vrijdag 22 april 2022

2688 Dictee zondag 24-04-2022 (2) – dictee Wekelijkse dicteetest 203 RL √ x

Dictee – dictees [2688]

Wekelijkse dicteetest 203 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?

Oplossingen: hieronder!

 

Bron: Oefendictee (oud) 703


1. De afkorting van …………. is …………...

a. hectopascal                                   hPa

b. hecto-Pascal                                 HPA

c. Hectopascal                                  hpa

2. Hij pochte met zijn ……….. en …………...

a. jansteenkan                                   jakobakannetje

b. Jan Steenkan                                jakobakannetje

c. Jan Steenkan                                jacobakannetje

3. Met …………. duiden we …………. aan.

a. van der Hummes                           Dinges

b. van der Hummes                           dinges

c. Van der Hummes                           dinges

4. ………… zijn …………... Nederlanders.

a. HWN’ers                          hardwerkende

b. Hwn'ers                            hard werkende

c. hwn'ers                             hard werkende

5. ………… komt van planten uit de …………...

a. Hyosciamine                       nachtschadenfamilie

b. Hyosciamine                       nachtschadefamilie

c. Hiosciamine                        nachtschadefamilie

6. Leg uit het verschil tussen een ………….. en een ……………...

a. bergmanniaan                         nietscheaan

b. bergmaniaan                           nietzscheaan

c. bergmanniaan                         nietzscheaan

7. Een ………… is een …………....

a. IBS                                inbewaringstelling

b. IBS                                in bewaring stelling

c. ibs                                  inbewaringstelling

8. ………….. is identiek aan ………………..

a. Op-en-top                         op end' op

b. Op en top                          op end' op

c. Op-en-top                         op-end'-op

9. Kan ik jouw …………… krijgen?

a. privé-emailadres

b. privéemailadres

c. privé-e-mailadres

10. De ………. vond de ……….. (houtkoolschets) maar niets.

a. kiebitser                                     fuzain

b. kiebitzer                                     fuzain

c. kiebitzer                                     fusain


Oplossingen [203]: zie hieronder.


--------------------------------------------------------------------


Oplossingen [203]

1a 2a 3c 4a 5b 6b 7c 8a 9c 10c


Contact: leentfaarrein@gmail.com


donderdag 21 april 2022

2687 Dictee zondag 24-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (553) √ x

Dictee – dictees [2687]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 304, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (553)

1. De afkorting van hectare is ha [uitspraak: voluit, afko!], die van Heilig Avondmaal H.A. [uitspraak: voluit, afko!]. De kinderen die je zoekt, zitten op de haagschool [ze spijbelen]. Ze aten haaienvinnensoep, ze verzamelden haaientanden. Een haarfollikel is een haarzakje. Een haflinger is een paard, hafnium [Hf – uitspraak: voluit, afko!, 72] is een chemisch element. Het hakbijlcomité is een typisch Belgisch-Nederlands orgaan [snoeien, hakken in de begrotingen van de ministeries]. Een huis-aan-huisblad (afkorting: h.a.h.-bladuitspraak: voluit, afko!) wordt huis aan huis bezorgd. Een hoya is een altijdgroene wasplant. De swastika is het hakenkruis, embleem van de Duitse nationaalsocialistische partij.

2. Een hakkenei is een telganger, vroeger meest damespaard. Een extirpator is een hakploeg (die voetbalt niet). Een halbstarke is een nozem. Heeft Onze-Lieve-Heer hem gehaald? Halen en betalen is cash-and-carry. Zelfs al heb je al achttienenhalve kilo verspeeld: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Halfambtelijk is semiofficieel. Halfbeschaafde volken leven met halfbegrepen wijsheden. Wat zijn halfgestevelde [= halfwitbeen, bnw.] paarden ? De halfnomaden [alleen n] trokken halfnaakt rond. Een halfreliëf is een demi-reliëf. Het halfsteens muurtje was het resultaat van halfsteensmetselwerk. Halfverheven is bas-reliëf. Wantsen behoren tot de halfvleugeligen.

3. De tafel was met halfzijden damast gedekt. Op de veiling wint de hoogstbiedende. Hij vertrok halsoverkop, halje travalje. Het grote hallel omvat een aantal psalmen. Hallali is een jagerskreet. De hallelujabrigade is het Leger des Heils [LdH]. Een hallenkerk is een zekere gotische kerk, een hallentoren is een belfort. Je hallux (meervoud: halluces) is je grote teen. Wat heeft een
halogeen-zilververbinding met het halo-effect te maken? Niets. Een foulard is een halsdoek. Na een whiplash moet je meestal een halskraag dragen. Een halskwab bij rundvee is een kossem.

4. Er is een Australisch wier dat Venus' halssnoer heet. In Nederland staat Halt voor Het Alternatief. Zegt dat genoeg? Nou, vooruit dan: een Halt-bureau regelt alternatieve straffen voor jeugdigen tot 18 jaar. Wilt u hen mijnerzijds, mijnenthalve, groeten? Een hamada is een rotswoestijn, een hamadryade een bosnimf. Een hamam is een oosters badhuis, een hamamelis een toverhazelaar. Het vreugdebetoon over de ondergang van een belager of tegenstander, een hamansfeest, is genoemd naar een synoniem van Poerim (Hamansfeest – Haman wilde alle achtergebleven Joden laten doden, maar werd zelf opgehangen). Als je hamansoren eet, nuttig je kiesjeliesj. Een Kaapse hamel is een albatros. Met een bouchardeerhamer (bouchardhamer) bewerk je natuursteen en beton. De Poolse hamer is een soort van hamerschelp, de hamer van Thor is het tongbeen van schapen. Hou nou eens op met dat voortdurend hak(ke)takken!

5. Een halfcast is een halfbloed. In die halfpipe kun je skateboarden. Geeft een halfstamboom alleen de genealogie van vaders- of moederszijde? Nee, het is gewoon een boom! Een halofyt gedijt op sterk zouthoudende grond. Halitose is onwelriekende adem: een colgateglimlach kan die niet verhullen. Halloumi is kaas van Cyprus. In een tabagie kon het publiek tabak komen roken. Vliedbergen vond je vooral in Zeeland. Je kunt er een zwanenmeer mee vullen: de Agrippijnse zwaan (Vondel), de Mantuaanse zwaan (Vergilius), de Thebaanse zwaan (Pindarus), de zwaan van Avon (Shakespeare), de zwaan van Vaucluse (Petrarca) en de zwaan van Kamerijk (Fénelon).

6. Een joppie is een licht karweitje. Karel zal wel weer Joppie zijn [het kind van de rekening, slecht wegkomen]. Bij Sail Amsterdam mochten ook allerlei pieremachocheltjes van bootjes meevaren. Pak jij de fondueset [znw., bij ww. ook: fonduset] even, dan gaan we fonduen. Of wil je liever barbecueën? Een hamergravure is een stippelgravure (opus mallei). Ze speelden hamertje-tik. De (c)hamieten maken deel uit van een hoofdzakelijk in Afrika aangetroffen, niet-zwart mensenras. Dat spreekt de (c)hamitische talen. Doe mij maar een
ham-kaaspannenkoek. Een karavanserai is een Turkse herberg voor karavanen. De meeste inwoners van China zijn Han-Chinezen. De ene dienst is de andere waard (de ene hand wast de andere): manus manum lavat. Je moet meneer niet je linker-, maar je rechterhand geven. De voetballer had een goede linker [voet om te spelen, schieten]. Ter hand stellen [terhandstelling] leidt tot ter hand nemen [terhandneming].

7. Anders gezegd: een terhandstelling leidt tot een terhandneming. Het bijdehandste bijdehandje (dat bijdehante(!) knulletje) nam het paardje bij de hand. Bij het paartje dat hand in hand liep gingen geestelijke armoede en geldgebrek vaak samen. De patiënt was onder doktershanden en dus in goede handen. Bij korfbal kun je onderhands schieten, als je tenminste onderdehand niet verdedigd bent. Dat verdedigen moet je tegenstander dan wel onder de knie hebben. De ophanden zijnde bruiloft kwam snel naderbij. Zonder auto ben ik behoorlijk onthand. Ik ben geen rentenier, ik wil iets omhanden hebben. In het magazijn was nog genoeg voorhanden. Hij moest nog zijn hand tekenen/zetten [= ondertekenen]. Uit de losse hand tekenen is iets anders dan handtekenen [bv. onder contract, ook: lijntekenen]. Geef elkaar de vijf.

8. Bij doofstommen gebruik je het hand-abc [gebarentaal]. Een handboussole is een geologenkompas. De handclap gebeurde op maat. Een handdik brood is een hand dik (een handdikte groot). Handdoekdroog van hoofdhaar is met een handdoek zover gedroogd dat het verder gestyled (ww.: stylen) kan worden. Een stylobaat is een zuilenstoel en een styliet een pilaarheilige. Met een stylus bedien je een palmtop. Zijn hiervan tweeërhande of vierderhande soorten? De breedbladige orchis wordt ook handekenskruid genoemd. Vrouwen bloot, handel dood [bij warm weer minder omzet]. Iemands gedragingen (handel en wandel) zijn diens faits et gestes. Boeken die hors commerce zijn, zijn niet in de handel. Kooplieden doen aan handeldrijven, ze zijn handeldrijvend. Handelingen der Apostelen is de titel van het vijfde boek van het N.T. [Nieuwe Testament].

9. De Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden zorgvuldig opgesteld. De handelsattachee en de militair attachee vormden een lesbisch stel. Coulance kan de usance doorbreken. Een handelsreiziger is een commis-voyageur. Geldt dit handelstraktaat nog steeds? Handenwrijven is zich verkneukelen. Wil jij wat
hand-en-spandiensten voor me verrichten? Bij het schaatsen werkte men nog met handgeklokte tijden. Handgranaatwerpen is handgranaten werpen als militaire sport. Je-m'en-foutisme is onverschilligheid. De Grondwet moet gehandhaafd worden. 'Ik zal handhaven' staat ook bekend als 'Je maintiendrai.' [J.M.]. Een handhei (= kees) en een trekhei worden door mankracht bediend [heien, heiblok]. Een handsfree mobieltje is geen handheld dito. Slechts een handjevol intimi was uitgenodigd. Handjeklap spelen is loven en bieden.

10. Jicht in de handen is chiragra [voet: podagra, pootje]. Hij was een kei in handje- en voetjevrijen. Handkijkerij is chiromantie. Castagnetten zijn handkleppers. Een handlangster is een complice en een handlanger een trawant. Een hand-out is een samenvatting of begeleidende tekst op papier die bij een lezing of toespraak wordt uitgereikt. De bijdehante jongen begeleidde het bijdehandse paard. Een gonfleur is een handpomp. Hij is maar hands-on aan de slag gegaan. Codicologie (codex is boek) is handschriftkunde. Geef u gevangen, geef u over, hands up! Een schoothondje is een dwerghondje dat in een handtas vervoerd kan worden, zoals een chihuahua of dwergpincher. De carpus is de handwortel [denk aan: carpaletunnelsyndroom], handy's zijn mobieltjes. Hoe leer je de hanenpas? Pied-de-poule is een tweekleurig weefsel met dambordeffect (hanenvoet).

11. Ook de hangbejaarden claimden een hangcontainer. Er moet en zal een schuldige zijn: Barbertje moet hangen. De hangende tuinen van Babylon en van Semiramis zijn wereldwonderen. Hangende het proces (lite pendente) wachten we rustig af. Het hang-en-sluitwerk is maar zozo. Hanggliden is deltavliegen. Een hanging basket is een hangmand. De hang-legkast zat stampvol, boordevol. Een hang-out is een horecagelegenheid waar gelijkgestemden elkaar ontmoeten, een hang-up is een kwestie waar iemand altijd direct negatief en emotioneel op reageert. Hanja is de Koreaanse naam voor het Chinese karakterschrift waarin het Koreaans geschreven wordt. Die hanneser was een schele hannes [doet aan hannesen]. Mettertijd komt Hannes in het wammes. Dicteewoorden gezocht? Noteer maar:
hans-en-grietjehuis, hansje-in-de-kelder, hansje-mijn-knecht en
hansje-sokken.

 


woensdag 20 april 2022

2686 Dictee zaterdag 23-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (552) √ x

Dictee – dictees [2686]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 305, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (552)

Het Maleis(e) dictee

1. Een wouwou is een zilvergibbon. Een warong keliling is een venter die met Indische producten en specerijen periodiek langsgaat bij Indische mensen. Een warong (warung) is een open levensbehoeftenwinkel, die in 's mensen behoeftepatroon voorziet. De waringin is de wurgvijg. Wadjans (GB, VD ook: wadjangs) zijn wokken. Een vuurberg (goenoeng api) is een vulkaan. Voor tjoema komen is voor niets, tevergeefs. Troeboek is Indische kaviaar. De tripang behoort tot de klasse van de zeekomkommers. Trassi is een gefermenteerde garnalenpasta. Een totok is in Indië een volbloed Nederlander. Topengs zijn maskers. De tongtong is in Indië een hangend blok hout of gong waarop de uren en seinen geslagen worden. Tombak is rood messing (emailbrons). Tokehs zijn gekko's. Een toetoep is een hoog gesloten jasje met stijf opstaande boord. Een toekang is een ambachtsman. De inheemse bevolking noemde de gouverneur-generaal toean besar. Toeak is een soort van palmwijn. De tjitjak is een kleine hagedis (op muur of plafon(d) zoals de huisgekko). Tjandoe is bereide opium. De tjabé (lombok) is de lange Spaanse peper.

2. Een tikar is een matje en tidoren is slapen, een dutje doen. De tempo doeloe is de goeie ouwe tijd. De teledoe is de Indische stinkdas. De tegal(an) is een hooggelegen, niet-bevloeid, niet-geterrasseerd bouwland (ook: ladang, een droog rijstveld dus) niet te verwarren met de sawa (een nat rijstveld). Een tani is een landbouwer, een tandoe een soort van draagstoel. De tandak is een soort van Javaanse dans met betaalde dansmeisjes. Een tambangan is een pont. Tali rami is touw van rameevezels. Tahoe (tofoe - ook: tofu) is een soort gestremde kaas van gemalen sojabonen. De taël is een vroegere Chinese munt. Nou, tabee hoor! Een stamboeltroep was een reizend gezelschap van toneelspelers in Europese opera's. Een soempia is een gerecht bestaande uit twee kleine loempiaatjes. Een soerat is een brief. Dat gaf veel soesa. Een sobat is een vriend, soebatten is vleiend vragen. Een slametan is een door gebed voorafgegane maaltijd bij een dankfeest. Een sjappietouwer is een baliekluiver.

3. Sirih is een genotmiddel, dat gekauwd wordt. Sirammen is quasi douchen. Een singkè is een uit China geëmigreerde Chinees. Een sero [vgl. zero tolerance] is een staketsel van bamboe in V-vorm voor de visvangst op zee. [Een serow is een Japanse bosgems] De sereh is het citroengras. De sedekah is een islamitisch godsdienstig offermaal. Hoewel ze me voor serani [tot christendom bekeerde moslim] uitscholden, voelde ik me toch senang. Sawoe-manila's zijn sapotillebomen. Ze waren gehuld in sarong en kabaai (kabaja). Wil je sambal badjak of sambal oelek? Bevat sajoer lodeh ook sajoeran kering? Een ronggeng is een inheems dansmeisje, een romusha een door Soekarno aan de jappen (Japanse bezetters) uitgeleverde Indonesische (dwang)arbeider (waarvan er honderdduizenden door moord, ontbering, uitbuiting en slechte verzorging zijn omgekomen) en roedjak is een vruchtensalade met zoetzuur en een heet gekruide (= pedis) saus (overheerlijk!). De Maleisische munteenheid is de ringgit [MYR – Malaysia]. De rebab is een soort van tweesnarige viool. De rasamala is een tot 60 meter hoge loofboom van de toverhazelaarfamilie. Een randjau is een soort van voetangel van aangepunte bamboestokken. De ramboetan is een zekere vrucht. Een pondok is een vakantieoptrekje in de bergen. Een poesaka is een erfstuk. Poeasa [normaal: kleine letter!] is de Maleisische benaming voor het islamitische vasten gedurende de maand ramadan. Planplan is zachtjesaan.

4. Een petinggi is een hoofdman (dorpshoofd). Het adjectief pedis staat voor heet. Een patjakker is een fielt. Een pasar dalam is een overdekte markt, een pasar malam een nachtmarkt. Een pangolin is een schubdier. Is dat niet jouw pakkie-an? 'Padie snijden' slaat op rijst te velde of in de aren. Uit de oepasboom wordt pijlgif gewonnen. Een njonja is een Europese of Chinese gehuwde vrouw. Een nipa is een stamloze moeraspalm. Een nangka levert jackfruit. Moesjawara zijn eindeloze beraadslagingen. Een moesang is een koffierat. Een mesigit (missigit) is een moskee (ook: mesdjid). Merbau en meranti zijn houtsoorten. Een melati is een klein wit bloempje met sterke jasmijngeur. De merdeka [èh] is de bevrijding van Indonesië van de koloniale overheersing. Mardijkers [normaal: kleine letter!] zijn van buiten de Indonesische archipel aldaar ingevoerde en later vrijgelaten slaven en hun afstammelingen. In ketjap manis betekent het laatste woord zoet. Mandiën is een douche nemen, met name door met een schepemmertje (gajoeng) water uit de mandiebak over zich heen te scheppen.

5. In Maleisië spreken ze Maleis(isch). Mabok is dronken. Lorre is de naam waarmee men papegaaien aanspreekt. De lori (loeri) is een papegaaiachtige vogel. Lontong is een Indonesisch gerecht bestaande uit compacte rijstblokjes. Een loerah is een dorpshoofd op Java. Een limquat is een dwergcitroentje, nauw verwant aan de kumquat [oe]. Een lempir is een geprepareerd lontarpalmblad. De lahar is een modderstroom bij een vulkaanuitbarsting. Kwee(kwee) is de benaming voor allerlei gebakjes. Krontjong is Indonesische muziek, waarin inheemse en westerse elementen vermengd zijn. Kroepoek koelit is gemaakt van stukjes onderhuid van buffel. Een kramat is een heilig graf of heilige plaats waarvan een wonderdadige kracht uitgaat. Een kongsi is een club, kliek, die gemeenschappelijk voordeel wil behalen. De koempoelan is een bijeenkomst (zoals de jaarlijkse van scoutingleiders en -leidsters). Een klontong is een Chinese marskramer. Een klewang is een wapen (een sabel). Een klamboe is een muskietennet. Kirakira is ongeveer. Ketoembar is gemalen koriander. De ketjoeboeng behoort tot het geslacht van de doornappels. De ketella is de cassave. Ketan is kleefrijst, een kebon is een tuin.

6. Kasuarissen vormen een familie van loopvogels. Met 'kassian Karel' druk je medelijden met hem uit. Een kantjil is een dwerghert, een karbouw een tamme buffel. Een kalong is een vliegende hond. Een kaketoe is een papegaaiachtige. Hè jakkes, hij loopt op blote kakkies. Kajapoet(ih)olie (uit het Maleis: kayu (hout) en putih (wit)) wordt voor allerlei kwalen gebruikt. De kaïn pandjang is een Javaans kledingstuk. Kaïn kembangan is gebloemd doek. De jonk is een Chinees koopvaardij- en oorlogsschip. Ikat is een van huis uit Maleis weefsel. Ikan bali is een Indonesisch visgerecht van makreel met een sambalsaus. Witte guttapercha wordt gebruikt voor de fabricage van golfballen. Gonje is uit Indische hennep geweven grove stof. Zowel plant als vezels van jute worden goeni genoemd. Goenagoena zijn tovermiddelen, ten goede of ten kwade. Een gobang was een
2½ centstuk (twee-en-een-halvecentstuk). Een glatik is een rijstvogel. Een gebang is een soort van waaierpalm. Garoe is bij de apotheker de fijngestampte bast van de garoeboom. Een gamelan is een stel muziekinstrumenten respectievelijk orkest der Javanen. Het gambir is een Aziatisch heestergewas. Een gaga is een hoog, niet-geïrrigeerd rijstveld. Gadogado is een Indonesisch gerecht van koude, gemengde, merendeels gestoomde groenten met warme pindasaus.

7. Emping is kroepoek van de vrucht van de belindjoe. Een doesoen is een desa, een dorp. Een doerian is een romige vrucht in een grote stekelige schil met dorens [doorns], gehaat door zijn stank en aanbeden voor zijn smaak. Een doekoen is een medicijnman of een vroedvrouw. Een djoeroetoelis is een inheemse schrijver (klerk). Een djimat is een talisman (amulet). Uit de djarak, een kleine boom, wordt wonderolie verkregen. Een djamboe bidji is een guave. Djahé is gember(poeder). Dajakkers (Dajaks, Daya's) leven op Borneo. Brem is een soort van arak uit gegiste, gekookte rijst. Boreh is welriekende gele zalf van kurkuma. Boemboeboemboe zijn specerijen gebruikt in de Indische keuken. Een Boeginees woont op Zuidwest-Sulawesi of daaromtrent. Een boeaja is een zeekrokodil. De blimbing is een zoete tot lichtzure vrucht (carambola, starfruit, sterfruit – en opvallende versieringen noem je blingbling). Een bintoerong is een steenmarter. Het is betoel (werkelijk) waar. Beriberi is een endemische ziekte (tekort aan vitamine B1).

8. Bedakken is zich met bedak (wit geparfumeerd rijstpoeder, als blanketsel gebruikt) poederen. Een bébé is een lange, wijde jurk (huisdracht in voormalig Nederlands-Indië). Zij droeg een batikovergooier [GB -VD ook: batik overgooier]. Een bandjir (banjir) is een plotseling opkomend hoogwater (hoogtij, GB ook: hoog water) in een rivier, watervloed, ten gevolge van zware regens. Een balebale [aa, ee, mv.: balebale's] is een rustbank van hout of bamboe. Een badjoe is een baadje. De badjing is het Javaans eekhoorntje, de klapperrat. Een badak is een neushoorn. Een baboe is een oppasster. Een babiroesa is een hertzwijn. De asam is de tamarinde. Zoek op wat atjar ikan [in zuur ingelegde vis], atjar bamboe [in azijn ingelegde bamboespruiten] en atjar tjampoer [mixed pickles] zijn. Arak is rijstbrandewijn. De aniani is het padiemesje (rijstmesje). Een aloenaloen was een ruim vierkant grasplein voor de woningen van de regenten en hoofden op Java. Alangalang is een grassoort. Agaragar is gedroogd zeewier. Adat is gewoonte (traditie).

 

 

dinsdag 19 april 2022

2685 Dictee vrijdag 22-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (551) √ x

Dictee – dictees [2685]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 307, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (551)

1. Ook interessante dicteewoorden zijn: hans-met-de-bellen [sloddervos], hanzeaten (leden van de Hanze), haoma (een roesdrank) en hapax = hapax eirèmenon = hapax legomenon [= een slechts eenmaal voorkomend woord]. Eveneens mogen niet ontbreken: crème, crème fraîche en een ijscrêpeje. Met handenwringen (NB handenwrijven alleen in VD) verrichtte hij mijn klusjes. Is een handgeklokte tijd wel betrouwbaar? Alleen voor de happy few was er een happy end(ing). Is een happy single voorstelbaar? De hara is het centrum van de energie volgens yoga en zen. Is dit een eenjarige of een overblijvende hardbloem [muurachtige uit de anjerfamilie]? Een
hard-boiled detective is keihard, doortrapt.

2. Harddraven gebeurt in wedstrijdverband voor een sulky. Jantje is meer een harddraver (hardloper) van luie Kees. De hard edge is een bepaalde schildertrant. Een harder is een product dat hardt. Het ei is niet hardgekookt zoals afgesproken, maar geen (no) hard feelings, hoor! De hardheidsschaal van Mohs loopt van 1 tot 10. Wij kochten hardhouten meubelen (niet te verwarren met harthout!). De Nederlandse hardelijner en de Engelse hardliner konden het goed vinden samen. Harde bergsteen, Escosijnse steen, wordt ook arduin of hardsteen genoemd. U moet mij daarover maar niet hardvallen. Charedim (VD, vol van angst - voor God, enkelvoud: charedi, ook haredi) zijn bepaalde ultraorthodoxe joden.

3. De hare krisjna is een door swami Prabhupada gestichte sekte. Haricots verts zijn een soort van dunne sperzieboontjes. Dat is zo Hollands als haring met uitjes. Kun je tentharingen eten? Nee. Haringhappen is onder meer een traditie aan het einde van carnaval. Een haringkoning is een petrusvis. Stamt [ww.] haring kaken (het haringkaken) echt uit Biervliet? Een stijve harmen is een houten klaas. De harmonia praestabilita is een grondbegrip bij Leibniz (overeenstemming, m.n. van lichaam en geest). Zoek even op, wat de Akte van Harmonie inhoudt [onverenigbaarheid van
kapitein-generaalschap met stadhouderschap, 1668-1670
]. Koning David was de koninklijke harpenaar. Naast de Ierse harp heb je de gewone of grote Davidsharp (m.i. d – geschrapt uit VD). Als je op de Franse harp speelt, lijd je honger (heb je geen eten).

4. Harrewarrerij is gekibbel. Een (Finse) harrier [hond] wordt gebruikt voor de hazenjacht. Voor die job heb je een handige harry, liefst met harrypotterbril, nodig. Die zei echter: "Bekijk het maar, dikke Harry!" Harsspiritus is een distillaat van colofonium, surrogaatterpentijnolie. Harshoudend betekent hars bevattend. Hij woont in het groene hart van Holland (het Groene Hart). Het hart links, maar zijn portemonnee rechts dragen (links lullen, rechts vullen). Bij een hartaneurysma moet er snel een hartambulance (cardulance) komen. Een hartenegel is een zekere zee-egel. De angina pectoris (stenocardie) valt onder de hart- en vaatziekten.

5. Het gaat naar mijn hartenwens, want ik mocht naar hartenlust eten. In 't hartje van Siberië was het hartje winter. De hart-longmachine werkte naar behoren. De hartree [ie] is de atomaire eenheid van energie [Eh]. Een hartschort is een evaatje. De schildpad was morsdood, hartstikke dood. Hart-thoraxchirurgie
(
cardio-thoraxchirurgie) is hart- en vaatchirurgie, chirurgie in bepaalde delen van de borstholte. Bij auscultatie [medisch: beluisteren] hoor je de harttoon. Een haruspex is een priester die uit ingewanden van geofferde dieren of andere tekens de wil van de goden probeerde te vernemen. De harzer is de om zijn zang gekweekte variëteit van de kanarie.

6. In een hasjcafé koop je hasjiesj (verkort: hasj; er vindt hasjroken plaats – stuff), hashes [vgl. hashtag] zijn codes waarmee een gegevensreeks, zoals een wachtwoord, in bitjes wordt gehakt en hashi [mv.] zijn Japanse eetstokjes. Hasta la vista, tot weerziens! Een hatwoning duidt huisvesting voor alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens aan. De kattenhater was tevens Ajaxhater. Bij hathayoga staan lichaamsoefeningen en adembeheersing centraal. Drie Latijnse uitdrukkingen zijn: haud mora (zonder dralen), haud passibus aequis (van navolgers: ver achterblijvend bij hun voorbeeld) en haud sine gloria (niet zonder roem).

7. Een havannasigaar is genoemd naar Havana. Hautain en hautaniteit horen bij elkaar. Franse leenwoorden zijn: haut-reliëf (verheven beeldwerk), haute volée (de hoge kringen), haute saison (hoogtepunt van het seizoen), haute nouveauté (modesnufje), haute finance (eersterangsbankiers), haute cuisine (fijne Franse keuken), haute couture (modieuze dameskleding) en haute contre (zit tussen tenor en countertenor in). Haves bezitten have en havenots niet. De havdala (meervoud: havdalot) is het ritueel ter afsluiting van de sabbat of feestdag. Een havelock is een mutsovertrek die de nek tegen de zon beschut.

8. Een havenzate is een ondiepte in een haven, een havezate is een grote hofstede. Wat is een havermotor? Een paard. De Hawaïaan (een Hawaïburger) at een hawaïburger. Geeft een hazewind(hond) hazenvlees? Nee. De afkorting h.c. staat voor honoris causa, de afkorting hc voor hoofdconducteur. De hdtv (VD, GB: hd-tv) is de
high-definition television, televisie, tv – GB, toelichting: ook hdtv, hogedefinitietelevisie is correct. Praatjes worden ook hearsay genoemd. Zoek eens op wat heautoscopie is. Waarnemingsillusie waarbij men het eigen lichaam a.h.w. buiten zichzelf ziet. Hij is van Kleef [plaatsnaam] (is van de familie Van Kleef), hij houdt meer van de heb dan van de geef. Een hechsjer (meervoud: hechsjers, hechsjeirem) is een koosjerverklaring. Een heckrund vertoont overeenkomsten met de oeros. In de hectiek is het altijd hectisch.

9. Met een hevelblijde (trebuchet) schoot je in de middeleeuwen grote projectielen af. Wanneer komt er nu eens een eind aan dat hapsnapbeleid [hapsnap]? Naast het hardcourt [tennis] werd hardcoremuziek ten gehore gebracht. De ongelovige apostel Thomas was hardgelovig en het prototype van een ongelovige thomas. De hardstyle is een harde, snelle vorm van dance. Hartbewaking is coronary care. Een scarabee is een soort van mestkever (vergelijk: hartscarabee - amulet op het hart van een dode). Hava is hoogactief vast afval (vul lava dan zelf maar in). In Nederland is het h.d.s.
[haa-dee-jèhs] het hoofd der school. Bij een healing vindt paranormale genezing plaats. De term 'heaven on earth' (hemel op aarde) komt uit John Miltons 'Paradise lost' (het verloren paradijs). Hij sjouwde van het ene hectometerpaaltje naar het volgende. Een hecatombe [mv. n/s] is een bloedbad. Een hebe [3 mv.] is een bevallige schenkster.

10. De (het) heart of darkness is in figuurlijke zin: onbekend, gevaarlijk terrein. Bij een hedgefonds wordt gehedged. De hele santenkraam viel in duigen. Het heelal is de kosmos. Een heelgoedhollander wordt in de nationale, chauvinistische papierindustrie gebruikt. Een chirurgijn is een heelmeester. Een heemstroos is een hibiscus. Ze gingen her- en derwaarts. Je zou er het heen-en-weer van krijgen. Ze liepen heen en weer, af en aan, op en neer. Connexxion – of was het Veolia – [beide niet in wdb.] onderhield een heen-en-weerdienst. De dominicanen of witheren worden ook wel witte [W in VD lijkt fout – 2021 nog steeds! – 2022 correct: w] heren genoemd. Het was anno Domini [A.D.] 1972. De Heer der heren, de Here God, is God de Heer (en hem zij de eer). De Heerschappijen is een van de negen engelenkoren. Zijn motto was 'divide et impera' (verdeel en heers).

11. Je kunt een gewicht van 100 kilo heffen, maar ook gewichtheffen. De hefnerkaars [HK] is een oude eenheid van lichtsterkte. Geef het heft niet uit handen. Hij wist er heg noch steg. Een hegelaar dweept met Hegel. Bij een heggenadvocaat en -dokter [onbevoegd, kwakzalver] kun je beter niet komen. Weet je nog dat we bij het schaatsen riepen: "Heia, Ard en Keessie" [namen niet in wdb.]? Kan een heibok zich voortplanten? Nee, maar een hij-bok (niet in wdb.) wel! En vergeet ook de heidebok niet. Men moet niet scheiden als heidenen en Turken, proost (, neem er nog eentje)! De missionaris verdeelde de heidezending onder de luisteraars bij zijn heiden(en)zending.

12. Zo'n heidimeisje (niet meer in VD) verleiden door een notaris zou een doodzonde zijn. Maar als ze een heidipakje aantrekt, wordt dat weer anders. Hij was heidoof [arbeider in oliemolen] en leefde als een heiduk [= haiduk: ruwe Hongaarse soldaat]. In het werk was hij een heikoppensneller [afgezaagd boveneind van een in de grond gedreven heipaal]. Heilgymnastiek is kinesiatrie. Het Heilige Roomse Rijk [H.R.R.] eindigde in 1806. De mormonen noemen zich heiligen der laatste dagen. Tararaboemdijee!

 

 


maandag 18 april 2022

2684 Dictee donderdag 21-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (550) √ x

Dictee – dictees [2684]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 306, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (550)

Bijbelboeken (2)

1. 1 en 2 Koningen (boeken 11 en 12 uit het O.T.). Abia (niet meer in VD) was zoon van Jerobeam I (alleen sub lemma nog in VD). Abiram was de eerstgeborene van Chiël (beide niet meer in VD). Achab (alleen sub lemma) was koning uit het huis van Omri (niet meer in VD). Adonia (niet meer) is zoon van David en Chaggit (niet meer), die zich nog tijdens het leven van David als kroonprins wil laten uitroepen in plaats van Salomo. Zijn opstand wordt echter onderdrukt. Amos (alleen sub lemma) is de vader van de profeet Jesaja. Assyrië is een groot en machtig rijk in Mesopotamië, vijand van Israël. De Assyriërs voerden het tienstammenrijk in ballingschap. Astarte is een Syrisch-Fenicische (Foenicische) moeder- en vruchtbaarheidsgodin. 'Zich voor de Baäl buigen' wordt gezegd van christenen die in hun kleding de mode volgen, die om voordeel of eer zich naar de meningen van de onchristelijke wereld schikken. Beëlzebub is de vorst der demonen. De ceders van de Libanon zowel als de hysop worden afgehouwen: aanzien noch rijkdom vrijwaren tegen de dood. Een davidsdeken is de jonge bijzit van een oude man. Izebel is de dochter van koning Etbaäl (alleen sub lemma) van Tyrus, vrouw van koning Achab. Door dit huwelijk wordt de dienst van de Tyrische Baäl verheven tot staatsreligie in het tienstammenrijk van Israël. Hij zag leeuwen en beren op zijn weg.

2. De selectie is zeer beperkt. Naäman is een krijgsoverste van de koning van Syrië, die door de profeet Elisa (verdwenen) van zijn melaatsheid wordt genezen. Een kind van Naboth is een stijfkop. De originele Naboth weigerde zijn wijngaard aan koning Achab te verkopen. In Bijbeltaal kun je het oor neigen. In Ofir (verdwenen) liet Salomo goud halen voor de bouw van de tempel. Ramot was een plaats in Gilead (beide verdwenen). Een salomonsoordeel is een wijze, spitsvondige uitspraak in een moeilijk geschil. Niet elke barmhartige samaritaan kwam uit Samaria. Zimri (verdwenen) is een koning van Israël die slechts zeven dagen regeert. Sanherib (verdwenen) was de koning van Assyrië die Hizkia wil onderwerpen.

3. 1 en 2 Kronieken (boeken 13 en 14). Abigaïl was de moeder van Amasa (beide verdwenen), zijn vader was de ismaëliet Jeter
(1 Kronieken 2, vers 17, verdwenen). Abimelech is een priester, zoon van Abjatar (beiden verdwenen). Asaf (verdwenen) is het hoofd van de levieten die door David tot de dienst van de ark worden aangesteld. De term 'van eeuwigheid tot eeuwigheid' stamt uit de aan de orde zijnde Bijbelboeken. Een bekend tempelzanger heette Heman (verdwenen; let op: geen he-man). Jeremia is de naam van een van de grote profetenboeken van het O.T. [oo-teeOude Testament]. Pax vobiscum is Latijn voor 'vrede zij met u'. Uriël (alleen nog in VD als aartsengel) is de leviet die de ark van de woning van Obed-Edom (verdwenen) naar Jeruzalem helpt brengen. Zerubbabel (verdwenen) is de leider van de eerste karavaan van ballingen die terugkeert naar Jeruzalem. Elihu was de oudste broer van David (ook: Eliab, beiden verdwenen).

4. Ezra (boek 15). De kinderen der gevangenis zijn de in ballingschap levende Israëlieten. Ook Ezra behoort tot de hagiografen [beschrijver van het leven van een of meer heiligen]. Nehemia (boek 16). Sanballat (verdwenen) is de stadhouder van Samaria die de teruggekeerde Joden grote moeilijkheden bezorgt bij de herbouw van de verwoeste tempel. Tobia (sub lemma) is een van de Ammonieten, die degenen die uit de ballingschap zijn teruggekeerd, hindert bij de herbouw van de tempel. De Vreugde der Wet is de israëlitische [= joodse] feestdag in oktober (Simchat Thora) ter herinnering aan het herstel van de godsdienst na de Babylonische ballingschap. Ester (boek 17). Ester is de Jodin die Ahasveros van Perzië tot vrouw kiest, nadat hij Wasti (verdwenen) heeft verstoten. Zij redt haar volk van de ondergang. Haman is de eerste dienaar van koning Ahasveros, bij wie hij gedaan weet te krijgen dat alle Joden zullen worden gedood. Op voorspraak van Ester ontkomen zij hieraan en Haman wordt opgehangen. Mordechai (alleen nog als 'een' mordechai in VD = een benijder die iemand ten val brengt) is neef en voogd van Ester. Hij stuurt haar naar koning Ahasveros om het bevel ongedaan te maken dat alle Joden in het rijk zullen worden gedood. Hun wordt toegestaan zich te verdedigen, waarna ze de overhand krijgen. Mordechai neemt vervolgens de plaats in van zijn tegenstander Haman en ontvangt de koninklijke zegelring. Job (boek 18). Elifaz (verdwenen) is de oudste van de vrienden van Job (naast Elihu, Bildad en Sofar, allen verdwenen). Hij was zo arm als Job en had een jobsgeduld (een geduld als Job). Job was geboortig uit Us en had als motto 'tot hiertoe en niet verder'.

5. Psalmen (boek 19). Het grondsop is voor de goddelozen (het laatste bodempje drank). Zondag jubilate is de naam van de derde zondag na Pasen, zo genoemd naar het eerste woord van de introïtus
[rooms-katholiek: antifoon met psalmvers als inleiding tot de mis = intredezang]. Gods uitverkoren volk leeft in het aardse tranendal. Hij is mijn stok en staf. Spreuken (boek 20). Beter een naë buur dan een verre vriend. De vreze de Heren is het beginsel der wijsheid. Verboden vruchten smaken het lekkerst. Prediker (boek 21). Er is niets nieuws onder de zon. IJdelheid der ijdelheden, 't is al ijdelheid (vanitas vanitatum et omnia vanitas).

6. Hooglied (boek 22). Het Hooglied van Salomo wordt ook Lied der liederen (Cantica Canticorum) genoemd. Dat komt uit het Hooglied, niet uit Jeremia: dat is iets vrolijks, geen treurlied. Jesaja (boek 23). Jesaja behoort tot de grote Profeten. Elam (verdwenen) is een landschap in Perzië, bewoond door  voor-Sumerische (verdwenen) stammen van Babylonië. De zeven gaven van de Heilige Geest zijn wijsheid, inzicht, raad, sterkte, kennis, vroomheid en ontzag voor God. Gekrookterieters (hij zal het geknakte riet niet verbreken) behoren tot de uiterste rechterzijde van de Gereformeerde Bond in de voormalige Nederlandse Hervormde Kerk. Zij die geloven, haasten niet. Wordt de tale Kanaäns nog gesproken? Jesaja is de profeet die optreedt tijdens de koningen Jotham, Achaz en Hizkia (allen sub lemma). Hij wekt het volk op tot berouw.

7. Zonden kunnen zo rood zijn als karmozijn, maar ook als scharlaken. Wanneer speelt (de) Lucifer (overste der boze geesten) van Vondel? Christus is de Man van Smarten. Tarsis (verdwenen) is een kustplaats in het westen van de Middellandse Zee, waarmee handel wordt gedreven. Hij was een roepende in de woestijn (vox clamantis in deserto). De Vredevorst is de Messias. Jeremia (boek 24). De schrijver van het Bijbelboek Jeremia is Baruch (zie: Bar.). Ebed-Melech (verdwenen) is een Ethiopiër, dienaar van koning Sedekia (verdwenen), die de profeet Jeremia redt uit de put waarin de vorsten hem geworpen hebben. Een jeremiade doet je sterk denken aan (de) Klaagliederen (van Jeremia, de Lamentatie – sub lemma 'lamentatie' – lamenteren is klaagliederen aanheffen). 'Sursum corda' betekent 'de harten omhoog'. Klaagliederen (boek 25). Hoe is het zuivere goud in ordinair lood verkeerd?

8. Ezechiël (boek 26). Belomantie is (pijl)wichelarij door het schieten met pijlen of het trekken van gemerkte pijlen uit een koker. De drekgoden van Egypte zijn verachtelijke, valse goden. Daniël (boek 27). Een kuise suzanna ontleent haar naam aan het boek Daniël (zie Dan.). Gabriël is de naam van een engel van God die ook tot Daniël komt. Sadrach, Mesach en Abednego (alle drie verdwenen) werden in de vurige oven geworpen. Hosea (boek 28). Wie wind zaait zal storm oogsten. Jizreël (verdwenen) was de zoon van Hosea. Joël is een profeet uit de zevende eeuw voor Christus (v.Chr., v.C.) en de naam van een van de kleinere profetenboeken van het O.T. (Oude Testament] Amos (boek 30). Op de rotsen ploegen is nutteloos werk doen. In Amos worden de valse profeten genoemd. Tekoa (verdwenen) is de plaats ten zuidoosten van Bethlehem [VD; NBG: Betlehem] , waar de profeet Amos vandaan komt. Obadja (boek 31). Obadja is een profeet (zesde eeuw voor Christus) die zich keert tegen Edom. Jona (boek 32). Hij zit te kijken als Jona (ook Jonas) in de walvis [tijdens de storm van boord gevallen]: hij is angstig en benauwd. Jona is een profeet uit de achtste eeuw BC [bie-sie], before Christ. God zendt hem [= Jona] naar Ninevé om de stad verwoesting aan te zeggen, maar herziet zijn besluit daartoe, als de stad boete doet. Als de profeet in een schip voor zijn opdracht wil vluchten, wordt hij overboord gezet en door een grote vis ingeslikt.

9. Micha (boek 33). Gij zult zaaien, niet maaien. Nahum (boek 34). Habakuk (boek 35). Een tempelprofeet is een profeet die zich uit in liturgische taal, zoals Habakuk (zie: Hab.). Zefanja (boek 36, zie Zef.) [in de Vulgaat: Soph. = Sophonias]. Hij is een van de kleine Profeten. Haggaï (boek 37, zie Hagg.). Haggaï is de naam van de profeet die de uit ballingschap teruggekeerde Joden aanzet tot herbouw van de verwoeste tempel. Zacharia (boek 38). Al in Zacharia wordt verwezen naar de profetie van Jezus op de Olijfberg over de ondergang van Jeruzalem. Maleachi (boek 39). Sol justitiae, illustra nos (zon der gerechtigheid, licht ons voor) is de zinspreuk van de rijksuniversiteit van Utrecht (RUU = Rijksuniversiteit Utrecht). Het O.T. (Oude Testament) heeft dus 39 Bijbelboeken, het N.T. (Nieuwe Testament) heeft er 27, tezamen dus 66 stuks.