Oefendictee dec 2019 (6)
1. De Wet Bibob behelst de bevordering van de integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Een bidelotje [loo] is een aapje (vormpje om een das op te strikken). Wat is de bidduur van een biduur? Vrome moslims kunnen een bidvlek, zebibah, op het voorhoofd hebben. Bieslook is snijprei. Een bietsster bietst. Bifurqueren is een bifurcatie vormen. Bij big government horen hoge taksen. Dat staat gedrukt tussen bijbelhaken. De bijkerij is de bijenteelt of apicultuur. Moet ik naar bik- of naar bakboord kijken? Vroeger werd er op 2 januari gebalanst. Een mukluk is een winterse indianenlaars. Het binnenste buiten keren, is iets binnenstebuiten keren. Er zijn daar zowel intra- als extradostjes [doo]. De postdoc maakte een voortreffelijke biodoc. Het BIOS is het basic input/output system.
2. Tja, quadrupedalisme is niet zo moeilijk, bipeed zijn wel. Een zoete blimbing is een carambola. Het caecum is de blindedarm. Bling is blingbling en bij een geblingde jurk denk ik aan een gepimpte dito. Is een blintse een joodse blini? De blitskikker speelde een blitzpartij met zijn tegenstander. De abachi wordt ten onrechte goudberken genoemd. Lesje natuurkunde: je hebt dubbelbolle (1), platbolle (2) en holbolle (3) lenzen. Die zijn allemaal in het midden het dikst: van 'holbol' zegt VD terecht dat (dus) de bolle zijde meer gekromd is dan de holle. Er zijn ook dubbelholle (4), platholle (5) en bolholle (6) lenzen: die zijn allemaal in het midden het dunst: bij de laatste is de kromming van de holle sterker dan die van de bolle. De wetenschappelijke termen zijn (1) biconvex, (2) planconvex, (3) concaafconvex, (4) biconcaaf, (5) planconcaaf en (6) convexconcaaf. VD heeft m.i. onterecht concaaf-convex en convex-concaaf (zouden verwisselbare begrippen zijn). Maar dat doet geen recht aan het feit dat in 'concaaf-convex' convex (bol) overheerst en in 'convex-concaaf' concaaf (bol)! Zie: https://www.youtube.com/watch?v=TsPKP4zVpww In een vervolgfilmpje komt ook nog de lenzenformule 1/f = 1/b + 1/v ter sprake: f (van focus, brandpunt) = brandpuntsafstand, v = voorwerpsafstand en b = beeldafstand. De vergroting is b/v.
3. Als je weet wat een bireem is, weet je ook wat een trireem is. Zong die nozem toen echt over een bisamrat (en bizon)? Een biseau is een schuin geslepen rand en bisette is boerenkant. Bij de Papoea's kennen ze de bisjpaal en Arabieren dragen soms een bisht. Maak het maar moeilijk: kreeftensoep is bisque de homard of bisque d'homard. Bissara is puree van gekweekte tuinbonen (Noord-Afrika). De bisschopsring is het teken van zijn huwelijk met de Kerk (van Rome). Ik ben geen bitneuker!
4. Let wel op het verschil tussen bivakring en bivakkering. Vervelend, die urethra- of blaashalssclerose. Blaasontsteking is cystitis [k] en een blaasspiegel is een cystoscoop [k]. Een blade [bleet] is een veerkrachtige (onder)beenprothese. Wil je blanc de blancs of dito de noirs? De blanc-bec nuttigde blanc-manger. Een blancet is een blanco accept, blanc-seign of blanket. Een hole-in-one bij een blind hole is een wereldprestatie. De pocher(d) at yoghurt. Onder de blauwende lucht begon de boer te blouwen. Een blauwkous is een savante. Het Blendwerk der Hölle is een helse zinsbegoocheling. De rode kaart bleek een blessing in disguise te zijn. Zij is een gekende [niet algemeen] blètster. Vlees kan bleu chaud en bleu froid zijn. Een happy ending is blijeindend. Een blitzkrieg is een bliksemoorlog. Bij het blind varen moet je blindvaren op de instrumenten. Het taurobolium is de bloeddoop.
5. De beginnende cabaretier was bloedje-enthousiast. Geloof het of niet: een boap is een beestenontmoetings- en activiteitenplek. Het uurwerk van Flora is een bloemenhorloge. Hij liep weer te bloemkolen en Tante Bloemkool keek toe. De blokjescode is de QR-code (quick response code). Het bloemenrijk, het rijk van Flora, is bloemrijk. Het blondientje, blondinetje, was een blondie van een typemiep (ook: typmiep). Hij liep in zijn hassebassie, zijn niksie. Bloteriken zijn bloterds. Om maar eens een zijstraat te noemen: blue monday en Black Friday. Na de boer volgt: burp, blurp of burps. Blush is rouge, blusher is rouge in poedervorm. Blut und Boden kwam ver na Blut und Eisen. Begeistert is begeesterd. Op silvesteravond werkt een sylvester (stijlentrekker) meestal niet. De BNRO was de Belgische Nationale Radio-omroep. De afkorting BO staat ook wel voor bodyodour, lichaamsgeur.
6. De croesus was zo rijk als Boaz. Met een bobbynet vangt men dieven, bobbinet is tuleachtig weefsel. Het was er botertje tot de boom (ook: boôm). Hij zat erbij als een boeddha. Boeën is boe roepen (het boegeroep) door een boeroeper (GB). Boeghies is gerookt runderboegstuk. Is dat verhaal al geboekstaafd, te boek gesteld (door teboekstelling)? De Boekenweek wordt geopend met het boekenbal (en je krijgt dan een boekenweekgeschenk). Een boekhoudfout is meestal onbewust, boekhoudfraude bewust. Een boeksharing is een bokking: dat heeft niets met (time)sharing te maken ... Bij de boerenbond verkopen ze boerenbont. Een Boeren- is geen Stadsfries en komt mogelijk uit Boerenkoolstronkeradeel. De boerentaal is de taal van de Boeren, het Zuid-Afrikaans. Ach, hij is maar een boertje van buut'n. Hij moest een poenitetje [boetedronk] drinken. Heerlijk, die boeuf-bourguignonfantasie!
7. Een animae dimidium meae is een boezemvriend. Eindigt het boezemgebied bij het middenrif? En kun je daar een boezemwond oplopen? Boing is boink. Sportvissers hebben een boilie. Hij leefde la vie de bohème, bijna als een bohemer. Bokstaan is bokjestaan. Bokstavast is bok(je)springen. Ze droeg een bolerootje. Een bollebof van de bazaar is commissaris van politie. Het bollenpellen is een kwestie van bollen pellen. Een bolstaand zeil zal bol staan. Die ver dragende knal was nauwelijks te verdragen. Hij is op weg naar Bommel: gaat sterven. De bonafide man was bonaf. De (gereformeerde)bonders zijn geen lid van de Bond, dat is de (Nederlandse) Protestantenbond. En die houdt jaarlijks haar protestantendag. Het bone china [boon tsjaai-nuh] is zeker porselein. Een bontwerker is een fourreur. Een wisiman (SR) is een zwarte magiër, een bonuman een witte. Met *pulch* alleen pulchri studio (uit liefde tot het schone) en in verum, bonum, pulchrum: het ware, het goede en het schone (en verder nog wat binnen plantennamen).
8. Harries of bobbies zijn boobies. Zou er op de beroemde Nachtwacht van Rembrandt tussen de schutterij ook minstens een geboren Schutter (Boogschutter) gestaan hebben? Een boommarter heet ook boomotter. Bomen: let op voor het boomkankermeniezwammetje! Een toepaja is een boomspitsmuis. Een boomvalk is een baillet. In de oosterse keuken heten sperziebonen boontjis. Een casing bekleedt een boorgat. Boordroeien is oarsen en het antoniem daarvan is scullen. Een boortoren is een derrick. Hé boots, let je wel op? Een bordelaisevat bevat 224 l bordeauxwijn. Waar wonen de Bordelezen? Zo'n bordvol kan ik niet op. Een borstenparade is een topless show [VD: in een toplessbar]. Hij is nogal zelfingenomen,
op-de-borst-klopperig. De maka(slang) is de bosmeester. Was dat een geval van bossnapping? Boterwegen is bij een kinderspel rug-aan-rug staan. Botoxen doe je met Botox (botulinetoxine). Ik zweer bij bottientjes (bottinetjes). Heerlijk, zo'n boucheetje. Mijn e-mail werd gebouncet. Daar gaat de dienst Bouw- en Woningtoezicht over! Het bovarysme staat haaks op de werkelijkheid. Boyo is een zeker ovengerecht. Een bozzetto is een zekere voorstudie. De bracco italiano is een staande jachthond. Daar heb ik de brains niet voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten