Dictee – dictees [2271]
Oefendictee 611 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (246)
1. Het jakamp bestaat uit jazeggers [GB]. Wat moeten we met gewinzoekende kwakzalvers en misselijkmakende tv-films? Jammie (mjam, mjammie), lekker [njamnjam, nomnom]! Diverse jantjes [meest: matrozen] gaven acte de présence. Dit is een typisch gevalletje van jalousie de métier [vaknijd]. Bestudeert een japanoloog ook de jappen? Wie draagt er nou nog een jarretellengordel? Jee (jees, jeetje, jeetjemina (GB)), dat is sterk! Een jein is een pakking, een mofverbinding. Een jenoffel (genoffel, ginoffel) is een anjer (anjelier). Willen jullie die jeremiade-uitingen beperken, alsjeblieft? Die Javaan smokkelt java-apen. In Suriname is er een Jeugdparlement. Jeukziektebehandeling is lastig. Kan dat: twee jeunes premiers in één stuk? Triootje? Ze droeg een juwelen armband en ring. Je herkent hun jingle uit duizend herkenningsmelodieën [uit duizenden]. Zoek op wat jingo's [dweepzieke, oorlogszuchtige Engelse chauvinist, persoon] zijn, en wat jingoïsme [zelfde, verschijnsel] is. Met zo'n jij-bak [tu quoque, whataboutisme] moet je niet aankomen. Deze joego's [GB, scheldnaam Joegoslaviërs, Joegoslaven] hebben jodenstreken [beledigend: bedrieglijk].
2. Een 'jok' komt van het Latijnse 'jocus' (Latijn iocus = scherts, grap). Jokkens zijn leugens. Jom Kipoer is de Grote Verzoendag, de plechtigste dag van het joodse jaar. JAC's waren Jongerenadviescentra. Dit gaat terug op de joods-christelijke tradities. Dat mag Joost (Joosje) weten. Hij is een domme joris die van wijntje en trijntje houdt; in zijn huwelijk is het altijd Joris en Trijn. Dat is een voer hooi, zei Jorden, en het was een wagen vol stro. Die jordaanzanger met zijn jordaanvibrato is een echte Jordaner (Jordanees). Dat sieraad is jouker (duur). Gaan we ju-ju (spel) spelen? Werden jij en de jouwen, die onderling jouen, uitgejouwd? Tijdens de Binnenlandse Oorlog [Suriname] was er een Junglecommando. Wat moet die barnumreclame [reusachtig] voor die jumbotaxi [heel groot]? De juten [agenten] sleepten de jutezakken (juten zakken) naar hun dienstauto. Ubiquiteit [kwie] is alomtegenwoordigheid en promiscuïteit [kuu-wie] is een toestand van volledig vrij seksueel verkeer.
3.
Een collega ga je uiteten, met je familie ga je uit eten. Hun gedrag
is promiscue
[altijd e]:
kan dat promiscue gedrag nog promiscuer? Ullmanniet
is nikkelglans. Meerdere exemplaren van een ulcus
[k]
zijn ulcera [s].
Een urial [uu]
of steppeschaap is een ondersoort van de
Aziatische moeflon. Een uraeusslang is
een Egyptische cobra. Uvi's zijn
uitvoeringsinstanties.
Uveïtis is ontsteking van de uvea, het druifvlies (zit
in de oogbol). Een vaccinostyle
is een kraspennetje. Een toerako is een bananeneter. De toepe
[lichtzinnige
vrouw] droeg vaak toepen [toepe
= muts]: duidelijk geval van
toependraagster. De wond is toegegroeid
[dicht].
Je bijdrage moet wel ertoe doen. De vrouw van de arme tobias, een
tobbetje-even-rond [korte,
dikke vrouw], zat in de tobhut
voor de valkenvangst. De toponymiste [vr.
plaatsnaamkundige] droeg een
toqueje [ronde
hoed zonder rand]. Die tootsie
[oe]
(man als vrouw
verkleed) droeg een tootschoen
[oo],
een poulaine
[oe èh]
(met lange neus).
Een touche-à-tout is een bemoeial. Volgens mij zijn
gros-de-Tours
en gros-de-Naples [op
de plaats van herkomst na]
hetzelfde.
4. Die twee zullen nog wel naar elkaar toe groeien. Het kan er vreemd toegaan. Kom, je moet nog toiletmaken. Een tokeh [ee] is een gekko. Hij wil de regie naar zich toe trekken. Wil je de deur even toetrekken? In het Toscaanse heuvelland worden veel toscaners [sigaar] gerookt. Hij is honkvast, hokvast, plaatsvast (bij bijen is dat bloemvast!) en Bijbelvast. Bij Toutatis (Keltische oorlogsgod) [grappig bedoelde krachtterm (bekend uit de stripverhalen over Asterix en Obelix van Goscinny en Uderzo)], ik zou wel een tournedostje lusten! De sterke mannen gingen touwtrekken, de kinderen mochten touwtjespringen. Het kind viel uit de traag rijdende trein in de traag stromende rivier, gelukkig was er niet veel 'schade'. Het is flauw dat je die valflouw [vogelnet] niet wilt laten repareren. De valenciennes [g. mv.] is een soort van Vlaamse kloskant. Hij wierp het vijgetouw om de stevigste tak van de vijgenboom. Waren de verzetsstrijders van Vietcong en Vietminh betrokken bij de vietnamisatie [land moet eigen belangen behartigen]? Het begrip 'vertu héroïque' komt van 'heldhaftige deugd' (Rabelais) [mv. s s ].
5. Hoe schrijf je 'Transjordanië' tegenwoordig? Antwoord: kijk maar bij lemma 'trans-'. Wat op de tribrachys [mv. idem of tribrachen] betrekking heeft, is tribrachisch [versvoet: kort – kort – kort]. Een touterrek is een trapeze. Hij is een kei in trapeze springen. Het antoniem van 'euforie' [jubelstemming] is 'dysforie'. Met zijn stetson [hoed] nog op ging hij aan de stilton [kaas]. Hij heeft ooit de K2-top beklommen. Zij heeft een kaakholteontsteking. Het weiland was kaalgegraasd en -gevreten. Een kabaai of kabaja is een lang baadje. De kabellengteopmeting verliep problematisch. Ze draagt altijd een kabotseke(n) [kabots, muts]. Het kabuki is traditioneel Japans toneel. Wat zijn de Kabylen [Berbervolk, Noord-Afrika]? Zeg maar kaddisj: zand erover!
6.
Hij is een echte Kafkafan. De kalendermethode-uitleg
was
bijna-perfect
(bijna
perfect).
Een Twentenaar eet een kaiserbroodje, een Noord-Rijnland-Westfaler
een kaiserbrötchen. Kaisoi is een zekere koolsoort, als bladgroente
gegeten. Een kajotster is lid van de KAJ
(Kristelijke
Arbeidersjongeren).
Een kakadoris (VD
ook: kakkedoris) is een
kwakzalver. Een kakemono is een Japans schilderij, een kaketoe een
soort papegaai, een kakofonie een non-symfonie en een kalbas
(kalebas)
een pompoenachtige vrucht. Zijden weefsels en fluweel worden kaffa
genoemd. Een kalief heerst over een
kalifaat. Kalissen (van
kaal!) zijn schooiers.
Kalissehout is zoethout. Deze
calvinisten eten regelmatig kalvijnen [appel].
Kamelots zijn kostbare weefsels. Hij morste kamillethee op zijn
kamizooltje [buis,
kledingstuk]. De kamper
[strijder]
overnachtte in een camper [èh].
Djenghis Khan was kan [Tataars
vorst] over een kanaat. De kamsin
(VD ook: chamsin)
is een zuidwestenwind.
7. Hou je kanis, lelijke klerelijer! De kanji is een Japanse schriftsoort. Kankantri's zijn wilde kapokbomen. Het kantoorbediendecongres is aanstaande. Het kaolien (de kaoline) is porseleinaarde. Zij maken alles kapoeres [kapot] met hun kapsones [drukte, ophef]. Een karpatenklokje is een campanula. Een kartets is een granaat. De karwijoogst was een heel karwei. Kaseko is creools-Surinaamse dansmuziek. De kasgroentehandel stagneert. Kasiri is drank uit de cassave. Kasjeren is koosjer maken. Kassian [medelijden met] tante Mien. De kasjroet is het geheel van de joodse spijswetten. Het kasmonisysteem behelst een soort onderlinge spaarkas. In India hebben ze een kastenstelsel. Een kasteleines is gewoon een kasteleinse. Wanneer is dit jaar de katholiekendag? Met dat linnen, dat kat-in-de-zak, heeft hij een lelijke kat in de zak gekocht. Op een katafalk (tombe) hoort in de regel een doodkist (GB en VD ook: met tussen-s) te staan.
8. Alle kapiteins-ter-zee werden opgeroepen. Raar dat GB naast VD's cachou (catechu) ook 'katsjoe' heeft (of is dat wat anders? – internet: ik denk hetzelfde). Een kauri is een kinkhoorntje, het kauri is hout van een Nieuw-Zeelandse naaldboom. Dat hij het nu halje travalje [halsoverkop] met dat kavalje [oude, onaantrekkelijke vrouw] aanlegt … Kawais worden (GB, VD: kawai – g. mv. – wordt) als hangertje gedragen. Een kawina is een cilindrische trommel. Hoelang (Taaladvies) schrijven we 'masala' al zoals we het schrijven? De pilipili is een specerij, de piripiri is een Portugees en Mozambikaans gerecht. Zullen we lid van die Rotaryclub worden (en dus Rotarian)? Zonder Walkuren [godinnen, zie ook: Odin] geen Walhalla. De rilievo schiacciato is een Italiaanse reliëfstijl uit de 15e (15de, vijftiende) eeuw. De bengels speelden tussen de rilde [slank] korenstengels. Retsina is witte Griekse harswijn. Het kazerneterrein wordt verkocht. Hij wist slechts rauwe keelholtegeluiden voort te brengen. Melk plus yoghurtplantje is kefir, oorspronkelijk uit de Kaukasus. Een kehila (kehille, kille) is een joodse gemeente. Hij heeft een kekke [vlot, modern] outfit.
9. De keizersnedegeboorte verliep voorspoedig. De kelderruimtegebruikers kregen onderling mot. Kermesschildluizen leveren een rode kleurstof. Keratine is een eiwit, kerosine een vliegtuigbrandstof. Ketoembar is gemalen koriander. Ketikoti is de herdenkingsdag van de afschaffing van de slavernij [ketikotifeest]. Keurslijf komt van 'keurs' met twee meervouden [keursen, keurzen, rok]. Kief (kif) [mindere hasj] kun je scoren. De kidoesj is de sabbatswijding. Een khimar is een door traditionele moslima's gedragen hoofddoek die tevens de boezem bedekt. Khmerren (Khmers) vormden een bepaalde stam in Zuidoost-Azië. Tot wanneer hebben jullie kijk- en luistergeld moeten betalen? ATP is adenosinetrifosfaat. Kinase is een enzym dat fosfaatgroepen van ATP kan overdragen op organische moleculen. Het kindertoelagebeleid is aangepast. Wanneer was de Kinderkruistocht? Hij rookt liefst kingsize [bnw.] sigaretten. Met kip kerrie maak je kipkerriesalade.
10. De kinesionomie [studie menselijk bewegen] is een onderdeel van de haptonomie [leer gevoelsleven]. Kipkap [gehakt vlees] kun je eten, maar het is ook onsamenhangende praat. En met kip tandoori maak je kiptandoorisalade. Bij de kitscherige, kitschy, tentoonstelling, werd kirschwasser oftewel cherrybrandy geoffreerd. De kiyu is een van de leerlingengraden bij budo. Ik gooi al mijn kleingeld maar in die collectebus. Een klak is een hogehoed (ook wel: hoge hoed) met veren, die men samendrukken kan. Let wel: de claque, dat zijn de gezamenlijke claqueurs. De klaverweidebewoners schrokken op. Kleinzen is fijnmaken.