Dictee - dictees [1508]
Dictee 764 (DCCLXIV) Dictee Specialisten
(16-06-2014)
1.
De Nijmeegse Vierdaagse is een vierdaagse langeafstandswandelmars. Hoeveel
woorden beginnen er met 'de'? Antwoord: 1984 (situatie
2014 – 3054 in 2019!), een remarquabel
aantal. Ik presenteer een selectie: DEA (Drug Enforcement Administration, Amerikaanse drugsbestrijdingsorganisatie),
de onderhandelingen eindigden in een deadlock,
in een impasse, op een dood punt, testimonium de auditu: getuigenis van horen
zeggen, verklaring uit de tweede hand, débarcadère (aanlegplaats),
de debije (maat voor het elektrisch dipoolmoment
van een molecule - molecuul), debitum naturae
(de tol die de natuur eist, [afko:] m.n. de
onvermijdelijkheid van de dood), déblai (uit
te graven grond), débris (puin),
debris (ruimteafval – zelfde uitspraak),
deboursement (uitbetaling), debout les morts
(sta op, doden!), débouché (afzetgebied) en de bon augure (een goed voorteken zijnd).
2.
Verder: de bon coeur (van harte, gewillig),
de bonne foi (te goeder trouw, vergelijk:
bonnefooi), de bonne grâce (goedschiks),
de but en blanc (op de man af, zonder omwegen),
deca, decaf, decafé, decafeïne, decafeïné, Decamerone
is de titel van een boek van Boccaccio, hoeveel is een decamegajoule?, decatlon
(tienkamp), deceptio visus (gezichtsbedrog), decessit (d.s.p., ook: obiit sine prole: geboren zonder nageslacht), de
cetero (voor het overige, overigens),
déchéance (verval van een recht, tenietgaan),
decher (dee-sjuhr – 10 stuks huiden of vellen),
decies ((onder) lid
10), decimator universalis (de dood), déclaration des droits de l'homme (verklaring van de rechten van de mens), declassé (aan lagerwal geraakt persoon, vrouw: declassee),
decolleté (lage uitsnijding aan, laag uitgesneden
hals van jurk).
3.
Ook nog: onderzoek de commodo et incommodo: burenverhoor in geschillen over
burgerrecht, de concert (in overleg, gezamenlijk),
de coutume (naar gewoonte), de credulitate (uit overtuiging), de dato (daterend van), dedain (minachting)
en dedaigneus, decumanus (oost-westas in oude
Romeinse steden), decujus (erflater),
de die in diem (= in diem: van dag tot dag, met de
dag), deductio ad absurdum (bewijs uit het
ongerijmde), deejay, diskjockey, dj, deeltijd-VUT
[vervroegde uittreding uit dienstverband] en deeltijd-WW [Werkloosheidswet], deen (wilde zwaan),
deep- of dieplinken, deep throat, deësis (iets uit
de Byzantijnse kunst, zoek maar op), de-escaleren, defensor fidei (titel van de Engelse koningen sedert Hendrik VIII
verleend), defilé en defileren, defrienden (ontvrienden),
de fumo ad flammam (van de regen in de drup),
dégénéré (v.: dégénérée) en degoe (struikrat).
4.
Vervolgens: degout (walging, afkeer),
degoutant en degouteren, dégras (afvalvet uit leerlooierijen),
deiktisch (aanwijzend,
[ij]),
Dei gratia (bij de gratie Gods), deïficatie (het vergoddelijken), dei (uit
kinderrijmpje of titel van de beheerser van Algiers, later bei), de haut
goût (sterk gekruid), de gustibus non est
disputandum (over smaak valt niet te twisten),
deimt (dagmaat), deimt-deimtsgelijk, de
industria of ex industria (met opzet), deixis [ij] is
het verschijnsel dat sommige taaluitdrukkingen voor hun interpretatie
afhankelijk zijn van de concrete gebruikssituatie, hij deinsde, stootte een
deins bij het biljarten, de integro of ex integro (van
voren af aan), deis inimicis natus of dis inimicis natus (onder een ongelukkig gesternte, voor het ongeluk
geboren), délai (uitstel van een termijn)
en delfisch (orakelachtig).
5.
Daarna: het delcredere (het borg staan van een
commissionair), de d-elementen uit de chemie, deleman (huurrijtuigje op twee wielen), délégué (vrouw: déléguée), de lege ferenda (volgens toekomstig recht), de lege lata (volgens geldend recht), Delftenaar of Delvenaar,
oud delfts, Delfts blauw, die deli komt van Deli, delicta juventutis meae (de zonden van mijn jeugd), delier (delirium), deliramenta doctrinae (de razernij van de geleerden), delirium tremens,
het orakel van Delphi, de Deltametropool, het Deltaplan leidde tot de
Deltawerken, wat is een deltoïde [punt op kleine
cirkel rolt in grote cirkel] en wat is deltiofilie [prentbriefkaarten verzamelen]?, demee (temet), de mal en pis (van
kwaad tot erger), dementi (logenstraffing,
loochening) en dementie en dementia paralytica (hersenverweking).
6.
En ook nog: dementia praecox (schizofrenie),
dementia praesenilis (op jonge leeftijd beginnende
dementie), dementia senilis (ouderdomsdementie),
demi-fond (vorm van baanwielrennen),
demi-fortune (rijtuig met één paard), demi-john (dame-jeanne, dameraan, grote mandfles),
demikini, demi-lune (ravelijn, halvemaanvormig of
hoekig bolwerk), demi-mondaine (schijnbaar
fatsoenlijke vrouw van losse zeden), demi-vol (in
de heraldiek – 1 vleugel), demi-vierge (meisje
dat allerlei intimiteiten toelaat, behalve de consummatie), demi-sec (halfdroog), demos (het
volk), de mortuis nil nisi bene (van de doden
niets dan goeds), in den beginne liep het niet, op den duur wel, dem
Verdienste seine Kronen (ere wie ere toekomt),
dengue (knokkelkoorts), denique coelum (eindelijk de hemel, nl. wij zullen die verwerven).
7.
Voorts: denning (moutzolder), de nocte ('s nachts), dente superbo (met lange tanden), de novo (opnieuw),
de nos jours (huidig, tegenwoordig), de non
locando ((beding) van niet te verhuren), met deo(dorant) houd je jezelf fris, Deo annuente,
annuente Deo, Deo favente (D.F.), favente
Deo, allemaal: met Gods gunst, Deo gratias (D.G.),
goddank, godzijdank, Deo juvante, juvante Deo: met Gods hulp, de omnibus
aliquid, de toto nihil: (vergelijkbaar met)
twaalf ambachten, dertien ongelukken, Deo volente (D.V.),
volente Deo (V.D.): als God het wil, depêche
(o.a. telegram, postzak), uit dépit:
geërgerd, teleurgesteld, een dépositaire is een depositaris [bewaart geld of goederen], depositum fidei: (r.-k.) het onveranderlijke deel van de
geopenbaarde waarheden, in depot geven (en dépôt),
ze was depri [depressief], de profundis:
psalm 130, een van de boetpsalmen.
8.
Om te vervolgen met: een derboeka of darboeka is een Arabische of Turkse
vaastrommel, derby is (ook) kaas uit
Derbyshire, de Belgische derde-betalersregeling [BE: bv. ziekenfonds],
der eingefrorene Dünkel: de in iemand vastgevroren eigenwaan, der Erscheinungen
Flucht: de wenteling der verschijnselen, der ersten Liebe goldne Zeit: de
gouden tijd van de eerste liefde, der feine Griff und der rechte Ton: de fijne
handgreep en de juiste toon, der frische, fröhliche
Krieg: de frisse, vrolijke oorlog, der Himmel auf Erden: de hemel op aarde, de
rigore juris: naar de gestrengheid van het recht, de wet, de rigueur:
verplicht, voorgeschreven door de etiquette, der jüdische
[Duits!] Selbsthass: de haat van de Joden
jegens zichzelf, der Kampf ums Dasein: de strijd om het bestaan, der kühne
Griff: de stoute greep en dernier cri: het laatste modesnufje.
9.
Het gaat maar door: der langen Rede kurzer Sinn: de kort samengevatte zin van
deze lange redenering, der Luxus der eigenen Meinung: de weelde van een eigen
mening, dermatorragie: huidbloeding, der Mensch ist, was er isst: zeg me wat je
eet en ik zal je zeggen wie je bent, de overgave leidde tot een ongeregelde
déroute [verwarde vlucht], der reine Tor:
naïeve dwaas, derrick: boortoren, derrie: fecaliën, feces, derrière:
achterwerk, derris: vlinderbloemige klimplant, der rote Faden: de rode draad,
dershane: collegezaal van een medresse, der
springende Punkt: kardinaal punt, punctum saliens, dertienavond: driekoningenavond,
der Wille zur Macht: het streven van de mens naar macht en invloed, der Wille
zur Tat: de wil tot de daad, descensus ad inferos: nederdaling naar de hel, des
Guten zuviel: te veel [een teveel] van het
goede en de Desolate Boedelkamer.
10. Ten slotte: desipere in loco: op zijn
tijd uitgelaten, niet altijd wijs zijn, DNA: desoxyribonucleïnezuur, des Pudels
Kern [de kern vande zaak], het dessous des
cartes: het geheim van de zaak, dessus-de-porte: deurstuk, schilder- of ander
kunstwerk boven het kalf – dwarsregel tussen een
deur- of luikopening en het lichtraam erboven – van een deur, de
stercore Ennii: frase waarmee men te kennen geeft dat uit een massa
minderwaardig werk nog enkele waardevolle dichtregels opgediept zijn, [afko:] d.e.t.: daarentegen, detente: politieke
ontspanning, ten detrimente van: ten nadele, tot schade, op kosten van,
detoxen: afkicken, de trop: te veel, overbodig, de (of
ex) tripode dictum: in orakeltaal, deuce [tennis]
en deugddoend.