Dictee - dictees [0260]
Zwamneus
1. Wat is dat nu weer, een zwamneus? Antwoord aan het eind.
Eerst 'zwam'. Met '*zwam*' zie ik tientallen lemma's voorbijkomen, zoals
amethistzwam (rodekoolzwammetje), boomkankermeniezwammetje (veroorzaakt boomkanker
en vruchtrot, o.a. bij appel en peer - vgl. menie), kammetjesstekelzwam, narcisridderzwam en
sneeuwvloksatijnzwam.
2. Ook trouwens zwiebelzwamp (!), maar dat is een ander
onderwerp: trilveen. Dan maar even beperken tot kaal 'zwam': organisme behorend
tot het zwammenrijk, d.w.z. bladgroenloos en bestaande uit draadvormige ketens
van cellen (hyfen), soms uit draden zonder tussenwanden, zelden uit één cel,
bv. schimmel of paddenstoel (synoniem: fungus). Daarnaast is zwam de stof van
een tondelzwam, waarmee men vroeger vuur maakte (vergelijk tondel en
tondeldoos). Het werkwoord zwammen kent u ook wel: kletsen, onzin vertellen.
Vandaar dat het znw. zwam iemand is die in die betekenis zwamt.
3. Verder met
neus: lichaamsdeel, reukzintuig (de neuzen tellen, een lange neus maken, zijn
neus ergens in steken, iemand iets onder de neus wrijven, alle neuzen één kant
op krijgen, een frisse neus halen, iemand bij de neus nemen, met de neus
kijken, je neus stoten, iets langs je neus weg zeggen, doen of je neus bloedt,
wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht, tussen neus en lippen, uit je
neus vreten), de neus van een schoen en een schip … en nog veel meer. Het
werkwoord neuzen betekent rondloeren, in boeken neuzen of (van jonge kinderen)
met de neuzen langs elkaar wrijven. Voldoende zo, en dan ten slotte de zwamneus
(volgens Van Dale): informeel iemand die veel zwamt. Gewoon een zwam dus.
vrijdag 5 september 2014
0259 Dictee woensdag 10 sep 2014 (20): dictee tout √
Dictee - dictees [0259]
Tout
Het Franse woord 'tout' betekent (ook) alles. Dus niet het Nederlandse 'toet' dat als znw. onder meer gespitste mond en zoen betekent of gewoon mond (hou je toet, zwijg). Als tussenwerpsel betekent het ook wel het geluid van een claxon (ook: toettoet). Maar terug naar tout: zou dat veel voorkomen in de Nederlandse Dikke Van Dale? Wel, dat valt dik mee (of voor de taalpuristen: tegen). Ik zocht op '*tout*' en vond: après tout (alles welbeschouwd, after all, tenslotte, uiteindelijk), atout (troef, denk maar aan sans atout = SA), à tout hasard (in elk geval), à tout prix (tot elke prijs, wat het ook koste, koste wat kost), avoir toute honte bue (de schaamte voorbij zijn), bonne à tout faire (meisje voor alle voorkomend werk), en-tout-cas (kleine paraplu die tevens tot parasol kan dienen, letterlijk: voor elk geval), la grande règle de toutes les règles ( bij theater: de grote regel van alle regels, d.w.z. de regel dat een toneelstuk voor alles in de smaak moet vallen), ook stout (etc.) en (lifo) last in, first out (ziet u de 'tout'?), le tout Bruxelles (allen die tot de uitgaande resp. kunstzinnige wereld van Brussel behoren), malgré tout (ondanks alles, niettemin), passe-partout (onder andere: doorlopende toegangskaart en ook rand van karton e.d. om een portret of plaat teneinde deze passend in een omlijsting te maken), shoot-out (!), surtout (gewestelijk: vooral), touche-à-tout (bemoeial), toujours lui, lui partout! (altijd hij, overal hij!), (!) bij Toutatis (Keltische oorlogsgod), als grappig bedoelde krachtterm, tout à toi (t.à.t. onderaan een brief, wat ouderwets, geheel de jouwe), tout à vous (t.à.v.: geheel de uwe), tout comme chez nous (net als bij ons), tout court (zonder meer, kortweg), tout le monde (iedereen) en tout mon possible (alles wat in mijn macht ligt, al het mogelijke). Dat is alles: c'est tout, maar laat dat nou net niet in VD staan …
Een bekende dictee-instinker is 'toetmem': geheel hetzelfde ...
Tout
Het Franse woord 'tout' betekent (ook) alles. Dus niet het Nederlandse 'toet' dat als znw. onder meer gespitste mond en zoen betekent of gewoon mond (hou je toet, zwijg). Als tussenwerpsel betekent het ook wel het geluid van een claxon (ook: toettoet). Maar terug naar tout: zou dat veel voorkomen in de Nederlandse Dikke Van Dale? Wel, dat valt dik mee (of voor de taalpuristen: tegen). Ik zocht op '*tout*' en vond: après tout (alles welbeschouwd, after all, tenslotte, uiteindelijk), atout (troef, denk maar aan sans atout = SA), à tout hasard (in elk geval), à tout prix (tot elke prijs, wat het ook koste, koste wat kost), avoir toute honte bue (de schaamte voorbij zijn), bonne à tout faire (meisje voor alle voorkomend werk), en-tout-cas (kleine paraplu die tevens tot parasol kan dienen, letterlijk: voor elk geval), la grande règle de toutes les règles ( bij theater: de grote regel van alle regels, d.w.z. de regel dat een toneelstuk voor alles in de smaak moet vallen), ook stout (etc.) en (lifo) last in, first out (ziet u de 'tout'?), le tout Bruxelles (allen die tot de uitgaande resp. kunstzinnige wereld van Brussel behoren), malgré tout (ondanks alles, niettemin), passe-partout (onder andere: doorlopende toegangskaart en ook rand van karton e.d. om een portret of plaat teneinde deze passend in een omlijsting te maken), shoot-out (!), surtout (gewestelijk: vooral), touche-à-tout (bemoeial), toujours lui, lui partout! (altijd hij, overal hij!), (!) bij Toutatis (Keltische oorlogsgod), als grappig bedoelde krachtterm, tout à toi (t.à.t. onderaan een brief, wat ouderwets, geheel de jouwe), tout à vous (t.à.v.: geheel de uwe), tout comme chez nous (net als bij ons), tout court (zonder meer, kortweg), tout le monde (iedereen) en tout mon possible (alles wat in mijn macht ligt, al het mogelijke). Dat is alles: c'est tout, maar laat dat nou net niet in VD staan …
Een bekende dictee-instinker is 'toetmem': geheel hetzelfde ...
donderdag 4 september 2014
0258 Dictee woensdag 10 sep 2014 (19): dictee samentrekkingen √
Dictee - dictees ]0258]
Samentrekkingen
1. Een peper-en-zoutstel schrijf je 'aaneen': we noemen dat een samenkoppeling. En dat moet je zo schrijven omdat het peper- en zoutonderdeel (!) één geheel uitmaken. Bij peper- en zoutvat is dat niet zo: dat zijn twee gescheiden vaatjes, en die schrijf je dus ook apart op. Het is officieel wel pepervat en zoutvat, maar in het tweede deel is 'vat' weggelaten: dat levert een weglatingsstreepje op en we noemen het een samentrekking.
2. Het is niet altijd duidelijk of iets een samenkoppeling of een samentrekking is: land- en tuinbouw is wel duidelijk (2 zaken), maar land- en volkenkunde? Waarom schrijven de woordenboeken goud- en zilverwinkel in tweeën, en waarom water-en-vuurbaas aaneen? Wie het weet, mag het zeggen. Bij twijfel kun je maar beter even in GB en VD kijken, maar daar staat lang niet alles op dit gebied in. De richtlijn is en blijft: als het twee nauw verbonden zaken zijn, wordt het een samenkoppeling, zijn de zaken wat minder nauw verbonden, dan wordt het een samentrekking.
3. Verder valt nog op te merken, dat je het de lezer niet nodeloos moeilijk moet maken: hij mag niet moeten puzzelen wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. In vakliteratuur (en dictees voor specialisten) gaan we wel tot het randje: zijingang en zijuitgang wordt zijingang en -uitgang (voorwaartse samentrekking) en vervolgens nog zijin- en -uitgang (achterwaartse samentrekking). Een ander mooi voorbeeld is de tussen-n-regel en tussen-s-regel. Dat wordt allereerst (voorwaarts) tussen-n-regel en -s-regel (voorwaarts) en de tussen-n- en -s-regel (achterwaarts). Als laatste noem ik: tier 1-kapitaal, tier 2-kapitaal en tier 3-kapitaal (vakmensen hebben daar geen moeite mee, zoek de betekenis maar op; dicteespecialisten moeten zich maar inleven ...): tier 1-kapitaal, 2-kapitaal en 3-kapitaal (voorwaarts) en ten slotte tier 1-, 2- en 3-kapitaal (achterwaarts).
Samentrekkingen
1. Een peper-en-zoutstel schrijf je 'aaneen': we noemen dat een samenkoppeling. En dat moet je zo schrijven omdat het peper- en zoutonderdeel (!) één geheel uitmaken. Bij peper- en zoutvat is dat niet zo: dat zijn twee gescheiden vaatjes, en die schrijf je dus ook apart op. Het is officieel wel pepervat en zoutvat, maar in het tweede deel is 'vat' weggelaten: dat levert een weglatingsstreepje op en we noemen het een samentrekking.
2. Het is niet altijd duidelijk of iets een samenkoppeling of een samentrekking is: land- en tuinbouw is wel duidelijk (2 zaken), maar land- en volkenkunde? Waarom schrijven de woordenboeken goud- en zilverwinkel in tweeën, en waarom water-en-vuurbaas aaneen? Wie het weet, mag het zeggen. Bij twijfel kun je maar beter even in GB en VD kijken, maar daar staat lang niet alles op dit gebied in. De richtlijn is en blijft: als het twee nauw verbonden zaken zijn, wordt het een samenkoppeling, zijn de zaken wat minder nauw verbonden, dan wordt het een samentrekking.
3. Verder valt nog op te merken, dat je het de lezer niet nodeloos moeilijk moet maken: hij mag niet moeten puzzelen wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. In vakliteratuur (en dictees voor specialisten) gaan we wel tot het randje: zijingang en zijuitgang wordt zijingang en -uitgang (voorwaartse samentrekking) en vervolgens nog zijin- en -uitgang (achterwaartse samentrekking). Een ander mooi voorbeeld is de tussen-n-regel en tussen-s-regel. Dat wordt allereerst (voorwaarts) tussen-n-regel en -s-regel (voorwaarts) en de tussen-n- en -s-regel (achterwaarts). Als laatste noem ik: tier 1-kapitaal, tier 2-kapitaal en tier 3-kapitaal (vakmensen hebben daar geen moeite mee, zoek de betekenis maar op; dicteespecialisten moeten zich maar inleven ...): tier 1-kapitaal, 2-kapitaal en 3-kapitaal (voorwaarts) en ten slotte tier 1-, 2- en 3-kapitaal (achterwaarts).
dinsdag 2 september 2014
0257 Dictee woensdag 10 sep 2014 (18): dictee smeerkees √
Dictee - dictees [0257]
Wat een smeerkees ...
1. Het is niet helemaal duidelijk of 'smeer' van het znw. 'smeer' of het ww. 'smeren' komt, maar dat maakt weinig uit. Eerst het ww. 'smeren': 1) met een vettige stof bestrijken (schoenen smeren, maar ook: de keel smeren = drank nuttigen), 2) met boter of vet: boterhammen smeren, 3) een vette stof uitstrijken: teer op een schutting smeren, iemand stroop (honing) om de mond smeren = hem vleien en 4) hem of 'm smeren = ervandoor gaan. Ook nog: 1) smullen en smeren = schranzen, 2) de lucht gaat aan 't smeren = werken, 3) een vuile boel maken: knoeien, kladden en 4) die letters smeren = drukken onzuiver af (drukkersterm).
2. Bij het znw. 'smeer' noteren we: het zich tegoed doen = smulpartij, 2) dierlijk vet, kaarsvet ($) of smeersel (zoals smeerolie voor de auto), 3) spaargeld (van zijn smeer teren), 4) smeersel op de boterham, 5) smeergeld, 6) vettig vuil en 7) slaag: iemand smeer geven). Bij ($) hoort nog het spreekwoord: ter wille van de smeer (hier kaarsvet dus) likt de kat de kandeleer (verouderd voor kandelaar). Betekenis: iemand bewijst ons vriendschap om zijn eigen voordeel.
3. Vervolgens kijken we naar 'kees': natuurlijk met hoofdletter een jongensnaam, maar is er meer? We zoeken op '*kees*'. Naast hakkelkees (stamelaar) en Irakees vinden we ook moskeeschool (!) en mafkees, maar we beperken ons verder tot (kaal) 'kees'. Allereerst treffen we de keeshond en er is ook een betekenis, die bij het werkwoord 'kezen' hoort: dat moet u maar even googelen. In volkstaal is het ook nog een pruim tabak (die is van pruimtabak) of een 'snuifje' en verder gewestelijk ook nog keesmees (koolmees etc.). Met een hoofdletter vinden we bij 'Kees': een hardloper van luie Kees (een treuzelaar), hupsa Kees! (vooruit!) en klaar is Kees! (klaar!). Maar nu serieus, wat zegt Van Dale over smeerkees: iemand die er altijd vies uitziet (ook als scheldwoord), synoniem: smeerlap.
Wat een smeerkees ...
1. Het is niet helemaal duidelijk of 'smeer' van het znw. 'smeer' of het ww. 'smeren' komt, maar dat maakt weinig uit. Eerst het ww. 'smeren': 1) met een vettige stof bestrijken (schoenen smeren, maar ook: de keel smeren = drank nuttigen), 2) met boter of vet: boterhammen smeren, 3) een vette stof uitstrijken: teer op een schutting smeren, iemand stroop (honing) om de mond smeren = hem vleien en 4) hem of 'm smeren = ervandoor gaan. Ook nog: 1) smullen en smeren = schranzen, 2) de lucht gaat aan 't smeren = werken, 3) een vuile boel maken: knoeien, kladden en 4) die letters smeren = drukken onzuiver af (drukkersterm).
2. Bij het znw. 'smeer' noteren we: het zich tegoed doen = smulpartij, 2) dierlijk vet, kaarsvet ($) of smeersel (zoals smeerolie voor de auto), 3) spaargeld (van zijn smeer teren), 4) smeersel op de boterham, 5) smeergeld, 6) vettig vuil en 7) slaag: iemand smeer geven). Bij ($) hoort nog het spreekwoord: ter wille van de smeer (hier kaarsvet dus) likt de kat de kandeleer (verouderd voor kandelaar). Betekenis: iemand bewijst ons vriendschap om zijn eigen voordeel.
3. Vervolgens kijken we naar 'kees': natuurlijk met hoofdletter een jongensnaam, maar is er meer? We zoeken op '*kees*'. Naast hakkelkees (stamelaar) en Irakees vinden we ook moskeeschool (!) en mafkees, maar we beperken ons verder tot (kaal) 'kees'. Allereerst treffen we de keeshond en er is ook een betekenis, die bij het werkwoord 'kezen' hoort: dat moet u maar even googelen. In volkstaal is het ook nog een pruim tabak (die is van pruimtabak) of een 'snuifje' en verder gewestelijk ook nog keesmees (koolmees etc.). Met een hoofdletter vinden we bij 'Kees': een hardloper van luie Kees (een treuzelaar), hupsa Kees! (vooruit!) en klaar is Kees! (klaar!). Maar nu serieus, wat zegt Van Dale over smeerkees: iemand die er altijd vies uitziet (ook als scheldwoord), synoniem: smeerlap.
zondag 31 augustus 2014
0256 Dictee woensdag 10 sep 2014 (17): dictee Q (de 'q') √
Dictee - dictees [0256]
Q (de 'q')
1. Na de 'x' en de 'y' is de 'q' de 'kleinste' letter. In mijn momentopname 2014 telt deze letter 316 lemma's. In de papieren VD omvat die letter 6 pagina's. Er zijn 128 woorden die met 'qua' beginnen zoals (zoek op 'qua*'; ik vermeld alleen redelijk bekende woorden): qua = als (voetballer betekent hij niet veel), quacker (in collegestijl gekleed), quad (voertuig), quadriljoen (1 met 24 nullen) en quadriljard (27), quadrille (o.a. een dans), quadruple bogey (bij golf een score op een hole met vier slagen boven par), quaestor (penningmeester, vrouw: quaestrix), quagga (steppezebra), quaker (lid of aanhanger van een zekere godsdienstige sekte), qualitate qua (ambtshalve, q.q.), quarantaine (bv. voor iemand met ebola), quasi (zogenaamd: quasicontract, quasi-intellectueel), quatre-mainsspeler (de broertjes Lucas & Arthur Jussen bijv.) en quatsch (onzin, kletspraat).
2. Er zijn 10 treffers op 'qa*' waarvan ik noem: qat (verdovend middel), Qatar en Qatarees. Met '*qui*' zijn er 63 treffers, waarvan ik uitkies: quiche (hartige taart), quickbreak (bij basketbal), quickscan (globaal onderzoek), quickstep (dans), quidam (zonderling individu), quién sabe (Spaans: wie weet?), quilt (aan elkaar genaaide of doorgestikte lapjes), quisling (collaborateur), quitte (of dubbel), op zijn qui-vive zijn (op zijn hoede), quizmaster en quizzen.
3. Als u meegeteld hebt, zijn er nog 115 woorden over. Ik doe een tamelijk willekeurige greep: QAR (Qatarese rial), QI (queteletindex, vergelijk BMI = body mass index), Q-koorts, QR-code (zwarte blokjes op een wit vierkant, voor scanner of smartphone), quebracho-extract (looistof), Quechea (indianentaal in Zuid-Amerika), queen (of jazz: vrouwelijke topfiguur op dat gebied), Queen Annestijl, queenie (damesschoen met puntneus), queen-mum (koningin-moeder), queeste (speurtocht), querulant (ruziezoeker), query (vraag aan een database), queue (staart, rij mensen of computerwachtrij), queueën (kjoe - een rij maken of erbij aansluiten), quodlibet (mengelmoes), quorn (vleesvervanger), quorum (nodig voor geldige vergadering), quote (quotum of citaat), quotiënt (uitkomst van een deling), quotum (evenredig aandeel), quo vadis (waarheen gaat gij?) en qwertyklavier (pc-toetsenbord in Nederland: onderstreepte letters staan op de bovenste rij v.l.n.r., Frankrijk heeft een azertyklavier en Duitsland een qwertzklavier). En ten slotte: hadden we niet ooit een tv-jeugdserie Q & Q * die door de KRO werd uitgezonden vanaf 1974? Jazeker, alweer 40 jaar geleden!
* Aristides Quarles van Ispen en Wilbur Quant
NB Florens, leuk dat je mijn blog volgt!
Q (de 'q')
1. Na de 'x' en de 'y' is de 'q' de 'kleinste' letter. In mijn momentopname 2014 telt deze letter 316 lemma's. In de papieren VD omvat die letter 6 pagina's. Er zijn 128 woorden die met 'qua' beginnen zoals (zoek op 'qua*'; ik vermeld alleen redelijk bekende woorden): qua = als (voetballer betekent hij niet veel), quacker (in collegestijl gekleed), quad (voertuig), quadriljoen (1 met 24 nullen) en quadriljard (27), quadrille (o.a. een dans), quadruple bogey (bij golf een score op een hole met vier slagen boven par), quaestor (penningmeester, vrouw: quaestrix), quagga (steppezebra), quaker (lid of aanhanger van een zekere godsdienstige sekte), qualitate qua (ambtshalve, q.q.), quarantaine (bv. voor iemand met ebola), quasi (zogenaamd: quasicontract, quasi-intellectueel), quatre-mainsspeler (de broertjes Lucas & Arthur Jussen bijv.) en quatsch (onzin, kletspraat).
2. Er zijn 10 treffers op 'qa*' waarvan ik noem: qat (verdovend middel), Qatar en Qatarees. Met '*qui*' zijn er 63 treffers, waarvan ik uitkies: quiche (hartige taart), quickbreak (bij basketbal), quickscan (globaal onderzoek), quickstep (dans), quidam (zonderling individu), quién sabe (Spaans: wie weet?), quilt (aan elkaar genaaide of doorgestikte lapjes), quisling (collaborateur), quitte (of dubbel), op zijn qui-vive zijn (op zijn hoede), quizmaster en quizzen.
3. Als u meegeteld hebt, zijn er nog 115 woorden over. Ik doe een tamelijk willekeurige greep: QAR (Qatarese rial), QI (queteletindex, vergelijk BMI = body mass index), Q-koorts, QR-code (zwarte blokjes op een wit vierkant, voor scanner of smartphone), quebracho-extract (looistof), Quechea (indianentaal in Zuid-Amerika), queen (of jazz: vrouwelijke topfiguur op dat gebied), Queen Annestijl, queenie (damesschoen met puntneus), queen-mum (koningin-moeder), queeste (speurtocht), querulant (ruziezoeker), query (vraag aan een database), queue (staart, rij mensen of computerwachtrij), queueën (kjoe - een rij maken of erbij aansluiten), quodlibet (mengelmoes), quorn (vleesvervanger), quorum (nodig voor geldige vergadering), quote (quotum of citaat), quotiënt (uitkomst van een deling), quotum (evenredig aandeel), quo vadis (waarheen gaat gij?) en qwertyklavier (pc-toetsenbord in Nederland: onderstreepte letters staan op de bovenste rij v.l.n.r., Frankrijk heeft een azertyklavier en Duitsland een qwertzklavier). En ten slotte: hadden we niet ooit een tv-jeugdserie Q & Q * die door de KRO werd uitgezonden vanaf 1974? Jazeker, alweer 40 jaar geleden!
* Aristides Quarles van Ispen en Wilbur Quant
NB Florens, leuk dat je mijn blog volgt!
zaterdag 30 augustus 2014
0255 Dictee woensdag 10 sep 2014 (16): dictee VD-watcher en dicteetijger √
Dictee- dictees [0255]
VD-watcher en dicteetijger
1. Dat zijn twee geuzennamen, die ik me graag toe-eigen (en dan heb ik me die toegeëigend). Allereerst de watcher. VD heeft een korte en duidelijke verklaring: waarnemer, observator. Erachter staat nog wel: ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid de of het geobserveerde noemt: Binnenhofwatcher, Chinawatcher, Clintonwatcher, Golfwatcher, horecawatcher, Kremlinwatcher, royaltywatcher en stormwatcher. De betekenis van al die termen is op voorhand duidelijk.
2. Daarenboven trof ik ook nog aan (gezocht op '*watcher*'): baywatcher (strandwacht), trendwatcher (iemand die trends signaleert en bestudeert) en weightwatcher (iemand die in groepsverband aan de lijn doet). Verder is er over een watcher weinig meer te melden.
3. Waarom staat dicteetijger niet in VD en een kansel- of preektijger, een kroegtijger (partytijger kan volgens mij ook), een vergader- of congrestijger en een partijtijger (fervent lid van een politieke partij) wel? Pure discriminatie! Een agaattijger is een getijgerd (gevlekt als een tijger) paard. Roodgetijgerde koeien en paarden hebben regelmatige rode vlekken. Als soort noteerde ik nog de Bengaalse tijger (koningstijger; ook wel: grote gestreepte Aziatische tijger (Panthera tigris tigris)) en de papieren (!) tijger.
4. Een vrouwelijke tijger is geen tijgeres, maar een tijgerin. We hebben ook nog het werkwoord tijgeren: (militair) op handen en voeten sluipen. De tijgermug zou je wellicht niet verwachten: kleine, van oorsprong Aziatische mug met tijgerstrepen op de romp en de pootjes, die onder meer dengue en het westnijlvirus verspreidt. De tijgerpython kan wel zes meter lang worden en de tijgerreiger komt voor in Afrika en Midden-Amerika. Ten besluite: een lijger is een kruising tussen een mannetjesleeuw en een vrouwtjestijger, een teeuw een kruising tussen een mannetjestijger en een vrouwtjesleeuw en scampi (of scampi's; scampi is in het Italiaans al meervoud, maar bij ons is ook scampi's gewoon – en goed!) zijn tijgergarnalen. Leve de (dictee)tijger!
VD-watcher en dicteetijger
1. Dat zijn twee geuzennamen, die ik me graag toe-eigen (en dan heb ik me die toegeëigend). Allereerst de watcher. VD heeft een korte en duidelijke verklaring: waarnemer, observator. Erachter staat nog wel: ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid de of het geobserveerde noemt: Binnenhofwatcher, Chinawatcher, Clintonwatcher, Golfwatcher, horecawatcher, Kremlinwatcher, royaltywatcher en stormwatcher. De betekenis van al die termen is op voorhand duidelijk.
2. Daarenboven trof ik ook nog aan (gezocht op '*watcher*'): baywatcher (strandwacht), trendwatcher (iemand die trends signaleert en bestudeert) en weightwatcher (iemand die in groepsverband aan de lijn doet). Verder is er over een watcher weinig meer te melden.
3. Waarom staat dicteetijger niet in VD en een kansel- of preektijger, een kroegtijger (partytijger kan volgens mij ook), een vergader- of congrestijger en een partijtijger (fervent lid van een politieke partij) wel? Pure discriminatie! Een agaattijger is een getijgerd (gevlekt als een tijger) paard. Roodgetijgerde koeien en paarden hebben regelmatige rode vlekken. Als soort noteerde ik nog de Bengaalse tijger (koningstijger; ook wel: grote gestreepte Aziatische tijger (Panthera tigris tigris)) en de papieren (!) tijger.
4. Een vrouwelijke tijger is geen tijgeres, maar een tijgerin. We hebben ook nog het werkwoord tijgeren: (militair) op handen en voeten sluipen. De tijgermug zou je wellicht niet verwachten: kleine, van oorsprong Aziatische mug met tijgerstrepen op de romp en de pootjes, die onder meer dengue en het westnijlvirus verspreidt. De tijgerpython kan wel zes meter lang worden en de tijgerreiger komt voor in Afrika en Midden-Amerika. Ten besluite: een lijger is een kruising tussen een mannetjesleeuw en een vrouwtjestijger, een teeuw een kruising tussen een mannetjestijger en een vrouwtjesleeuw en scampi (of scampi's; scampi is in het Italiaans al meervoud, maar bij ons is ook scampi's gewoon – en goed!) zijn tijgergarnalen. Leve de (dictee)tijger!
0254 Dictee woensdag 10 sep 2014 (15): dictee x en y √
Dictee - dictees [0254]
X en y
1. In Van Dale beslaan de 'x' en de 'y' allebei maar 2 pagina's (op een totaal van 4500). Het aantal lemma's (trefwoorden) bij de 'x' is 111, dat van de 'y' 118, dus geen x-aantal, maar een bekend aantal. Ik maak bij beide letters een bescheiden selectie, te beginnen met x: xanthopsie is geel zien (zoals bij geelzucht) en het woord 'xantippe' (helleveeg) is het enige met 'xan' dat géén 'th' heeft. Bij X-chromosoom en X-benen is er sprake van een vorm, bij de x- en y-as niet. Xenofilie is liefde, welgezindheid voor vreemdelingen, xenofobie is de angst daarvoor.
2. Op de xerofagiën (zeer strenge vastendagen; onderstreping duidt klemtoon aan) mocht je uiteraard geen xeres(wijn) drinken. Xeroxen is fotokopieën maken met een kopieerapparaat van een zeker merk. XXXL is extra extra extra large (groot) en XO is extra old (oud, van cognac etc.). Xtc is de letteraanduiding van ecstasy (liefdespil). Het bordspel go kent u wel, xiang qi [sjie-jang-tsjie] vast niet: dat is het Chinese schaakspel. Xylitol wordt als dieetsuiker gebruikt en een xylofoon als muziekinstrument.
3. Dan met y: yahtzeeën is een aardig spel, yakult een melkachtige drank. De yakuza is de Japanse georganiseerde misdaad (en een jacuzzi een bubbelbad). Yin (mannelijk beginsel in de kosmos) en yang horen bij elkaar. De titel van het Amerikaanse volkslied is Yankee Doodle. De yamashita is een turnsprong over het paard. 'Yawl' heeft het Engels van ons woord 'jol'. De yellow press kickte op het yellen van die ongepaste yell. Een yogi en een yogini gingen yogaën. De ynglingklasse is een zekere wedstrijdklasse bij het zeilen. De YMCA is de Young Men's Christian Association (christelijke vereniging voor jonge mannen, die onder andere onderdak aan reizende jongeren verschaft - vgl. YWCA). NB Let op de apostrof: Men's en Women's. Een yorkshireterriër houdt vast niet van yoghurtijs. Het youtuben gebeurt via de website YouTube. Yuca is maniok en yucca een plant: daar kan dus de yuccamot op zitten. Een yuko is een lagere score dan een waza-ari (bij judo). Yuppies kunnen voor een behoorlijke yuppificatie zorgen. Meer heb ik niet te melden over x en y.
X en y
1. In Van Dale beslaan de 'x' en de 'y' allebei maar 2 pagina's (op een totaal van 4500). Het aantal lemma's (trefwoorden) bij de 'x' is 111, dat van de 'y' 118, dus geen x-aantal, maar een bekend aantal. Ik maak bij beide letters een bescheiden selectie, te beginnen met x: xanthopsie is geel zien (zoals bij geelzucht) en het woord 'xantippe' (helleveeg) is het enige met 'xan' dat géén 'th' heeft. Bij X-chromosoom en X-benen is er sprake van een vorm, bij de x- en y-as niet. Xenofilie is liefde, welgezindheid voor vreemdelingen, xenofobie is de angst daarvoor.
2. Op de xerofagiën (zeer strenge vastendagen; onderstreping duidt klemtoon aan) mocht je uiteraard geen xeres(wijn) drinken. Xeroxen is fotokopieën maken met een kopieerapparaat van een zeker merk. XXXL is extra extra extra large (groot) en XO is extra old (oud, van cognac etc.). Xtc is de letteraanduiding van ecstasy (liefdespil). Het bordspel go kent u wel, xiang qi [sjie-jang-tsjie] vast niet: dat is het Chinese schaakspel. Xylitol wordt als dieetsuiker gebruikt en een xylofoon als muziekinstrument.
3. Dan met y: yahtzeeën is een aardig spel, yakult een melkachtige drank. De yakuza is de Japanse georganiseerde misdaad (en een jacuzzi een bubbelbad). Yin (mannelijk beginsel in de kosmos) en yang horen bij elkaar. De titel van het Amerikaanse volkslied is Yankee Doodle. De yamashita is een turnsprong over het paard. 'Yawl' heeft het Engels van ons woord 'jol'. De yellow press kickte op het yellen van die ongepaste yell. Een yogi en een yogini gingen yogaën. De ynglingklasse is een zekere wedstrijdklasse bij het zeilen. De YMCA is de Young Men's Christian Association (christelijke vereniging voor jonge mannen, die onder andere onderdak aan reizende jongeren verschaft - vgl. YWCA). NB Let op de apostrof: Men's en Women's. Een yorkshireterriër houdt vast niet van yoghurtijs. Het youtuben gebeurt via de website YouTube. Yuca is maniok en yucca een plant: daar kan dus de yuccamot op zitten. Een yuko is een lagere score dan een waza-ari (bij judo). Yuppies kunnen voor een behoorlijke yuppificatie zorgen. Meer heb ik niet te melden over x en y.
Abonneren op:
Posts (Atom)