Dictee Hoogeveen 2015 (geen titel, auteur: Dolf Verroen)
1.Ik zou de hiërarch van Abessinië willen zijn.
2. Dan zou ik zeven eega's hebben om mee
te aboucheren [niet in wdb. = mee spreken].
3. Ik zou ze alle zeven laten zingen.
4. Niet alleen opéra comique of tragédie
lyrique [niet in wdb.], maar ook syllabische aria’s of een sublieme cavatine [= cavatina, korte aria].
5. Geen van mijn vrouwen heeft een stem
als een bachetta [? niet in wdb. ].
6. En natuurlijk hebben ze allemaal een
peau de pêche [perzikhuid].
7. Maar ik ben met niemand geëngageerd.
8. Ik heb zelfs geen concubine.
9. Ik ben slechts palfrenier op de equipage
van een jazzzanger, zoiets als een derdegeneratieallochtoon.
10. In onze democratieën is het huwelijk
tot één partner gereduceerd.
11. Elke dag ging ik in mijn satijnen
culotte [korte kniebroek - vgl. sansculotte] naar De Nederlandsche Bank, maar mijn déjà-vugevoel verried mij niet: mij is geen pecunieel succes beschoren.
12. Ik had zelfs geen hypotheekrenteaftrek,
terwijl dat toch een
huis-tuin-en-keukenmiddel bij uitstek is.
huis-tuin-en-keukenmiddel bij uitstek is.
13. Ik leefde als een eunuch zonder bruto-inkomen,
ideeëloos, illusoir.
14. Tot ik Caecilia [niet in wdb. - ook Cecilia niet!] zag
komen.
15. Niet langs de waterkant, zoals de
dichter zingt, maar zij schreed adellijk vanuit het dichtstbijzijnd abattoir op
mij toe met een overvloed aan liederen, die als orchideeën uit haar mond
vloeiden.
16. Het leitmotiv (leidmotief) was liefde,
een jazzrock van liefde.
17. Maar, o Oedipus, het stond mij tegen.
18. Geen fughetta [niet in wdb., VD:
fuguette] kon mij bekoren en als een langeafstandloper vluchtte ik, terug naar het
labyrint van mijn minstreel, mijn calèche [kales], het leven waar geen kattenkwaad mij
kon deren.