Dictee - dictees [1114]
Dictee
014 (XIV) Specialistendictee [oud, uit serie van 856]
1.
De beide Duitslanden, DDR en BRD, zijn indertijd [met
nadruk:] één gemaakt. Het was het spektakel van de spectaculaire
Ostpolitik (Oostpolitiek) van Willy Brandt,
éminence grise, die daarbij een belangrijke leidersrol speelde. Bij die
eenmaking is de hamei [vrij: valhek] tussen
West- en Oost-Berlijn, Checkpoint Charlie, geabrogeerd [opheffen,
afschaffen]. Eraan vooraf ging een roerige tijd; dat maakt het
voorafgaande wel duidelijk. De wiedergutmachung was tenslotte al beëindigd.
Veel ossi's trokken naar het vrije Westen. Ook vopo's en ecstasy gebruikende
ex-stasi's hoorden bij de geluk(s)zoekers [GB]. Wat deed dat Stasi-bedrijf
in ('s) hemelsnaam vroeger om 's hemelswil, in godsnaam?
2.
Een lucullisch (overdadig) maal –
olie-en-azijnstel zowel als peper- en zoutvaatje op tafel maakten het dinertje
tot een godenmaal – kon bestaan uit tjaptjoi [Chinees
gerecht] en tjauwmin (soort bami), maar
ook uit gerechten als wrap (dunne pannenkoekjes),
vleesfondue, tzatziki [Grieks gerecht],
teriyaki [zeker gerecht met soja], tempura [Japans gerecht], sukiyaki [idem], teppanyaki [grillen op hete plaat], stoofvlees, shish (döner) kebab [vlees]
en shabushabu (gerecht van groenten, vis en
deegslierten in bouillon), dan wel sajoer lodeh [gemengde
groenten in kokosbouillon], ossobuco (Italiaans),
olla podrida (eenpansgerecht), köfte (Turks) en hazenpeper zonder haas (als het wezenlijke ontbreekt). Om over ajam
roedjak (kip en rode pepers), couscous (gerecht uit Noord-Afrika, de koeskoes is een dier op
Nieuw-Guinea), fish-and-chips (Brits
gerecht), foeyonghai (Chinees, met omelet),
gadogado (Indonesisch gerecht van groente, tahoe,
tempé en ei met pindasaus), golauyoek (varkensvlees,
zoetzure saus), gyros (Grieks gerecht:
broodje gyros) en hachee [stoofgerecht]
nog maar niet te spreken. Pronte (prompte) betaling van de provisierekening (proviand) was wel een must.
3.
Het verschil tussen een van de schrijfwijzen van mankgaan (mank gaan) en mank lopen is, dat je het ene
verbum [werkwoord] aaneenschrijft en het
andere niet. Wie ooit zijn kandjes (kandidaatsexamen)
Nederlands gehaald heeft en de neerlandistiek beoefent, weet dat, evengoed als
hoe je borsjtsjschranzer (rodebietensoep) en
paraskevidekatriafobie (angst voor vrijdag de
dertiende) schrijft. Andere struikelblokken bij de spellingkunst zijn
pan-Arabisch en panarabisme, reïncarnatie en re-integratie, een tbs'er in een
tbs-kliniek, treife [onrein] trehalose (plant- of diersuiker), trijpen (van trijp = zekere stof) pantoffels bij de
try-out (proefvoorstelling), ijfelhout (taxus) en ijkgas. Alleen een wiskundige weet wat
een cathetus (kathete) is (loodlijn) en een militair wat een abohzis (voorheen: ahboris) is. Die laatste denkt dan onmiddellijk aan een
S5'je, dat op een A4'tje (A-viertje - VD) past .
4.
Voetbal is van origine geen oudvaderlandse, maar een Engelse sport. Als de
scheids, van jongs af aan een briljante referee vanjewelste (GB ook: van jewelste, van je welste) met
brillantine in het haar, een wedstrijd afgelast, keren de teams onverrichter zake huiswaarts. In het
zestienmetergebied – kortweg: in de zestien – leidt een onreglementaire duwfout
onherroepelijk tot een penalty, ook wel elfmetertrap of kortweg elfmeter,
pingel of penantie genoemd. U weet nog wel: driemaal corner, pienantie.
Overtredingen zoals offside buiten het strafschopgebied worden gepenaliseerd [bestraft] met een free kick [vrije trap]. In het (de)
halftime gaan de oververmoeide sportfreaks teaën oftewel theeën. De
stopperspil, de links- en rechtsback tackelen dat het een lieve lust is en
delen dus tackles uit. De centrumspits krijgt heel wat voor de kiezen en om de
oren, daar helpt geen lievemoederen aan.
5.
Toen de 70-jarige club met een naam sine anno [zonder
jaartal] kampioen werd, volgde een bloemenhulde met meestal een prachtig
boeket en ook een heerlijk bouquet: wijnen als sekt, silvaner, douro, spätlese,
samos, rosé, rioja uit het Ebrodal, riesling, rhônewijn, lambrusco – rode wijn
uit de streek Emilia-Romagna in Italië – en gamay uit de Côte d'Or stonden al
gereed. Het kampioensfeest werd trouwens gehouden in een überbrettl, een literair (GB ook: tt)
café chantant. De trainer-coach houdt wel van wijntje en trijntje. De preses,
een q.q.-functie van de hoofdsponsor, kwam later. Hij moest gras snijden voor
de nieuwzeelanders van zoonlief en deed dat met de grassnijder. De quaestor was
totaal niet van streek, maar wel in de streek bekend en daardoor gewestelijk
betsjoend [betoverd] door de catchy [goed in het
gehoor liggend], gracieuze blondine, die zich met veel gratie afvroeg of
een dashond ook een hasjhond kan zijn. Nog catchyer was echter de fax et tuba (aanvoerder, belhamel, letterlijk: fakkel en bazuin)
van de ploeg, die par renommée [bij geruchte]
vernomen had dat de klotegriet en de kutvent –
contradictiones in terminis (tegenstrijdigheden in
de gebruikte woorden) – leden aan respectievelijk aids en syfilis, dat
is lues (sief). De eerdergenoemde [GB] bloemen waren: eschscholtzia's (goudpapavers), amaryllissen (narcisachtige), strelitzia's (paradijsvogelbloemen), rafflesia's (woekerplant), kooltjes-vuur (soort van adonis), fayalobi's
(sierheester), anthuriums (flamingoplant) en adonisbloemen (uit de ranonkelfamilie). Slotzang: the party is
over now!