vrijdag 5 januari 2018

1249 Dictee vrijdag 05 jan 2018 (1): dictee Oefendictee oud 350 (= Ratjetoe 23, ook: lijst Rein) √

Dictee - dictees [1249]

Dictee 350 (CCCL) = Ratjetoe (23, ook: lijst Rein)

Bij de herziening alweer gevorderd tot Oefendictee 350! Daarom dit dictee als voorproefje!

1. Er is praktisch geen practicum vandaag: de ruhmkorffklos is kapot! Met een klisteerspuit gaf je vroeger een klysma. Een coterie is een kliek van standgenoten die anderen stelselmatig uitsluiten. De gewaagde sprong van de (het) klif is een ware cliffhanger. Met '*kler*' vinden we: tallyklerk, telegrafist-klerk, sprinklerinstallatie, de klerikalen en het klerikalisme, klereschool, klerenkast (kleerkast van een vent), hippe kleren en hippiekleren, gymnastieklerares, disco-, camping- en carnavalskleren, antiklerikaal en advocatenklerk. Met '*cler*' is de oogst: ars clericalis (schrijfkunst), arteriosclerose (atherosclerose, aderverkalking), cleresie (cleresij: kerkgenootschap), de clergé (clerus, bestaande uit clerici, enkelvoud: clericus), clerihew (vierregelig, humoristisch gedichtje), clergyman (donker pak met collaar van
rooms-katholieke geestelijken)
, fin-de-siècleroman (maar: fin de siècle), multiple sclerose (afkorting: MS), recycleren (recyclen, ik recycleerde, ik recyclede), sclerodermie (ziekelijke verharding van het bindweefsel in de huid) en sclerofyten.


2. De kniesster – tevens skiester – was een crack in het kniezen. Zij kreeg ervan langs met de knuttel [strafwerktuig op schepen]. De knillers hadden last van knijten [mugjes]. Choquant (shockerend), shocking, wat een respondent op de dictees verwoordde: "Ach, al die Latijnse termen bekijk ik niet: je komt ze alleen maar in Breskens tegen!" De knip-en-plakgeneratie houdt zich voornamelijk met
knip-en-plakwerk bezig, als ze al geen knäckebröd eet. Een knockdown is een graadje lichter dan een knock-out. De kobmeeuw vloog in de zoo boven de kob (een antilope). Koeweit en de Koerilen hebben elk hun eigen koeterwaals. De koekenbakker bakte koekebrood en pannenkoeken. De kokardebloem is een tuinsierplant. De koek-en-zopietent stond in de koek- en Hanzestad Deventer. Tijdens het koffie-uur gedijde de koffiedikkijkerij; er werd ook nog koffiegedronken (van coffeepads, anders geschreven: koffiepads) en er werd koffie verkeerd genuttigd.


3. Zoeken op '*kola*' geeft alleen: kolaboom, kolanoten en kola-extract, naast pikolan (een draagstok van bamboe). Veel meer vind je met '*cola*': chocolade-ei, bricolage (broddelwerk), cérémonie protocolaire (protocollaire ceremonie: voorgeschreven plechtigheden bij een officiële gebeurtenis), chocoladefondue, -mousse en -milkshake, ecolander (kruising van een heckrund met een Schotse hooglander), colatie (colatuur: filtreren), focolarini (leden van een kleine gemeenschap van leken en priesters voor het 'Werk van Maria'), interscolair, lightcola, coca-cola (koolzuurhoudende bruine frisdrank op basis van kola-extract), cola-pils, cola-tic, percolator (doorzijgapparaat), piccola morte (tijdelijk verlies van bewustzijn door narcotica of extase), pina colada (cocktail van kokosmelk, ananas en rum, veelal met ijs), rucola (wilde slasoort), sc(h)ola cantorum (koor van geoefende zangers in gregoriaanse gezangen), sint-nicolaasgebak van Sint-Nicolaas en una giornata particolare (een zeer bijzondere dag).

4. Raak vooral niet in de war: de colaplant is de kolaboom, kola's zijn de vruchten ervan. Hij wil overal zijn kokkerd, zijn grote neus, insteken. Köfte is een Turks gerecht van gebakken (lams)gehaktballetjes met kruiden. Het kohlpotlood levert de make-up voor je ogen. Een kojak is een kruising tussen nerts en sabel. Een bouffante [lange gebreide wollen das] wordt trouwens ook sabel genoemd. Het Land van Kokanje staat niet vol met kokanjemasten. De koks-in-'t-ruim borgen de kokendhete vleet op. Een koksiaanse en een coccejaanse hebben slechts dit gemeen: hun genus. Koka! De judodemonstratie van de judo-equipe liep ten einde. De kondee is de haardracht zoals
Indo-Europese vrouwen in voormalig Nederlands-Indië die hadden. Kondt ge wel tijdig beslissen? Een comprimé (comprimés, comprimeetje) is een pastille van samengeperste droge stof, vooral van geneesmiddelen. Kun je met een ijskompres een turbocompressor koel houden? De compressibiliteit bepaalt de uiterste compressie, hoever je kunt comprimeren. Tot hoever kun je met je avances gaan bij haar? Tot hoe ver zou ze met me mee naar de noordpool willen? Ik kom pas als mijn morele kompas compassie getoond heeft. In ons bedrijf is hij mijn compagnon, bij onze misdaden mijn kompaan. Het eet- en drinkgerei werd gebruikt bij het eet-en-drinkgelag. Op de kolchoz [groot collectief Russisch landbouwbedrijf] werden kolbaszworstjes geserveerd. Het gaskomfoor was voorzien van alle comfort. Ben je nog op het koninginnedagfeest geweest?


5. Het koningsbrood (driekoningenbrood) eet je op het driekoningenfeest (Driekoningen, 6 januari). Op Epifanie komen de wijzen uit het Oosten (Caspar, Melchior en Balthasar) bij het Christuskind. De koninginnedagvierder kon het koningschap geen reet schelen. De kongeraal werd met congadrums verdreven. De klant is koning: hij is Koning Klant (dichterlijke vrijheid, niet zo in wdb.). Hartenbeesten zijn hertenbeesten (kongoni's, niet in VD). Bij de crash vlogen de kop aan staart (tête-bêche) gestapelde bierglazen in het rond, de kop-en-schotels bleven heel. Het kooltje-vuur is wel een adonis [plant], maar geen jongeling van zeldzame schoonheid. Leggen kooi-eenden kooi-eieren? Nee; dat zijn batterijeieren. Een kookaburra is een ijs- oftewel lachvogel. In het Koninkrijksstatuut staat vreemd genoeg niets over de koninkrijkszaal. De kortaangebonden vrouw droeg een kort aangebonden corselet. Het kornoeljehouten kastje kraakte in zijn voegen. De ara papegaaide (geval van echolalie): koppie-krauw (tussenwerpsel: uitroep van een papegaai, tegen een papegaai zeg je liefkozend (gewoon): koppie krauw of kopje krauw). Het kordon kreeg na afloop cordon bleu te eten. Met een kornet kun je vissen, een kornet kun je dragen. De kornet speelde op zijn bugel (kornet) en at bonbons uit een cornet [papieren doosje voor bonbons]. Zijn obligaties zaten in de blikkendoos.

6. Hij ging kopje-onder, maar kwam weer boven water, hij kwam weer helemaal erbovenop. Een korakora is een Moluks verplaatsingsvehiculum. Ik ben die 100 hellermunt, die koruna, meer dan kotsbeu. Bij een kostuumfilm speelt een costumier een rol, maar dan wel letterlijk! Kortgeleden zei hij nog, dat de laatste zege lang geleden was. Een creools-Surinaamse vrouw zie ik nog niet meteen de koto [op een citer lijkend Japans snaarinstrument] bespelen. Naar kouroi (enkelvoud: kouros) mag ik graag kijken. VD schrijft kravatten, van GB moet je cravates schrijven en kun je dus een cravateverzameling hebben, terwijl dat bij VD een kravattenverzameling is! De krabbekat droeg een kousenband. Een krantencorpus kan vele miljoenen woorden bevatten (het letterkorps is daarbij niet van belang). Met dat krankjorume porem (ponem) van hem was hij in de lorum. Er is geen koutje aan de lucht (hier wordt niet de kauw bedoeld), zo koutte hij vrolijk voort. Zijn gekout eindigde pas in het historische kraantje-lek. Een krabbenschaar is een krabbenpoot, een krabbenscheer een plantje, de scheren.

7. Zo, eerst in Danzig (thans, Pools: Gdańsk, niet in wdb.) de krakowiak dansen en dan een lekkere krambamboeli [punch, ook wel: jenever]! Hoeveel krachs (crashes) zijn er in de twintigste eeuw wel niet geweest? Zoeken op '*loi*' geeft veel mooie dicteewoorden: alkaloïde, allopolyploïde, aloïne (aloëbitter), aspidosperma-alkaloïde, blaxploitation, bouilloire (schenkketel, theeketel op een bijpassend komfoor), catharanthusalkaloïde (vinca-alkaloïde), een cello-intro, celluloid en celluloïde, colloïd en colloïde, cloisonné (van vaatwerk, email; antoniem: champlevé), in de couloirs der Kamer, cycloïde (radlijn, roltrek), émail-cloisonné, ergotalkaloïde, esprit gaulois (boertige grappigheid), floid (voor buitentennisbanen), hoi polloi (de menigte, de massa), horeca-exploitant, hors la loi (vogelvrij), hypocycloïde, iboga-alkaloïde, loipe, loirewijn, moment de gloire (finest hour), een acute myeloïde leukemie (betreft het been- of ruggenmerg), oloysiketi (Sranantongo: halsketting), parloir (spreekkamer), piccoloïst, ploing (nabootsing van het geluid van een snaar die wordt getokkeld), solo-instrument, tabloidpers en tetraploïde.

8. Vervolg: princesse lointaine (onbereikbare geliefde), varioloïden (lichte vorm van pokken, hoofdzakelijk bij gevaccineerden) en webloid (samentrekking van web en tabloid). Om dit dictee tot normale proporties op te blazen, zoeken we naar '*oil*': hard-boiled, empiretoilet, eau de toilette (verkleinwoord: eau de toiletteje), contrepoil (tegenvleug) en tegenvleug (contre-poil!) = cirkeldefinitie (gelukkig staan al die woorden nu niet meer in VD), een vaatwand coilen, boilie (aasbolletje voor sportvissers), aardgasboiler, à la belle étoile (in de openlucht, onder de blote hemel), jetfoil (draagvleugelboot), langue d’oïl (taal in Frankrijk boven de Loire), parboiled (snelkokend), passepoil (boordsel, paspel), passepoileren, poilu (soldaat aan het front, in Frankrijk in de Eerste Wereldoorlog opgekomen benaming), renvooiletter, spoiler, toile (model in katoen van een haute-coutureontwerp), toile cirée (Belgisch-Nederlands, spreektaal: wasdoek), voilà (ziedaar), voilage (overslaggordijn), voile (sluier) en een zoïlus (kleingeestig criticus).

 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten