woensdag 29 december 2021

2537 Dictee vrijdag 31-12-2021 (1) dictee Dictee van de dag (439) √

Dictee – dictees [2537]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 418, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (439)

1. Er zijn cafés waar je cameeën [halfedelsteen met voorstelling in reliëf] kunt kopen. Voor instantberichten gebruik je instant messaging [IM, directe verbinding indien ontvanger online]. Er was daar veel instore reclame [in en rond de winkel]. Dit project, wil je er alleen je neus in steken of er ook (maar niet gewestelijk!?) geld in steken? Hij moest het geld de automaat insteken. Bij het parkeren moet je vaak insteken. Met reuzenschreden is à pas de géant. De intrigant wist de obligeante [dienstvaardig, beleefd] doch exigeante [veeleisende] arbitrageant [doet arbitragezaken met valuta] niet te overtuigen. Een intransigent [alleen de eigen partijideeën] sluit geen compromissen. Hij is erin getrapt dat ze bij weigering de deur zouden intrappen. Hij was in the (de; beide VD) winningmood. Bij de uittrap wordt de bal het veld in getrapt. De midvoor zou het liefst de keeper de grond in trappen (onder de groene zoden schoffelen). De Eskimo's zijn Inuktitutsprekend. De inval der Hunnen vond plaats onder Attila en zijn legeroverste met de hunnen (cum suis: c.s.). Stelt dat inzagerecht echt iets voor? Ik heb erover ingezeten. Hij zou er dik in zitten [er overvloed van hebben]. Hij heeft veel schulden: hij zou er tot aan zijn nek in zitten. Yamoussoukro [niet in wdb.] is de hoofdstad van Ivoorkust.

2. Laten we er de pas in zetten en straks de ramen inzetten. De rechter zei letterlijk: "Verdachte, neem er nog eentje, want immers: in vino veritas [iemand die dronken is, spreekt de waarheid]." In zekere zin was zijn irascibiliteit [prikkelbaarheid] irresistibel [onweerstaanbaar]. Wat is precies een IRC-chat [Internet Relay Chat – netwerk van babbelboxen]? Die irene [aardappel] is eetbaar. IPod: als je veel met de iPod werkt, kun je een iPodduim krijgen (GB ook wel: pdan heb je te veel gpod; was dat na het io-vivatten? Je schrijft: e-mailen en
g
e-e-maild. De Isthmische Spelen waren openbare kampspelen die om de twee jaren op de landengte [istmus] van Korinthe in Griekenland gehouden werden. Dat zijn toch niet de Pythische Spelen? Cumeen is isopropylbenzeen. Die Italiaan at bij de italiaan. Ik heb zijn hele oeuvre gebloemleesd. De blouse (bloes) bloesde [als een bloes overhangen] nogal. De blondgelokte diva met haar blotebillengezicht nam een bloody mary [cocktail van wodka met tomatensap] tot zich. Op blootleggen volgt blootliggen. De blueszangeres droeg bluejeans [spijkerbroek] en zong bluegrass (countrymuziek, afkomstig uit Kentucky).

3. Het (de) bock (het bockbier) kwam oorspronkelijk uit Einbeck (Duitsland). De bobtail [ruwharige Engelse herdershond] zag zijn baasje een cocktail drinken. Zijn geld zat in de bodysafe [tasje onder de kleren]. De bodin [bodes] ging met de thee rond. Zou GB met 'Bodo' naar een volksstam of een (dan 'het') taal verwijzen? Vast niet naar een reus of een motorfiets; waarschijnlijk volksstam en taal ... In de Boekenweek krijg je een boekenweekgeschenk. Als je boeleert [in overspel leven], doe het dan met een boelin [overspelige vrouw, minnares]. Bij een boerenbond kun je altijd wel boerenbont kopen. Wat zou het verschil maken tussen 'op z'n boerenfluitjes' (GB) en 'op z'n janboerenfluitjes' [GB, VD]? Mogelijk Jan zonder Land (Magna Charta, 1215)? De Boerenkrijg speelde zich af in Vlaanderen en Wallonië (1798-1799). De Boerenoorlog vond echter plaats in Zuid-Afrika (1899-1902). Die leidde tot de oprichting van een Boerenrepubliek (Boerenstaat) na de Grote Trek, zoals daar zijn Transvaal en
Oranje-Vrijstaat. Ze trokken het boetekleed aan. Een bojaar was een adellijk grootgrondbezitter [oude Rusland].

4. Het bnp is het bruto nationaal product. Die BN'er [bekende Nederlander] was vanavond de bob [bewust onbeschonken bestuurder]. Als je regulier bij de BOB [Bewakings- en Opsporingsbrigade, België, historisch, vgl. GDA = (BE) gerechtelijke dienst van het arrondissement] werkte, had je toch geen bobbaan [bobsleeën]. Zullen we gaan bokspringen? Een bohemer is een zigeuner, een Bohemer komt uit Bohemen en een bohemienne herken je aan haar bohème [ongeregelde levenswijze]. Een Bollywoodfilm met bollywoodromantiek (zie ook 'hollywoodromantiek') refereert aan Bombay. Een bollenkweker bij Haarlem of bij Leiden die het bollenpellen (VD, znw.) beoefent, moet bollen pellen (GB, ww.) in de Bollenstreek. Met de bolivar [VEF] betaal je niet in Bolivia (daar geldt(!) de boliviano – BOB), maar in Venezuela. De bollandisten zijn de navolgers van Jean Bolland. De Bondsdagpresidente verbleef in het bondshotel; de rekening ging naar de Bondsrepubliek. Een boniment is een verkooppraatje. De Boni's in Suriname spreken Boni. De bon vivant [levensgenieter], altijd goed voor een bon mot [kwinkslag], trof de bon ton [goede toon] om de bonus-malusregeling als een bonne bouche [lekker hapje, traktatie] te presenteren. Is dat nou een bontebok?

5. De doos zat boordevol boordenknopen. Een bopper speelt of danst bebop. Bootees zijn kinderlaarsjes. Er gaat niets boven Bossche bollen (moorkoppen), laat staan boven Bolletje (reclameslogan voor beschuit). Hij is een vrijgevestigde huisarts. Er waren heel wat Bosjesmannen en boslandcreolen. Deze Bosniër woont in Bosnië en Herzegovina. Bij de bosschages dansten ze de bossanova. De Bosschenaarse hapte in de Bossche bol. Hij bootte [ww. boten = slaan, kloppen] het vlas. Ze speelden boter-kaas-en-eieren. Dat valt niet onder de Boterwet van laatstelijk 1902. Boulimie [eetbuienstoornis] is het tegenovergestelde van anorexia nervosa [dwangmatig niet eten, niet-eten]. Bouclé is (ook) tapijtstof. Poortugaal staat wel in de ANSAlgemene Nederlandse Spraakkunst, Rhoon – mijn geboortedorp – niet, foei!

6. Bouilli (soepvlees) moet je niet verwarren met bouillie bordelaise (Bordeauxse pap) en bouillabaisse (ratjetoe, oorspronkelijk: sterk gekruide Provençaalse vissoep met tomaten – vergelijk: ratatouille). De bougainville (VD ook: bougainvillea) is een geslacht van
Zuid-Amerikaanse planten. Was zijn benadering bottom-up of

top-down? Wil je je lusten op een ander botvieren, alsjeblieft? Zoals hierboven geschetst: dit bier is bovengistend. De bovenliggende partij zal niet lang meer bovenliggen. Op de Bovenwindse Eilanden hapte de boxer [hond] in het boxcalf(s) [kalfsleer] . Een bowl-out vind je bij het cricket. In de jeugdtaal kom je brabo's [Brabander] en limbo's [Limburger] tegen. Brachiaal is tot de bovenarm behorend, brachycefaal is kortschedelig en brachygrafie is snelschrijfkunst met verkortingen [tachycardie is te snelle hartslag, bradycardie te trage]. De gebrainwashte [hersenspoelen] brahmanen [aanhanger brahmanisme] waren aan het brainstormen. Wat ben jij een bram van een vent [druktemaker, windbuil], zeg. Met veel bravoure mondde het bravogeroep uit in een 'bravissimo'.

7. Een bottleneck is een flessenhals. Het brandweerrode plafon(d) was brandvertragend. Een brassière is een jumper of een bustehouder. Een brasa is een Surinaamse omhelzing. In de brassband zaten nogal wat branieschoppers. Ze spraken perfect Braziliaans-Portugees. Het idee werd in den [GB, VD] brede gedragen. De Breeveertien is een zekere zandbank (en de breeveertien opgaan: gaan pierewaaien). Een bridgester is bridgespeelster (en een bridgester mogelijk een bridgespeler). Welk joods ritueel is de briet (GB, VD: briet mila) [besnijdenis joodse jongen]? Wat is het verschil tussen een brigadegeneraal en een brigadier-generaal? Hij moest het wel doen: om den brode [GB, VD]. De brille (de virtuositeit – of de brillantine, het haarsmeersel) straalde van hem af. De Britse onderdaan kwam van de Britse Eilanden en sliep op een brits [planken rustbank]. Britsen is met handdaggen [touw als strafwerktuig] op de rug en op de broek slaan. Een Brokopondonees komt uit Brokopondo [SR]. Een broes is een douchekop, een broge [ook: brooche] een zegen en een brogue [uitspraak: brook] een gaatjesschoen. Ik wil broodcrouton. Hebben wij die broncode-editor?

8. Brooche [= broge] , mazzel! De bronsttijd is van alle tijden, de bronstijd is heel specifiek. In de brousse [oerwoud] kun je (ook bij) licht verdwalen. Een broodje aap is het ingrediënt voor een broodjeaapverhaal [gruwelijk volksverhaal, stadslegende]. Ik hou van broodjes: een broodje kroket, een broodje halfom en ga zo maar door. Een Bruggeling komt uit Brugge. De ex-bruggenwachter is nu bruggepensioneerde. Hij kan praten als Brugman totdat hij een ons weegt. Leidt bruinbakken tot bruinge- of -verbrand zijn? Die domme august wist niet eens wat (St.-)Anna-te-drieën was. Die sukkel van een belie – ze komt uit een bekend plaggendorp in Drenthe en placht een berthe (kanten pelerine) te dragen – ligt nu aan een baxter [infuus]. Op haar nachtkastje staat een vaasje met wilde bertrams [pyrethrum, velddragon] . Vroeger had elke misdaad een schuldige: Barbertje moest hangen! Trouwens: ook dat barbertje [mandje, hangend onder een kastplank] kan, zal en moet hangen. In het jaar onzes (des) Heren 1111 (anno Domini, A.D.) werd hij geboren. Kom, we nemen er een jajem(pie) [borrel] op.

9. Welke woorden schrijf je met een hoofdletter: jodentoer (lastig werk), jodenstreek, jodenpek (asfalt), jodenmens, jodenman, jodenlijm, jodenkruid, jodenkoek, jodenketting, jodenkers, jodenkerk, jodenjongen, jodenhoed, jodengenoot, jodenfooi, jodendom (godsdienst), Jodendom (volk) en jodenbaard? Een brave dirk is een brave hendrik. Hij woonde naast een kouwelijke dries [koukleum]. Het was tropisch warm: hij had luie Evert op zijn rug [loom zijn door de hitte]. In dat huishouden is het Flip en Jacob [past niet bij elkaar] sinds de vader naar Flip [overleden] is. Op Tante Betje (wc) kun je zitten en je kunt daar in tantebetjestijl (vb.: we waren al laat en moesten we nog wachten ook) over schrijven. De iui, de intra-uteriene inseminatie, is een vorm van ki [kunstmatige inseminatie, bevruchting]. De izabelgele goudizabel [paard] ging over in galop. De ixia (Engelse zwaardlelie) bloeide bezijden de fayalobi (SR: sierheester). Ze voelde zich niet geït [geraakt – ww. itten] door die vurige vrijer. Hij schreef meermalen een j'accuse [door verontwaardiging ingegeven protestbrief of pamflet tegen een misstand] tegen de corrupte regering.

10. Als ik bij deze vechtsport een jab (punch) heb geïncasseerd, smaakt de krambamboeli [punch, ook: jenever] daarna des te beter. 'Jacana' [steltloperachtige moerasvogel – uitspraak k] mag je ook als 'jaçana' schrijven [uitspraak s]. Hij was net een Jack Pudding (harlekijn, hansworst) en droeg jackboots [hoge rijlaarzen]. Een jack-up is een booreiland, een jacobus een visdiefje en jaconnet een soort mousseline. Had hij echt een jaegerflanelletje aan onder zijn jacquet? Een jakobsganger loopt kreupel en een jakobsdood is mooi. Niet alle jaknikkers zijn ja-stemmers. Wordt daar nog met jaks geploegd? Een ja-en-amen-zegger moet je heel erg letterlijk nemen.

 


maandag 27 december 2021

2536 Dictee donderdag 30-12-2021 (1) dictee Dictee van de dag (438) √

Dictee – dictees [2536]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 419, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (438)

1. De jahilia is de voorislamitische tijd. Een vrolijke frans leeft als vrolijke Frans. Die fluwelen frederik [goed, zachtaardig] is [al te goed is] buurmans gek. Een stijve hannes is een houten klaas. Mettertijd komt Hannes in het wammes: geduld is een schone zaak. Wat ben jij een schele hannes, zeg! Haar ware jakob reed op een izabel [paard]. Hollandse jantjes zijn matrozen, hardejantjes een soort van winteraardappelen. De jonggestorven volksheld leeft voort in onze gedachten. Bij het jalonneren [met stokken afbakenen] moet je niet jamaren [tegenwerpingen opperen: ja, maar ...]. De troubadour trad op voor Madame de Pompadour, die kleding van pompadoer [bont bedrukt of geweven] droeg. Met zijn jakobsstaf [van pelgrims] wees hij omhoog naar de Jakobsstaf [drie sterren: de Gordel van Orion]. Zowel griottes [kersen, morellen] als griotjes [zoute dropjes] kun je eten. Een slap jantje [sukkel] kan natuurlijk nooit de grote jan [de mijnheer] uithangen. De jansky is de eenheid van radiostraling (symbool: Jy). Een jansalie is een droge en vervelende vent. Je krijgt alleen maar ja-neevragen. Een janpret is een vrolijkerd en een janongeluk is een pechvogel. De Japannees (jap) gaf niet thuis.

2. Geef in eigen woorden een omschrijving van: jan-evert, jangat, janhen, jangort, janet, janitsaren, janklaassenspel, janlul (ook: Jan Lul), janplezier, jean potage (janpotage) en jan-stavast. Au bain-marie bereide koek is jan-in-de-zak. De jan-weetal en het jantje-zonder-erg konden het samen goed vinden. Voeg toe aan het lijstje met dit tweetal: lijsje-weetal. Bassaanganzen zijn jan-van-gents (ook: jan-van-genten). Hij was jasje-dasje (en zij: rokje-hakje). De ja- en nee-stemmen werden geteld. Yasser Arafat heeft jarenlang de Palestijnse agenda bepaald. De naam van die IJslandse je-weet-wel [gedateerd, vulkaan!], is niet in woorden uit te drukken: het is een je-ne-sais-quoi, een ik-weet-niet-wat. Sam en Moos hebben een wereldhandeltje: ze zijn bereisde roelen. Hun economisch denkniveau is echter slechts dat van Simpelmans. Dat een stoffel een sukkel is, heeft vast niet met schildpadden te maken [maar met Christoffel]. Een stoffel stootgaren is een onhandige meid, niet op haar toekomst voorbereid. In welke scene zegt men: "Hé, Truus!"? Dat zeg je namelijk tegen een j(e)anet. De homoscene dus.

3. Een scheldnaam voor doopsgezinden was tibbe [oud wijf], veronica [plant] was de ereprijs en een woutermannetje is een stukje hout bij timmerlieden. Wil je hem niet zo bruuskeren [onheus behandelen]? Buckramlinnen wordt voor boekbanden gebruikt. Dat heb je goed gedaan, jochie. Het zal je vader goedgedaan hebben. Bruschetta is geroosterd brood. Brushes vormen de kwast waarmee men de steeldrum bespeelt. Brushleer is geruwd. Bruts [uitspraak: bruuts – bij enk. de t uitspreken] zijn zeer droge champagnes. De btw-heffing betreft belasting over de toegevoegde waarde. Niets is bucolischer [idyllisch] dan het land- en herdersleven. BS'ers waren lid van de BS, de Binnenlandse Strijdkrachten. BSE is de boviene spongiforme encefalopathie [en bse de bezinkingssnelheid van erytrocyten, rode bloedlichaampjes]. Slakken zijn buikpotigen. Het buiten stond in de buiten. Dat komt door invloeden van buitenaf. Hij kwam buitenom achterom. Die Haagse bleekneusjes en andere bleekscheten moeten meer buitenkomen. Buitenwerkingstelling is af te korten tot bws (niet in wdb.).

4. De buitengewonelastenregeling moet nodig op de schop. Je moet niet per se buitenstaan om op iets te wachten. De buldog joeg de bul op (of was het andersom)? Bulgur (burgul) [oe oe] is een bepaald gerecht. Een bulkcarrier [uitspraak met alleen maar één k!] is een vrachtschip. Leg het verschil uit tussen een bulterriër en een pitbullterriër. Pak je bullen bijeen (anders gaat die bullebak van een bullenbijter er met de bulldozer overheen) en zeg niet, dat het allemaal bullshit [onzin] is. Een bunny [schaars gekleed als konijn met staartje en flaporen] vind je in de nachtclubs van 'Playboy'. Een bunsenbrander [uh s/z] staat in een lab. De bunraku [oe aa oe] is een Japans poppenspel. De hele bups lag dubbel van de lach. Aan de bureaueigenaar achter het bureau-ministre (meervoud:
bureau
x-ministres+ groot bureau) behoorde de hele bureau-inhoud toe. Buretten zijn glazen buizen met schaalverdeling (in de chemie). In die periode heerste er een burgerlijk-liberale geest. Hij buutte [aantikken bij verstoppertjesspel] veruit als eerste bij het buut [aantikplaats].

5. Op de button stond 'ik, ezel'. Een bustier [damesonder- of -bovenkleding] heeft geen mouwen of schouderbandjes. Geef die bussel [bos, schoof] stro even aan, wil je? In de bushbush [oerwoud] eet je soms noodgedwongen bushmeat [vlees van bedreigde dieren]. Mijn burin, mijn buuf, had mijn burin (burijn, graveerijzer) geleend. Burrito's zijn tortilla's. Een bursaal is een beursstudent. Voor de betekenis van 'bursa-equivalent' (GB uh) moet je wel even stevig googelen. De buutreedner had het over bekende BV's [bekende Vlamingen], bvba's [in BE :besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid], besloten bv's, buxussen [buksboom], buy-outs [overname van alle aandelen van een vennootschap], B-wegen, byes bij cricket en bypassoperaties. Zijn laatste woord was een cynisch en sarcastisch 'byebye' voor het weggegooide buurtgebonden gemeenschapsgeld.

6. De badguys [slechteriken] droegen allemaal butterfly's en buttons met baby's erop. De byzantijnse [slaafs, kruipend] Byzantijn betaalde met byzantijnen [gouden munt]. Dat zit zo: 'caesar' is (de titel van) een keizer. De C14-methode levert een C14-datering op. Een caban is een hut of een overjas. De cabareteske cabarettekst sloeg aan. In de cabine hadden ze in een zak cabernet franc en sauvignon [druiven] bij zich. Een cachegeheugen is voor computers, een cache-pot voor bloempotten. Cadanceren is in cadans (meervoud: cadansen) brengen; een cadens (meervoud: cadensen) zit altijd aan het einde van een muziekstuk. Een caddie is een golfstokkendrager. In het café chantant serveerde de café-uitbater een café complet met enkele onvermijdelijke café(s) noirs [koekje met koffiesmaak]. Een calorimeter kan ook caloriearme metingen (met een lage calorische waarde) doen. Aderverkalking is een kwestie van calcineren. Een calamaris is een pijlinktvis.

7. Met camp [èh] wordt kitsch bedoeld. De Vlaming had een bedrijf voor camionetteverhuur. Cambium is een plantenweefsel, het cambrium is een periode. Camarilla's zijn hofkliekjes. Een cannelure is een groef op een zuil. Cannelloni is in de oven bereide pasta in cilindervorm, gevuld met een groente-en-gehaktmengsel en met een kaassaus bedekt. Een candybar is een gevulde chocoladereep. Opwindend: de cancan [dans] bij candlelight [kaarslicht] en dan het … paradise-by-the-dashboardlightgevoel? In de canadees [kano] kanoden we naar de canada's [populier], onder welke [waaronder] zich een Canadees-Engelssprekende campionissimo [kampioen der kampioenen] bevond. Een campanile [kahm-paa-nie-luh] is een klokkentoren. De canards [verzonnen berichten] op de Canarische Eilanden waren duidelijk als eenaprilgrappen bedoeld. Caprolactam is een grondstof voor nylon-6. De ene Caraïeb sprak
Caraïbisch-Nederlands (ook: Caribisch), de andere twee Caraïben spraken Caraïbisch-Engels (ook: Caribisch).

8. Een caracole is een slak. Chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen worden cara genoemd. Capita selecta zijn geselecteerde hoofdstukken uit een bepaald vakgebied. Een cantharel [paddenstoel] is een hanenkam. Een cantharide is een Spaanse vlieg (vergelijk: Spaansevliegzalf, T.adv.). Is deze cantilenebundel wel recent? Carbidschieten [afgesloten vat laten ontploffen] is niet zonder gevaar. Cardiovasculair is hart (geen - !) en bloedvaten betreffende. Het carpaletunnelsyndroom [aandoening zekere armzenuw] is goed te behandelen. Geloof het of niet: de carolina-eend slikte de carolusgulden bots [plotsklaps] door. Deze tanden zijn carieus, door cariës aangestoken. Caricom-landen maken deel uit van de Caricom (Caribbean community). De carotenoïdenverzameling [oranjerode tot gele plantaardige en dierlijke kleurstoffen] is beperkt. Het cassata-ijs smaakte verrukkelijk. De cassetteband was vol. De casselerrib was eersteklas. Een cassandravoorspelling is somber en vindt geen geloof. Cash-and-carry is een verkorting van cash-and-carrybedrijf. Wat is een cascadeschakeling? Antwoord: o.a. bij radio-ontvangst.

9. Peer de Schuimer was ooit een berucht piraat. Jaan, Peer en Pauw is de aanduiding van Jan en alleman. De uitdrukking 'hij is altijd de kwade pier' (hij krijgt altijd van alles de schuld, hij is de zondebok) verwijst naar Pieter. Grote of Lange Pier was een vrijheidsstrijder die rond 1500 in Friesland leefde. Als je eruitziet als de dood van Pierlala, zie je eruit als een geraamte. Kom je hiernaartoe? En ga je daarnaartoe (ernaartoe)? De Grebbeberg: we zijn errond (eromheen) getrokken. Op het leesplankje met 'aap, noot, mies' verwijst de derde aanduiding naar een veelgebruikte roepnaam (Mie) voor een poes, hier specifiek de cyperse kat [GB: het aap-noot-mies]. Als je zo piet [koest] als een muisje bent, ben je (muis)stil. 's Zondags is hij een hele, grote, hoge piet. Want dan gaat hij met Kortjakje met haar boek met zilverwerk, jazeker: naar de kerk! Als iemand in volkstaal de grote piet uithangt [exhibitionisme – potloodventerij], is dat echt geen fijn gezicht …

10. Een bonte piet is een scholekster. Als je iemand bij z'n pietje hebt, heb je hem te grazen genomen. Als je zo lui bent als de pieten, is dat behoorlijk lui. Woon je in de koude karbonadebuurt? Dan eten ze daar geen karbonaadjes (karbonadetjes)! De kasspintmijt is de spintmijt. Voor de geest roepen is evoceren (ook: evoqueren). Hij trad Kille Kobus fier tegemoet. Jan is een olijke klaas. Verder kennen we nog lange, houten en stijve klazen. Hij is van lotje getikt. Een(!) verdomde louis kan beteuterd staan te kijken als verdomde (of: lamme) Louis, verdomde Lowietje of Louistje.

 


2535 Dictee woensdag 29-12-2021 (2) – dictee Oefendictee dec 2021 (2) √

Dictee- dictees [2535]

Oefendictee dec 2021 (2)

1. Met dat goedmakertje wilde hij zijn fout goedmaken. Het is een minpunt dat je de afkorting min. van ministerie en min voor minuut niet weet te onderscheiden. [cijfers] 8 van de 1000 is 8 pm (afkorting van promille, symbool ‰ niet in wdb.). Jansen (afk.) jr. runt nu de tent. Schrijf op 3 manieren: 7+’je, 7 plusje, zeven plusje
(een zevenplusresultaat dus). Hij was de tig duizendste, de tienduizendste om precies te zijn. Ik geef je een acht minnetje
(8 minnetje, 8-’etje). Hij is een homo unius libri: hij heeft al een (één) boekje gelezen, is een bekrompene van geest. Un ours mal léché is een ongelikte beer. Zou de vrouw de fraude hebben uitgevonden? Een rondpunt (BE) is een verkeersplein, rotonde.

2. Gordelroos heet ook herpes, herpes zoster of sint-antoniusvuur
[BE ook: zona]. De herpes genitalis is een geslachtsziekte, de herpes gestationis een vorm van zwangerschapsjeuk (komt niet van het herpesvirus), de herpes labialis is een koortslip, de herpes simplex is koortsuitslag (veroorzaakt door het herpes-simplexvirus) en de herpes tonsurans is ringworm. Een geneesmiddel tegen herpes is aciclovir (niet meer met y zoals in pVD) en de huidziekte van paarden die slecht gevoed en onderhouden worden is de herpes scabiosus malignus of hongerschurft. Die oloysiketi [halsketting] is speciaal voor Ketikoti, het ketikotifeest, gemaakt. De super-G is de super-giant [skiwedstrijd, afdaling]. De rodekaartervaring gaf een koudedouchegevoel.

3. Update oVD 15/12: 392.482 lemma’s (was 392.290). Hij appte dat het ebde. Het sjibbolet van de lutheranen is ‘sola fide’ (door het geloof alleen). In het Latijn betekent ‘semper’ altijd. Gezocht met *semper*: semel pro semper (eens en voor al), semper Augustus
(titel keizers HRR - Heilige Roomse Rijk - Duitsland), semper eadem (altijd dezelfde), semper et ubique (altijd en overal), semper fidelis (altijd getrouw), semper idem (zichzelf altijd gelijk), semper laborans (altijd aan het werk), semper paratus (steeds bereid), semper paratus pro justitia (altijd paraat voor de gerechtigheid), semper, ubique et ab omnibus (altijd, overal en door allen (toegepast op de geloofsstellingen van de rooms-katholieke kerk)), semper virens (altijdgroen, pl.)
en ut semper (u.s. – als steeds).

4. Ook nog: tja, dat is een sempervivumsoort [Sempervivum is een linneaans plantengeslacht]. Kijk ook eens naar het woord ‘balsemperen’ (de sopropo - een peer dus). Selectie uit VD op *ence [Fr.]: acte de présence (optreden), agence (agentschap), astringence (wrange smaak van rode bordeaux), banqueroute = faillite de la science, belle indifférence, briller par son absence, conference
(o.a. peer), cri de conscience (kreet van het geweten), diligence, directeur de conscience (adviseur in gewetenszaken), droit de préférence (zeker recht van voorrang bij juridische zaken), essence (essentie, ook: sterk, aromatisch aftreksel), faience (aardewerk, majolica), mariage de conscience (huwelijk achteraf om het geweten gerust te stellen), oudejaarsconference, par acquit de conscience (geweten geruststellen).

5. Ook nog: par excellence (bij uitnemendheid), patience (geduldspel met kaarten voor één persoon), permanence (BE: permanentie), présence (wijze van presenteren), régence (regentschap Frankrijk,
vgl.: régencestijl), résidence (luxueus appartementencomplex – in een fraaie omgeving - residentie) en reverence (buiging – van dames). Hoe schrijf je ‘paaiing’ en ‘plooiing’? Zó, dus. Bij pensionering gaat er veel kennis down the drain (door het putje - vgl. pensionnetje). Waar spreken ze Tigrinya, een Semitische taal? Eritrea en delen van Ethiopië. In Tigray wonen Tigrezen. Gezocht op *isj: (GB) fetisj
(
o.a. beeldje met magische eigenschappen), Jiddisj (= Jiddisch = middeleeuws Duits-Joods), derwisj (o.a. bedelmonnik), kaddisj
(zeg maar k… = zand erover, Schwamm drüber) en (ache)nebbisj.

6. Dat laatste met betekenis: ocharm(e)(n) (ook: aggenebbisj, oggenebbisj), baksjisj (baksis – fooi), voetfetisj (obsessie daarvoor) en gefilte fisj [Joods gerecht bij sabbat(s)- of feestmaal]. Ook nog in VD: bedelderwisj (ook: kalender – uit 1001 nacht), genebbisj
(= agg/chenebbisj) en gremzelisj (zeker pesachgebak). Piscicultuur is visteelt en silvicultuur is bosbouw. Nou, dat exemplaar is van komsa (Frans: comme ça – vgl., niet in wdb.: comme ci, comme ça = middelmatig). Si en la is zus en zo. Gezocht op *oepa*: [GB] choepa (choppe, Joodse huwelijksplechtigheid), stoepa (boeddhistisch heiligdom in India), groepage, groepachter, groepachtleerling en groepachtleerkracht, [VD] oehoepaar, kangoeroepark, maraboepaar en toepavond.

7. Verder: toepaja (boomspitsmuis), oepasboom (melksap als pijlgif gebruikt), een niet-toepassing van de regels, koepad, ketjoepartij [plundering door roversbende (Indië)] en kaboepaten (regentenwoning op Java, mv. + s). Op *orka*: [GB] orka [zwaardwalvis, ork, sabeldolfijn], yorka [SR, geest overledene], yorkatori
[verhaal daarover], miniorkaan, doorkachelen en horrorkabinet,
[VD] chloorkalium (kaliumchloride), borkan (barkaan, berkan, barkan, barchent – eigenlijk bombazijn = sterk weefsel, thans van katoen, in de textiel ook: bevertien, beaverteen – als gestreepte broekstof: moleskin). De holaars, de holeers, het holgat is een zoete appel. Een hoelameisje draagt een hoelarokje en kan de hoelahoep(el) gebruiken.

8. Aan me hoela is ammehoela (amehoela, mehoela, nooit van mijn leven). De hoela is dans (en muziek) van de Hawaïaanse vrouwen. Gezocht op *ypf*: [GB, VD] typfout(domein) [ook: type-, tikfout]. Op *yph*: [GB] ladyphone, [VD] Sisyphus (die van de sisyfusarbeid – sisyfisme = arbeid om de arbeid zelf) en Sisyphi saxum versare
((
een) sisyfusarbeid verrichten – zoals syfilis of lues bestrijden). Een huismijt (nee: geen -meid!) is een krijnluis. Met *ypl*: (allo)polyploïde, familyplanning, guilty pleasure (stiekem, schuldig plezier, genoegen) en ponyplay (vorm van sm - sadomasochisme). Met *ypn*: hypnose, etc. Met *ypr*: hockeypret, ypriet, solvayprocedé, gyproc en Cyprusroute. Met *yps*: ypsilon, stypsis (bloedstelping) en apocalyps(e). De tarantel [tarantula, spin] heet zo naar Tarente.

 

zondag 26 december 2021

2534 Dictee woensdag 29-12-2021 (1) dictee Dictee van de dag (437) √

Dictee – dictees [2534]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 420, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (437)

1. Hij heeft de pijp aan Maarten gegeven [het opgeven, sterven]. Uit vele rijmpjes kennen we Sint-Maarten. De verpersoonlijking van de Franse Republiek is Marianne. Zo is Michel (Michiel) de verpersoonlijking van het Duitse volk of van Duitsland. Een bedrijvige martha [zorgvolle drukke huisbestierster] dankt haar naam aan de Bijbel. Als je van Teeuwis noch Meeuwis weet, ben je echt van de wereld [dronken, slag op het hoofd ...]. Een jens is een beuk, maar heeft geen bladeren. Zijn jeremiade-uitingen gingen mij door merg en been. Een voorbeeld van een basterdvloek is 'jezus-maria-jozef'. Een jezusfreak adoreert elk Jezusbeeld. Hij is naar z'n je-weet-wel (dinges). De jeunesse dorée zijn jongelui uit de aanzienlijke en rijke standen. Jeux de mots zijn woordspelingen. Je weet dat ik jeu-de-boul, aan jeu de boules doe? Het eten van een jeruzalemmer (het betreft geen kannibalisme; ook: pigeon of zijdenhemdje, genoemd naar Sydenham in Devonshire) helpt niet tegen het Jeruzalemsyndroom [acute godsdienstwaanzin]. Je kunt die appel bij het vallen overigens opvangen in een zijdennet [soort visnet], als je zou willen. Een jesjiva (jesjieve) is een orthodox-joodse theologische school, een Talmoedhogeschool.

2. Vroeger jetskiede ik [op het water]. De jeune premier is de mannelijke hoofdrolspeler in een stuk met een liefdesintrige. Probeer te winnen, geef 'm van jetje (katoen). De joik is een Laplandse zangstijl. Hé joh, wat maak je me nou? Hij had een overmaat aan joie de vivre [levensvreugde]. Een ariërverklaring is een niet-Joodverklaring. Ook een jobstudent [baan bij de studie] draagt jodhpurs [rijbroek] als hij gaat paardrijden. Hij was het type van een stalen jezus(!) [hij lacht nooit]. Wat is de jij-vorm van jiujitsuen [jiujitsut]? Ik verdraag maar slecht
jij-jouende pubers die jij-bakken debiteren en me ook nog uitjouwen. Een jocrisse is een onnozele hals. Een ka-kom-eruit is een bijdehante ka. Een Hollands kaatje is een echt Hollandse vrouw en 'naar Kaatje in de Wolstraat gaan' is gaan slapen. Een hardloper van luie Kees weet niet van opschieten. Op je eigen verjaardag ben jij de jarige jet of de jarige job.

3. Een jerommeke is een gedrongen, gespierde manspersoon (synoniem: kleerkast, klerenkast), zo genoemd naar een personage uit een stripreeks. En domme joris heeft er meestal weinig weet van. Als het Joris en Trijn is, wisselen knuffels en ruzies elkaar in een flink tempo af. Een stijve jurrie (jurt) is een houterig mens. Een raar stelletje duiden we meestal aan met Jut en Jul. Koppen van Jut moeten een enorm incasseringsvermogen hebben, dat geldt trouwens ook voor een kermiskop-van-jut. Een Jut kan trouwens ook een Jutlander zijn; een juut is een politieagent. Die joris-goedbloed was zanger en zong een jordaanvibrato. Dit joodse feest past in de joods-christelijke traditie. Hij zal wel weer Joppie (kleine Job – het kind van de rekening, het slechtst wegkomen) zijn: het joppie [karweitje] kwam op zijn bordje terecht. Een jonquille is de gele tijloos. Loop niet te jokkebrokken, jij, zeker niet op een dag als Jom Kipoer [Grote Verzoendag]. Het figuurlijk gejojode voorstel had iets van een geshampoode auto.

4. Ook in dat land wonende Turken en politiek actieve jonge turken konden eruitzien als een turk (erg vuil, zwart). Een judas is een verrader. Jumelles zijn een toneelkijker. Judith is een Bijbelboek. Jouïsseren is genieten. Het journey's end is het einde van de reis. De joyeuse entrée is de naam van een charter van 59 artikelen [hertogen van Brabant, vanaf 1355]. Met een kuise ware jozef kun je wel een jozefshuwelijk aangaan. In een jug [kruik] kun je wel juliennesoep doen, maar hij is bedoeld voor de muziek. Een j-zak is een banaanzak. Mag ik een justje, een sjuutje, een jus d'orangeje? Kaapstatters drinken kaapwijn en kijken bij hun toetje naar Kaapse wolken [toetje] en niet naar Kaapwolken. Die laatste zijn bekend als extragalactische sterrenstelsels. Ze adoreren kaardenmakers en dragen wollen truien. De kademuur stond op instorten. De kabinetschef vond het cabinet d'affaires [zakenkabinet] maar niets. Iets kan een kaaskop heten [vorm voor Edammer kaas] of je kunt daar iemand voor uitschelden [voor autochtone Nederlander]. De Kaas-en-Broodoorlog vond niet in de Kaatshoek [Friesland, kaatsspel] plaats. Een kabellarga [èh] is exact hetzelfde als een kabelaring (een eindeloos kabeltouw).

5. Ken je de uitdrukking 'danser sur un volcan' [zich vermaken met groot gevaar in aantocht]? De catamnese [ziektegeschiedenis na behandeling] komt achteraf, de anamnese vooraf. Bij catatonie [neurotische toestand waarbij de spieren in dezelfde positie blijven] is er iets goed mis met de spieren. Bij het catch-as-catch-can [worstelen: alle handgrepen toegestaan] is veel toegestaan. Het catgut [èh, uh] is medisch een hechtdraad. De catharsis is een vorm van loutering. Is catenaccio [sterk defensief spelsysteem] speciaal iets voor Italianen? Heb je vaak last van een catarre [ontsteking slijmvlies, neusverkoudheid]? Je weet toch dat een cataract een grote waterval is, maar ook staar? Heeft een bevallige 'Française' nu wel of niet een cedille (dezelfde vraag uiteraard voor de dans 'française')? Een cecogram is braillepost. Een cd-single is een compact disc met korte speelduur. Zo'n treuzel zou je cayennepeper in zijn gat moeten strooien! De cava is een heerlijke Spaanse, mousserende wijn, gemaakt volgens de méthode champenoise .

6. Met cellulitis heb je een sinaasappelhuid. Een cenotaaf is een leeg grafmonument. Wanneer was het cenozoïcum [GB, VD: kaenozoïcum. neozoïcum]? Aan het schrijfwijzenverschil tussen dipld [oo-wie] en celluloid [oi] ligt een uitspraakkwestie ten grondslag. Wat was een centsprent [kostte een cent]? De centralebankpresident had een centraleverwarmingsinstallatie van heb ik jou daar. Challes zijn broden voor de sabbat. Chakra's [energiecentrum] worden in vele oosterse godsdiensten beschreven. In een chaise longue zit je lekker (meervoud: chaise(s) longues). De chai is bij de joden het symbool voor leven, gevormd van de letters chet en joed. De cerberus [nors portier, GB ook: kerberus] bewaakte de kluis als ware die de hemelpoort. Hij had veel sjans bij de meiden. Chappe [sjahp] is een soort zijde. Chaoten hangen de chaostheorie aan. Gebruiken we de champagnecoupes of de champagneflûtejes? Een chape [sjahp] is een ondervloer. De chazan (mv. VD chazonim, GB: chazoniem), de voorganger in de joodse gemeente, bracht luid en duidelijk het chazanoet [geheel van synagogale melodieën] ten gehore.

7. Oplichters bedienen zich van charlatanerie [kwakzalverij].
Charlotte-russe is roomijspudding. De chateau migraine [hoofdpijnwijn] bedierf de chateaubriand [biefstuk ossenhaas – 2 of meer personen]. Chiliasme is het geloof aan een duizendjarig vrederijk op aarde. Chijl vloeit in de chylusvaten af. Je hoeft niet te weten wat de chikwadraattoets [uit de statistiek] is, om het woord goed te kunnen schrijven. Kwam de chihuahua [hond] niet al eerder in dictees voor? Een chiffonnière is een hoge ladekast. Na het souper nog een Miss Blanche uit Virginia of gewoon een virginiatabaksigaret of een Chesterfieldsigaret en een hapje chesterkaas (cheshirekaas) als prelude op het laatavondjournaal en mijn late avond kan niet meer stuk. De enen schrijven 'Cherokee', anderen 'Cherokee-indiaan'. In de chemie-industrie wordt het chemischewapensprogramma geïmplementeerd. Chelatietherapie zou moeten helpen tegen aderverkalking (arteriosclerose – ook: atherosclerose). De cheider is een (sjwartse =) school voor orthodoxe joden.

8. Twee pagina's van het Groene Boekje leveren de volgende dicteewoorden op: chimaera (entbastaard), chimerische chimère (hersenschimmige hersenschim), chinchilla (knaagdier), chimpmannetje (vergelijk: verkorting Benelux-land met hoofdletter!), chinook (harde warme wind), chintz (katoenen stof met laagje was voor theemutsen (teacosy's), niet voor T-shirts …), cfk-verbinding (chloorfluorkoolwaterstof), chlamydia (een soa, te bestrijden met een antibioticakuur), chlorofyl (bladgroen), choepa (VD ook: choppe, Joodse huwelijksplechtigheid), een chocoladen (GB) ooievaar op het choco-ijsje, chloroplast (bladgroenkorrel), chochme (begrip algemeen, naast: gogme: spelinzicht – voetbal), Christian Science (eigennaam, beweging) en christian scientist [Taaladvies], een christen-sociale christensocialist, een christelijk-nationale christendemocraat, christene zielen (vergelijk: christenziel) en chowchow [keeshond].

9. Gebruikt een chipsproducent de chiptechnologie? Een Chirojongen en een Chiromeisje kunnen later voor nieuwe Chirojeugd zorgen. Een cholericus [driftkop] lijdt niet aan cholera. Chrysanthemum is de deftige naam voor chrysant. Onder het Christusbeeld (de christus) was het Christusmonogram aangebracht. Een chroma is een kleur of iets uit de muziek. Wat is chromolithografie [kleurenlithografie ...] nou precies? De chroniqueur zal het allemaal te boek stellen, hij zorgt voor de teboekstelling. Het whereaboutssysteem [mv.!] dient om atleten op elk moment op doping te kunnen controleren. Choucroute is een soort Franse zuurkool. Wil je er ananaschutney bij? Ciabatta's zijn langwerpige Italiaanse broden. De ciborie (het ciborium) is de communieschaal. Een cicadegroepje bestaat uit krekels. Heerser Cicero had geen weet van een drukletter cicero. Een cichlide is een baarsachtige vis. Een chorizo is een worst.

10. Cicerones [gids voor toeristen] spreken meestal geen ciceroniaans Latijn. Een ruwe kerel die ongegeneerd de waarheid zegt, wordt ook wel 'le paysan du Danube' ('de boer van de Donau') genoemd. De ene helft van het gezelschap had gebobd (gebobsleed, mogelijk sommigen ook als bob gefunctioneerd), de andere helft had gebopt (gebebopt op bebopmuziek). Op 28 december vieren we Onnozele-Kinderen (onnozele-kinderendag). De cipressenlaan strekte zich eindeloos ver uit, de lindelaan niet. Cinnaber is een verbinding van zilver met kwik.

 


zaterdag 25 december 2021

2533 Dictee dinsdag 25-12-2021 (1) dictee Dictee van de dag (436) √

Dictee – dictees [2533]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 421, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (436)

1. De cineraria is een sierplant. Een citerne is een tankwagen, zo moesten ze bij de Cito-toets weten. Een cité is een woonwijk voor de eigen bedrijfsarbeiders. Cirrose is het eindstadium van een leverziekte. Een cirrus is een vederwolk. Cisplatina is een cytostaticum ter bestrijding van tumoren. Clafoutis is flan (u weet wel: eierpudding) met veel vruchten. Het clair-obscur is een trant in de beeldende kunsten. Claves zijn hardhouten staafjes in de muziek. Hij had een claviculafractuur [sleutelbeen]. Een stremsel is gecoaguleerd. Een coadjutor is een hulpbisschop. Het Cockneydialect wordt door cockneys gesproken. Een cochenille is een schildluis. Cocci (nee, niet die van Peppi en Kokki) zijn kogelbacteriën. Ook cobra's zijn door Cobra wel vereeuwigd. De cocaproducerende cocaïnemaffia gaf je niet zomaar een cocaïne-injectie. Volgelingen van Coccejus (Koch) werden coccejanen genoemd (niet te verwarren met de koksianen van De Cock). Coldcaseteams behandelen cold cases.

2. Wordt bij een gestratificeerde steekproef met cohorten gewerkt? Soms, ja. Het was een coïncidentie dat ik zowel 'coëfficiënt' als
'co-educatie' fout schreef. Hij had een tic van cola light; hij dronk zelden cola-tic. Zonder collect call had ik niet kunnen waarschuwen. Notes gaies [+] zijn grappige aspecten van een overigens ernstige of betreurenswaardige zaak. Een kakadoris [kakkedoris] is een kwakzalver. Dat gekajakte traject was lastig. Kajapoet(ih)olie heeft een breed scala aan toepassingen, maar is geen panacee [wondermiddel tegen alle kwalen]. Neroliolie is oranjebloesemolie. Nerolien echter is 2-ethyl- of 2-methylether van naftol. Onderdeel van een kakiuniform [kaki uniform] is een kaki overhemd [kakioverhemd]. Het kaizen is een Japans managementsysteem. Even kijken naar '*soi': amsoi (Chinese koolsoort in Suriname), kaisoi (idem), paksoi (idem), malgré soi (ook: malgré lui: tegen wil en dank) en tatsoi (Chinese sla). Het kaïnsteken is een teken van laagheid.

3. Een kaïn pandjang is een Javaans kledingstuk. De kaïd droeg een kaffiya (arafatsjaal – keffiyeh, kufiyyah). De kafkaiaanse roman had een mooi kaftje [uitspraak: kahf-juh]. Een Zoeloe is een Kaffer, naamgever van een lompe kaffer (dat is een echte lomperd). Een kadushi (kadushi's, kadushietje) is een grote zuilcactus, de katjang een peulvrucht (katjang tjina, tanah of goreng – met kadjang worden gedroogde palmbladeren aangeduid) en kaduciteit is bouwvalligheid (vergelijk: kaduuk). Het kaenozoïcum [kaaj-noo] of neozoïcum [zijn die hetzelfde als cenozoïcum – GB? – Nee!] omvat het vroegere tertiair en quartair. Is hij kaf aan het dorsen? Kamelotten [van kamelot] weefsel was van origine fraai en kostbaar. Een kameleon is figuurlijk het zinnebeeld van veranderlijkheid. Wat is het verschil tussen een kalvijn en een calville? Geen! Het peloton stellte (VD, GD: stelde) de vijand kalt. Het Griekse cultuurideaal ('schoon en goed') wordt weergegeven met 'kalos k'agathos'. Kalmweg en stilaan ging hij het kalm aan doen. Kalissedrop is ingedikt zoethoutsap. Kalketrip is wilde ridderspoor [plant].

4. De volgende dicteewoorden geven vaak problemen: ka-kom-eruit, kalfsfricassee, kopiist, kali-industrie, markies, markizaat, kalief, kalifaat en kakofonie (van het Griekse 'kakos', 'slecht'). Is dit kaketoe-ei het kakenestje [kakkenestje, kakkernestje: laatst uitgekomen ei van het broedsel]? In de oorlogskakofonie hoorde je de kalasjnikov nauwelijks. Van kanenkoek lusten de honden wel brood. In welk jaar heeft deze wetenschapper als candidandus zijn kandjes gehaald? Een Kanaalzwemmer is van de lange afstand, een kanaalzwemmer meer van de (super)korte afstand (zappen, tv). Op het toneel stond een candide [argeloos, onschuldig] ingénue [èhñ-zjee-nuu] (naïef, onschuldig meisje). 'Canderen' (versuikeren) komt van 'kandij'. De kandidaat-Eerste Kamerleden worden gekandideerd (bij die kandidaatstelling worden ze kandidaat gesteld). Je kent het Bijbelverhaal van de Kanaänitische bruiloft toch wel? Tijdens de verkiezingscampagne heerste op het kampanjedek [op het schip] een ware kampfgeist. De theeboer droeg een T-shirt.

5. De motie over het kamerbrede tapijt werd in Brussel Kamerbreed aangenomen. Hij was zelf gekomen, de kandidaat-vicepresident. Na de kamikazeactie werd er gezellig kamillethee gedronken. Flip en Jacob zijn de moderne Kaïn en Abel. Met kaonen worden niets anders dan K-mesonen bedoeld. Voor de kantklosster was er gelukkig een kantjeboordredding. Een kantele is een halsloze citer. Een kathete (cathetus) is een loodlijn. Er was nog geen kant-en-klare oplossing voor de kant-en-klaarmaaltijd. Een kankantri is een kapokboom. Let op: het is kantentrimmer, maar kantedoos (ook: kantdoos; en cassonade – bruine keukensuiker, maar kanonnade).

6. Hij heeft een kale kanis. De kanji is een Japanse schriftsoort. De reuzenkangoeroe is een buideldier. Een kaïk is een klein vaartuig met kajuit. De karbovanets was een Oekraïense overgangsmunt. Het kaposisarcoom is een vorm van huidkanker. Het voltooid deelwoord van kapseizen is gekapseisd. De journalist heeft me kapotgeschreven en mijn weckfles is kapotgevroren. De karakoelschapen komen oorspronkelijk uit een dorp in Oezbekistan. Het kapucijntje is een soort duif. Hij kartte met zijn skelter (gocart). Een karyocyt is een beenmergcel. De kartuizer kat leefde bij de kartuizer monniken in het kartuizerklooster. Een karet is een zeeschildpad, een kariatide een vrouwenbeeld. In Japan is karoshi de dood door overwerk. Een karonje is een feeks, een helleveeg. Een karikel is een licht, tweewielig rijtuig. De klassiekemuziekkenner hield een eloge [lofrede – VD, GB] op de muziek van Beethoven. Wegwezen, nu! Een ecloge [èhk-loh-chee] is trouwens een herdersdicht.

7. Een meisje kan weg zijn van een jongen. Het bestverkopende boek wordt goed verkocht. De Rode Halvemaan hielp veel vluchtelingen. Voor bepaalde gebeden en een synagogedienst is het quorum van tien mannen (minjan, geen mv., of minje, meervoud: minjonem) nodig. Deze replica is een collector's item. In comité-generaal vergaderen is in geheime zitting. De coming-out van de coming man was indrukwekkend. De Comecon-landen [verkorting, hoofdletter] waren in de regel communistisch. De comédienne voerde een grootse comedy op. In de commedia dell'arte kom je geheid Harlekijn en Colombine tegen. Zijn optreden was niet comme il faut [zoals het hoort]. Naast de compact cassette en de compact disc had je compactdiscspeler. Er heerste geen communis opinio [algemene overeenstemming] over deze kwestie. Rubber en staal zijn commodity's [grondstof voor de verwerkende industrie]. De comparant [is bij rechter of notaris] toonde geen compassie [medelijden] met de wederpartij. De perzikencompote smaakte voortreffelijk.

8. Een comprimé (comprimés, comprimeetje) is meestal een geneesmiddel. De conceptbegroting voor de C-omroep had een positief saldo. 'Conceptual art' kun je omschrijven als 'ideeënkunst'. Deze fabriek is computergestuurd. Het conclaafritueel is bekend. Hij was concertmeester van het Concertgebouworkest. Dit concours hippique vindt jaarlijks plaats. Deze goederen zijn confiscabel [confisqueerbaar]. Ze kunnen geconfisqueerd worden. Een confrérie [broederschap] is een grote verzameling confrères [ambtgenoten], toch? De congadrumsspeler [alleen mv.] kreeg zijn congé [ontslag]. Bestaan Congo-Brazzaville en Congo-Kinshasa nog steeds? De conquistadores waren de Spaanse veroveraars van Amerika in de 16e (16de, zestiende) eeuw. Het consilium abeundi is de raad om te stoppen met een bepaalde onderwijsopleiding. Hij was conservatief-liberaal, bijna conservatief-nationalistisch. Op het consulaat-generaal zwaait de consul-generaal de scepter.

9. Hoe verhoudt zich de consummatie [voltrekking huwelijk door coïtus] tot de consumptiemaatschappij? Geloof me maar: de cotangens van een hoek gedeeld door de cosecans van die hoek is de cosinus ervan. Contigue landen zijn aangrenzend; daarvan zijn er veel, zeker continentaal-Europees. Conté is een zeker tekenkrijt. Wat zou een contemporaine Napoleon hier klaarmaken? De contra-expertise gaf een contra-indicatie tegen het niet-ingrijpen. Convenabel is gelegen komend. Convalescentie is herstel, het weer van kracht worden. Vat het maar samen in één A4'tje of A5'je. Een kluwer en een kluwster kluwenen [tot een kluwen winden]. Een convoluut is een kluwen. Convulsief is krampachtig [denk aan de tic convulsif], stuiptrekkend. Was dat nu het corpus delicti [voorwerp waarmee het misdrijf is gepleegd]? Het Cornisch is een Keltische taal, een corniche is een hoek van een omlijsting. Lusten corgi's [hondenras] cornedbeef [rundvlees in blik]? Wat is jullie corebusiness [kernactiviteit]? Is er verband tussen een cordon sanitaire [om, tegen een politieke partij – mv.: cordon(s) sanitaires] en een cordon bleu [uitstekende kok, mv. cordon(s) bleus; ook schnitzel, zelfde mv.]? Spel goed: coq au vin [gerecht met kip](!) en coq-à-l'âne [wartaal](!).

10. Een coquille is een schelp, een corbillard een lijkwagen en cordiet draadvormig rookzwak buskruit. Ook de coryfeeën moesten corveeën. Een corticosteroïde is een chemische variant van het bijnierschorshormoon (van de cortex). Andere namen voor dat hormoon zijn cortisol en cortison(e). Een korset is geen corselet. De Cortes [senaat en volksvertegenwoordiging in Spanje en in Portugal] trok cortègegewijs op. De nerd had een coupe soleil, maar ook couperose [verwijde bloedvaatjes in het gezicht]. Een Costa Ricaan coupt [een coup plegen] niet snel, maar zal – couleur locale [sfeer] – wel snel tot een coterie [kliek] toetreden. Het verkleinwoord van 'coulomb' is 'coulombtje' [uitspraak: koe-lohn)].