Dictee - dictees [1714]
[Oud] Oefendictee november 2017 (3)
1.
Myelinisatie is mergrijping en demyelinisatie (bijv.
als gevolg van MS,
multiple sclerose) is
verlies van myeline. Je zult daarover wel de pee (de
p, de pest) inhebben. Je moet de kraan dichtdraaien en de deur
dichthouden. Zie dat maar als een vingerwijzing Gods (betekenisvol
toeval): die Kraniche von Ibykus [ballade
van Schiller]. Hij is de dienstdoende (afko: dd.) portier. De
di-ethylether [vloeistof, narcoticum, oplosmiddel]
is geen diëlektricum [niet-geleidende stof].
Het schip zou ten slotte de dieperik in gaan. Die diëtistes hebben een diëtistenopleiding (!) gevolgd.
Diervormig is theriomorf. Wil je mayonaise of dijonmosterd? Het diocees is de
diocese [bisdom]. Hun directmarketingconcept
mag er zijn. Hun dienst na verkoop [klantenservice]
staat wijd en zijd goed bekend. Past de inhoud van die discman [draagbare cd-speler met koptelefoon] wel op één
diskette [ouderwets opslagmedium: floppy(disk)]? Jammer, dat
hij aan schizofrenie, DPS, het disfunctioneleperceptiesyndroom lijdt! De diss [dissrap
– gericht tegen iemand met disrecpect] pakte hem heel hard aan. De (d)jaran kepang is een Javaanse dans, waarbij men
letterlijk stokpaarden berijdt.
2. Een jubee [zangkoor, oksaal]
vind je in een kerk. Bij het dominoën kan een domino-effect optreden. Een doño
is een eigenaar. Dat is typisch een dotcom(bedrijf)
[handel en dienstverlening via internet].
Hoe staat de Dow-Jones(index) [zekere
beursindex New York] ervoor? Hij klopte aan dovemans deur: dat was voor
dovemansoren gezegd. Deze vlakte wordt gedozerd [bulldozeren,
egaliseren]. Down-under [Australië, etc.] in de downtown [binnenstad] kwam hij weer
down-to-earth [met beide benen op de grond].
Door de stroomstoring was de downtime [tijd dat
apparaat het niet doet] ruim twee uur. Uit het draai-kiepraam wapperde
de vlag. Op de Antillen is een dradu een dorade, een goudmakreel. Een drakar is
een Vikingschip. Op drie promille (drie duizendste)
na was hij de drieduizendste bezoeker. Met Driekoningen wordt het
driekoningenfeest gevierd. Een drijfveer drijft niet (of
juist wel). Wat is nou toch een drive-thrucambio ['erdoorheen' rijden zoals bij McDonald's]? De
drop-out [mislukkeling] staarde naar het
dropdownmenu [op beeldscherm, (af)rolmenu, dropdown].
Hij is gek van drum-'n-bass, rock-'n-roll en rhythm-and-blues. Fameuze dicteewoorden: dumbbell
[gewichtheffen: korte halter met gewichten] en
ducttape [waterdicht plakband van textiel].
Waar is die dyogofles [literfles voor of met bier]:
we nemen er nog één. Een dyslect lijdt aan dyslexie [woord-
of leesblindheid]. Dyompofutu is een hinkelspel. Dyugudyugu is drukte (ophef). Dyul is een kinderspel in SR.
3. De zony is een kruising van een zebra en een pony. VD
geeft 17.223 treffers (nov 2017 – aug 2019: 17.641)
op *ie. Daar beginnen we niet aan. Op *y zijn er 923 [2019:
944] treffers; een (kleine) selectie:
acetoxy en alkoxy [beide chemie], ariary (MGA, munt Madagaskar), arty [pretentieus kunstzinnig], asset-backed security [effect, gedekt door activa], baby, bitchy [kattig], tv-celebrity [celeb],
bluesy [bluesachtig, melancholiek], bobby (politieagent, bobbies en harries zijn ook borsten),
brouilly (zekere beaujolais), burberry (ruitjespatroon), by en BY (internet en landcode Wit-Rusland), catchy [goed in gehoor liggend], cattery [kattenfokkerij], caddy
(lade voor het schijfje in een
cd-speler; caddie o.a. bij golf), hr-consultancy [human resources], classy [klasse,
stijl hebbend], CNY (munt China, renminbi yuan), comfy [comfortabel],
cosy [znw. theemuts, bnw. knus en gezellig],
creepy [eng], crispy [knapperig], crunchy [knapperig], curvy (weelderig),
dinghy (boot), dobby (stofnaam), dory (open roeiboot),
DY (op motorrijtuigen: vroegere naam van Benin),
hotseknotsderby, nepwhisky (Schotland, Canada),
fancy [bnw. elegant en modieus], fantasy [kunststijl], fishy [moreel
onzindelijk, met een luchtje], flashy [flitsend],
fluffy [donzig, luchtig], folky [als folkmuziek], folly [bouwsel
als ornament, folie], foxy [jongerentaal:
aantrekkelijk], freaky [bizar], funky
[sterk ritmisch, bruisend, opwindend], fuzzy
[vaag], gentry [lage
adelstand Engeland], gipsy [zigeuner],
Grammy (award), granny (smith) – grannysmithappel, groovy [als van groove, muziek] en grungy [als van grunge, muziek].
4, Verder: guppy [gup = ook
troetelnaam voor klein iemand, missionarisvisje, miljoenvisje – levendbarend
tandkarpertje en aquariumvisje uit tropisch Midden- en Zuid-Amerika],
handy (mobiel), heely (sportschoen), hoody (sweater),
horny (geil), jansky (eenheid radiostraling Jy), jiffy(bag)
– enveloppe, juicy [sappig], kinky [enigszins pervers], kitschy [kitscherig], lammy(coat)
– bontjas, bont aan binnenkant, mouton retourné, lolly, lollipopparty –
erotisch feest, 'likpartij', löyly [opgieting],
lucky [met geluk], mangabey (hondaap),
medley [potpourri], monopoly [spel], mooiboy (zelfbewust
knappe en verzorgde jongeman), navy (marineblauw),
nerdy [wereldvreemd], ney (bamboefluit), nifty [handig,
slim, met aantrekkelijk uiterlijk], nifty fifty [basket met 50 aandelen New York], paddy (spotnaam Ier), poppy [muziek:
populair en commercieel], preppy [tienerkleding:
chique, privéscholen], punky [punk – muziek – betreffend],
een puppy (hondenjong), pushy [dwingend], qaly (! – quality-adjusted life years), racy [snel, gestroomlijnd], rootsy [muziek: teruggrijpend op het verleden], rowdy [jongeman, in openbaar agressief], ruby [rode port], rummy (en:
rummikub – spel), segway [soort elektrische
step], shabby [sjofel, armoedig, haveloos],
shaky [rillerig, bibberig], shimmy [societydans met ragtimekarakter, ook: heftig trillen stuur
van auto], shitty [lullig, waardeloos,
slecht], shorty [korte onderbroek zonder
pijpen, wetsuit], showy [opzichtig],
sissy [homo, slappeling], slinky [speelgoed: loopveer], smexy (smart en sexy), sneaky [gluiperig,
uitgekookt], snobby (snobbish, snobistisch),
speedy [opgefokt, high], spooky [griezelig, eng], steamy [zeer
hartstochtelijk], stoppy [achterwiel in de
lucht – wheelie = voorwiel dito], stressy [stresserend],
tabby (cyperse kat), het teddy [stof als waarvan teddyberen gemaakt zijn, een bontimitatie],
tipsy [aangeschoten], toddy [koude grog], tommy (Britse
soldaat), tory (vs. whig – parlement Engeland),
touchy [prikkelbaar, lichtgeraakt], trashy [waardeloos], trendy [eigentijds,
modieus], tricky [listig, sluw, getruukt],
trippy [een kick gevend], wherry (sportroeiboot), whiskey (Ierland,
Amerika) en zloty (munteenheid Polen – PLN).