een zonnewijzer. De spreuk 'gnōthi seauton' [als opschrift: G] betekent 'ken uzelf'. Een no-go is het antoniem van een go. Goamuziek is enigszins psychedelische popmuziek. Een go-between, het woord zegt het al, is een bemiddelaar. De god dezer eeuw is de Boze, de beheerser van de tegenwoordige wereld. Na een leven als God in Frankrijk stierf hij uiteindelijk in de strijd voor God en vaderland. Soms is het 'God zij dank' (godzijdank), een andere keer godgeklaagd. Hij is God mag weten waarnaartoe. Ook de uitdrukkingen 'God betere het' en 'godbetert' zijn populair.

8. Een predikant V.D.M. (Verbi Divini minister) is bedienaar van Gods Woord, het goddelijke Woord. De Bijbel bevat veel godswoorden, woorden van God. Een godemiché is een kunstpenis. Godenspijs is ambrozijn. De godfather (we kennen ook de godmother) is een peetvader. Godsammekrakepitte, is die god-is-doodtheologie nog steeds niet kassie-zes? Het God save the Queen kan mij niet vaak genoeg gezongen worden. Er is geen Godsbode (Godsgezant, Godsman) gekomen, die ons het godsbewijs gebracht heeft. Welk land is God's own country? Nieuw-Zeelanders en Amerikanen claimen die. Bedoel je de oude of de nieuwe godsstad [Jeruzalem]? Hoe is dat godsterwereld [Gods ter wereld] mogelijk?

9. Het geschiedde [geen aanvoegende wijs!] van Godswege, niet van rechts-, rijks- of gemeentewege. Een godswoord is een woord van God, een goddelijke uitspraak, een Bijbeltekst. Hij had in lang niet zo gegodverd (werkwoord: godveren). Een godzilla is een afschrikwekkend groot monster. Een godvrezende was niet besneden. De baron was in goeden doen. Hij was trouwens ook van goede familie, van goeden huize. Hij deed zich tegoed aan de lafenis. Wie goeddoet, goed ontmoet. Je kunt iemand goedendagzeggen en een ander later goedenachtkussen. Hoelang kun je dit voedsel ongekoeld goedhouden? Is Cyprus een goedkoopte-eiland? Dat patertje goedleven kocht zijn rookgerief in een goedlopend sigarenwinkeltje.

10. Konden ze het nog goedmaken of goedpraten? Of was het alleen een goedmakertje voor hen die al goed opgeleid zijn? De Zeeuwen zijn goedrond. Een goedzak is een lobbes, Lamme Goedzak was een vriend van Tijl Uilenspiegel. De goël is het leviraatshuwelijk. De goelag [vgl. goelagarchipel] was een strafkamp in de vroegere Sovjet-Unie, met name voor politieke gevangenen ten tijde van het stalinisme. De letterlijke betekenis bespaar ik u: zie Van Dale. Goenagoena zijn tovermiddelen. De lsd-goeroe [GB: lysergeenzuurdi-ethylamide, VD ook: lysergsäurediäthylamid] had zijn stuff in een goenizak (jutezak). Goëtie is zwarte magie, een goezla een eensnarige viool. Een goggles is een skibril, een go-getter een doorzetter. Het gogme is spelinzicht, met name bij voetbal [algemeen: chochme].

11. Golauyoek is een Chinees gerecht. Een golddigger (gulpenduikster) is niet letterlijk op zoek naar goud (zoals bij een goldrush). Het golden ten is een kansspel. De zieke werd goedgelegd. Een golfbroek is een plusfour. Het golf-deeltjedualisme is moeilijk uit te leggen. Het Golfoorlogsyndroom kun je in (een van) de Golfstaten hebben opgelopen. De Golfstroom gaat van Mexico naar Europa. De goliathlori [halfaap] is behoorlijk groot. Caoutchouc [kaa-oe-tsjoek] wordt ook gomelastiek genoemd. Gomma is tapioca (Suriname). Een gonade is een geslachtsklier. Gonagra is kniejicht, de gonbanzo is een kekererwt. De barcarolle is een gondellied. Gonfalonnieres zijn burgemeesters. Gonokokken veroorzaken gonorroe. Een googolplex is een 1 met een googol [tien tot de honderdste macht: een 1 met honderd 0'en] nullen. Good old James hoort er gewoon bij. 'Good practice' hoor je in laboratoria [geaccepteerde werkwijze].

12. Zijn hele vermogen heeft hij ertegenaan gegooid. Een
gooi-en-smijtfilm is een slapstick (met veel gooi-en-smijtwerk). Die koffie lijkt wel gootwater (slootwater). Het gordeldier is de tandeloze armadil(lo). Een gordellijst is een kordonlijst. Gordelroos heet ook
sint-antoniusvuur. Hij heeft de gordiaanse knoop doorgehakt. Het Bamboegordijn (Zijden Gordijn) haalt het niet bij het IJzeren Gordijn. Gore-tex is een lichte, waterdichte, ademende kunststof. Ze werden door een gorgonische (ijzingwekkende) schrik bevangen.

13. Een keel-, neus- en oorarts (kno-arts, ook: keel-neus-oorarts of neus-keel-oorarts, nko-arts) is een oto-rino-laryngoloog (orl-arts). Spreekwoord: een groene Kerstmis, een witte Pasen! We zongen een kersvers kerstlied (en aten kerstomaatjes in een perfecte kerstsfeer). De dollekervel wordt ook wel dronkenmakende kervel genoemd. Een begrip uit de theologie is kerygma (verkondiging). Keskedivlees [zwarte kapucijner = kapucijnaap, mutsaap] dat je eet, komt verteerd je keskedie [kiskedie, kaskedie, achterste] weer uit.

 


vrijdag 22 april 2022

2690 Dictee dinsdag 26-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (555) √

Dictee – dictees [2690]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 302, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (555)

1. Het gorisme is genoemd naar Al Gore. De gortenteller at gortebrij. Vroeger had je nog GOS-staten [Gemenebest van Onafhankelijke Staten – rond Sovjet-Unie]. Het gossypol [uit katoenzaadolie, remt spermaprodcuctie] veroorzaakt onvruchtbaarheid. Schrijf je 'gotiek' met of zonder h? Een gothic novel is een griezelroman. Bij de götterdämmerung gaat een bepaalde cultuur ten onder. Een gotspieuze gotspe [onbeschaamde brutaliteit] is wel erg dubbelop. Het goud op snee boek stond in de vitrine. Een fysalis is een goudbes. In de boekbinderij bestaat gouddepsel uit tipjes goud op een gekleurde snee. De elpee (lp) was een gouwe ouwe. Het goudessaai is een onderzoek of proef ter bepaling van het goudgehalte. Aan een van de goudkusten heeft hij goudgeld verdiend.

2. Mijn goudoom [rijke erfoom] houd ik wel in ere. De eschscholtzia is de goudpapaver. Het goudpurper is het purper van Cassius. Goudsteen (het en de) is chrysoliet. Een gouffre is een ondergrondse kalksteenkoepel. In de tuin stond een goudenregen en een blauweregen. Hij was een goudhaantje bij het zoeken naar goudguldens. Goudron wordt vervaardigd uit gezuiverd asfalt van Trinidad. Goulardwater (eau de goulard) is een verkoelend en opdrogend heelmiddel. Een goulashkroket is gevuld met een soort hachee. De gourde is de munteenheid van Hti (HTG).

3. Gouteren is proeven, het goûter is het vieruurtje. A (À) son goût is naar zijn smaak, goût de contradiction is dwarsdrijverij. Een goutte militaire is een druiper. A go(u)verno (per gouverno, tot uw gouverno – een term uit de koophandel) betekent 'teneinde u daarnaar te richten'. Het Derde Rijk was onderverdeeld in gouwen. Algauw zagen we de gele gouw; die vloog boven de stinkende gouwe [zekere vaste plant]. Hij nam even de gouwenaar [pijp] uit zijn mond om
'gouwe-dozen-met-blikken-randen' [verbasterde vloek] te uiten. Het gps is het global positioning system, de gps is een gps-toestel. Een logaritmetafel was handig voor berekeningen (net als de rekenliniaal). Summa cum laude was de hoogste graad.

4. De graaitaks is de kleptocratentaks. Zie voor de heilige graal [fig.: hoogste doel waarnaar iemand streeft, ook: schaal of schotel van Jezus bij het Laatste Avondmaal] Van Dale. Een jonge dubbele graanjenever is een dubbelgebeide jenever. Hij was nu wel een graadje magerder, graatmager bijna. Grâce à Dieu [goddank], hij leefde nog. Het gracieuze meisje was een graculus inter musas (kraai onder de muzen), maar haar graciele voorkomen hield er een gracious living op na (T.adv. opna). Een graecus kent het Grieks op zijn duimpje. Je kunt zwijgen als het graf of iemand het graf in prijzen. Een grafheuvel is een tumulus. Er zijn heel wat uitdrukkingen die op -grafie eindigen: etnografie (beschrijvende volkenkunde), myelografie (röntgenonderzoek van het ruggenmerg), otografie (beschrijving van het oor), sigillografie (zegelkunde), kymografie (het registreren van drukveranderingen binnen de aderen), brachygrafie (snelschrijfkunst met verkortingen), cystografie [k] (röntgenonderzoek van de blaas en de urinewegen), kakografie (geschrift waarin vele en grove taal- en stijlfouten voorkomen) en xylografie (houtsnijkunst).

5. Een grafzuil is een stèle. Een grahambrood is zonder gisting bereid. De grain de lin is de vlasbloem (kleur: gris de lin). De gramineae (gramineeën) zijn de graanachtige planten. Een grammofoon is een platenspeler (pick-up). Zie voor grampie(s) Van Dale [growing retired active monied people in excellent state: welgestelde, gezonde oudere]. Een granaatfougas is een open granaatmijn, met een granaathouwitser vuur je granaten af en een granaatkartets is een s(c)hrapnel. Een shredder is een papiervernietiger. Grana padano is Italiaanse kaas. Groot zijn een grand(s) battements (bij ballet), een grand(s) cafés, grand cru [grands crus of grand cru’s], een grand(s) desserts, een grande(s) amoureuses (leeft geheel voor de liefde), de Grande Armée (1812), de grande(s) bouffes (schranspartij), grand(s) écarts (spagaat), grande(s) (aanzienlijke) dames, grande nation [geen mv.] en grande(s) passions.

6. De grandezza is de waardigheid. Een grand(s) foulards leg je over een stoel of bank (dat kun je er niet onder steken …). Grandguignolesk is luguber. Een grand(s) hôtels is een groot, statig hotel. Bij een grand slam kun je een grandslamtitel winnen, bij een grands prixs [of] een grand-prixtitel. Het is naast grandioze grandiositeit te veel om op te noemen: grand merci [hartelijk dank], grand old lady, grand opéra [grands opéras (+) of grand opéra’s], grand(s) pliés (en demi-pliés!), grand(s) seigneurs, grand siècle [geen mv.], grand(s) tours en grand(s) motets.

7. Granité is ijs dat tijdens het opstijven niet wordt geroerd. Met de granny wordt de grannysmithappel aangeduid. Een granulocyt is een witte bloedcel met korrels in het cytoplasma. Grappa is marc [drank]. Een gourmandise is een lekkernij. Wat is het verschil tussen graffiti [spuitbus] en (s)graffito [witte kalk op zwarte muur]? Een granadilla is een passievrucht. Spaans gras is de hanenpoot. De graslathyrus is een wilde soort. De lange slungel was een gratenpakhuis. Omdat koeien grasetende dieren zijn, moet je in het weiland niet grasmaaien, geen gras maaien dus. Thalia was een gezellin van Venus en dus een van de drie Gratiën. Hij was koning bij de gratie Gods (Dei gratia).

8. De gratin dauphinois is een gegratineerde schotel van aardappelen, melk en kaas. Een gratis dictum is een blote bewering. Hij deed een gratuite bewering over de schrijfwijze van 'gratuïteit'. Een graue Eminenz (grijze eminentie; meervoud: graue Eminenzen) is een éminence grise (meervoud: éminence(s) grises). Met een grauw en een snauw liep hij door het grauwgroene bos. Een grisaille is een grauwschildering. Met deze Graveerstift [sterrenbeeld] kun je niet graveren. Een burijn is een graveerijzer. De graves is een bekende bordeauxwijn uit het gelijknamige gebied. De ziekte van Graves [kort: graves] wordt ook ziekte van Basedow [kort: basedow] genoemd.

9. Bij kanker van de niercel heb je een grawitztumor. Grax blijft over bij de bereiding van traan uit walvissen. De Amerikaanse natie is een great meltingpot of nations. De Grebbelinie is een fortenlinie tussen Spakenburg en de Grebbe. De green shoe geldt de emittent (eigenlijk: het bedrijf dat ze uitgeeft), de greenshoeoptie de koper van de aandelen. Grège is ruwe zijde, greige is grijsachtig beige. De gregoriaanse kalender werd in 1582 ingevoerd [na donderdag 4 oktober kwam vrijdag 15 oktober]. In de greidhoek vind je alleen grasland. Waarom stort een hoofdaannemer bedragen op een g-rekening [geblokkeerd voor loonbelasting en sociale premies – om die veilig te stellen]? Gremzelisj is een bepaald pesachgebak (vergelijk: kiesjeliesjbij Poerim, hamansoren]). De grenache levert blauwe en witte wijndruiven op.

10. Amerikaans grenen heet ook wel pitchpine. De rijksgrenzen zijn duidelijk te herkennen. Buckystralen liggen tussen gewone röntgenstralen en ultraviolet licht in. Een grex venalium is een kudde huurlingen. De planken lagen grieks en dwars door elkaar [schots en scheef]. Waarin verschillen de Griekse [gregoriaanse] en de juliaanse kalender? Zie boven. De auteur van het beste kinderboek krijgt jaarlijks de Gouden Griffel. Een grigri is een amulet. De gras- is geen familie van de gravelbijter. Graskarsoeten (niet meer in VD) zijn gewestelijk madeliefjes. Een greyhound is een grote hazewind. Men kende de grijsaard als grijnzaard (knorrepot). Een griffon is een ruigharige staande jachthond. Ben jij nu de bob [bewust onbeschonken bestuurder]?

11. De putsch had plaatsgegrepen. Een litotes voor 'er is wel een grijpstuivertje aan te verdienen' is 'heel wat'. De GSD is de Gemeentelijke Sociale Dienst en een gsg is een gemeentelijke scholengemeenschap. Een gsm'etje (om te gsm'en) is een mobiele telefoon en het gsm is global system for mobile communications, een internationale standaard. Met een gsm-elleboog lijd je aan het cubitaletunnelsyndroom. De benaming gsr-kit komt van gunshot residue. Grikwa's behoren tot een mengras van blanke mannen en Hottentotse vrouwen (Khoikhoivrouwen). Met een grill maak je grillades, een grille zit voor op een auto. Met grime [ie] ga je het toneel op, de grime [aaj] is een van oorsprong Britse stijl in de popmuziek die beïnvloed is door onder andere hiphop, drum-'n-bass (jungle), 2 step (muziek, iets anders is: twostep, een stepdans) en reggae.

12. Na het grinden (ook: grinten) lag er een mooi grindbed. Een grisaille is een grauwschildering. Gris de lin is lila-achtig blauw. Een gris-perle japon is parelgrijs. Het grisou is mijngas. De grivn(y)a (hryvnja) is de munteenheid van Oekraïne [UAH]. Hij verdiende grosso modo drie ton. Op grizzlyberen wordt nog geen grm (gemodificeerde radicale mastectomie, het wegnemen van borst- en okselklieren) toegepast. Soma(to)tropine (somatotrofine) is een lichaamseigen groeihormoon.

 


2689 Dictee maandag 25-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (554) √

Dictee – dictees [2689]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 303, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (554)

1. In de epifysaire schijf vindt lengtegroei plaats. Het groene hart van Holland (in toeristisch reclamejargon ook wel: Groene Hart) ligt tussen de vier grote steden. Het Groene Eiland is Ierland; waar de bomen altijd bladeren hebben, is het altijdgroene Oosten; soms hebben we een groene Pasen. Groene verfaarde is celadoniet. Groentetajine is een stoofgerecht. Een groentewrap is een soort gevulde dunne pannenkoek. Een escouade was een halve sectie onder bevel van een korporaal. Groepsuitroeiing is genocide. De engelse groet (gewestelijk ook: groetenis) is het Ave Maria. Bekende adjectieven zijn grofstoffelijk (onbehouwen) en grofzinnelijk. Hij was groggy van de cognacgrog. Het ondiepe gedeelte van de Atlantische Oceaan bewesten het Kanaal noemt men de Gronden. Een pitta is een tropische grondlijster.

2. Een laag-bij-de-grondse situatie is laag bij de grond. Een grondgevecht is een lijf-aan-lijfgevecht (lijf aan/om lijf vechten). Een vliegtuig kan in een remous [deining in een instabiele luchtlaag] raken. Een excavateur is een grondverzetmachine. Elke Nederlander wordt geacht de Grondwet te kennen (naast het Wilhelmus). Een Groninger is een groenvink. Het Rijk voert het Grootboek der nationale schuld. Gasconnade en magniloquentie zijn synoniemen van grootspraak. De boer hield groot- en kleinvee. Een gros point is een tapisserie met hele kruissteken. Uit de zestiende en zeventiende eeuw stammen het (zijden of halfzijden) gros-de-Naples en gros-de-Tours.

3. Ik voel me grotelijks belazerd. Funderingen grouten is ze waterdicht maken. Een grrl is een zelfbewuste jonge vrouw. Een grumus merdae is een stronthoop. De rosse grutto is een soort van griet. De gruyèrekaas is kaas uit Gruyère. Wil je vanavond gruttenbrij of gerstebrij? Het was een Guadeloups onderonsje. De GTQ duidt de Guatemalteekse quetzal aan. De guaguanco is een aan de rumba verwante Cubaanse dans. De beste soort is de Peruaanse guano [meststof]. Kun je voor 1000 guarani [munteenheid Paraguay, PYG] een Guaranigids [volk, taal grens Brazilië-Paraguay] kopen? Een djamboe bidji is hetzelfde als een guave. De guardia civil is de Spaanse politie. Guereza's zijn zijdeaapjes. De guernseylelie is welriekend.

4. Een guerre à outrance is een oorlog op leven en dood. Een guichet is een loket. De bastaardmuur wordt ook guichelheil genoemd. Moet je guillain-barrésyndroom [van spieren, verlamming, GBS] wel of niet tussen guillemets [enkele: < >, dubbele: << >>] schrijven? Het guineagras is Bengaals gras. Een Guineese is een Guinese vrouw. Een guit is een olijkerd. Het gulden mysterie (maart is de guldenmaand) is de aankondiging des Heren (rooms-katholieke feestdag). De Gulden Legende is een verzameling heiligenlevens. Een gullitpruik is een pruik van dreadlocks. Met veel gusto is met veel animo.

5. De Guldensporenslag (officiële naam slag der gulden sporen) werd geleverd op de Groeningekouter bij Kortrijk; daarbij versloegen de Vlamingen het Franse leger van Filips de Schone. De Australische guldenweit is een soort van reuzentarwe. Een gulpenduikster is een vrouwelijke golddigger. Waar is mijn gummi-jas? Ze had alweer prijs, ze was een gunstelinge van de Fortuin. Heb je de guppy's al gevoerd? Een Gurkha is een Britse soldaat van Nepalese herkomst. Gurwitschstralen zijn mitogenetische stralen. Hij had de guts om tegen te stribbelen.

6. Witte guttapercha wordt gebruikt voor de fabricage van golfballen. Dat kostte me heel wat Guyanadollars (GYD's). Het g-voetbal is het gehandicaptenvoetbal. In Nederland is het GVS het geneesmiddelenvergoedingssysteem. GWP staat voor
Guinee-Bissause peso. Als je de ring van Gyges hebt, kun je je onzichtbaar maken (en nog veel meer). Gymnospermen zijn naaktzadige planten. Een gynaeceum is een harem. Gynaecomastie is het tot (gedeeltelijke) ontwikkeling komen van de borstklier bij jongen of man. In de Chinese keuken is de gyoza een soort van gefrituurde wonton. Gyromantie is waarzeggerij uit magische cirkels. Koop voor mij maar een broodje gyros [vlees, vis, aan spit geroosterd]. Een gynocratie is een vrouwenregering.

7. De grotemensenbedtijd valt later dan de kinderbedtijd. Een guingette is een buitencafé, een uitspanning. Een gueridon is rond pronktafeltje op een of op drie poten. Grissini zijn Italiaanse soepstengels. De grootayatollah is de hoogste geestelijk leider bij de sjiieten. De guurte straalde ervan af. Een groottemeter is een megameter (afkorting: Mm). Hoe spreken ze een g'tje in Brabant en Limburg uit? Met de zachte g. Grootdoenerij is grootdoen. Een groundstroke is bij tennis een slag vanaf de baseline. Een groterdanteken (>) hoort in één categorie met het kleinerdanteken (<) en het isgelijkteken (=). In een growshop kun je spullen voor de teelt van weed (wiet) kopen.

8. Iemand de drie h's meegeven staat voor 'houd hem hier' [vooral bij predikanten in een gemeente]. Een predikant met drie h's op de rug maakt geen kans meer om elders beroepen te worden. H5N1 is het vogelgriepvirus met hemagglutinine type 5 in de eiwitmantel en neuraminidase type 1 op het virusoppervlak, dat onder bepaalde omstandigheden ook besmettelijk is voor de mens. Heerenveen is het Friese Haagje, Assen het Drentse Haagje en Arnhem het Haagje van het oosten. Van het Haagse hebben we overgehouden: Haagse hopjes, Haagse bluf, een Haagse antenne [zonder autoradio ...], een Haags bakje [halfvol kopje koffie/thee], een Haags ontbijt [zeer kleine luxebroodjes] en de Haagse school [groep impressionistische schilders]. Haaienvel heet ook segrijn (of: chagrijn). De Zuider- en Noorderhaaks zijn de ondiepten of gronden voor het Marsdiep.

9. Bij een paumelle kun je de deur in- en uithaken. Al de banken en droogten op de buitengronden van het zeegat van Texel heten de Haaksgronden. Hij wil altijd haantje-de-voorste (het haantje-vooruit) zijn. De haantjepik kan worden rondgedragen [kinderen, Palmzondag]; anders is het de duivel (Heintje Pik). Haar op planten heet ook trichoom. Van hot naar haar is voor de voerman van rechts naar links. Een trichobezoar is een uit haren bestaande darm- of maagsteen. Hij liep over haarbouclé tapijt (haarbouclétapijt(!), haar bouclé tapijt of haar bouclétapijt). Een haarvat is een capillair. Haareten is kauwen op het afhangende haar (als tic). Heeft een haardos iets met grillen te maken? Geniet van de Haarlemmer halletjes [rond en plat koekje van gekruid deeg]!

10. Een hallkleed ligt in de hall. Halloumi is op feta lijkende witte verse kaas uit Cyprus. Halloween is een feest van Keltische oorsprong, gevierd op de vooravond van Allerheiligen. De halluces (enkelvoud: hallux) zijn je grote tenen. Het venushaar is de chevelure. En nu geen haarlemmerdijkjes (haarlemmerdijkies – praatjes, drukte, ruzie) meer! Voer voor puristen: haarspray en hairspray, haarstilist, haarstylist en hairstylist. Het Haar (Hoofdhaar) van Berenice is een sterrenbeeld aan de noordelijke hemel. 'Het schip en haar bemanning' is een typisch geval van de haarziekte [correct: zijn]. Een grimeur-posticheur is een haarwerker. Zullen we haasje-over doen?

11. Inderhaast ben ik dat in de haast vergeten. Dat haastje-repjegedoe [haastje-repje] helpt niks: haast je maar niet, er komt nog een tram. Zij die haasvreten [bang zijn] gaan niet voorop in de strijd. De habanera is een zekere Cubaanse dans. Ze hadden een voortdurende haat-liefdeverhouding. Een habibi is een Arabische schat. Hij kan me de bout hachelen: wat mij betreft, schiet hij er zijn hachje bij in. Hactenus hodie, genoeg voor vandaag! Hac lege [onder deze voorwaarde] sta ik dat toe. De hadassim [mv.: mirtentakjes] worden gebruikt op Soekot. De hadj (hadji's voeren die uit) is de moslimbedevaart naar Mekka, een mekka voor berovers van bedevaartgangers. Sommige cardiologen zijn haereticus in grammatica (ketter in de spraakkunst), maar voor nu haec hactenus (= genoeg daarover). De hafabra heeft slechts een brassband meer dan de hafa.

12. De hafttijd is de tijd van de eendagsvliegen. Een hafiz kent de Koran uit zijn hoofd. De haflinger is een ponyras. Bij de joden is de haftara (meervoud: haftarot) de lezing uit de Profeten (de kleine en de grote, de vroege en de late), volgend op de lezing uit de Thora. In de Hagedis [sterrenbeeld] herken je de hagedissenstaart. Hij schoot met bismuthagel [Bi]. Een hagelkorrel aan het oog is een strontje. Met silicose heb je een hagelkorrellong. Een hagenaar [homo, duif] kan op een hagenaar [bootje] varen, maar ook erop schijten. Haggis is een Schots nationaal gerecht. Hagiografie is de beschrijving van heiligenlevens. Het Hagois is deftig Haags. Een halvemaantje is een croissant.

 


2688 Dictee zondag 24-04-2022 (2) – dictee Wekelijkse dicteetest 203 RL √

Dictee – dictees [2688]

Wekelijkse dicteetest 203 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?

Oplossingen: hieronder!

 

Bron: Oefendictee (oud) 703


1. De afkorting van …………. is …………...

a. hectopascal                                   hPa

b. hecto-Pascal                                 HPA

c. Hectopascal                                  hpa

2. Hij pochte met zijn ……….. en …………...

a. jansteenkan                                   jakobakannetje

b. Jan Steenkan                                jakobakannetje

c. Jan Steenkan                                jacobakannetje

3. Met …………. duiden we …………. aan.

a. van der Hummes                           Dinges

b. van der Hummes                           dinges

c. Van der Hummes                           dinges

4. ………… zijn …………... Nederlanders.

a. HWN’ers                          hardwerkende

b. Hwn'ers                            hard werkende

c. hwn'ers                             hard werkende

5. ………… komt van planten uit de …………...

a. Hyosciamine                       nachtschadenfamilie

b. Hyosciamine                       nachtschadefamilie

c. Hiosciamine                        nachtschadefamilie

6. Leg uit het verschil tussen een ………….. en een ……………...

a. bergmanniaan                         nietscheaan

b. bergmaniaan                           nietzscheaan

c. bergmanniaan                         nietzscheaan

7. Een ………… is een …………....

a. IBS                                inbewaringstelling

b. IBS                                in bewaring stelling

c. ibs                                  inbewaringstelling

8. ………….. is identiek aan ………………..

a. Op-en-top                         op end' op

b. Op en top                          op end' op

c. Op-en-top                         op-end'-op

9. Kan ik jouw …………… krijgen?

a. privé-emailadres

b. privéemailadres

c. privé-e-mailadres

10. De ………. vond de ……….. (houtkoolschets) maar niets.

a. kiebitser                                     fuzain

b. kiebitzer                                     fuzain

c. kiebitzer                                     fusain


Oplossingen [203]: zie hieronder.


--------------------------------------------------------------------


Oplossingen [203]

1a 2a 3c 4a 5b 6b 7c 8a 9c 10c


Contact: leentfaarrein@gmail.com


donderdag 21 april 2022

2687 Dictee zondag 24-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (553) √

Dictee – dictees [2687]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 304, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (553)

1. De afkorting van hectare is ha [uitspraak: voluit], die van Heilig Avondmaal H.A. [uitspraak: voluit]. De kinderen die je zoekt, zitten op de haagschool [ze spijbelen]. Ze aten haaienvinnensoep, ze verzamelden haaientanden. Een haarfollikel is een haarzakje. Een haflinger is een paard, hafnium [Hf – uitspraak: voluit, 72] is een chemisch element. Het hakbijlcomité is een typisch Belgisch-Nederlands orgaan [snoeien, hakken in de begrotingen van de ministeries]. Een huis-aan-huisblad (afkorting: h.a.h.-bladuitspraak: voluit) wordt huis aan huis bezorgd. Een hoya is een altijdgroene wasplant. De swastika is het hakenkruis, embleem van de Duitse nationaalsocialistische partij.

2. Een hakkenei is een telganger, vroeger meest damespaard. Een extirpator is een hakploeg (die voetbalt niet). Een halbstarke is een nozem. Heeft Onze-Lieve-Heer hem gehaald? Halen en betalen is cash-and-carry. Zelfs al heb je al achttienenhalve kilo verspeeld: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Halfambtelijk is semiofficieel. Halfbeschaafde volken leven met halfbegrepen wijsheden. Wat zijn halfgestevelde [= halfwitbeen, bnw.] paarden ? De halfnomaden trokken halfnaakt rond. Een halfreliëf is een demi-reliëf. Het halfsteens muurtje was het resultaat van halfsteensmetselwerk. Halfverheven is bas-reliëf. Wantsen behoren tot de halfvleugeligen.

3. De tafel was met halfzijden damast gedekt. Op de veiling wint de hoogstbiedende. Hij vertrok halsoverkop, halje travalje. Het grote hallel omvat een aantal psalmen. Hallali is een jagerskreet. De hallelujabrigade is het Leger des Heils [LdH]. Een hallenkerk is een zekere gotische kerk, een hallentoren is een belfort. Je hallux (meervoud: halluces) is je grote teen. Wat heeft een
halogeen-zilververbinding met het halo-effect te maken? Niets. Een foulard is een halsdoek. Na een whiplash moet je meestal een halskraag dragen. Een halskwab bij rundvee is een kossem.

4. Er is een Australisch wier dat Venus' halssnoer heet. In Nederland staat Halt voor Het Alternatief. Zegt dat genoeg? Nou, vooruit dan: een Halt-bureau regelt alternatieve straffen voor jeugdigen tot 18 jaar. Wilt u hen mijnerzijds, mijnenthalve, groeten? Een hamada is een rotswoestijn, een hamadryade een bosnimf. Een hamam is een oosters badhuis, een hamamelis een toverhazelaar. Het vreugdebetoon over de ondergang van een belager of tegenstander, een hamansfeest, is genoemd naar een synoniem van Poerim (Hamansfeest – Haman wilde alle achtergebleven Joden laten doden, maar werd zelf opgehangen). Als je hamansoren eet, nuttig je kiesjeliesj. Een Kaapse hamel is een albatros. Met een bouchardeerhamer (bouchardhamer) bewerk je natuursteen en beton. De Poolse hamer is een soort van hamerschelp, de hamer van Thor is het tongbeen van schapen. Hou nou eens op met dat voortdurend hak(ke)takken!

5. Een halfcast is een halfbloed. In die halfpipe kun je skateboarden. Geeft een halfstamboom alleen de genealogie van vaders- of moederszijde? Nee, gewoon een boom! Een halofyt gedijt op sterk zouthoudende grond. Halitose is onwelriekende adem: een colgateglimlach kan die niet verhullen. Halloumi is kaas van Cyprus. In een tabagie kon het publiek tabak komen roken. Vliedbergen vond je vooral in Zeeland. Je kunt er een zwanenmeer mee vullen: de Agrippijnse zwaan (Vondel), de Mantuaanse zwaan (Vergilius), de Thebaanse zwaan (Pindarus), de zwaan van Avon (Shakespeare), de zwaan van Vaucluse (Petrarca) en de zwaan van Kamerijk (Fénelon).

6. Een joppie is een licht karweitje. Karel zal wel weer Joppie zijn [het kind van de rekening, slecht wegkomen]. Bij Sail Amsterdam mochten ook allerlei pieremachocheltjes van bootjes meevaren. Pak jij de fondueset [znw., bij ww. ook: fonduset] even, dan gaan we fonduen. Of wil je liever barbecueën? Een hamergravure is een stippelgravure (opus mallei). Ze speelden hamertje-tik. De (c)hamieten maken deel uit van een hoofdzakelijk in Afrika aangetroffen, niet-zwart mensenras. Dat spreekt de (c)hamitische talen. Doe mij maar een ham-kaaspannenkoek. Een karavanserai is een Turkse herberg voor karavanen. De meeste inwoners van China zijn Han-Chinezen. De ene dienst is de andere waard (de ene hand wast de andere): manus manum lavat. Je moet meneer niet je linker-, maar je rechterhand geven. De voetballer had een goede linker [voet om te spelen, schieten]. Ter hand stellen [terhandstelling] leidt tot ter hand nemen [terhandneming].

7. Anders gezegd: een terhandstelling leidt tot een terhandneming. Het bijdehandste bijdehandje (dat bijdehante(!) knulletje) nam het paardje bij de hand. Bij het paartje dat hand in hand liep gingen geestelijke armoede en geldgebrek vaak samen. De patiënt was onder doktershanden en dus in goede handen. Bij korfbal kun je onderhands schieten, als je tenminste onderdehand niet verdedigd bent. Dat verdedigen moet je tegenstander dan wel onder de knie hebben. De ophanden zijnde bruiloft kwam snel naderbij. Zonder auto ben ik behoorlijk onthand. Ik ben geen rentenier, ik wil iets omhanden hebben. In het magazijn was nog genoeg voorhanden. Hij moest nog zijn hand tekenen/zetten [= ondertekenen]. Uit de losse hand tekenen is iets anders dan handtekenen [bv. onder contract, ook: lijntekenen]. Geef elkaar de vijf.

8. Bij doofstommen gebruik je het hand-abc [gebarentaal]. Een handboussole is een geologenkompas. De handclap gebeurde op maat. Een handdik brood is een hand dik (een handdikte groot). Handdoekdroog van hoofdhaar is met een handdoek zover gedroogd dat het verder gestyled (ww.: stylen) kan worden. Een stylobaat is een zuilenstoel en een styliet een pilaarheilige. Met een stylus bedien je een palmtop. Zijn hiervan tweeërhande of vierderhande soorten? De breedbladige orchis wordt ook handekenskruid genoemd. Vrouwen bloot, handel dood [bij warm weer minder omzet]. Iemands gedragingen (handel en wandel) zijn diens faits et gestes. Boeken die hors commerce zijn, zijn niet in de handel. Kooplieden doen aan handeldrijven, ze zijn handeldrijvend. Handelingen der Apostelen is de titel van het vijfde boek van het N.T. [Nieuwe Testament].

9. De Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden zorgvuldig opgesteld. De handelsattachee en de militair attachee vormden een lesbisch stel. Coulance kan de usance doorbreken. Een handelsreiziger is een commis-voyageur. Geldt dit handelstraktaat nog steeds? Handenwrijven is zich verkneukelen. Wil jij wat
hand-en-spandiensten voor me verrichten? Bij het schaatsen werkte men nog met handgeklokte tijden. Handgranaatwerpen is handgranaten werpen als militaire sport. Je-m'en-foutisme is onverschilligheid. De Grondwet moet gehandhaafd worden. 'Ik zal handhaven' staat ook bekend als 'Je maintiendrai.' [J.M.]. Een handhei (= kees) en een trekhei worden door mankracht bediend [heien, heiblok]. Een handsfree mobieltje is geen handheld dito. Slechts een handjevol intimi was uitgenodigd. Handjeklap spelen is loven en bieden.

10. Jicht in de handen is chiragra [voet: podagra, pootje]. Hij was een kei in handje- en voetjevrijen. Handkijkerij is chiromantie. Castagnetten zijn handkleppers. Een handlangster is een complice en een handlanger een trawant. Een hand-out is een samenvatting of begeleidende tekst op papier die bij een lezing of toespraak wordt uitgereikt. De bijdehante jongen begeleidde het bijdehandse paard. Een gonfleur is een handpomp. Hij is maar hands-on aan de slag gegaan. Codicologie (codex is boek) is handschriftkunde. Geef u gevangen, geef u over, hands up! Een schoothondje is een dwerghondje dat in een handtas vervoerd kan worden, zoals een chihuahua of dwergpincher. De carpus is de handwortel [denk aan: carpaletunnelsyndroom], handy's zijn mobieltjes. Hoe leer je de hanenpas? Pied-de-poule is een tweekleurig weefsel met dambordeffect (hanenvoet).

11. Ook de hangbejaarden claimden een hangcontainer. Er moet en zal een schuldige zijn: Barbertje moet hangen. De hangende tuinen van Babylon en van Semiramis zijn wereldwonderen. Hangende het proces (lite pendente) wachten we rustig af. Het hang-en-sluitwerk is maar zozo. Hanggliden is deltavliegen. Een hanging basket is een hangmand. De hang-legkast zat stampvol, boordevol. Een hang-out is een horecagelegenheid waar gelijkgestemden elkaar ontmoeten, een hang-up is een kwestie waar iemand altijd direct negatief en emotioneel op reageert. Hanja is de Koreaanse naam voor het Chinese karakterschrift waarin het Koreaans geschreven wordt. De hanneser was een schele hannes [doet aan hannesen]. Mettertijd komt Hannes in het wammes. Dicteewoorden gezocht? Noteer maar:
hans-en-grietjehuis, hansje-in-de-kelder, hansje-mijn-knecht en
hansje-sokken.

 


woensdag 20 april 2022

2686 Dictee zaterdag 23-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (552) √

Dictee – dictees [2686]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 305, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (552)

Het Maleis(e) dictee

1. Een wouwou is een zilvergibbon. Een warong keliling is een venter die met Indische producten en specerijen periodiek langsgaat bij Indische mensen. Een warong (warung) is een open levensbehoeftenwinkel, die in 's mensen behoeftepatroon voorziet. De waringin is de wurgvijg. Wadjans (GB, VD ook: wadjangs) zijn wokken. Een vuurberg (goenoeng api) is een vulkaan. Voor tjoema komen is voor niets, tevergeefs. Troeboek is Indische kaviaar. De tripang behoort tot de klasse van de zeekomkommers. Trassi is een gefermenteerde garnalenpasta. Een totok is in Indië een volbloed Nederlander. Topengs zijn maskers. De tongtong is in Indië een hangend blok hout of gong waarop de uren en seinen geslagen worden. Tombak is rood messing (emailbrons). Tokehs zijn gekko's. Een toetoep is een hoog gesloten jasje met stijf opstaande boord. Een toekang is een ambachtsman. De inheemse bevolking noemde de gouverneur-generaal toean besar. Toeak is een soort van palmwijn. De tjitjak is een kleine hagedis (op muur of plafon(d) zoals de huisgekko). Tjandoe is bereide opium. De tjabé (lombok) is de lange Spaanse peper.

2. Een tikar is een matje en tidoren is slapen, een dutje doen. De tempo doeloe is de goeie ouwe tijd. De teledoe is de Indische stinkdas. De tegal(an) is een hooggelegen, niet-bevloeid, niet-geterrasseerd bouwland (ook: ladang, een droog rijstveld dus) niet te verwarren met de sawa (een nat rijstveld). Een tani is een landbouwer, een tandoe een soort van draagstoel. De tandak is een soort van Javaanse dans met betaalde dansmeisjes. Een tambangan is een pont. Tali rami is touw van rameevezels. Tahoe (tofoe) is een soort gestremde kaas van gemalen sojabonen. De taël is een vroegere Chinese munt. Nou, tabee hoor! Een stamboeltroep was een reizend gezelschap van toneelspelers in Europese opera's. Een soempia is een gerecht bestaande uit twee kleine loempiaatjes. Een soerat is een brief. Dat gaf veel soesa. Een sobat is een vriend, soebatten is vleiend vragen. Een slametan is een door gebed voorafgegane maaltijd bij een dankfeest. Een sjappietouwer is een baliekluiver.

3. Sirih is een genotmiddel, dat gekauwd wordt. Sirammen is quasi douchen. Een singkè is een uit China geëmigreerde Chinees. Een sero is een staketsel van bamboe in V-vorm voor de visvangst op zee. [vgl. zero tolerance] De sereh is het citroengras. De sedekah is een islamitisch godsdienstig offermaal. Hoewel ze me voor serani [tot christendom bekeerde moslim] uitscholden, voelde ik me toch senang. Sawoe-manila's zijn sapotillebomen. Ze waren gehuld in sarong en kabaai (kabaja). Wil je sambal badjak of sambal oelek? Bevat sajoer lodeh ook sajoeran kering? Een ronggeng is een inheems dansmeisje, een romusha een door Soekarno aan de jappen (Japanse bezetters) uitgeleverde Indonesische (dwang)arbeider (waarvan er honderdduizenden door moord, ontbering, uitbuiting en slechte verzorging zijn omgekomen) en roedjak is een vruchtensalade met zoetzuur en een heet gekruide (= pedis) saus (overheerlijk!). De Maleisische munteenheid is de ringgit [MYR – Malaysia]. De rebab is een soort van tweesnarige viool. De rasamala is een tot 60 meter hoge loofboom van de toverhazelaarfamilie. Een randjau is een soort van voetangel van aangepunte bamboestokken. De ramboetan is een zekere vrucht. Een pondok is een vakantieoptrekje in de bergen. Een poesaka is een erfstuk. Poeasa [normaal: kleine letter!] is de Maleisische benaming voor het islamitische vasten gedurende de maand ramadan. Planplan is zachtjesaan.

4. Een petinggi is een hoofdman (dorpshoofd). Het adjectief pedis staat voor heet. Een patjakker is een fielt. Een pasar dalam is een overdekte markt, een pasar malam een nachtmarkt. Een pangolin is een schubdier. Is dat niet jouw pakkie-an? 'Padie snijden' slaat op rijst te velde of in de aren. Uit de oepasboom wordt pijlgif gewonnen. Een njonja is een Europese of Chinese gehuwde vrouw. Een nipa is een stamloze moeraspalm. Een nangka levert jackfruit. Moesjawara zijn eindeloze beraadslagingen. Een moesang is een koffierat. Een mesigit (missigit) is een moskee (ook: mesdjid). Merbau en meranti zijn houtsoorten. Een melati is een klein wit bloempje met sterke jasmijngeur. De merdeka [èh] is de bevrijding van Indonesië van de koloniale overheersing. Mardijkers [normaal: kleine letter!] zijn van buiten de Indonesische archipel aldaar ingevoerde en later vrijgelaten slaven en hun afstammelingen. In ketjap manis betekent het laatste woord zoet. Mandiën is een douche nemen, met name door met een schepemmertje (gajoeng) water uit de mandiebak over zich heen te scheppen.

5. In Maleisië spreken ze Maleis(isch). Mabok is dronken. Lorre is de naam waarmee men papegaaien aanspreekt. De lori (loeri) is een papegaaiachtige vogel. Lontong is een Indonesisch gerecht bestaande uit compacte rijstblokjes. Een loerah is een dorpshoofd op Java. Een limquat is een dwergcitroentje, nauw verwant aan de kumquat [oe]. Een lempir is een geprepareerd lontarpalmblad. De lahar is een modderstroom bij een vulkaanuitbarsting. Kwee(kwee) is de benaming voor allerlei gebakjes. Krontjong is Indonesische muziek, waarin inheemse en westerse elementen vermengd zijn. Kroepoek koelit is gemaakt van stukjes onderhuid van buffel. Een kramat is een heilig graf of heilige plaats waarvan een wonderdadige kracht uitgaat. Een kongsi is een club, kliek, die gemeenschappelijk voordeel wil behalen. De koempoelan is een bijeenkomst (zoals de jaarlijkse van scoutingleiders en -leidsters). Een klontong is een Chinese marskramer. Een klewang is een wapen (een sabel). Een klamboe is een muskietennet. Kirakira is ongeveer. Ketoembar is gemalen koriander. De ketjoeboeng behoort tot het geslacht van de doornappels. De ketella is de cassave. Ketan is kleefrijst, een kebon is een tuin.

6. Kasuarissen vormen een familie van loopvogels. Met 'kassian Karel' druk je medelijden met hem uit. Een kantjil is een dwerghert, een karbouw een tamme buffel. Een kalong is een vliegende hond. Een kaketoe is een papegaaiachtige. Hè jakkes, hij loopt op blote kakkies. Kajapoet(ih)olie (uit het Maleis: kayu (hout) en putih (wit)) wordt voor allerlei kwalen gebruikt. De kaïn pandjang is een Javaans kledingstuk. Kaïn kembangan is gebloemd doek. De jonk is een Chinees koopvaardij- en oorlogsschip. Ikat is een van huis uit Maleis weefsel. Ikan bali is een Indonesisch visgerecht van makreel met een sambalsaus. Witte guttapercha wordt gebruikt voor de fabricage van golfballen. Gonje is uit Indische hennep geweven grove stof. Zowel plant als vezels van jute worden goeni genoemd. Goenagoena zijn tovermiddelen, ten goede of ten kwade. Een gobang was een 2½ centstuk (twee-en-een-halvecentstuk). Een glatik is een rijstvogel. Een gebang is een soort van waaierpalm. Garoe is bij de apotheker de fijngestampte bast van de garoeboom. Een gamelan is een stel muziekinstrumenten respectievelijk orkest der Javanen. Het gambir is een Aziatisch heestergewas. Een gaga is een hoog, niet-geïrrigeerd rijstveld. Gadogado is een Indonesisch gerecht van koude, gemengde, merendeels gestoomde groenten met warme pindasaus.

7. Emping is kroepoek van de vrucht van de belindjoe. Een doesoen is een desa, een dorp. Een doerian is een romige vrucht in een grote stekelige schil met dorens [doorns], gehaat door zijn stank en aanbeden voor zijn smaak. Een doekoen is een medicijnman of een vroedvrouw. Een djoeroetoelis is een inheemse schrijver (klerk). Een djimat is een talisman (amulet). Uit de djarak, een kleine boom, wordt wonderolie verkregen. Een djamboe bidji is een guave. Djahé is gember(poeder). Dajakkers (Dajaks, Daya's) leven op Borneo. Brem is een soort van arak uit gegiste, gekookte rijst. Boreh is welriekende gele zalf van kurkuma. Boemboeboemboe zijn specerijen gebruikt in de Indische keuken. Een Boeginees woont op Zuidwest-Sulawesi of daaromtrent. Een boeaja is een zeekrokodil. De blimbing is een zoete tot lichtzure vrucht (carambola, starfruit, sterfruit – en opvallende versieringen noem je blingbling). Een bintoerong is een steenmarter. Het is betoel (werkelijk) waar. Beriberi is een endemische ziekte (tekort aan vitamine B1).

8. Bedakken is zich met bedak (wit geparfumeerd rijstpoeder, als blanketsel gebruikt) poederen. Een bébé is een lange, wijde jurk (huisdracht in voormalig Nederlands-Indië). Zij droeg een batikovergooier [GB, VD ook: batik overgooier]. Een bandjir (banjir) is een plotseling opkomend hoogwater (hoogtij, GB in toelichting ook: hoog water) in een rivier, watervloed, ten gevolge van zware regens. Een balebale [aa, ee, mv.: balebale's] is een rustbank van hout of bamboe. Een badjoe is een baadje. De badjing is het Javaans eekhoorntje, de klapperrat. Een badak is een neushoorn. Een baboe is een oppasster. Een babiroesa is een hertzwijn. De asam is de tamarinde. Zoek op wat atjar ikan [in zuur ingelegde vis], atjar bamboe [in azijn ingelegde bamboespruiten] en atjar tjampoer [mixed pickles] zijn. Arak is rijstbrandewijn. De aniani is het padiemesje (rijstmesje). Een aloenaloen was een ruim vierkant grasplein voor de woningen van de regenten en hoofden op Java. Alangalang is een grassoort. Agaragar is gedroogd zeewier. Adat is gewoonte (traditie).