Dictee - dictees [1710]
[Oud] Oefendictee september 2017 (17)
1. Een kenau zou je een bataaf kunnen noemen (of: een virago, dragonder, gendarme, kurassier, man(netjes)wijf, mannin,
driedekker). Een batengel is een liggende gamander [plant]. Tria juncta in uno: drie in een, een
drie-eenheid. De bathyale zone loopt van 200 tot 3000 m onder de zeespiegel. In
de Provence kun je schuilen in een borie [schuilplaats
bij slecht weer]. Trommelen? Zoek op '*trom*': handtrommel (handtrom), kaardtrommel [cilinder
met kaarden = haken!], luchttrommel [bij
brandspuiten, of n.a.v. plastic soep ook: luchtrommel?], apinti of pinti
[percussie-instrument bij kaseko], bendir [Noord-Afrikaanse handtrommel] of lijsttrommel,
bobine (voor platte kabel), bodhrán [bau-raan] (Ierse handtrommel), bongo (Cuba), brush [bruhsj]
(kwast voor de steeldrums), cajon [kaa-chohn]
(bij tangomuziek), derboeka of darboeka (Arabische
of Turkse vaastrommel), djembé (West-Afrikaans),
drum, drumstick, equerre (trommelkruis landmeters),
junglemuziek is geïnspireerd op getrommel, kassie of kassia (trommelstok), kawina (cilindrische
trommel), kendang (slaginstrument met
trommelvel), knijptrommel (Afrikaans),
mars (vero: trommelslag), het trommelvlies
sluit het middenoor af, myringitis (trommelvliesontsteking),
myringotomie (doorprikken ervan),
paracentese (punctie), ramplan(plan), rataplan, roffelvuur (trommelvuur), rombom(bom),
sabar (bespelen met lange stok),
schuintamboer (uit liedje), skraki (SR) = skratjie, skrakipoku = skratjie pokoe (zang, voorloper van kaseko), stonewashed (van kleding), tamboer, tamboerijn (rinkelbom), tamtam, telefono [telefoon, foltermethode: met vlakke hand op oren slaan],
tombak (Iraans), tympanie (trommelzucht), waterkalebastrom, en nog veel meer
...
2. Het liep uit op hØken [ongeremd uit je dak gaan] en neuken. Een ascendant
[astrologie: teken dierenriem bij geboorte] is
geen verwant [dat is een ascendent]. Ze
cacheerden [verhelen], dat het kasjeren [koosjer maken] hier vergeten was. Op Prinsjesdag
was het Oranjeweer [weer zoals past voor een
Oranjefeest]. Het Oranjezon(netje) [zonneschijn op de Oranjefeesten] scheen. Baby's
verdienen tender loving care [liefderijke en toegewijde
verzorging]. Na die stressvolle stresssituatie was ze op en tenden [uitgeput]. Hij dacht gewonnen te hebben. 't En
doet [dat is niet zo, toch niet], (ei)laci [helaas]!
Mogen wij drie côtes du Rhône [wijn] van u?
Een cremaillère is een heugel of haal. Wat is het verschil tussen crambe
recocta, crambe repetita en crambe bis cocta? Antwoord:
niets. Het is oude kost, opgewarmde kost, oude
koek. We hebben genasjt [nasjen = lekker
eten]: crudités [rauwe en geblancheerde
groenten] als voorgerecht, surf-and-turf [zeevruchten,
vis, vlees] als hoofdgerecht en een spécialité de la maison, en
croquembouche [toren van soesjes] als
nagerecht. Door een forse douw belandde hij op de bedauwde grond. Hij is
regelmatig de kantjes aan het aflopen [op kleinigheden letten]. Haar broer heeft er
vroeger de kantjes van af gelopen [lijntrekken], maar toen toch wel zijn kandjes [kandidaatsexamen] gehaald. Wat ooit als inflectie [flexie – verbuiging, taal] begon, kan door
deflexie tenietgaan. De afkorting d.e.t. staat
voor daarentegen. Hoe is de uitspraak van 'dictionairetje' [en: bravoure]? Die fles is al geknotst [legen].
3. Het mineraal dolomiet komt uit de Oostenrijks-Italiaanse Alpen.
Een domus Dei is een godshuis, een huis Gods, en een Godsman is een Godsprofeet.
Nee joh, drabkleurig is niet (mee)kraprood! De
Dreigroschen- of Driestuiversopera berust niet op een driestuiversroman. De
drilsergeant was overigens drinkebroer en dronkenlap. Druiven plukken wil ik wel, theeplukken en
wolplukken niet. Du moment dat [op hetzelfde moment
als] ik 'dummies' schreef, wist
ik dat het fout was. Ik geef hen maar wat eau de toilettejes [uitz.] cadeau. Alle
edelgermanen worden geacht blond en blauwogig te zijn. In mijn professional
organizer vond ik de afspraak met de merchandiser terug. Bij het ontwerp van het echappement [onderdeel horloge] was een lelijke échappade [door haast veroorzaakte fout] gemaakt. De woorden
'deze zelfde' en ''t zelfde' hebben eenzelfde schrijfwijze. Een maken is een
kwestie van eenmaking, een worden een kwestie van eenwording. De een-na-laatste
bus is de op een na laatste bus. De elfen waren met hun elven. Geloofd zij
Elohiem [Hebreeuws woord voor God]! Die
serafijnen [engelen] zongen in de Serafijnen
[engelenkoor]. Als je een negligé of
negligeetje draagt, ben je en (profond)
négligé (in nachtkostuum, bijna zonder kleren – en
vast ook: en pantoufles = in huiselijke omstandigheden = niet-officieel).
In zijn entrain [aanstekelijke ijver,
voortvarendheid] was hij flink en train [aan
de gang, op dreef]. Dat is geen setter [staande
hond], maar een épagneul (een spaniël –
zekere jachthond). Verzin eens een ezelsbruggetje voor de schrijfwijzen
van de woorden 'epididymis' [= bijbal] en
'syfilis' [een soa = seksueel overdraagbare aandoening]. De twee i's
staan bij elkaar, vooraan of achteraan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten