woensdag 28 augustus 2019

1715 Dictee woensdag 28 augustus 2019 (1) dictee OUD Oefendictee nov 2017 (7) √

Dictee - dictees [1715]

[Oud] Oefendictee november 2017 (8)

1. Ergens buiten Bergen op Zoom troffen we een blotekakkiespad aan. Hij lijdt aan BED (binge eating disorder – eetbuienstoornis). Hij zei: "The proof of the pudding is in the eating". De studenten dronken nog een apengeiltje [glas marasquin met een laagje room]. De orde van de Mevlevi's omschrijft VD als de dansende, draaiende derwisjen. Laagwater [GB ook wel los] kort je af met LW (net zo: HW). De lagergelegen gebieden zijn te nat, de hogergelegen [niet in wdb.] dito te droog. Lamunchi is lamoensiroop. Hij fietste langsheen [BE] de schuur. Een langoest is een hoornkreeft en een langoustine een kleine kreeft, nieroogkreeft of Noorse [uit Noorwegen, dus niet: noordse] kreeft. Hij heeft een enorme lapis-lazuliverzameling [(l)azuursteen]. Wist je, dat laos galanga [specerij] is? Die ontwikkeling gaat via de larventoestand [n/s]. Een LAN-party zonder computers is ondenkbaar (local area network) [bijeenkomst waar men games speelt, etc.]. Met larp wordt live-action role-playing, een rollenspel, bedoeld. Daar heb je die lazerstraal [rotzak] weer met zijn laserstraal [laser: Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation].

2. Laat dan die lastpost de Last Post [speciale taptoe] maar blazen. Een bed kan een lattenbodem (latten bodem) hebben. Lavas [maggi] kun je toch gewoon op lavash [zeer dun rond brood] gebruiken? Een lazaret [veldhospitaal] is niet alleen voor leprozen [melaatsen, lepralijders, leprozen]. Een led-tv heeft een ledscherm [light emitting diode]. Hij gebruikt lecithinenpreparaten (VD: zonder tussen-n; n/s). Zit er statiegeld op dat leeggoed [BE]? Hij is een snelle Duitsleerder. Hij volgt een leer-werktraject en verstouwt veel leerwerk. Zit hij weer te legoën [met lego(bouw)stenen]? Leisure is besteding van de vrije tijd. Lethargie [ongeïnteresseerdheid, inactiviteit] kan uiteindelijk letaal [dodelijk, als gif] zijn. In dat Libelleproza komt het libellennet [ga uit van libel!] niet voor. De LGO-besluiten betreffen landen en gebieden overzee. Bij golfen is de lie [laaj – ligging van de bal] belangrijk. Is een light verse [lichtvoetige poëzie] ook een lightproduct [light product] [voeding]? Een dwerg is een lilliputter [2 x ie]. Is het limbisch systeem specifiek menselijk? Ik denk van niet. The sky is the limit: die is dus de limit, en kent geen grenzen. Lindaan is een insectendodende stof. De line-up [opstelling] kom je bij meer sporten tegen, de line-out alleen bij rugby [spelers in een rij loodrecht op de zijlijn en de bal wordt tussen beide rijen ingegooid]. Hij is links-extremist (en dus extreemlinks). Af en toe hebben ze op de Antillen een lionfishinvasie [koraalduivel: tropische vis met giftige stekels].

3. Mijn zoon volgt een liostage [leraar in opleiding]. Hij heeft een hele lipidenstudie [VD: geen tussen-n: n/s] achter de rug. Hoeveel lisdoddensoorten zijn er? Is dat een livealbum of een live album? Interessant met *piet*: vogel: bonte piet (scholekster), luis: als de pieten (heel erg), een hele piet, de hoge pieten in Den Haag, een saaie piet, een piet in iets zijn (goed), de grote piet uithangen (plassen, dik doen), hete melk en dikke pieten (zeker gebak, op het ijs), iemand bij z'n pietje hebben (penis, ook figuurlijk), veel piet hebben (geluk), zich piet (bnw.) houden, zo piet als een muisje (stil, koest), Piet: Piet Snot, Pietje de Dood (Magere Hein), Zwarte Piet, Piet, Pieterbaas, Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, een malle pietje (handelaar in de tweedehandsspullen (tweedehands spullen)), Piet de smeerpoets, (werp)spiets (spies, speer), Sint-Pieter, een pietertje (klein beetje), platte pieter (= platte peter, tuinboon), spie (spietje!), kepie (kepietje!), kopie(tje), pietlut, pietsie, pietsje en hulppiet.

4. Verder: opspieën (met spie vastzetten – hij spiet op, dat hij opspiet), pappie(tje), pieterig, saaipiet, utopie(tje), zeurpiet, hippietijd (!), hoofdpiet, okapi(etje), pieterman (zeevis – onderdeel van de pietervis(sen), gulden – inwoner van Leuven – ook: peterman, penis; vgl. Pieterbaas!), verpieterd, keukenpiet, pietjesbak (triktrak, bakje met dobbelstenen), pietlut(tig)(heid), verpieteren, zielenpiet, zwartepiet (toespelen = zwartepieten), ietsepietsie, pieterselie (= peterselie), kanariepiet, therapie(tje), ietsepietsie, ietsjepietsje, therapietrouw (!), pietendiploma, pietepeut, pietepeuterig, pietepeuter(en), pietje-precies, zwartepietenspel, zwartepietenpak, chelatietherapie(tje),
koek-en-zopietent (!) en zwartepietenbeleid (tot zover GB).


5. Uit VD nog wat interessante zaken: ietsjepietsje, impiëteit (slechtheid, goddeloosheid), kleurenpiet (regenboogpiet), Knekelpiet (de dood), paupiëtte (bv. blinde vink – vgl. blinde dirk = ketelkoek), piëta (Maria met gestorven Jezus), pietdood (morsdood), piëteit (vroomheid, verering), pieterig (tenger (Sint-)Pieterspenning, pietheinen (stelen), piet-in-'t-hok (* geslachtsgemeenschap, brandewijn), pietjanknor (= piepjanknor = *), pietje(s) (hoofdluis), pietje-de-voorste (haantje-de-voorste), gossiepietje, pietenpet, zwartepietenprotest, pietje-precies, pietje-rechtuit, pietje-secuur, pietjeslui (vogelaars), pietjesneuker (muggenzifter), pietjeswagen (soort janplezier), pietmaker (opschepper), regenboogpiet, roetpiet (schoorsteenpiet), piet-van-vliet (koekoeksoort), sint-pieterskruid (sleutelbloem, glaskruid), sjappietouwer (baliekluiver), spietoren (uitkijktoren), sullenpiet (dommige zielenpiet), tempietto (Romeinse tempel), uitgepieterd (mager, zwak), wegpieteren (verkommeren), zanikpiet en zielenpieten (zielig doen).

 
 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten