donderdag 29 november 2018

1446 Dictee zondag 02 december 2018 (3): dictee Jeugddictee Rijssen-Holten 2018 √

Dictee - dictees [1446]

NB Datum plaatsing blogpost is niet datum dictee ...

Jeugddictee Rijssen-Holten 2018

De onderstreepte woorden of woordgroepen moesten worden ingevuld.

Hinkelen (auteur: Margreet Koster)

1. "Je moest gewoon luisteren," vertelde mijn oma vroeger als ze het over haar schooltijd had. Geen groepsdiscussies, er was geen ruimte om te debatteren en je mening te geven. Kinderen die linkshandig waren, vond men bijvoorbeeld lastig. Met een touw bond de docent de linkerarm van zo'n leerling vast. Probleem opgelost en gewoon rechts schrijven.

2. Onlinegamen [GB, VD] was nog ver weg. Kinderen pasten van jongs af aan hun vrijetijdsbesteding aan aan de seizoenen. Op een winterse dag bonden ze na schooltijd hun glijijzers onder voor een rondje over de Regge. Hinkelen kon je in bijna alle seizoenen en in de zomer speelden ze tot 's avonds laat buiten. Dat kon zo'n 775 jaar geleden overigens tot halftien. Want dan werd de avondklok geluid en dat betekende dat de stadspoorten werden gesloten. Deze traditie     houdt men trouwens nog steeds hoog. Luister maar eens, vanavond om halftien.

3. Er is veel veranderd. Van recycling had men in de generaties voor ons bijvoorbeeld nog weinig gehoord. Het was niet interessant waar het snoeppapiertje dat je weggooide, bleef. Vooruitdenken? Dat was nog niet aan de orde. De vuilcontainers werden toch wel tweewekelijks keurig geleegd. Op school hoorde je niets over duurzaam opgewekte elektriciteit. En het krijtje van de leraar was niet altijd voldoende om ingewikkelde zaken als bacteriën uit te leggen.

4. De middelen van de onderwijzers waren dus beperkt. Je kunt je voorstellen dat dit tot hilarische     taferelen kon leiden. Want hoe zouden onze opa's en oma's een spreekbeurt hebben kunnen houden over chimpansees, fazanten of de cliniclowns? Powerpoint- of prezipresentaties bestonden niet. Geen digibord, maar – in het gunstigste geval – wazig gekopieerde stencils. Ze zochten plaatjes in een papieren encyclopedie en hadden nog nooit van youtuben gehoord. En een onlinequiz met een gedownloade app op je smartphone was al helemaal ondenkbaar.

5. Nu kennen we volledig energieneutrale schoolgebouwen en weten we – dankzij digitale leermethodes – alles over virussen. We denken wel drie keer na voor we een sinaasappel of een klodder mayonaise in de bosjes gooien, toch? We smelten petflessen om tot o.a. fleecetruien [GB]. Autobanden krijgen een tweede leven als schoenzolen. Hoe onze afvalberg er 775 jaar geleden uitzag? Daarover kunnen we alleen maar fantaseren. Feit is wel dat elektra en plastic niet bestonden en men nog nooit van patat of frituurvet had gehoord. Je hoeft geen professor te zijn om je in te denken dat de stank in onze stadskern toen gigantisch was. Want pas eeuwen later kwam er een rioleringsstelsel, toezicht op de hygiëne en ging men afval centraal inzamelen om epidemieën te voorkomen.

6. Mijn oma zou vast haar hoofd schudden over al dat digitale geweld en de interactieve schoolpleinen. En zich afvragen: "Maar waar moest je dan hinkelen?"
 
 


1445 Dictee zondag 02 december 2018 (2): dictee Groot Papendrechts Dictee 2018 (CRP) √

Dictee - dictees [1445]

Groot Papendrechts Dictee 2018 (CRP)

Winterse taferelen (auteur: Bianca Nederlof)

1. Het was een twintigste-eeuws verschijnsel dat de Siberische kou over Papendrecht trok en zorgde voor ijsschotsen op de Merwede.

2. Kinderen kleedden zich warm aan met gebreide mutsen en wollen wanten. Buiten sleeden [bij ww. sleeën, bij ww. sleden: sleedde!] ze de dijk af met houten sleetjes en hielden competitieve sneeuwballengevechten.

3. Heden ten dage heerst er rond de kerstdagen een milder klimaat. Het is vaak buiig winterweer en een fameuze meteoroloog, ook wel weerman genoemd, raadt je bij ijzel aan om binnen te blijven.

4. Men heeft zich binnenshuis verschanst en op kerstavond verzorgt menigeen een exquisiet eetfestijn dat begint met een etagère vol petitfours gevolgd door een voorgerecht met carpaccio of wildbouillon.

5. Daarna doet men zich tegoed aan zeewolf met koriandermayonaise of eendenborstfilet met zwarte tagliatelle.

6. Of je het diner nu afsluit met chocolade-ijs, mascarpone met rood fruit of een bananenbavaroistje; de zoetekauwen worden hiermee op hun wenken bediend.

7. Anderen knijpen ertussenuit naar wintersportgebieden, waar volop geskied, gesnowboard en gelanglauft wordt.

8. Daar vloeit in de après-skibar rijkelijk de glühwein, een drankje op basis van rode wijn met verscheidene ingrediënten, waaronder kruidnagel, citrusvruchten, vanillestokjes, kaneel, laurierbladeren en de specerij steranijs.

9. Misschien vind je dat deze overdaad schaadt en houd je liever een gezonde levensstijl aan, waarbij je meteen de kou wilt ontvluchten.

10. Dan kun je terecht in een retraitecentrum in het Middellandse Zeegebied, waar ongetwijfeld een koolhydraatarme en veganistische salade met gojibessen, avocado en balsamicoazijn op het menu staat.
 
 


 


1444 Dictee zondag 02-12-2018 (1) - dictee Wekelijkse dicteetest 026 RL √

Dictee - dictees [1444]

Wekelijkse dicteetest 026 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?
Oplossingen: hieronder!
Bron: Oefendictee (oud) 526

1. Een .......... is een ...........
a. giek           computerfriek
b. geek          computerfreak
c. geak          computerfreek.

2. De huichelaars vertonen ..........of ............. trekken.
a. farizeese          farizeïse
b. farizese            farizeïsche
c. farizese            farizeeïse.

3. De .......... tijd viel veel eerder dan de dito .............
a. voor-Perzische           voorreformatorische
b. voorperzische             voor-reformatorische
c. Voor-Perzische           voor-reformatorische.

4. Het ging .........., maar dat was verder .............
a. si en la          offtopic
b. si-en-la          off-topic
c. si en la          off topic.

5. .........., dat snap je toch wel? .......... (boe), mooi niet!
a. Dûh            Awoerd
b. Dûh            Awoert
c. Duh            Awoert.

6. Bij een .......... drink je natuurlijk een ...........
a. geuzelied              geuzelambiek
b. geuzenlied            geuzenlambiek
c. geuzenlied            geuzelambiek.

7. De uitpartij zou in de .......... weer .............
a. extra time           gelijk komen
b. extratime            gelijk komen
c. extra time           gelijkkomen.

8. ............ en .......... zij met u.
a. Genâ          vree
b. Gena          vree
c. Genâ          vreê.

9. Van .......... kon je .......... krijgen.
a. wiien           wiitis
b. wiiën           wiiitis
c. wiiën           wiitis.

10. Hoe schrijf je .......... en ..........?
a. gsm'parkeren           de-installeren
b. gsm-parkeren           deïnstalleren
c. gsm-parkeren           de-installeren.

Oplossing [026] 

------------------------------------------------------

Oplossing [026]:
1b 2b 3a 4a 5c 6c 7c 8a 9b 10c

Contact: leentfaarrein@gmail.com




1443 Dictee donderdag 29 november 2018 (1): dictee Groot Hofdictee Markelo 2018 √

Dictee - dictees [1443]

Groot Hofdictee Markelo 2018

De taakverdeling tussen man en vrouw: de tijd draait de rollen om (auteur: Dinie Schreurs)

1. Nu we het laatste jaar regelmatig worden geconfronteerd met nieuwe situaties rond de #MeToo-discussie (Me Toodiscussie *) is het goed de geschiedenis van de rolverdeling tussen mannen en vrouwen in onze westerse samenleving onder de loep te nemen.
* 2020: geen hashtag meer!

2. Rond het jaar negentienhonderd (1900) hadden vrouwen nog weinig rechten. De huisvrouw in de rijkere tak van de bourgeoisie hield vooral van rust. Ze stapte 's ochtends met haar ranke lijfje, gehuld in een zacht zijden negligé uit haar lits-jumeaux. Nadat ze zich besprenkeld had met wat reukwater uit de eau-de-colognefles en ze haar kasjmieren sjaal (shawl) had omgedaan was het tijd voor het ontbijtje. Ze at vaak een au bain-marie bereide jan-in-de-zak. De dame bracht de dag bordurend en punnikend door, stiekem snoepend uit haar bonbonnière. Van haar werd verwacht dat ze stante pede een serviele houding aannam zodra mijnheer thuiskwam.

3. Mijnheer daarentegen spoedde zich dagelijks op zijn mocassins naar zijn werk voor de congregatie Onze-Lieve-Vrouwe van Altijddurende Bijstand. Zijn employés werkten zijn gedachtespinsels uit op vele A4'tjes, geschreven in een tantebetjestijl. Mijnheer zelf maakte zich er met een jantje-van-leiden van af. Mijnheer bezocht in de avonduren de herensociëteit of een van de gezellige cafés in de binnenstad waar Jan en alleman zich bezatte. In deze etablissementen moest hij oppassen voor slechteriken die te veel slivovitsj achterover hadden geslagen.

4. Drie feministische golven later is de rolverdeling tussen man en vrouw behoorlijk veranderd. Vrouwen hebben exact dezelfde rechten als mannen. Zij hebben kiesrecht en kunnen elke opleiding volgen die zij willen, of dat nu de havo, het vwo of de rijksuniversiteit (niet-specifiek!) is. Maar is de man daar blij mee?

5. De moderne metroman (metroseksuele man = uiterlijk, met emoties en zachte kant) voelt zich nog niet altijd thuis in zijn nieuwe rol. In veel families wordt van hem verwacht dat hij het baby'tje verzorgt, een gezellig cd'tje opzet of een lekkere ratatouille maakt. En op bijzondere dagen kookt hij borsjtsj, de rodebietensoep die zijn vrouw zo apprecieert. Natuurlijk wordt ook haar iPhone door hem geüpdatet als zij dat wenst. Op haar beurt verwacht zij van hem eens per jaar een tête-à-têtegesprek over de kwaliteit van de relatie. Maar waar is zijn mannelijkheid gebleven?

6. Met de #MeToo-discussie (Me Toodiscussie *) staat de omgang tussen mannen en vrouwen opnieuw in de schijnwerpers. De positie van de vrouw wordt daarmee langzamerhand ongenaakbaarder. Wat bij de schrijfster van uw Hofdictee de vraag oproept: "Wordt de komende eeuw de periode van het masculinisme?"
* Zie boven! 

 




woensdag 28 november 2018

1442 Dictee woensdag 28 november 2018 (1): dictee Dictee Bibliotheek Rivierenland 2018 [Laaggeletterdheid] √

Dictee - dictees [1442]

Dictee Bibliotheek Rivierenland 2018 (Laaggeletterdheid]

(Geen titel, auteur: Abdelkader Benali)

1. Gemotiveerde nieuwkomers, aangekomen hier te lande, ervaren de moerstaal als een verraderlijke boobytrap; vooral wanneer met enige wrevel geconstateerd wordt dat de locals, de stamgasten, Jan met de korte achternaam, de confrères, het falderappes, de nouveaux riches, de glamourboys met de snelle planga's [opvallende zonnebril] en de kleine luyden [VD: archaïsch voor 'luiden'] er qua verzorgd taalgebruik met de pet naar gooien.

2. Als opgroeiende adolescent ervoer ik eenzelfde frustratie wanneer ik merkte dat het voor de bonhomie kunnen was en voor de mecanicien kenne(n), voor de juf warempel en voor de schaafijsverkoper asjemenou, dan laat ik onvermeld dat het voor de hipster een latte macchiato met een shot espresso is; de bouwvakker noemt dat een bakkie pleur.

3. Resumerend en waarvan akte, taal is zeg maar ieder z'n ding: een bouwpakket met myriade [tienduizendtal, talloos] verschijningsvormen die zich dan weer efemeer [een dag lang] en dan weer langdurig aan ons voordoen.

 
 





dinsdag 27 november 2018

1441 Dictee dinsdag 27 november 2018 (2): dictee Oefendictee (oud) 653 √

Dictee - dictees [1441]

Ook wel de moeite waard ...

Dictee 653 (DCLIII) Dictee Specialisten (09-09-2013)

1. Dat is as large as life and twice as natural: levensgroot en dubbel zo natuurlijk. A solis ortu usque ad occasum: van zonsopgang tot zonsondergang, à son aise: op zijn, haar gemak, à son goût: naar zijn of haar smaak. De kunsten: ars aequi: het recht, de rechtspraak, ars amandi: de liefdeskunst, ars artium omnium conservatrix: de kunst die alle andere bewaart, te weten de boekdrukkunst, ars clericalis: de schrijfkunst, ars gratia artis: de kunst omwille van de kunst, als principe (l'art pour l'art), ars moriendi: de kunst van het sterven, met name als boektitel, art brut: primitieve of pseudoprimitieve kunst, art deco: artistieke stijlrichting uit de jaren 10 en 20 van de twintigste eeuw, min of meer ontstaan als reactie op de jugendstil of art nouveau, met name gekenmerkt door strakke en eenvoudige vormgeving, arte conservatus: door kunst behouden, bewaard, art engagé: tendenskunst en arte povera: soort minimal art.

2. En ook: arte, non vi: door kunst (beleid), niet met geweld, artes liberalis: de vrije kunsten (grammatica, retorica, dialectica, aritmetica, geometrie, astronomie en muziek) en arti et amicitiae: aan kunst en vriendschap gewijd. Hé, asymptoot [doubleur KMA], hoe was het assaut [jaarfeest, bal] dit jaar? Alfastralen noemen we ook a-stralen. Die krasse grijsaard is nog buitengewoon sthenisch [krachtig, vitaal]. Zij is mijn associee [vennoot, compagnon], hij mijn associé, mijn associeetje. Een atlant is een telamon [dragende mannenfiguur]. Die Grote Spellinggids van Van Dale stikt van die buitenlandse uitdrukkingen: a suo arbitrio (naar eigen inzicht), asylum ignorantiae (toevlucht voor onwetendheid), a teneris (annis) (van kindsbeen af), a tergo (van achteren, in de rug), à terme (op het verwachte tijdstip, op de uitgerekende datum), à tête reposée (bedaard, rustig – over iets nadenken, overleggen), à titre personnel (op persoonlijke titel, als privépersoon), at home (thuis,  vgl. athomegevoel) en attacher le grelot (de kat – de bel aanbinden).

3. Hij lijdt aan atherosclerose (arteriosclerose). Is een attache (toevoegsel) een attachment (bij e-mailbericht)? Nee, dus. Volgens mij torst die vrouw (zij is attachee) een attachékoffer. Daar gaan we weer: à tout hasard (in elk geval), à tout prix (tot elke prijs, wat het ook koste), at random (willekeurig, gerandomiseerd), atrium mortis (voorportaal, voorbode van de dood), carbone (atro) notare (iets – zwart afschilderen – niet meer in VD), à trois (met z'n drieën), attestatie de vita (bewijs of akte van in leven zijn), au bain-marie (methode om te verwarmen), au banquet de la vie, infortuné convive (rampzalige gast aan de dis van het leven), au bout de son latin (aan het eind van zijn Latijn), auch eine schöne Gegend (ook een mooie streek), au contraire (integendeel), au courant (op de hoogte), auctor intellectualis (aanstichter van enig misdrijf), auctoritate sua (op eigen gezag), audax Japeti genus (Prometheus), au fait (op de hoogte), au fond (eigenlijk) en auf Wiedersehen: tot ziens.

4. Hij is een geestig, attisch (vernuftig), kereltje, en kruidt zijn taal nogal eens met Attisch zout (fijne geestigheid). Het auralezen [emoties, karaktertrekken en fysieke gesteldheid aflezen aan iemands aura =
fijn-stoffelijk - lemma 'aura', verwisselbaar! - of vluchtig omhulsel]
is populair. Hoe krijg ik geld uit het August Vermeylenfonds? Don't shoot the pianist, ik doe mijn best en ben ook maar de boodschapper: au grand complet (voltallig), au grand sérieux (in volle ernst), au gratin (gegratineerd), au naturel (rauw of ongekookt dan wel zonder toevoegingen die de smaak beïnvloeden), au pair (tegen kost en inwoning, zonder verdere vergoeding), au pied de la lettre (letterlijk), au porteur (aan toonder), aura popularis (veranderlijke, onzekere volksgunst), aurea mediocritas (de gulden middelmaat), aureo hamo piscari (met veel inspanningen iets onbeduidends tot stand brengen), au revoir (tot ziens), auribus lupum tenere (niet voor- en niet achteruit kunnen, in grote verlegenheid zijn), auri sacra fames (de vervloekte honger naar goud) en aurora borealis (noorderlicht).


5. Verder: aurora australis (zuiderlicht), aus der Tiefe seines Bewusstseins (uit de diepte van zijn bewustzijn), aus einem Guss (uit één stuk, een volmaakt en afgerond geheel), aut nunc, aut nunquam (nunc aut nunquam: nu of nooit, dacht de nonmoeder), au sérieux (in ernst, als ernst), auspicio tuo (auspiciis tuis: onder uw auspiciën, uw leiding of bescherming), aut omnia, aut nihil (alles of niets: een
aut-omnia-aut-nihilpoging)
, autos epha (hijzelf – de meester – heeft het gezegd), au vif (sprekend), aux âmes bien nées (bij hooggeboren zielen, niet meer in VD), aux fines herbes (met geurige tuinkruiden), auxiliante Deo (met Gods hulp) en à vue, a vista (op zicht).


6. Ook nog: aux petits soins (attent), a verbis ad verbera (van woorden tot klappen, tot handtastelijkheden), a vinculo matrimonii (van de band des huwelijks – gescheiden), avoirdupoids (een zeker gewichtsstelsel), avoir toute honte bue (de schaamte voorbij zijn), à vol d'oiseau (in vogelvlucht), à volonté (naar willekeur, naar believen) en à vos ordres (tot uw orders, tot uw beschikking). Ik vond ook nog een rijtje met 'avant': avant-corps (voor de hoofdgevel oprijzend min of meer zelfstandig gedeelte van een gebouw, verder uitspringend dan een risaliet), avant-garde (jonge generatie van kunstenaars die met nieuwe vormen experimenteert), avant la lettre (afgedrukt voordat de prent van het onderschrift is voorzien), avant-première (voorpremière),
avant-propos (woord vooraf) en avant-scène (voorgrond van het toneel, tussen scherm en voetlicht). De termen 'ayurvedisch' (volgens de ayurveda, traditionele Indiase gezondheidsleer) en 'axminster' (tapijt) bespaar ik u.


7. Een pielenman (haalt cassettes uit gekoelde oven) is meestal gekleed, een pieleman (penis) juist niet. De piemonteses (Italiaans) zijn van oorsprong Italiaanse vleesrunderen. Piepschuim is geëxpandeerd polystyreen. Grote of Lange Pier, (in het Fries: Grutte Pier) was een Friese vrijheidsstrijder. De Piëriden zijn de muzen. Ik vind je eruitzien als de dood van Pierlala. Hij moet naar de piesemopsantee (verbastering van puis-je m'absenter - toilet). Zij stinken als de pieten [luizen]. Met Pieterbaas wordt Zwarte Piet aangeduid. Is een pietje hetzelfde als een Pietje bedroefd? Ja, ook: zevend'halfje. Een pifont is een font dat bijzondere (letter)tekens bevat. Een giclee is een piëzografie [zekere kunstdruktechniek]. Deze jeruzalemmer (appel) kun je eten, ook als je geen kannibaal bent. In de PIGS-landen [Portugal, Italië, Griekenland en Spanje] was de economische crisis het zwaarst. Piis manibus: aan de zalige schim, de nagedachtenis (van de genoemde). De Zusters van het Arme Kind Jezus (Sorores Pauperis Infantis Jesu) worden aangeduid met P.I.J. Een peilstok zit in een peilkoker.

8. Je hebt de noordse en Kuhls pijlstormvogel. Hij geeft de pijp aan Maarten (het opgeven, sterven). De wereld is een pijpkaneel(alleen bij het spreekwoord, anders: pijp kaneel). Zij is nu ook al aan het pijproken geslagen. Aan een blussende lullenman [brandweer] heb je meer dan aan een lulleman [vervelende babbelaar]. Mooi, die
pijpjes-lak [kamerplant]. Het zit in de pijplijn (VD, GB ook: pipeline). Zit niet te pijpzeiken [zeuren]. Hij is een echte corpspik (studentencorps). Pikkedillen zijn kleine zonden of misslagen (vergelijk: peccadille en peccavi: ik heb gezondigd). De pil van Drion is de drionpil (stervenspil). Bij het pilates worden zowel lichaam als geest geoefend. Op de Pilatustrap (in het Lateraan in Rome) kun je een aflaat verdienen. Wat ben jij een lelijke pilatus (valsaard), zeg. Ze had een pillbox [dameshoed: plat rond doosje] op. Twee pina colada [cocktail], graag. Hoe spreek je 'pilstrip' uit [geen bieruitje ...]? Een pince-sans-rire is een droogkomiek. De pinot blanc, noir en gris (grigio) zijn wijnstokken, pineau is een likeurwijn. Niet alleen Pinocchio heeft een pinocchioneus [2020: pinokkioneus!]. De school werd gepint [versierd] met bloemen, de rekening was gepind.


9. Een piñata [met snoep gevuld] moet stukgeslagen worden. Een primus inter pares is een pip. Hij lijdt aan het piriformissyndroom [pijnlijk stuitbeen]. Een pishtak is de centrale toegangspoort van een karavanserai. Ik ben behoorlijk pissed [erg boos, kwaad].
Pitch-and-putt [uh, vgl. pitch-and-run] is een van golf afgeleid spel. Zij drinken pisang ambon [groene vruchtenlikeur]. De pittura metafisica is een beweging in de Italiaanse schilderkunst van 1915-1919. Ook 'plaatstaal' verdient eigenlijk wel een koppelteken. Più allegro: sneller, più forte: harder, krachtiger, più mosso: vlugger, opgewekter, più piano (p.p.): zachter en più stretto: korter, sneller, haastiger. Au pis-aller: in het ergste geval. Een remplaçant remplaceert [vervangt]. Place aux dames: maak plaats voor de dames. Een neppil geeft een
placebo-effect. Pladijzen (pladijs) zijn schollen. Een place to be is een hotspot. Een stukadoor maakt stucwerk. Wat deed een eerstegraadsleraar met plage-uren [BE, onbezoldigd]? Eenstemmige koorzang is plain chant. Plaît-il (wat belieft, wat zegt u?)?


10. Plaisir de vivre is douceur de vivre [het zachte genot van het leven], duidelijk, toch? Bij parkinsonpatiënten [ziekte van Parkinson] komt vaak het pisasyndroom [zijdelingse standsafwijking van de romp bij parkinsonpatiënten] voor. Waar is het Groot Plakkaatboek te koop [te zien in het museum ...]? De tekoopstelling van dat huis verbaast me. Het plan B was niet het plan-Lubbers. Het CPB is het Centraal Planbureau. Een planchette [tafeltje, 3 poten, derde is potlood] heeft een potlood, een planchet [smalle plaat boven wastafel] niet. Deze boeken zijn plankklaar [in de bieb]. Doe het maar planplan [in Indië: zachtjesaan]. De plantenanatomie heet ook wel fytotomie. Arteriosclerotische plaques [vet op wanden slagaders; arteriosclerose = atherosclerose] zijn onwenselijk.

 
 
 

1440 Dictee dinsdag 27 november 2018 (1): dictee Is het 'Sint' of 'sint'? √

Dictee - dictees [1440]

Is het 'Sint' of 'sint'?

Hoe hoort (hoor je) het op 5 december?
Maar vooral: hoe schrijf je het?

Bij een doorwrochte analyse hoort vooralsnog een gedegen bronnenonderzoek (en bij dictees zijn die alleen GB en VD). Bij een goed artikel staan de (voet)noten onderaan het verhaal, in dit geval worden het kop- of hoofdnoten (rondgestrooid door de hoofdpiet).

1. (online) VD (online-VD), zoeken op *sint*.
Dat geeft 275 treffers, maar ik wil absoluut niks missen, dus ga ik ze allemaal na.
a) hulpsinterklaas en hulpsint
b) sint 1, znw.: heilige 1 (3) = vroom iemand, de goede sint = Sinterklaas, en uitdrukking: het is een afgezette sint = een vroeger invloedrijk iemand, om wie zich thans niemand meer bekommert
c) sint 2, voorzetsel = sedert
d) Sint- of St. zoals in Sint-Pieter (hoho, niet Zwarte Piet!) of St.-Pieter. Ook: Sinte-Margriet
e) sinterklaasaanbieding, -lied, -pak, -optocht en -show
f) sinterklaasachtig en sinterklaasavond of sint-nicolaasavond
g) sinterklaascadeau en sinterklaasdag (een Sint-Niklazenaar komt uit Sint-Niklaas, bnw. Sint-Niklaas of verbogen: Sint-Niklase)
h) sinterklaasgebak en sint-nicolaasgebak
i) sinterklaasgedrag, -geschenk, -stoet en -uitmonstering
j) sinterkerst = periode waarin sinterklaas- en kerstinkopen worden gedaan
k) sinterklaas = de persoon of het feest
l) Sinterklaas = heilige met geschenken, Sinterklaas en Zwarte Piet, de zak van Sinterklaas, voor Sinterklaas spelen, Sinterklaas heeft goed gereden, zo droog als Sinterklaas z'n achterste (gezegd van gebak en brood), en Sinterklaas staat metonymisch voor de naam- en feestdag van Sint-Nicolaas (6 december) of de vooravond daarvan
m) sinterklaasavond, -feest, -gedicht, -koek, -mutsenkruid, -pop, -prent, -rijm, -tijd, -vermomming, -verrassing, -vers, -viering en -weer
n) sinterklazen = voor Sinterklaas spelen, het sinterklaasfeest vieren of erg vrijgevig zijn van andermans geld
o) sinterklazerij = vrijgevigheid met andermans geld, m.n. overheidsgeld
p) sinterklaasversnapering en -weekend
q) Sint-Nicolaas = Sinterklaas
r) versinterklazen = onoordeelkundig besteden = verjubelen

Bij de voorbeeldzinnen (55) vinden we nog: Sinterklaas, goedheilig man [GB nu ook: goedheiligman], Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, Sint-Niklaas (!) is jarig, o wat zijn we blij, lootjes trekken voor sinterklaas [twijfelachtig], Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, met Sinterklaas (!) geef je elkaar surprises, met sinterklaas (?) wordt er gestrooid. Binnen artikelen (371) laat ik even zitten, anders wordt het te gek.

2. En dan nu *piet*. Lijkt onbegonnen werk, valt mee. Lemmata (106), waaronder:
a) hulppiet (helper van Zwarte Piet)
b) kleuren- en regenboogpiet
c) bij 'piet' niets wat naar het decemberfeest verwijst
d) bij 'Piet' Zwarte Piet, elk (!) van de zwartgeschminkte helpers van Sinterklaas = Piet (2) = Zwarte Piet, Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, Pieterbaas, vergelijk zwartepiet [dat gaat alleen over een kaartspel en de zondebok]
e) pietenpak en pietenpet
f) zwartepietenprotest
g) regenboogpiet, roetpiet = schoorsteenpiet en veegpiet
h) zwartepieten = kaartspel of elkaar de schuld geven = elkaar de zwartepiet toespelen – dat is het zogenaamde zwartepietenspel

Bij de voorbeeldzinnen (72): Zwarte Piet werd in korte tijd ontkleurd en ontkroesd en stoute kinderen gaan in de zak van Zwarte Piet. Binnen artikelen (206) laat ik verder buiten beschouwing.

3. Dan naar GB met *sint*: sint, hulpsinterklaas – verder kom ik niet in het online-GB, in de papieren versie nauwelijks nieuwe gezichtspunten en met alleen sint* nog sintfeest (= sinterklaasfeest) en een sinterklaas is iemand die voor Sinterklaas c.q. Sint-Nicolaas speelt (!) en nog allerlei samenstellingen met sinterklaas- die bij VD al genoemd zijn.

4. Vervolgens naar *piet*: piet (is ook bv. een kanariepietje), weinig nieuwe gezichtspunten.

5. Mijn analyse
Ik vind geen redenen om 'piet' in de betekenis van 'Zwarte Piet' met een kleine letter te schrijven. Daarvoor geven GB en VD geen handreiking. Wel erken ik 'Piet' (met hoofdletter) ook als verkorting van Zwarte Piet. Bij 'sint' is dat wat subtieler, maar voor de/een sint in GB zonder betekenisaanduiding kom ik niet verder dan de betekenis in VD: een sint = een heilige. Om tot Sinterklaas gebombardeerd te worden, moet je een goede sint, een goede heilige zijn. Volgens mij moet Sint als verkorting van Sinterklaas dus gewoon met een hoofdletter geschreven worden.

6. In december geschiedt dus – voor zolang het nog duurt – het volgende.
Op pakjesavond, sinterklaasavond gaat de goedheilig( )man, Sinterklaas, Sint-Nicolaas, de Sint, Sint-Niklaas, in een razend tempo Nederland rond. Hij is vergezeld van Pieterbaas, (Zwarte) Piet [Sint en Piet] – en bij grote drukte ook wel van zijn Pieten [Sinterklaas en zijn Pieten].