Dictee – dictees [3805]
Groot Dictee der Leuvense studenten 2025
[geen titel, auteur: Hanne Eerdekens]
1. Wie het archetype van de Leuvense student tracht te capteren, laveert onmiddellijk in een liminale zone waar verheven academische idealen zich verstrengelen met de prozaïsche realiteit. Verwacht wordt dat deze student, geworteld in een sacrosancte universiteitstraditie, zich manifesteert als een vehikel van eruditie, eloquentie en kosmopolitisch [geen eind-e - het-woord] savoir-vivre. Men stelt zich voor hoe hij, gezeten in een met eikenhout betimmerde aula, in quasimonastieke stilte Aristoteles en Derrida doorploegt, slechts onderbroken door contemplatieve promenades langs de plechtstatige Sint-Pieterskerk met zijn ontelbare pinakels, de Fonskefontein of de gotische façade waarachter de municipaliteit huist.
2. De zogenaamd ascetische levensstijl blijkt in de praktijk vooral te bestaan uit nachtelijke escapades, bacchanaalachtige excessen en orgiastische uitspattingen op de Oude Markt, waar het volume van de polyfonische kakofonie van fakbarcantates [ook fakbarcantaten, maar je moet opschrijven wat er voorgelezen wordt!] soms de gregoriaanse galm van de universiteitsbibliotheek overstemt. De mythische studentenkot(t)en [opschrijven wat er voorgelezen wordt!] zijn geenszins sanctuaria overladen met gebonden syllabi en folianten, maar met kapsalonbakjes uit polystyreen waarop lege wegwerpbekers met koffie of andere cafeïnerijke substanties precair balanceren. De Leuvense student staat ’s avonds onvermurwbaar in een muffe studentenkeuken instantnoedels [ook: instantnoodles - hoewel 'instant' in GB ook als bnw. voorkomt, zijn alle combinaties met 'instant' in GB en VD aaneen; 'instant' los lijkt daarom niet juist] te slurpen, voorzien van een saus die ongetwijfeld meer E-nummers 3 bevat dan enig respectabel woordenboek lemma’s. In de diepvries vindt men naast de vermolmde croque-monsieurs codices [mv. van codex, handschrift] ter preventie van schimmelvorming.
3. Ook het verwachtingspatroon omtrent intellectuele verheffing barst sporadisch. Waar men veronderstelt dat de Leuvense student zich dagelijks verdiept in ontologische epifanieën, calculeert hij minstens even obsessief de goedkoopste fakbarpromoties, reserveert hij de bibliotheekstoel met optimaal procrastinatiepotentieel [het voortdurend uitstellen van wat je moet doen] en ontwijkt hij strategisch de immer meedogenloze kotbaas die zich steevast aankondigt met de sonore dreun van een inquisitoriale belhamer, gevolgd door de obligate reprimande: “Stilte, klerelijers!”
4. Desalniettemin stelt de Leuvense student niet teleur. Te midden van historische gebouwen en pittoreske steegjes ontwikkelt hij ondanks zijn frivoliteit en flatulentie een curieuze hybride competentie: enerzijds een intellectuele ijver voor academische prestatie en anderzijds een darwinistische souplesse in het manoeuvreren door dynamische sociale constellaties. Hij eigent zich niet enkel cognitief kapitaal toe, maar heeft ook met bravoure in de kunst van het academisch overleven gemasterd. Het studentenleven, obscure kennisvergaring [evt. aaneen] en collegiale verbondenheid doorspekt met de occasionele lethargie en mentale inertie, is toch wondermooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten