Eerste Oosterwolds Dictee 2019
Any resemblance with existing persons is purely coincidental ...
De Specialisten moesten de vette, rode woorden invullen, de Liefhebbers de onderstreepte, rode. De invulitems voor beide groepen zijn vet, onderstreept en rood! Het commentaar is blauw. Bij botsende kleuren gebruik ik groen ...
De Geest van Oosterwold (auteur: Bob van Dijk)
1. Word je ook zo tureluurs van Maarten van Rossem? Hij heeft er echt geen mallemoer van begrepen, laatst op tv [GB, VD ook: teevee ook goed!; tv'tje. teeveetje]. Werkt heel Oosterwold zich de pleuris [van: longontsteking, pleuritis] om de kleiige kleigrond te frezen teneinde er nutsgewassen [zie ook einde alinea 6!] te telen, komt deze vileine oud-hoogleraar zaniken dat al die
huis-tuin-en-keukenlandbouw maar aangeprate quatsch [onzin] is ... Laat hem zelf maar eens komen proeven hoe verrukkelijk eigengekweekte sperziebonen en kapucijners je smaakpapillen vleien. Njamnjam [ook: jammie, nomnom]! Of trakteren we deze punaisepoetser liever op rattenkruit [gif, rattenkruid is een plant: de wilde munt], verstopt in vrije-uitloopeieren van barnevelders? Nee toch zeker: in de geest van Oosterwold zijn we absoluut niet wraakzuchtig.
2. Eenkennig zijn we evenmin. We groeten elkaar op straat met houdoe, moi of goeiemoggel; we komen immers uit alle windstreken in deze metropool. We wisselen pallets [laadbord, misschien zouden pellets, bolletjes ook wel kunnen ...] en bahco's [Engelse sleutel] uit en kopen gezamenlijk ducttape [sterk textielplakband] en tiewraps [kabelbinder] in. Maar vooral raad en daad zijn een gewild ruilobject.
3. Klassenverschil kennen we ook niet in de geest van Oosterwold. Of je nu een idealistische bohemien bent, of een gesettelde, chablis sippende [los, vergelijk: wijn drinkende; wijndrinker en chablissipper moeten aan elkaar – samenstelling van twee znw.] Bussumer: als je maar open-minded en groenhartig ingesteld bent. Eerstgenoemde (dat hipstertiepje – ook typeje, typetje) zal enkele jaren als kamper [strijder, woonwagenbewoner] in een joert [yurta –
4. De ander (die van dat oesterwater [chablis dus – wijn bij oesters!]) zal zich engageren bij [= in dienst treden] een kant-en-klaarprojectontwikkelaar, zonder dat hij ook maar enig benul heeft van shovel of kwartiers gezaagd [vgl. bv. zeskant bezaagd] Siberisch larikshout. Bouwvakkersdecolletés [bildecolleté bij afgezakte broek] gaan al helemaal aan zo iemand voorbij. Maar moestuinieren en stadslandbouwen, manu propria, zal hij evengoed moeten, voor de volle vijftig kavelprocent van zijn terroir [grond, bodem i.t.t. gewassen erop]. Wieden dus, die onkruidentuin! In al zijn Gooise godloochening gelooft hij nu toch maar in de biddag voor gewas en arbeid. Dat wordt volgend jaar zeker en vast [BE, NL: vast en zeker] een massagebed ['massa-gebed', niet: 'massage-bed'] in Oosterwold!
5. Bij de geest van Oosterwold horen dus groene vingers. Behalve het kweken van gewoon spul als siepels [ui] voor in de Russische rodebietensoep (borsjtsjsjalotjes = ui dus) en snijprei [bieslook] voor in een mooie lampreipastei, neigt men alras tot exoten en vergetengroentesoorten zoals quinoa, brave hendrik [plant] en vlasdodder [ook: vlasdotter = huttentut], voor de fabricage van huttentutolie. De auteur van dit apekooldictee heeft zelfs een hele plantage met keukenmeidenverdriet oftewel schorseneren van het type Russische niet-schieter [VD, Wiki: Bob van Dijk]. En hoe weer je te veel zonnewarmte? Niet met een prieel of dakplatanen, maar met leivijgen (want eetbaar!).
6. De geest van Oosterwold vereist ook dierenliefde. Daarom hebben velen van ons kiekens, van lakenvelders en brahmapoetrakippen tot wipkippen. Althans: zolang het vossenbeest Reinaert zich maar gedeisd houdt. Anderen houden weliswaar scharrelvarkentjes, maar vertonen op het uur U slachtvrees en durven er dan geen babi pangang met szechuanpeper meer van te maken. Soort van spaarvarkens dus. Slakken in de kassalade ['kas-salade' en niet 'kassa-lade'!] liquideren we niet met bockbier of slakkenkruit [hier: gif!, slakkenkruid – internet is een 1-jarige plant!], maar verwijzen we vriendelijk door naar "Grand Hôtel Escargot". We plaatsen perkoenpalen [ook: perkoen] met dwarse zitstok, als hangplek voor de majestueuze huisbuizerds en haviken, en we zijn idolaat van de kukelekuende haan en de iaënde ezel. Met akkerbloemen plezieren we jotavlinders, gamma-uilen en andere gevlinderden. Sommigen nemen schaapjes in een kuddetje, compleet met belhamel en ramlam [mannelijk lam], liefst van een bizarre soort zoals grimmelkop [schaap] of smoddekop [schaap. smodde + n = slabbetje]. Zolang het maar nuts heet [Niet in wdb.; bedoeld zijn samenstellingen: ik zou nuts- schrijven].
7. Hoe verlicht de geest van Oosterwold ook is, na de twilightzone [schemer] verdraagt hij slechts weinig licht. Bij de deemstering [schemering] daalt de rust neer over onze serene [helder, kalm] enclave [stuk grond van iemand, geheel omgeven door grondgebied van een andere eigenaar, ook: staat], de kippen gaan volautomatisch op stok, Moeder Natuur wil slapen. Dan hangen wij dus geen felle floodlights [spreidlicht] aan onze gevels, ook al zijn het duurzame, gerecyclede ledlampen [led = letterwoord: light emitting diode]. Illuminatie met talloze polychrome [veelkleurig] peertjes in een slinger? Oké [ook: OK], maar alleen op hoogtijdagen. Jouw hof van Eden [= een waar Eden = lustoord, Bijbels paradijs: Hof van Eden – let op, GB: een eden = een lustoord] massaal uitlichten? Nee dus asjeblief [zo voorgelezen, VD]! Uiteraard vormen aed's [hartstarter, automatische externe defibrillator] en autoaccuoplaadpalen met hun groene lampjes een uitzondering
8. Welaan. We gaan een eind breien aan deze overspannen woordenbrij.
9. Het is – nu, in dit verhaal – laat op de avond; het openhaardhout in de open haard smeult. De oehoes en vleermuizen kijken toe hoe de witte wieven in de nevelvelden dansen met De Geest van Oosterwold. Van wat ze zien raken ze in blijgeestige geestvervoering: autarkische [zelfvoorzienend, autarchisch = met zelfbestuur] duurzaamheid, cradle-to-cradle [producten waarvan de onderdelen later herbruikbaar zijn], en grotestadsyuppen die ineens boerderijjongens [geen klinkerbotsing, want de j is geen klinker] worden met zeisen en strekels [om te slijpen, ook: strijkstok] in plaats van maairobots. Verdraagzaamheid alom, met als motto: "Wie goeddoet, goed ontmoet" [met aanhalingstekens W, anders w].
10. De Geest van Oosterwold is ten enenmale in- en intevreden. Nu bedilgeest Maarten van Rossem nog overtuigen. Moest maar eens van gedachten wisselen met Redmond O'Hanlon, eerst ook een non-believer [overtuigd dat iets niet waar is of niet bestaat]. Want duurzaam zal-ie [VD lemma 'ie' 3:
dat-ie en dus ook: zal-ie, maar ook zal ie is goed gerekend, zie bv. bij lemma 'hij' 1: wat moet ie?] worden, die brombeer!
11. Amen, pluk bramen.
Shoot-out Liefhebbers
1. eega
2. appel [uitgesproken met è]