maandag 11 februari 2019

1498 Dictee maandag 04 februari 2019 (2) dictee Oefendictee 748 (oud) √

Dictee - dictees [1498]

Dictee 748 (DCCXLVIII) Dictee Specialisten (01-05-2014) 

1. Het verrichten van sisyfusarbeid is Sisyphi saxum versare. Sitologie of sitiologie is voedingskunde en cytologie is celbiologie [celkunde]. Het situationisme is gerelateerd aan dadaïsme en Cobra. Sit venia verbo: met verlof gezegd. En wie zal er wel weer de sjaak [pineut] zijn? Spreek dat maar eens goed uit: sjadchen [bij joden: huwelijksmakelaar]. Is een paletotje [korte overjas] te combineren met een sjakootje [stijf, hoog, van een klep voorzien militair hoofddeksel in de vorm van een afgeknotte kegel] (en het eten van sjalotjes)? De verkoop van dat chalet is sjalet gezet (staat op losse schroeven). In een synagoge kosteren sjammesen. Dat zie je niet vaak: sjappies [sjappietouwer, baliekluiver, los sjouwerman] met sjampie [champagne]. Ze droeg nog een jack over haar sjek [loshangend vrouwenjasje]. 'Sjewijne' en 'asjeweine' zijn synoniemen. Die chic geklede chique dame kauwt toch geen sjiek [pruimtabak]? Een sjiiet gaat uit van de sjia, een soenniet van de soenna. Geef dat meisje eens wat sjok [chocolademelk].

2. Joodse, Bargoense of aanverwante zaken: sjechita (enk.: joodse rituele slacht), sjed (vijand, politie), sjeitel (pruik gehuwde vrouw), sjekel (munteenheid), sjelosjiem (rouwperiode van dertig dagen), sjema jisraël (belangrijk joods gebed), sjemita (sabbatsjaar), sjidoech (arrangeren huwelijk), sjikse (christenmeisje als dienstmeisje), sjiva of sjivve (rouwperiode van 7 dagen bij de joden. Shiva is trouwens de goddelijke Vernietiger in het hindoeïsme), sjlachmones (lekkernijen met Poerim), sjlemazzel (pech), sjleppen (moeizaam lopen), sjmadden (dopen), sjniggel (snikkel: klein stukje), sjnoderen (een gift toezeggen voor een goed doel), sjocheet (joodse rituele slachter), sjochten (ervandoor gaan), sjoechem (antwoord, vergelijk: sjoege), sjoecht (troep, sliert), sjoel (synagoge), sjoera(cratie), sjofar of sjoufer (ramshoorn), sjolem: hallo, goedendag, een sjonniebak [oude opzichtige auto, waarin mensen uit een laag sociaal mili­eu soms rijden] en een sjoof (een gulden, mv.: sjofen).

3. Bij pleintjesvoetbal wordt er veel gesjot [sjotten = schieten]. In
Oost-Europa heb je nog sjtetls [kleine joodse gemeente] en sjtreimels (bonthoed chassidische joden). Hoe extreem orthodox is een versjwartster nar [dwaas, idioot]? Een skelter is een gocart of kart. Wat vind je van die skifflegroup [primitieve, zelfgemaakte instrumenten]? Voor skijøring heb je een auto of paard nodig [voorttrekken op ski's]. Een skike is een soort skeeler met luchtbanden. Tijdens de training draagt zij een skinpak [nauwsluitend aerodynamisch sportpak, bv. voor schaatsers en skiërs], maar thuis skinny jeans [zeer smalle pijpen, vanboven en vanonder]. Een skrei [paaiende kabeljauw] vang je 's winters voor de Noorse kust. Gebruikt hij nog steeds skuff [Nederlandse hasj]? Bij tarot [kaartspel] hoor je wel 'skus' [uh] (excuse: kaart die noch kan nemen, noch genomen kan worden). Hij is idolaat van skûtsjesilen. Het slaapapneu is OSAS [obstructief slaapapneusyndroom]. Het slaapkamergeluk is het vredesmosje of baard van Mozes [plantje]. Wist je het nog: die hoofdstad heet Phnom Penh [Cambodja, munt: riel, KHR]. Ik heb gisteren nog geslacklined [balanceren op gespannen elastische band]. Een drieslag bij dammen is geweldig, drie slag bij honkbal is een stuk minder (tenminste – althans – voor de fielders) … Pleien is slagduitje spelen [kiskassen]. Een slagflouw: steeknet [kreu, slaghaam]. 


4. Bessen en frambozen behoren tot het klein fruit. Een ouroboros is een staartbijtende slang. Hij is dan wel geen adderengebroed, maar wel onder de Slang geboren. Massageolie plus ketjoeboengolie geeft snakeoil (slangenolie) tegen reumatiek. Schrijf je señor met een slangetje? En canyon? Een slapstick kent veel gooi-en-smijtwerk. De Slavenkust is dat gedeelte van Afrika's westkust, dat tussen de Goudkust en de delta van de Niger ligt. Bij een bv tref je soms een sleeping partner aan. De kinderen gaan sleetje rijden en bokjespringen. Met een slaraak (sleg, slegge) kun je de paal niet missen. Het achtvoetige paard van Odin heet Sleipnir. Een sleis is een rakelijzer. De clavicula is het sleutelbeen. Raceauto's hebben slicks. Een contorsionist, een slangenmens. De esculaap is een doktersslang, maar wat is bajesslang [onbegrijpelijke taal]?

5. Trouwens, slangetjeswoorden zijn: cañon (èh canyon), coño (lul, schoft), cosas de España: ingewikkelde zaken, voor een buitenstaander niet te begrijpen, doña (eretitel van een dame in Spanje), dueña (bejaarde gezelschapsdame van meisjes uit de aanzienlijke stand), El Niño (opwarming zeewater), malagueña (aan de flamenco verwante muziekstijl), mañana (morgen, met sint-juttemis), piñata (met snoep gevuld voorwerp van papier-maché), señora (mevrouw), señorita (juffrouw of sigaartje) en vicuña (of vigogne: kleine soort van wilde lama). Dat pas gebouwde appartement is
sleutel-op-de-deur (sleutelklaar): het pasgetrouwde stel kan er zo in. De TVE is de Televisión Española (Spaanse staatstelevisie). De cramignon in Zuid-Limburg is een slingerdans. Slingerolie is sterkedrank (GB ook: sterke drank). Joepie, we eten lekker
slinger-om-de-trap [spekvet met stroop].


6. Waar is die slöjdcursus [karton. klei, hout]? Een sloka is een vierregelige strofe in de Oudindische epische poëzie. Volgens VD is Randstad een verkorting van Randstad Holland (maar niet bij lemma 'slokop'! – 2019 nog steeds: r). Hij behandelt mensen met een fobofobie [angst voor fobieën]. Bekijk het nog eens in slomo [slow motion]. Dat stel: het zijn allemaal sloompies. Zullen we gaan slootjespringen? Zijn er ook kampioenschappen slopestyle [+ acrobatische toeren]? De achtste dag van het Loofhuttenfeest is het Slotfeest. Een croesus [superrijke] is zo rijk als Croesus [ooit koning van Libië]. We gaan kangoojumpen [èh dzjoe dzjuh – speciale schoenen met springveer]. Kun je met deze telescoop die asteroïdengordel waarnemen? Ik ben helemaal relaxed, ik heb uitgebreid gerelaxt. Hij was als champetter in dienst van de prins. De Oostinjevaarder (hoe kom ik in dat verband toch aan basso ostinato – steeds terugkerende figuur in de baspartij, met wisselend contrapunt?), de Oost-Indiëvaarder was Oost-Indisch doof. Het roostin is met de Tudorroos gestempeld tin (voor een verklaring heb je Wikipedia nodig).

7. Slow(s) dansen is slijpen. De VOC is de Vereenigde Oost-Indische Compagnie. De Heren Zeventien, (ook wel: de Zeventienen) waren van de OIC. Met '*stil*': apostil(le) en apostillair, aqua destillata, astilbe (plant), bastille [fort] en Bastille [Parijs], bestilla (ovengerecht, ook: pastilla), een Castiliaan uit Castilië, dolce stil novo (stroming in de dichtkunst), haarstilist of haarstylist, haverstropastille [hoestmiddel], instillatie [indruppeling], jugendstil [stijlrichting, art nouveau], krampstillend (antispasmodisch), peristilum (peristilium, peristyle: zuilengang), polystilisme (combineren van muziekstijlen), postiljon [koerier, postrijder], postille [korte uitleg van wetenschappelijke of morele aard op de Bijbel], postillon d'amour [overbrenger liefdesbrieven], standstill (geen vervoer van dieren), stilaan, Emser en Drostes pastilles, stilb (eenheid, sb – helderheid lichtbron),
(di-ethyl)stilbestrol (des), een stiletto- of hogehakkenrace leidt tot een stilettokater [pijn], stili novi (stilo novo), stili veteris (stilo veteri), still (filmfoto) en stillekens.


8. Verder: een stilletje [kakstoel, privaat], stilletjesaan, een stilleveger [secreetruimer], still going strong (alive-and-kicking?), stillireactie (druppelreactie, vgl. instillatie), stilton (zekere Engelse schimmelkaas), stilus (schrijfstift), stilus curiae (kanselarijtaal, in cancelleresca - kanselarijschrift?), een twitterstilte in acht nemen, een luguber vanitasstilleven [voorwerpen herinneren aan de dood], een wapenstilstand en 'de' Wapenstilstand (België, 11 november). We gaan dansen ('*dans*'): wodanseik, (sint)-vitus- of (-)veitsdans (fieteldans), une tempête dans un verre d'eau [storm in een glas water], tobbedansen, thé dansant [t.d.], squaredans [carrés van vier paren], soirée dansante [avondfeest], reidans [rondedans], oxidans [oxidatiemiddel], lijndans(en) – linedance(n) – dansers in rijen naast elkaar, dansmug, danser sur un volcan [zich vermaken bij groot gevaar], danse macabre [dodendans], connu dans l'univers et dans mille autres lieux [bekend in het heelal en op duizend andere plaatsen], cadans [ritme, muziek ook: cadens], apachedans [wild], acrodans [dans + acrobatische oefeningen], een quadrille dansen [carrés van 4 paren], dans-en-showorkest [GB, VD], dansende derwisjen (de orde van de Mevlevi's – islamitische bedelmonnik), 2 step (muziekstijl, twostep = dans), acid jazz en allemande [Duits, walsachtig tempo].

9. Verder: anglaise [18e-eeuws, Engels], bailefunk [favelafunk, riofunk], balearic [elektronische dansmuziek, Balearen], bal masqué, bal musette [harmonicamuziek], barre (voor balletdanseres), batucada (muziek Brazilië, carnaval), (be)bop [jazzmuziek], bedorvendans [! verwend kind], biodanza [biodans – therapeutische levensdans], bolero [langzame Spaanse nationale dans], boogaloo [Zuid-Amerikaans], boogiewoogie [blues], bossanova [Zuid-Amerikaans], boston [gezelschapsdans, Boston], bourree [oude, snelle rondedans uit Auvergne], bubblin' = raggamuffin [hiphopvariant op reggae], butoh [moderne Japanse dans], calypso [Caraï/ibische gebied], cancan [revuedans, veel froufrou], capoeira [Braziliaanse zelfverdedigingstechniek met zang en dans], carmagnole [lied en dans eerste Franse Revolutie], chachacha [Latijns-Amerikaans, chacha], chaconne [Baskisch, steeds herhaald basmotief], charleston [Amerikaans, Charleston, South Carolina], conga [Cuba], cotillon [figuurdans die een bal besluit], courante [oude Franse dans], cramignon [Waalse volksdans, reidans], cumbia [Zuid-Amerikaans, Columbiaans], csardas (VD ook: tsardas – Hongaarse volksdans), arabesk(e) (danshouding), dirty dancing [sensuele wijze van dansen, m.n. de mambo], doggydance [mens + hond], dos-à-dos [bij dans: rug tegen rug, rug-aan-rug], écossaise [Schotse drie, Schotse dans], electric boogie [fel schokkende bewegingen], espagnole [Spaans], fandango [Spaanse volksdans voor twee personen], farandole [oude Provençaalse volksdans, reidans], flamenco(dans) [vurige, ritmische dans], foxtrot [gezelschapsdans, Amerikaanse stapdans], française [de gewone quadrille], gaillarde [Italiaanse dans in driedelige maat], gangnamstijl [ruiter imiteren, bouncen op hiphopmuziek], gavotte [tweedelige maatsoort met sterk gemarkeerde accenten en matig tempo], gigue [Engels, trippelmaat], gitaanse [gitano/a – zigeuner] zang en dans, groovejazz [= acid jazz], guaguanco [Cubaans, verwant aan rumba], happy clappy [blijmoedige verering godheid met zang en dans], honi soit qui mal y pense [schande over hem die er kwaad van denkt], hiphoppen, horlepiep (jig), jazzdansen met de jazzdance, jitterbug [modedans tussen WO I en II], jive [Amerikaans, jazz(-) of rock- 'n-rollmuziek], kabuki [traditioneel Japans toneel met ook dans], kaseko [creools-Surinaamse dansmuziek], kaskawi [kaseko + kawina], kawina [met cilindrische trommel], krakowiak [Pools, nadans polonaise], kwaito [Zuid-Afrikaans], kwela [jazzy, Zuid-Afrikaanse townships], lambada [Zuid-Amerika, lichamen in contact] en lanciers [oud, Frans].

 



1497 Dictee maandag 04 februari 2019 (1) dictee Oefendictee 747 (oud) √

Dictee - dictees [1497]

Dictee 747 (DCCXLVII) Dictee Specialisten (29-04-2014)

1. Opzoekkwesties (alle beginnend met 'sensu'): allegorico [zinnebeeldig], bono [in gunstige zin], latiore [in ruimere zin], lato of latu [in ruime zin, s.l.], malo [in ongunstige zin], proprio [in eigenlijke, letterlijke zin], stricto [stricto sensu, in beperkte zin, s.st.], strictiori [in engere zin] en strictissimo [in de engste zin]. Hij valt op: hij rookt señorita's. Separatio a toro et mensa (separatio quoad torum et mensam): scheiding van tafel en bed. Wordt er vaak een sepotje [oo NL, OM: zaak niet vervolgen] toegepast? Dat is dus gewoon in een depotje [oo], in de doofpot, stoppen. Dat staat vast: Thales behoorde tot de septem sapientes [de zeven wijzen – Z W ? – van Griekenland]. Zij zijn typisch b-boy en -girl [breakdancen, breakdansen]. Trouwens, verder met '*boy*': toyboy (jongere man als partner), tomboy (jongensmeisje), theeboy (theewagen), teddyboy (nozem), stamcel- en stadscowboy, pleeboy (voor wc-rollen), playboy (voor iets anders), lonesome cowboy, leer- of leatherboy, lover- of pooierboy, ladyboy (travestiet), glamourboy, gameboy (spelcomputer), fatboy (zitzak), fanboy en -girl en escortboy en -girl.

2. Verder: drum- en dressboy, coverboy (fotomodel), callboy (luxe prostitué die telefonisch wordt ontboden), beurscowboy (speculant) en beleggingscowboy (belegger die grote risico's neemt). Ik verzamel salamanders en heb zojuist een prachtexemplaar gevangen. Oculitus amare: liefhebben als zijn oogappel. De afkorting od staat voor overdosis, ODD voor oppositional defiant disorder (een gedragsstoornis) en o.d.a.m. voor om de andere maand. Hij is zonder septum nasi [neustussenschot] geboren. Een sequenza is een bijzonder virtuoos solowerk. Men moet 'sequeel' [juridisch aanhangsel] en 'sequel' [sie vervolg op speelfilm, boek, etc.] niet verwarren. Series implexa causarum: een ingewikkelde reeks van oorzaken. Een serir [uh ie] is een grindwoestijn. Een serow is een Japanse gems, een sero een staketsel van bamboe in V-vorm voor de visvangst op zee. Die oldtimer is een houbeestje [oude predikant, iets dat veel aan onderhoud kost].

3. De serosa is de buitenste laag van het darmkanaal. Sero sed serio: eerst met tegenzin, maar, eenmaal begonnen, met hart en ziel. De SRI is een serotonineheropnameremmer (serotonin reuptake inhibitor - antidepressivum). Een servitus personae is een persoonlijke dienstbaarheid. Een servum pecus is een troep meelopers, slaafse navolgers. Vergelijk ook: imitatorum servum pecus: kudde slaafse
na-apers. Servus observantissimus: (uw) gehoorzaamste dienaar. 'Hottentot…' behoort tot de sesquipedalia verba [niet goed voor je sesquipedalofobie]. Zo, last van de seven-year itch [neiging om vreemd te gaan]? Een sexcuus is snel gevonden. Zie je dat nou vaak, zo'n sezession [kunstrichting als afscheiding]? Zij lijdt aan sferocytose [vorm van bloedarmoede]: waar leidt dat toe? De sfragistiek is de zegelkunde. Kernexplosies geven S-golven. Golfclubs hebben een shaft [schacht]. Shamisens zijn driesnarige luiten. Waarin precies verschillen shakespeare- [= Engels sonnet: drie kwatrijnen en twee slotregels met gepaard rijm] en petrarcasonnet [= Italiaans sonnet, twee kwatrijnen en twee terzinen met het rijmschema abba abba cdc dcd of abba abba cde dce]?


4. Een shakuhachi is een traditionele lange Japanse bamboefluit. Een shebakia is een Noord-Afrikaans koekje met honing en sesamzaad. Kun je shiitakes (VD en GB ook: shiitake's) veilig eten? Eerst dat
shish-kebab
gerecht [shish kebab] en dan de shishapen [rookpen, elektronische sigaret]. Hoewel shit happens, is dit, shitterdeshit, toch wel erg shitty. Ships that pass in the night: ter aanduiding van toevallige passanten. Hoeveel shinto-ryubeoefenaars [shinto ryu – sjihn-toor-joe = Japanse vechtkunst met stokken en wapens] zijn er momenteel? Die artieste shinede (schitterde, straalde) als een ster. Shimeji's zijn beukenzwammen. Met shilingi's betaal je in Tanzania [TZS – shilling ...]. Een shikara is een Indiase( )tempeltoren. De shoegaze is een Britse alternatieve rockstijl. Handkijkkunde is chiromantie [voor waarzeggen]. Wat is shogunaat [ambtsperiode shogun – veldheer die namens de keizer regeerde]? En spreken ze daar Shona [Bantoetaal, Zimbabwe]? Nee, dus. Heb je daar ook shop-in-shops [extern bedrijf in warenhuis]? Een shoppingcart is een winkelwagentje van een webwinkel. Wanneer treden die zogenaamde short squeezes [prijsopdrijving doordat handelaren hun shortposities moeten dekken op de beurs] op?


5. Met tribhanga wordt de S-houding [in de oud-Indische sculptuur] aangeduid. Waar is het woord 'shour' (vorm van magie) [sjoer] bedacht (het is Maghrebijns-Arabisch)? Die shrink (psychiater) liet me eindeloos naar een shubunkin (Japanse goudvis) staren. Het SI-stelsel heet voluit Système International d'Unités. De SI-eenheid van geleidingsvermogen voor elektriciteit (symbool: S) is de siemens (ook wel: mho – moo). Zijn hobby is sibbenkunde. Sibi manus inferre: de hand aan zichzelf slaan. Een siciliane is een achtregelige strofe. Mijn Marie is sicut lilium inter spinas: als een lelie tussen de doornen. Probeer eens een Stargardersidderhalsexemplaar [Stargarder sidderhals = duif] te bemachtigen. We doen het zus en zo, si en la. Sidrot (enk.: sidra) zijn de wekelijks wisselende Thoraperikopen die in de synagoge worden gelezen. Een siegwartbalk is hol [fabriek, cementijzer].

6. Sidoerim (enk.: sidoer) zijn dagelijksegebedenboeken [dagelijkse gebeden]. Een Siënees komt uit Siena. Een sierpot is een cache-pot. Zinkosiet komt uit de Sierra Almagrera, Spanje. Hebben ze in Sierra Leone ook siërra's [gebergte]? Dat zeilschip heeft een mooie sierra. In een siësta-economie maken ze zich niet druk. Het sigillum confessionis is het biechtgeheim. Is hij overgegaan op de e-sigaret? Heb je een plaatje van zo'n sikahert? In de Punjab leven sikhs. Hij is een sik: een single income with kids, alleenverdiener met kinderen. Zijn buren zijn diaks: double income and kids, tweeverdieners met kinderen. Trouwens, dinkies hebben double income, no kids. In het zeewezen kennen ze het sikkeblok. De werkzame stof in erectiepillen is sildenafil. Koolmonoxide (CO) en hepatitis B zijn silent killers. Op silvesteravond [oudejaar] drinken we altijd glühwein.

7. Op '*iere*': à la jardinière (met groenten opgemaakt), à la meunière (voor het bakken door de bloem gehaald), avant-première (voorpremière), blitzcarrière, bloed-hersenbarrière, caissière (kassière), condottiere (aanvoerder huursoldaten), consigliere (raadsman maffia), en arrière (achterwaarts, antoniem: en avant), gonfalonniere (burgemeester), gouttière (dubbele, parallel lopende haarlijntjes), hopfalderiere (hopsasa), pépinière (boomkwekerij), in zijn dooie piere eentje, Salpêtrière (groot oud gebouw in Parijs), schmiere (rondtrekkende troep toneelspelers van lage klasse), sole à la meunière [tong], son et lumière (klank-en-lichtspel), tiereliere (gek, dronken) en triëre (oorlogsschip in de oudheid). Op '*iero*': hiero (hier, hierzo – en daarzo), leggiero (muziek: licht, luchtig, zonder nadruk) en lusinghiero (lusingando: vleiend).

8. De sanseveria (ook: sansevieria) is naar prins Sanseviero genoemd. Citybag [grote boodschappentas] is een simili-Engels woord. Ja, die Simpelmans doet vaak te simpellijk. De oplossing was simple comme bonjour. Simplex munditiis: simpel en toch elegant. Simsalabim, et voilà. Zijn simsonsverzuchting werd niet gehonoreerd. Een glas orangeade, graag. Vroeger was een sinaasappeljood de Joodse Jan Modaal. Wat onderzoekt de sindonologie [Sindone = lijkwade van Turijn]? Sine causae cognitione: zonder kennis van zaken. Ik stel uitstel sine die (s.d.) [voor onbepaalde tijd] voor. Grappig: een singaporejasje heet ook atjehjasje [in Indië tot aan de hals dichtgeknoopte colbertjas met staande kraag]. Een singerie is een aperij, een apenqueue een apenrij. Bij singelen speel je single, geen singel [dat is een weg langs de buitenzijde van een stadsgracht]. Aan een hazewindhond is hazenpeper [zeker gerecht, vgl. hazenpeper zonder haas] niet besteed. In de winkel van Sinkel is alles te koop. '*sms*': sms'en, sms-bericht, sm-seks, sms-parkeren, sms-roman, ketting-sms en sms-duim.

9. Verder: alert (waarschuwingsbericht via sms), asap (as soon as possible), tot befs: tot we elkaar nog eens bellen, e-mailen, faxen, sms'en!, digiflirt(en), emoticon, EMS (enhanced message service), ff (effen), goeiemoggel, gsm (global system for mobile communications), idd (inderdaad), IMEI-nummer (international mobile equipment identifier-nummer), lol (laughing out loud), mms (multimedia messaging service), OMG (oh my God), sexting (versturen van seksueel getinte boodschappen), sms'en is sms'jes versturen, ik heb ge-gsm'd en
ge-sms't, spam is junkmail en texting of teksten (ww.) doe je met je mobieltje. Hij heeft verstand van g- en van V-snaren. Met een
gsm-elleboog heb je het cubitaletunnelsyndroom. Het jukbeen wordt ook wel zygoma genoemd. De sint-jansvlinder behoort tot de zygenen.


10. Hé, viezerds, viezeriken, hou daar eens mee op! Leeft de Sinn Féin nog? Met de goede sint wordt Sinterklaas bedoeld. De Haagse
Sint-Bureaucratius regeert. Welke heiligendag is aan Sint-Katrien gewijd? De coquille Saint-Jacques is de sint-jakobsschelp. Het verhaal over de Sint-Elizabethsvloed werd gezet in de sint-elizabethsletter. Sint-George is de patroon van de Orde van de Kousenband. De
sint-laurenstranen zijn de Laurentiustranen (Perseïden). Het
sint-philippuskruis is naar de apostel Filippus genoemd. Sisyfisme: visieloos [arbeid om de arbeid]! Wat hoor je liever: een sirenenlied of sirenegeloei? Verschoon mij, si placet. Hoezo, rapamycine is sirolimus [groeiremmer, afstoting transplantaten tegengaan]?

 
 


zondag 3 februari 2019

1496 Dictee zondag 03 februari 2019 (2): dictee Oefendictee 746 (oud) √

Dictee, dictees [1496]

Dictee 746 (DCCXLVI) Dictee Specialisten (26-04-2014) 

1. De Schotse drie is de schottisch of écossaise [dans]. Hij deed het met een schouderophalen af. Ik heb een schouwburgabonnement bij de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Scrapie is de schraapziekte [schapen, vergelijk gekkekoeienziekte]. Jullie zullen wel schriebes (honger) hebben. Die man is erg Schriftvast [Bijbelvast]. Die schrijver lijdt aan mogigrafie (schrijfkramp), niet aan een writer's block (schrijversblok). Wie zweert er nog bij de schrijfwijze van De Vries en Te Winkel? Inderdaad: Gezelle heeft Het schrijverke gedicht. De schrikgodin is Erinys. De kwantummechanica berust op de schrödingervergelijking en de onzekerheidsrelatie van Heisenberg. Een vijzelpomp berust op de schroef van Archimedes. Een schroodijzer is een schrooi-ijzer. Dat dier heeft een schubachtige, écaillé, squameuze huid. Met schubhuid heb je ichtyosis. Hij schuddebuikt [de buik doen schudden van het lachen] van het schuddebollen [het hoofd gedurig heen en weer bewegen, schudden] van de buurman.

2. Schudverlamming heet ook parkinson. Met '*maltezer*': maltezer(hond) (= Maltezer leeuwtje), Maltezer (inwoner, Maltees), Maltezer (bnw.), Maltezer kruis (johannieterkruis), Maltezer ridder (johannieter) en Maltezer appel, bichon (soort maltezer – de hond) en boomer (kruising chihuahua en maltezer). Met '*bakkebaard*': elvisbakkebaard, favoris [faa-voo-rie] (mv., bakkebaarden), koteletten (schertsend, bakkebaarden), ook: neukteugels of tochtlatten.
Onze-Lieve-Vrouwhalfoogst is Maria-Tenhemelopneming. Dat speltveld wordt morgen geoogst. Wat zijn dat nou weer: anbi's [in NL: algemeen nut beogende instelling] en sbbi's [in NL: sociaal belang behartigende instelling]? Trouwens, op '*bi': babi (varkensvlees), bambi (jong hertje), BBI (tweemaal, België – Belgische biotische index, rivierwater en Bijzondere Belastinginspectie), bi (Burundi op internet of biseksueel), Bi (bismut), BI (businessintelligence), bibi (Belgisch-Nederlands: ik), birambi (blimbing) en ebi (extra beveiligde inrichting).


3. Verder: biribi (kansspel), (eco)combi, djoembi (dwaalgeest), fayalobi (sierheester, Ixia), FBI, Galibi (indianentaal), habibi (schat), hebi (als last ervaren onhebbelijkheid), historia morbi (ziektegeschiedenis), hodie mihi, cras tibi (heden ik, morgen gij), holebi (verzamelnaam voor homoseksuelen, lesbiennes en biseksuelen), koolrabi, lesbi (znw., bnw.), marabi (Afrikaanse muziekstijl), mobi (mobiele telefoon), nabi (profeet van Allah), nihil conscire sibi (of: nil conscire sibi): zich van geen kwaad bewust zijn, obi (Japanse gordel), rabbi (joodse godsdienstleraar), renminbi (munteenheid van China, vergelijk: yuan), urbi et orbi (pauszegen), vbi (vrijgestelde beleggingsinstelling), wahabi (wahabiet: aanhanger van een orthodoxe stroming binnen de islam) en wasabi (Japanse hete groene mierikswortelpasta).

4. Het was allemaal niet zo bie, scilicet [te weten, namelijk]: bijzonder. De kinderen gaan zo meteen schuilee (schuilei, schuilevinkje) spelen. Hoe zat het ook al weer met de stalactieten [c –lucht] en stalagmieten [ggrond]? Je moet daar schuinlinks afslaan. Dit is van foam [schuimrubber] gemaakt. Een barquette is een bakje, schuitje [voor ragout]. Hoeveel boeken over schuld en boete ken je? Nou, eigenlijk alleen Schuld en boete van F. Dostojewski. Die schuldenaren hebben een grote schuldenberg. Mea culpa: ik erken mijn schuld (ook: mea maxima culpa: mijn grote schuld – vooral r.-k.). Bij schuldvernieuwing vindt een zekere indeplaatsstelling plaats. Kan die schunnelap (schunnige vent) niet zonder schund (prikkellectuur)? Hij is een canailleuze [gemeen, liederlijk] schurk. De belangen van binnenschippers worden gediend door Schuttevaer [vereniging belangen schippers]. Dat schutsel (schutting, heining) beschermt het schudsel (wat door schudden afgescheiden is). Wat zegt de Schutterijwet over de schutter(s)koning? Niets! Hij is een schwadronneur [opschepper] pur sang. Vergeet het: Schwamm drüber [zand erover]. Filosofie is de scientia scientiarum [de wetenschap der wetenschappen].

5. Met zicht op Scylla en Charybdis zagen we de scilla's [geslacht van lelieachtige bolgewassen] groeien. De afkorting S.C.J. staat voor Sacro Corde Jesu. Een scooper is er voor grondverzet. Er waren veel scorbutieke [met scheurbuik] galeislaven. 'Scoreloos' is een raar woord: een 0-0-score is toch ook een score? Scrabbelen is scrabble spelen. Lord Robert Baden-Powell, die ken je toch wel (van horen zeggen)? Padvinderij, scouting. Een scramasax was een zeker zwaard. Leuk, zo'n screwballcomedy [ouderwetse komische film met excentrieke personages en onwaarschijnlijke, lachwekkende verwikkelingen]. Wat is een SD-card [Eng.: secure digital card], en wat een SDRAM [synchronous dynamic random access memory, bepaalde geheugenchip]? In tien seconden (s) sec liep hij de honderd meter [100 m]. Wat is er nu aan secondlifen (SL, Second Life spelen)? Veel sebum [huidsmeer] leidt tot seborroe (een seborroïsch eczeem – overmatige talkafscheiding). Naast de freschi (fresco's – op verse laag kalk) hingen ook nog secchi (secco's – op droge ondergrond). Het Second Empire is het Tweede Keizerrijk (van Napoleon III).

6. In het begin der negentiende eeuw had je nog Secretarissen van Staat [hoge staatsambtenaren van ministeriële rang]. Dat weet eenieder: het is een secret de Polichinelle, een publiek geheim. De secunda Petri (altera pars Petri) is het verstand en heeft niets met de Bijbelse Petrus van doen [Franse humanist Petrus Ramus]. Secundus (temporibus) dubiisque rectus: in voorspoedige en in onzekere tijden standvastig. Secundum artem is lege artes [volgens de regelen der kunst]. Opzoekitems: secundum genera [volgens de soorten], secundum legem [volgens de wet], secundum naturam [naar de natuur], secundum ordinem [op zijn beurt], secundum regulam [volgens de regel], secundum usum [volgens gebruik] en secundum veritatem [naar waarheid]. De kortste afkorting van sedecimo is 16o
[see-dee-sie-moo]
. Sedertdien is hij spoorloos. De i-grec is de ypsilon. De bevolking van Saint Vincent en de Grenadines spreekt een soort van creools-Engels. Ik vind dat laatste raar geschreven. Of is het net zoiets als yankee-Engels? Het creools is een creooltaal.


7. Trouwens, met 'creool*': angisa (hoofddoek creools-Surinaamse vrouwen), creolistiek, dogla (persoon van gemengd
creools-Hindoestaanse afkomst)
, gaucho (nomadische veehoeder, uit het creools), kaseko (traditionele creools-Surinaamse dansmuziek), kawina (idem), koto(misi) (creoolse vrouwendracht), mambo (Cubaanse gezelschapsdans), ratafia (fijne likeur), Sranan(g)(tongo) (Surinaams, takitaki), taffia (soort van rum), voodoo (rituele magie, ontleend aan creools-Frans), zouk (dansmuziek bestaande uit een creoolse mix van Afrikaanse gitaarstijlen, Caraïbische pop en Amerikaanse funk) en zydeco (volksmuziek van Franstalige Amerikanen langs de Mississippi, sterk geïnspireerd door de Amerikaanse blues en de Franse musettemuziek). Een sede-vacantist is sede vacante (erkent de zittende paus niet – dat is dus zonder echte sedisvacatie = echt vacant zijn).


8. Schijf je 'sedile' (mv.: sedilia – in een balustrade of muur ingebouwde zitplaats in het koor van een kerk) met een cedille? Nee, dus. In Antwerpen en in de Kempen savoureerden ze seef (seve, witbier). Het (de) seersucker [lijkt op crêpe] is vaak blauw-wit gestreept. Wie denkt er bij sacherijnig aan segrijn [zeker leer, ook: chagrijn!] en wie bij chagrijnig aan een sjacherjood [sjacheraar, scheldwoord]? Het rijmschema van een stanza of seguidilla is aba bab cc. Feyenoord won stans pede in uno: zonder enige inspanning, met het grootste gemak. De segwaytocht eindigde op de SEH [Spoedeisende Hulp] met sehnsucht [nostalgische melancholie] naar de rolschaats. Hij heeft een seigneuriaal voorkomen, hij is het heertje. Een rasegoïst is se ipse amans sine rivali: iemand die van zichzelf houdt, zonder rivaal. Verblijfskosten worden ook wel séjour genoemd. De morselamp hebben we aan Morse te danken, de morsebel [meisje dat morst bij het eten] niet. De Sejm is de Poolse volksvertegenwoordiging. Een seksbom heeft veel sexappeal. De seksextensie is xxx.

9. Heb je vaker van die sekscapadeneigingen [buitenechtelijk seksueel avontuur = slippertje]? Haal dat maar uit de seksshop en breng meteen sekt [Duitse mousserende wijn] mee. Het (de) sela is een rustpunt in de Psalmen. Hij blonk uit in sekte-ijver. Rijkdom moet natuurlijk geen selbstzweck [doel in zichzelf] worden. Welke zijn de s-elementen [eerste en tweede groep van het periodiek systeem der elementen]? Hij is een selfmade man, thans selenaut [maanvaarder] en op weg naar Selene [godin van de maan]. Een sembah is een gebaar van aanbiddende verering met plat tegen elkaar gelegde handen naar het nijgende voorhoofd. Semel et simul: in één keer en alles tegelijk. Semel pro semper: voor eens en voor al. Wat is een semicolon [puntkomma, kommapunt]? Dit keer zullen we sémillon [witte wijn] drinken bij de vis. Een semorschoen is een (semi)orthopedische schoen. Keizers van het Heilige Roomse Rijk heetten semper Augustus (962-1805). Semper eadem: altijd dezelfde. Semper et ubique: altijd en overal. Een semiet stamt van Sem af, een Semiet is een Jood.

10. Een semitist bestudeert de Semitische talen. Zoek maar op: semper fidelis [altijd getrouw], semper idem [zichzelf altijd gelijk], semper laborans [altijd aan het werk], semper paratus [steeds bereid], semper paratus pro justitia [altijd paraat voor de gerechtigheid], semper, ubique et ab omnibus [altijd, overal en door allen (toegepast op de geloofsstellingen van de rooms-katholieke kerk)], semper virens (altijdgroen), sempre agendo (Italiaans – altijd bezig) en sempre crescendo (ook: semper crescendo – muziek: steeds in sterkte toenemend, aanzwellend). In België heb je Kamer en de Senaat. Het stadsbestuur van Rome was democratisch: S.P.Q.R., Senatus Populusque Romanus. Hij is senior adviseur [bnw.] bij dat bedrijf, maar overweegt om seniorstarter [znw.] te worden. Bij de Japanse vechtsporten kent men senseis [aanspreekvorm leraar]. In haar geval was er zeker sprake van sense of urgency [gevoel dat er nodig iets moet gebeuren om een probleem op te lossen e.d.].

 
 






vrijdag 1 februari 2019

1495 Dictee zondag 03-02-2019 (1) - dictee Wekelijkse dicteetest 035 RL √

Dictee - dictees [1495]

Wekelijkse dicteetest 035 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?
Oplossingen: hieronder!
Bron: Oefendictee (oud) 535

1. ............ is een uit de .......... ontwikkelde muziekstijl.
a. Soukous            rumba
b. Soukous            roemba
c. Soekoes            rumba.

2. ............ heet ook wel ............ (lichte fimose, te nauwe voorhuid)
a. Paraphimose             Spaanse kraag
b. Paraphimose             spaansekraag
c. Parafimose                Spaanse kraag.

3. Bekende sparren zijn de ............ en de .............
a. hemlockspar            douglasspar
b. hemlokspar              douglasspar
c. hemlockspar            doeglasspar.

4. De ............ man en zijn vrouw zaten onder de .............
a. lesbische              lindenboom
b. Lesbische             lindeboom
c. lesbische              lindeboom.

5. Wat gebeurt er bij een .......... met .......... maladie du siècle?
a. eeuwende           la
b. eeuwende           La
c. eeuwwende         la.

6. Van de boeken kennen we het ............ en het ...............
a. rekening-courantboek             retrogadewoordenboek.
b. rekening-courantboek             retrogade woordenboek.
c. rekening courantboek             retrogade woordenboek.

7. Een ............ is geen ............, maar wel een slip-over!
a. Spencer            pull-over
b. spencer             pull-over
c. spencer             pullover.

8. Hij was in de hoogste .............     ..............
a. graad             graatmager
b. graat              graatmager
c. graat              graadmager.

9. Soms mogen we .......... of stroophappen, soms moeten we .............
a. brei-            zandhappen
b. brij              zand happen
c. brij-             zand happen.

10. Hij geeft graag ............ (kwinkslagen) ten beste. Dankzij de ............ (versterkend middel)?
a. lazi            lecitine
b. lazzi          lecithine
c. lazi            lecithine.

Oplossingen [035] hieronder

-----------------------------------------------

Oplossing [035]:
1a 2c 3a 4b 5c 6b 7c 8a 9c 10b

Contact: leentfaarrein@gmail.com





1494 Dictee vrijdag 01 februari 2019 (1): dictee Oefendictee 741 (oud) √

Dictee - dictees [1494]

Vooruitlopend maar weer op de ultieme publicatie (t/m 856) hierbij vast Oefendictee (oud) 741.

Dictee 741 (DCCXLI) Dictee Specialisten (07-04-2014)

1. De kant van Alençon (ook: alençonkant), dat lijkt me wel wat. Een apostil is een kanttekening en een kantbrief een apostille. Een kantaloep (ook: kanteloep) is een wratmeloen. Na het cantileren [zingend lezen van een Bijbeltekst] kon het decanteren [= klaren] beginnen en het eindigde in een vrolijk kanteren [langs de huizen zingen]. Kantharoi zijn Oud-Griekse Attische of Korinthische drinkbekers. Een kantiek is een canticum [geestelijk loflied, ontleend aan de Bijbel] en een kantielje een cantille [cantillewerk, met (on)echt goud- of zilverdraad]. In Zwitserland is elk van de staten van de Bond (lemma: kanton) een kanton. Een kaon is een K-meson. Zo'n kapel is een cupel (schaaltje voor goud of zilver). Wat is tier 2-kapitaal [aanvullend kapitaal]? Hij dient onder kapitein Rondhemd [zit onder de pantoffel]. Kapo's [van Duits: Kamppolizei] waren niet geliefd. Ik kan het niet vaak genoeg herhalen: in een apc'tje zitten acetosal, fenacetine (vroeger: ph) en cafeïne. Een aspirientje bestaat uit acetylsalicylzuur. Codeïne is methylether van morfine, een alkaloïde dat in opium voorkomt, werkzaam tegen hoest. Mag je echt ook 'snabbel' schrijven? Ja (GB, VD)!

2. Een paracetamolletje bestaat uit metaboliet [stofwisselingsproduct] van fenacetine, het is een ethylderivaat ervan. De kok serveerde een Vlaamsekarbonadeschotel. De grivnya (ook: grivna – UAH, hryvnja) volgde de karbovanets [munt Oekraïne] op. Een karesansui is een zentuin. Een karet is een rubberboom, een caret het teken dat iets weggelaten is [te beê zitten = bedelen – ook: accent circonflexe, dakje]. Hier wat rijtuigen: betjah, ook: betjak (fietstaxi), boerensjees [hoog, tweewielig rijtuig voor twee personen], brik [licht open rijtuig, 4 wielen], brougham [uitspraak! – 4 wielen, 2 personen, 1 paard], buggy [licht, vier- of tweewielig open rijtuigje voor één paard], cabriolet [licht tweewielig rij­tuig door één paard getrokken, met een opvouwbare leren kap en vooraan een bankje voor de koetsier], calèche (kales – open, vierwielige koets met sierlijke, lage bak), clarence [vierwielig rijtuig voor twee of vier personen, met gebogen glazen front], coupé [rijtuig met één zitbank], coureuse [licht vierwielig rijtuig], demi-fortune [met één paard], diligence [personen + postvervoer], dogkar [tweewielig licht rijtuig voor één paard, waarin je rug aan rug zit], droschke (vigilante – open rijtuig), eenspan [rijtuig met één trekdier], faëton [licht open rijtuig op vier (later ook op twee) wielen], four in hands [vier paarden, vanaf de bok gereden], gala- of staatsiekoets, gerij [wagen, paard en rijtuig], hansom [licht rijtuig op twee wielen met twee zitplaatsen en een bok voor de koetsier achterop], karikel [licht tweewielig rijtuig], kariool [2 wielen, 1 persoon, Scandinavië], karos [reis- of staatsiewagen, gesloten, verend opgehangen aan riemen], kibitka (kibitke – licht Russisch rijtuig), landauer [4 wielen, 4 personen, beweegbare voor- en achterkap], milord [vierwielig, soort van victoria], omnibus [huidige bus], palankijn [als draagstoel ingericht rijtuig], sliprijtuig [onder het rijden van de trein afgehaakt], tilbury [licht tweewielig rijtuig op veren, met één paard, voor twee personen], trojka [driespan, waarbij het middelste paard onder een hoge beugel draaft] en voiture [rijtuig]. In het westelijkste deel van Zeeuws-Vlaanderen droegen vrouwen karkasmutsen. Lusten karmelieten (karmelieter monniken) en karmelietessen eau des carmes [karmelietenwater]?

3. Ze houdt naast coxen en jonathans ook van de gieser wildeman en de Karmijn de Sonnaville [de hoofdletters in VD lijken fout]. Een karonje is een helleveeg. Bij sardonisch lachen vertoon je een karpermond en dat komt door tetanie [tetanus, krampen in het gezicht]. Het woord 'pots' [ook: (een) poets (bakken)] komt van 'kapoets' [muts of pet zonder klep]. Een colon is een karteldarm. Voor karteren [kaart] heb je een cartograaf nodig. Een kartodroom is een skelterbaan. Verwar cacheren (verbergen) niet met kasjeren (koosjer maken). In een kartuizerklooster zie je vaak kartuizer katten lopen. Een kasausie is een Curaçaose amandel of een pinda. Het casimireffect is een zekere onderlinge aantrekkingskracht [ongeladen platen in vacuüm]. Het kubofuturisme dankt zijn bekendheid aan Kasimir Malevitsj. Het kasjmier wordt in volkstaal ook wel kasimir (kazemir) genoemd.
Kassie-zes (vergelijk: kasje zes (gooien)) was een dobbelspel, maar staat ook voor de dood.


4. De kasjoeboom is de acajouboom, waaraan de cashewnoten groeien. Bij het kaskawi (muziekstijl, gebaseerd op kaseko en kawina) kun je beter geen kasiri (SR: indiaanse, zwak alcoholische drank uit cassave) drinken. Wat houdt het kasmonisysteem in (soort onderlinge spaarkas)? De kasripo (SR: donkere siroop) komt uit bittere cassave. Kassiteriet is tinsteen. Een kastelein bestuurde vroeger een kastelenij [slotvoogd, burggraaf]. Een hele stap: van kastenmaatschappij naar kasteloze samenleving. Kasterolie is hetzelfde als castorolie [wonderolie, bevergeil]. Een kastlijn is (bij de drukkers) een gedachtestreep. Een kat zonder oren is een katschip. Wie helder wil zijn, kiest voor appeler un chat un chat [het kind bij de naam noemen]. Een katabatische [dalend langs de helling] wind is niet anabatisch [opstijgend]. Ze heeft feliene [katachtig] eigenschappen. Haar optreden vond ik best shocking (choquerend, shockerend). Kataplexie [verslapping spieren] treedt bij helder bewustzijn op. De vakantiemaand bij uitstek, kat' exochen, is juli. Een kathodestraal brengt een glaswand tot lichten. De katjoesjaraket is een korteafstandsraket.

5. Met die linnen stof (kat-in-de-zak) heb ik een lelijke kat in de zak gekocht. Katjang tjina, tanah of goreng is de gangbare naam voor pinda's. De katjesdagen, geloof het of niet, komen na de hondsdagen. Het 'echte' katknuppelen [volksspel] mag niet meer. Een katpak is een catsuit. Op de vijftigste dag na Pasen vieren we Sinksen [Pinksteren]. Onzin praten is quatschen, ook wel: katsen. Een katta is een ringstaartmaki en dus geen kwatta-aap. Zijn die buren kattekliek [katholiek]? De kinderen van de andere buren gaan 's maandags naar kattenbak. Catgut is kattendarm. Een cattery is een kattenfokkerij. Een melksalon [melkbar, voor mensen] is een kattenkroeg. Wie van chewinggum houdt, is een kauwgek, een zeezwaluw is een kaugek en een kauri is een kinkhoorntje, een zekere schelp.

6. Een kava of kawa is een peperstruik, de cava is een Spaanse volgens de méthode champenoise gemaakte mousserende wijn. Een kavietje is een cafeetje. Hoe zou een kawina (soort van trommel) in het Kawi (Oudjavaans) heten? Verwar de Kazachen niet met de Kozakken. Kasseienslijper [BE: straatslijper, leegloper]! Kazike is een vernederlandsing van cacique, stamhoofd van indianen. Gezocht op '*jeu*': dejeuner(tje): ook ontbijtservies(je), déjeuner à la fourchette [lunch met vlees of vis], déjeuner dînatoire [uitgebreid koffiemaal dat middagmaal vervangt], dejeuneren [lunchen – een ontbijt is een breakfast, Frans: petit déjeuner], déjeuner sur l'herbe [picknick], du(i)veltje-uit-een-doosje (!), faire bonne mine à mauvais jeu: lachen als een boer die kiespijn heeft, faites vos jeux: uw inzet graag (zegt de croupier in het casino), force majeure [overmacht], getjeuter: gefluit van sommige vogels, jeu (ook: sjeu – bekoorlijkheid, aardigheid),
jeu-de-boulen en jeu de boules, jeu de mots [woordspeling], jeu de prince [spel ter vermaak van de vorst], jeu d'esprit [spel dat scherpzinnigheid vraagt], jeu de théâtre [toneeltruc], (s)jeuïg, jeuk, jeukwoord en jeunen (gunnen).


7. Verder: jeune premier [aankomend talent], jeunesse dorée [jongeren uit de aanzienlijke en rijke standen, m.n. 1794 Frankrijk], le jeu de l'amour et du hasard: het spel van liefde en toeval, oranje-uil (! - kerkuil), schrimpeljeus (angstvallig, beschroomd), sinjeur [grote meneer], vieux jeu [oude kost, koek], vrije-uitloopei, Vondelparkjeugd en vrije-uitloopkip. Dit muziekstuk is in Es-majeur. Een joyeuse entrée is een feestelijke (blijde) inkomst. Met een joyeus [zwierig, groot] gebaar overhandigde zij hem het diploma. Een convoyeur begeleidt een konvooi. Wat is trouwens een conveyer [transporteur]? Een essayeur controleert munten (op edelemetalengehalte). Het KBvV is het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Wat voor huishouden wordt het, als Kea en Jan Steen gaan samenwonen? Daar kwam de trein: kedengkedeng. De keelholte is de farynx, keelontsteking faryngitis en een keelspiegel een laryngoscoop. Keeping up (to keep up) with the Joneses: gelijke tred met de buren houden. Keelzout is emserzout.

8. Onder of tussen de keerkringen is in de tropen. We kennen de noordelijke keerkring, Kreeftskeerkring, of noorderkeerkring en de zuidelijke keerkring, Steenbokskeerkring of zuiderkeerkring. Over de keerwand werd nog een keerwant (net ter wering van vis) gehangen. Een kees was vernoemd naar een Dordtse patriot (De Gijselaar). Een keeshond kan best Kees heten. Mijn buurman is een hardloper (harddraver) van luie Kees [treuzelaar]. Hupsakee, hupsa Kees, vooruit met de geit! Mijn werk is af, klaar is Kees. Kom, we gaan keet schoppen. Een kegelsleutelbloem is een zerehandenplant. Dat keitoffe joch is kei-intelligent. Kiskassen is keilen [steentjes, water]. Het was een keinijg feest, sterker nog: keitegek. Na wat keiltjes [borrel] zei hij: "Mag ik een teiltje?" [Ik moet overgeven, ik vind het walgelijk – vergelijk: zum Kotzen]. Hij heeft kein Talent doch ein Charakter: geen talent, wel een karakter. Een wijnverlater doet niet wat je denkt [kelderknecht].

9. Het keizergroen wordt ook Schweinfurter groen genoemd. Van Dale refereert bij 'kelders' o.a. aan De Nederlandsche Bank en het Stedelijk Museum. Een cellarius is een keldermeester. We hebben drie keleis (oosters tapijt) gekocht. Een kellenaar heette heel vroeger cellenarius [econoom kloostergemeenschap]. Rond de evenaar heb je kelvingolven (rond de evenaar – antoniem: rossbygolven – ten noorden en zuiden ervan). Heeft dat apparaat wel de Kema-keur [Instituut voor Keuring van Elektrotechnische Materialen]? Een kempenaar [aardappel voor niet-kannibalen] kun je eten; je kunt er ook mee varen [klein riviervaartuig]. Een kenau (virago, manwijf) is genoemd naar Kenau Simonsdochter Hasselaar. Keniaërs betalen met de Keniashilling [lemma, correct lijkt: Keniaanse shilling, KES]. Ik ken hem vanbinnen en vanbuiten. De Kempetai is de Japanse geheime politie (tussen 1880 en 1945). Hebben ze bij jullie ook al kentekenparkeren? De kerels van Vlaanderen, Vlaamse Kerels, worden bezongen in het Kerelslied. Rechtsom … keer(t) (dus niet in tegenwijzerzin): rechtsomkeer(t) maken.

10. Leg eens uit, wat kerbschnitt (o.a. kerfsnijwerk) is. Het Kerkslavisch is een voortzetting van het Oudkerkslavisch. Bij een liefdadigheidsbazaar had je vaak een kermesse d'été [tuinfeest]. Een kernhem lijkt op een edammer [en deze Kernhemmer op die Edammer]. Een kernmagnetisch resonantiespectrum is een
NMR-spectrum [chemie: nuclear magnetic resonance = kernmagnetische resonantie].