vrijdag 1 februari 2019

1494 Dictee vrijdag 01 februari 2019 (1): dictee Oefendictee 741 (oud) √ x

Dictee - dictees [1494]

Vooruitlopend maar weer op de ultieme publicatie (t/m 856) hierbij vast Oefendictee (oud) 741.

Dictee 741 (DCCXLI) Dictee Specialisten (07-04-2014)

1. De kant van Alençon (ook: alençonkant), dat lijkt me wel wat. Een apostil is een kanttekening en een kantbrief een apostille. Een kantaloep (ook: kanteloep) is een wratmeloen. Na het cantileren [zingend lezen van een Bijbeltekst] kon het decanteren [= klaren] beginnen en het eindigde in een vrolijk kanteren [langs de huizen zingen]. Kantharoi [enk.: kantharos] zijn Oud-Griekse Attische of Korinthische drinkbekers. Een kantiek is een canticum [geestelijk loflied, ontleend aan de Bijbel] en een kantielje een cantille [cantillewerk, met (on)echt goud- of zilverdraad]. In Zwitserland is elk van de staten van de Bond (lemma: kanton) een kanton. Een kaon is een K-meson. Zo'n kapel is een cupel (schaaltje voor goud of zilver). Wat is tier 2-kapitaal [aanvullend kapitaal]? Hij dient onder kapitein Rondhemd [zit onder de pantoffel]. Kapo's [van Duits: Kamppolizei] waren niet geliefd. Ik kan het niet vaak genoeg herhalen: in een apc'tje zitten acetosal, fenacetine (vroeger: ph) en cafeïne. Een aspirientje bestaat uit acetylsalicylzuur. Codeïne is methylether van morfine, een alkaloïde dat in opium voorkomt, werkzaam tegen hoest. Mag je echt ook 'snabbel' schrijven? Ja (GB, VD), = schnabbel!

2. Een paracetamolletje bestaat uit metaboliet [stofwisselingsproduct] van fenacetine, het is een ethylderivaat ervan. De kok serveerde een Vlaamsekarbonadeschotel. De grivnya 2025 (ook: grivna – UAH, hryvnja) volgde de karbovanets [munt Oekraïne] op. Een karesansui is een zentuin. Een karet is een rubberboom, een caret het teken dat iets weggelaten is [te beê zitten = bedelen – ook: accent circonflexe, dakje]. Hier wat rijtuigen: betjah, ook: betjak (fietstaxi), boerensjees [hoog, tweewielig rijtuig voor twee personen], brik [licht open rijtuig, 4 wielen], brougham [uitspraak! – 4 wielen, 2 personen, 1 paard], buggy [licht, vier- of tweewielig open rijtuigje voor één paard], cabriolet [licht tweewielig rij­tuig door één paard getrokken, met een opvouwbare leren kap en vooraan een bankje voor de koetsier], calèche (= kales – open, vierwielige koets met sierlijke, lage bak), clarence [vierwielig rijtuig voor twee of vier personen, met gebogen glazen front], coupé [rijtuig met één zitbank], coureuse [licht vierwielig rijtuig], demi-fortune [met één paard], diligence [personen + postvervoer], dogkar [tweewielig licht rijtuig voor één paard, waarin je rug aan rug zit], droschke (vigilante – open rijtuig), eenspan [rijtuig met één trekdier], faëton [licht open rijtuig op vier (later ook op twee) wielen], four in hands [vier paarden, vanaf de bok gereden], gala- of staatsiekoets, gerij [wagen, paard en rijtuig], hansom [licht rijtuig op twee wielen met twee zitplaatsen en een bok voor de koetsier achterop], karikel [licht tweewielig rijtuig], kariool
[2 wielen, 1 persoon, Scandinavië], karos [reis- of staatsiewagen, gesloten, verend opgehangen aan riemen], kibitka (= kibitke – licht Russisch rijtuig), landauer [4 wielen, 4 personen, beweegbare voor- en achterkap], milord [vierwielig, soort van victoria], omnibus [huidige bus], palankijn [als draagstoel ingericht rijtuig], sliprijtuig [onder het rijden van de trein afgehaakt], tilbury [licht tweewielig rijtuig op veren, met één paard, voor twee personen], trojka [driespan, waarbij het middelste paard onder een hoge beugel draaft] en voiture [rijtuig]. In het westelijkste deel van Zeeuws-Vlaanderen droegen vrouwen karkasmutsen. Lusten karmelieten (karmelieter monniken) en karmelietessen eau des carmes [karmelietenwater]?


3. Ze houdt naast coxen en jonathans ook van de gieser wildeman en de karmijn de Sonnaville [de hoofdletters in VD lijken fout - 2025
k S
]. Een karonje is een helleveeg. Bij sardonisch lachen vertoon je een karpermond en dat komt door tetanie [tetanus, krampen in het gezicht]. Het woord 'pots' [ook: (een) poets (bakken)] komt van 'kapoets' [muts of pet zonder klep]. Een colon is een karteldarm. Voor karteren [kaart] heb je een cartograaf nodig. Een kartodroom is een skelterbaan. Verwar cacheren (verbergen) niet met kasjeren (koosjer maken). In een kartuizerklooster zie je vaak kartuizer katten lopen. Een kasausie is een Curaçaose amandel of een pinda. Het casimireffect is een zekere onderlinge aantrekkingskracht [ongeladen platen in vacuüm]. Het kubofuturisme dankt zijn bekendheid aan Kasimir Malevitsj. Het kasjmier wordt in volkstaal ook wel kasimir (kazemir) genoemd. Kassie-zes (vergelijk: kasje zes (gooien)) was een dobbelspel, maar staat ook voor de dood.


4. De kasjoeboom is de acajouboom, waaraan de cashewnoten groeien. Bij het kaskawi (muziekstijl, gebaseerd op kaseko en kawina) kun je beter geen kasiri (SR: indiaanse, zwak alcoholische drank uit cassave) drinken. Wat houdt het kasmonisysteem in (soort onderlinge spaarkas)? De kasripo (SR: donkere siroop) komt uit bittere cassave. Kassiteriet is tinsteen. Een kastelein bestuurde vroeger een kastelenij [slotvoogd, burggraaf]. Een hele stap: van kastenmaatschappij naar kasteloze samenleving. Kasterolie is hetzelfde als castorolie [wonderolie, bevergeil]. Een kastlijn is (bij de drukkers) een gedachtestreep. Een kat zonder oren is een katschip. Wie helder wil zijn, kiest voor appeler un chat un chat [het kind bij de naam noemen]. Een katabatische [dalend langs de helling] wind is niet anabatisch [opstijgend]. Ze heeft feliene [katachtig] eigenschappen. Haar optreden vond ik best shocking (choquerend, shockerend). Kataplexie [verslapping spieren] treedt bij helder bewustzijn op. De vakantiemaand bij uitstek, kat' exochen, is juli. Een kathodestraal brengt een glaswand tot lichten. De katjoesjaraket is een korteafstandsraket.

5. Met die linnen stof (kat-in-de-zak) heb ik een lelijke kat in de zak [miskoop] gekocht. Katjang tjina, tanah of goreng is de gangbare naam voor pinda's. De katjesdagen, geloof het of niet, komen na de hondsdagen. Het 'echte' katknuppelen [volksspel] mag niet meer. Een katpak is een catsuit. Op de vijftigste dag na Pasen vieren we Sinksen [Pinksteren]. Onzin praten is quatschen, ook wel: katsen. Een katta is een ringstaartmaki en dus geen kwatta-aap. Zijn die buren kattekliek [katholiek]? De kinderen van de andere buren gaan 's maandags naar kattenbak. Catgut is kattendarm. Een cattery is een kattenfokkerij. Een melksalon [melkbar, voor mensen] is een kattenkroeg. Wie van chewinggum houdt, is een kauwgek, een zeezwaluw is een kaugek en een kauri is een kinkhoorntje, een zekere schelp.

6. Een kava of kawa is een peperstruik, de cava is een Spaanse volgens de méthode champenoise gemaakte mousserende wijn. Een kavietje is een cafeetje. Hoe zou een kawina (soort van trommel) in het Kawi (Oudjavaans) heten? Verwar de Kazachen niet met de Kozakken. Kasseienslijper [BE: straatslijper, leegloper]! Kazike is een vernederlandsing van cacique, stamhoofd van indianen. Gezocht op '*jeu*': dejeuner(tje): ook ontbijtservies(je), déjeuner à la fourchette [lunch met vlees of vis], déjeuner dînatoire [uitgebreid koffiemaal dat middagmaal vervangt], dejeuneren [lunchen – een ontbijt is een breakfast, Frans: petit déjeuner], déjeuner sur l'herbe [picknick], du(i)veltje-uit-een-doosje(!), faire bonne mine à mauvais jeu: lachen als een boer die kiespijn heeft, faites vos jeux: uw inzet graag (zegt de croupier in het casino), force majeure [overmacht], getjeuter: gefluit van sommige vogels, jeu (ook: sjeu – bekoorlijkheid, aardigheid),
jeu-de-boulen en jeu de boules, jeu de mots [woordspeling], jeu de prince [spel ter vermaak van de vorst], jeu d'esprit [spel dat scherpzinnigheid vraagt], jeu de théâtre [toneeltruc], (s)jeuïg, jeuk, jeukwoord en jeunen (gunnen).


7. Verder: jeune premier [aankomend talent], jeunesse dorée [jongeren uit de aanzienlijke en rijke standen, m.n. 1794 Frankrijk], le jeu de l'amour et du hasard: het spel van liefde en toeval, oranje-uil (! - kerkuil), schrimpeljeus (angstvallig, beschroomd), sinjeur [grote meneer], vieux jeu [oude kost, koek], vrije-uitloopei, Vondelparkjeugd en vrije-uitloopkip. Dit muziekstuk is in Es-majeur. Een joyeuse entrée is een feestelijke (blijde) inkomst. Met een joyeus [zwierig, groot] gebaar overhandigde zij hem het diploma. Een convoyeur begeleidt een konvooi. Wat is trouwens een conveyer [transporteur]? Een essayeur controleert munten (op edelemetalengehalte). Het KBvV is het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Wat voor huishouden wordt het, als Kea en Jan Steen gaan samenwonen? Daar kwam de trein: kedengkedeng. De keelholte is de farynx, keelontsteking faryngitis en een keelspiegel een laryngoscoop. Keeping up (to keep up) with the Joneses: gelijke tred met de buren houden. Keelzout is emserzout.

8. Onder of tussen de keerkringen is in de tropen. We kennen de noordelijke keerkring, Kreeftskeerkring, of noorderkeerkring en de zuidelijke keerkring, Steenbokskeerkring of zuiderkeerkring. Over de keerwand werd nog een keerwant (net ter wering van vis) gehangen. Een kees was vernoemd naar een Dordtse patriot (De Gijselaar). Een keeshond kan best Kees heten. Mijn buurman is een hardloper (harddraver) van luie Kees [treuzelaar]. Hupsakee, hupsa Kees, vooruit met de geit! Mijn werk is af, klaar is Kees. Kom, we gaan keet schoppen. Een kegelsleutelbloem is een zerehandenplant. Dat keitoffe joch is kei-intelligent. Kiskassen is keilen [steentjes, water]. Het was een keinijg feest, sterker nog: keitegek. Na wat keiltjes [borrel] zei hij: "Mag ik een teiltje?" [Ik moet overgeven, ik vind het walgelijk – vergelijk: zum Kotzen]. Hij heeft kein Talent doch ein Charakter: geen talent, wel een karakter. Een wijnverlater doet niet wat je misschien denkt [kelderknecht].

9. Het keizergroen wordt ook Schweinfurter groen genoemd. Van Dale refereert bij 'kelders' o.a. aan De Nederlandsche Bank en het Stedelijk Museum. Een cellarius is een keldermeester. We hebben drie keleis (oosters tapijt) gekocht. Een kellenaar heette heel vroeger cellenarius [econoom kloostergemeenschap]. Rond de evenaar heb je kelvingolven (rond de evenaar – antoniem: rossbygolven – ten noorden en zuiden ervan). Heeft dat apparaat wel de Kema-keur [Instituut voor Keuring van Elektrotechnische Materialen]? Een kempenaar [aardappel voor niet-kannibalen] kun je eten; je kunt er ook mee varen [klein riviervaartuig]. Een kenau (virago, manwijf) is genoemd naar Kenau Simonsdochter Hasselaar. Keniaërs betalen met de Keniashilling [lemma geschrapt, correct lijkt: Keniaanse shilling, KES]. Ik ken hem vanbinnen en vanbuiten. De Kempetai is de Japanse geheime politie (tussen 1880 en 1945). Hebben ze bij jullie ook al kentekenparkeren? De kerels van Vlaanderen, Vlaamse Kerels, worden bezongen in het Kerelslied. Rechtsom … keer(t) [uitroep, archaïsch] (dus niet in tegenwijzerzin): rechtsomkeer(t) maken.

10. Leg eens uit, wat kerbschnitt (o.a. kerfsnijwerk) is. Het Kerkslavisch is een voortzetting van het Oudkerkslavisch. Bij een liefdadigheidsbazaar had je vaak een kermesse d'été [tuinfeest]. Een kernhem lijkt op een edammer [en deze Kernhemmer op die Edammer]. Een kernmagnetisch resonantiespectrum is een
NMR-spectrum [chemie: nuclear magnetic resonance
= kernmagnetische resonantie]
.

 

 

 

donderdag 31 januari 2019

1493 Dictee donderdag 31 januari 2019 (2): dictee Oefendictee januari 2019 (4) √ x

Dictee - dictees [1493]

Oefendictee januari 2019 (4)

1. Voor alle duidelijkheid: lysergeenzuur = lyserg(ine)zuur [dat op zich is in de chemie een carbonzuur dat ontstaat bij hydrolyse van een ergotalkaloïde] en het di-ethylamide daarvan,
lysergeenzuurdi-ethylamide dus, is lsd [ook lysergamide, in het Duits: lysergsäurediäthylamid – dat hoeft niet zo nodig in VD ... ja vanwege die s!], een reuk-, kleur- en smaakloze drug die hallucinaties en tijdsbelevingsstoornissen veroorzaakt (een hallucinogeen dus). Vient de paraître, zojuist verschenen: als u dit leest, dit Oefendictee. In december 2018 was er een update in de oVD met o.a. de denisovamens uit het Altajgebergte [uitgestorven mensensoort, die in Siberië en Zuidoost-Azië leefde – Denisovagrot]. Je wist het: de schrammelmuziek is genoemd naar Johann en Josef Schrammel. De nikab is een soort van kap, een gezichtssluier. Jacob van Ruisdael liet anderen de figuurtjes schilderen. Meid, mijd de mijt!


2. Dit is een kabinet van no-nonsense, een no-nonsensekabinet. Shiva is in het hindoeïsme de Vernietiger, Brahma de Schepper en Visjnoe de Instandhouder. Een twijfelaar weifelt en een weifelaar twijfelt. De tepronkstelling van die wilhelmina-vooruit was opvallend. Gerausjt is toch gewoon gerausd? De verwachtingsvolle(!) vrouw droeg iets wijds. Niet elke versiering betreft een versierring. Wie zijn bips brandt, moet op de blaren zitten. Het mv. van een coming of age [volwassenwording] is coming of ages of comings of age [VD]. Een haiduk [heiduk, vgl. voetbalclub Hajduk Split – Kroatië] is een ongeregelde, stropende, later geregelde, lichtgewapende Hongaarse soldaat. Prachtig, die bedauwde landouwen, gezien vanuit onze landauer. Hij lijdt aan iatrofobie [angst voor doktersbezoek] en heeft nomofobie [angst om zonder mobiele telefoon te zitten – no mobile].

3. Dus hoe zit het met een iatrofobie-nomofobielijder? 'Kom eens over de brug' zeg je niet tegen iemand met gefyrofobie, "Wat bloos je weer?" niet tegen iemand met erytrofobie, "Verzin eens een palindroom" niet tegen iemand met eibofobie, "Zal ik mijn fobie eens uitleggen" niet tegen iemand met fobofobie en "Ga fietsen" niet tegen iemand met cyclofobie'. Een shisha is een waterpijp, die rook je in een shishalounge, -bar of -café. Een rook- of shishapen is trouwens een elektronische sigaret waarmee gearomatiseerde waterdamp kan worden geïnhaleerd. Daar waren ze dan: oom agent en Tante Pos. De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) is een samenvoeging van (de oude) VWA, AID (Algemene Inspectiedienst) en PD (Plantenziektekundige Dienst). Is deze sla wel geazijnd? Ambigrammen zijn op meerdere manieren te lezen: 'nou' (180 graden draaien = verticaal spiegelen) en (met hoofdletters) 'TOT' (horizontaal spiegelen). Geef mij maar zo'n vrije-uitloopei.

4. Voor jazzzzz en gejazzzzz zal ik de handen wel niet op elkaar krijgen, maar 'jazz' en 'zzz' staan wel in VD (*) ... Gezocht op *redit*: accreditatie (toelatingsbewijs pers), credit (krediet, in Europa ook 28 studie-uren), creditcard (kredietkaart), credit default swap (cds, kredietrisico overdragen), de credits krijgen = waardering, eer, damnosa heriditas (juridisch: schadebrengende erfenis), decrediteren = krediet verliezen, ook discrediteren = iemand in diskrediet brengen, hereditair = erfelijk, heriditas jacens = juridisch: nog niet aanvaarde erfenis, heriditas sine sacris = buitenkansje, heriditas petitio = het opeisen van een erfenis, herediteit (erfelijkheid), hereditie [(!) uitspraak, nieuwe uitgave], (over)crediteren, recreditief (brief van terugroeping (van een gezant)), een hardcovereditie en een creditcardfirma. (*) Hoe lees je het voor? Tijdens het concert viel het jazzgezoem, het jazzzzzzzzz erg op ... 

5. Met *rediet* eigenlijk alleen allerlei samenstellingen met 'krediet' zoals microkrediet [startende ondernemer ontwikkelingslanden] en CO2-krediet (koolstofkrediet). Vitesse klasseerde zich voor de halve finale van de beker, in de competitie declasseerde Feyenoord Ajax volledig. Met *class*: businessclass, classaction [proces namens een groep], classeur [BE: ordner], de classic [wielersport: klassieker], classic rock [klassiek geworden popmuziek], classificatie [klassenverdeling], Lloyd's Register te Londen is een (scheeps)classificatiebureau, een classificator classificeert, een classificeerder is een los arbeider met schoonmaakwerk, classifiëren = classificeren, classy = klasse, stijl hebbend, declassé = aan lagerwal geraakt persoon (v.: declassee), declassificeren = vrijgeven [van geheime informatie], economyclasssyndroom = DVT [diepveneuze trombose], toeristenklassensyndroom, vliegtuigtrombose, first class [duurste in passagiersvliegtuig], locus classicus [mv.: loci classici] = klassieke (bewijs)plaats (van een woord of gezegde), masterclass, middle class [bnw., burgerlijk – middleclassgezin, middenklassenwijk – ook upper en lower class], een reclassent is cliënt bij een reclasseerder, bossanovaclassic, danceclassic, testis classicus [juridisch: volkomen betrouwbare getuige – mv. testes classici] en working class hero: idool, afkomstig uit de arbeidersklasse.

6. Met *klasse*: ynglingklasse, pop-klassiek, overallklassering, druk-, nok- en stuiklasser (!), korfbalklassieker, Alpenklassieker, Ardennenklassieker, vierde-, vijfde- of zesdeklasser, klassiaan = soldaat die geplaatst was in de klasse van discipline, hoofdklassendebutant, klassenbevoordeling, middenklassenachtergrond en klassenaanduiding [viermaal fout in oVD – is bij volgende update gecorrigeerd! - 2025 OK]. Een stuk terug kon u lezen over de bekerhalvefinale. Je kunt een rivier opzwemmen en afzwemmen. In het Japans heeft 'emoji' hetzelfde mv., in NL mag ook: emoji's. Het is maar de vraag of dat ook voor netsuke [GB: netsukes, VD ook nog: netsuke] opgaat: het Japanse woord is immers 'netsuku'! Het is daar een sjonnies-en-anita's-camping
(johnny's-en-marina's-camping).


7. In de hele wijk Feijenoord was het anthem "Geen woorden maar daden" te horen. De Assemblée tijdens de Franse Revolutie was rechts, behoudend en conservatief. Als apen gapen, is dat apengapen, als apen kool eten, eten ze apenkool (en dit is allemaal apekool dus). Een g-string is een amperbroekie [Zuid-Afrika]. Prothesis is voorvoeging: nonkel i.p.v. onkel. Dit woord kon ik niet terugvinden in de woordenboeken: archionheus ... Met E.G.M. schrijf je een Edelgrootmogende aan, maar wie zijn dat? De binnenhof, -plaats, van een grote moskee is een avlu. Padel [niet in wdb. - 2025 wel!] is een mix van tennis en squash.

8. Jeuk leert klauwen en armoede leert huishouwen. De vertaling van 'yuppie' is 'jappie'. Cum annexis (c.a.) is met alles wat erbij hoort, alle bij(be)horende zaken dus. Jut en Jul (iedereen) hebben de wijsheid in pacht. Na mijn queeste (zoektocht) naar het werkwoord 'kweesten' ken ik nu de betekenis (nachtvrijen). Een pv-cel is een fotovoltaïsche cel. Een (Franse) scheldnaam voor Duitser is boche. Poets wederom poets is leer om leer. Een essayeur controleert munten op edelemetalengehalte. Een guinje is een gienje = oude gouden Engelse munt [later rekenmunt] van 21 shilling. De shilling [afko: sh. of s.] was historisch 1/20 van een pond sterling (het Britse pond, 100 pence – een muntje is een penny – symbool: £ – typ ALT (links!) +156 op het numerieke toetsenbord - 2025 nog oké – code: GBP -
Groot-Brittannië). Verder vinden we het woord shilling nog bij Keniaanse shilling (KES) [Keniashilling, lemma, lijkt fout - 2020 OK = dus verdwenen!], Somalische shilling (SOS), Tanzaniaanse shilling (TZS) en Ugandese shilling (UGS – GB ook Oeganda).
 
 
 
 
 


1492 Dictee donderdag 31 januari 2019 (1): dictee Alfabetiseren vroeger en nu √ x

Dictee - dictees (1492]

Alfabetiseren vroeger en nu ... 

De oude tijden 
In oude tijden werden computers vooral gebruikt om te rekenen (en bijv. te boekhouden). Midden jaren 70 van de vorige [= twintigste] eeuw verschenen er zelfs al computers op scholen (zoals in mijn geval – in pakweg 1976 – op het JCL, het Johannes Calvijn Lyceum in Rotterdam-Zuid). Bakbeest, kon weinig, incl. printer – 132 tekens breed – van 10.000 gulden, totaal 40.000 gulden! Slappe floppydisks van 8 inch in het vierkant (= 20 cm!) en 16 KB (Kilobytes met Kilo = 1024) aan intern geheugen: te gek! Ik heb er de korfbalcompetitie mee geprogrammeerd en ermee de standen bijgehouden. Mijn leerlingen leerden erop programmeren in de programmeertaal Basic (Beginner's All-purpose Symbolic Instruction Code): de tafels tot 10 afdrukken, de computer strafregels laten schrijven en meer van die (nu onnutte) zaken. Een knappe leerling, later hoogleraar in de VS, programmeerde er dienstregelingen voor treinen op ... Voor de bedrijven ontwikkelde IBM bureaucomputers en in de hobbysfeer waren de Commodore 64 en de minder bekende Sinclair ZX toppers. We praten over ca. 1990 als de pc op elk kantoorbureau gemeengoed begon te worden. In die tijd bestond nog het idee, dat iedereen zelf zou moeten (leren) programmeren. Zo herinner ik me dat de LOI voor de cursus 'Microcomputer en Basic' binnen de kortste keren tienduizenden cursisten, maar geen docenten had. Dat heb ik dus ook nog gedaan, omdat ik daar toch al docent-corrector hogere wiskunde was. Op een dag bezorgde Tante Pos wel 60 (slappe) diskettes (5,25 inch in het vierkant = 13 cm) in stevige kartonnen verpakking om na te kijken. Later ging dat via pc, modem en telefoon, voorloper van internet. Ik zou daarover nog uren door kunnen vertellen, maar dat zal ik niet doen. 

De jaren 1990 
Goed, rond 1990 kwam via IBM ook een beginnende tekstverwerking van de grond. Waarom ik dit artikel schrijf? Wel, elders op deze site heb ik het al gehad over de Woordenlijst Nederlandse Taal (het Groene Boekje) in de Staatscourant:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-35790.html

2025: die link werkt nog steeds!

Over die lijst (49.329 woorden of woordgroepen – in mijn versie, gratis op te vragen – 494 A4'tjes, 2 kolommen, 50 items per kolom) wil ik het graag hebben. Als je ernaar kijkt, zie je dat de lijst begint met 'k en 'm en 's anderendaags, terwijl het GB (papier – pGB) begint met +-teken, 06-dealer en 06-nummer. Het oGB? Dat weten we niet, daarvoor zitten we op die bladerfunctie te wachten! Ik zag al wel, dat online na
06-dealer en 06-nummer ook nog 06-prostitutie kwam: er staat dus meer in het oGB dan in het pGB, maar dat wisten we al ... De Dikke Van Dale (DVD) begint – zoals al eerder gemeld – met #, ©, ®, @,
@-teken, 0 (bloedgroep, ook O natuurlijk), 06-dealer en 06-nummer, etc. en eindigt met 'zzz' (eind januari 2019: 383.039 lemma's). Hoe zit dat nou allemaal? Daarover gaat het hier. Een wel te noemen, maar niet verder te bespreken probleem: hoe ga je met de ij om: zet je die tussen de x en de z of bij de i? Trouwens: in NL is de ij in woordspelletjes 1 letter, in BE 2 letters (kijk maar naar BLOKKEN op de VRT – toch, Raf?). 


Alfabetiseren in de jaren 1990: ASCII of de ASCII-code 
Bij de computer draait alles om 0/1 (een bit). Met 8 bits (een byte) kun je 2^8 = 256 combinaties maken: 00000000 (decimaal 0) t/m 11111111 (decimaal 255). Daar hoef je gelukkig als gebruiker niets van te weten. Het wordt intern voor je geregeld. Wel nog even ter vergelijking: met
3 cijfers kun je in ons decimale stelsel de getallen 000 t/m 999 = 1000 combinaties maken. Ik geef nog een voorbeeld van een byte: 10101010 binair (in het tweetallig stelsel) = van rechts naar links: niet 1, wel 2, niet 4, wel 8, niet 16, wel 32, niet 64 en wel 128 = (decimaal) 128 + 32 + 8 + 2 = 170 decimaal. Ik zal je daar niet verder mee vermoeien, maar bedenk dat je met een byte dus 255 gevallen kunt onderscheiden. Waar nodig geef ik die gewoon decimaal aan met 0 t/m 255.


IBM en de computerwereld moesten voor tekstverwerking dus een systeem bedenken waar tekens en letters werden weergegeven door (in wezen binaire maar dus ook decimaal te benoemen) getallen (hun nummer). Bedenk vast, dat bij 'alfabetiseren' de getalwaarde bepalend was en is ... Het ei van Columbus was de ASCII-tabel (American Standard Code for Information Interchange): daarbij kregen alle tekens (van de schrijfmachine) zo'n nummer. Nog een klein detail: de oorspronkelijke ASCII-code werkte met 7 bits, het achtste was een (extra) controlebit, dat zo gekozen werd dat bijv. het totaal aantal enen even was. Daarmee kon in ieder geval bij overseinen van zo'n byte een aantal fouten worden geconstateerd (niet verbeterd, met bv. 7 bits + 4 controlebits kon je het wel zo regelen, dat zelfs t/m bv. 2 foute bits bij de zender, de juiste code aan de ontvangkant kon worden gereconstrueerd!). Later bleken de mogelijkheden van 7 bits (2^7 = 128) onvoldoende en ging men over tot de zgn. extended ASCII-code, waarbij daadwerkelijk alle 256 mogelijkheden werden benut, maar omdat dit niet de cijfers, letters en gebruikelijke 'leestekens' betrof, kan dit buiten beschouwing blijven. 

Een overzicht van de belangrijkste codes (van 0 t/m 127) 
De spatie is 32 (laagste, die eronder zijn codes voor 'nieuwe regel', etc.). Dat is wel handig (er was echt over nagedacht!), dan komt die spatie in teksten eerst. '10 eurobiljet' komt dus in de Staatscourant (zie later) voor '10-10-10': de spatie heeft bij voorbaat een lagere waarde dan het streepje. De volgnummers 33 t/m 47 waren gereserveerd voor ! (33), " (34), # (35), $ (36), % (37), & (38), '(39), ( (40), ) (41), * (42), + (43), , (44), - (45), . (46) en / (47). De getallen liepen van 0 (48) t/m 9 (57). Op 58 t/m 64 stonden nog wat tekens, symbolen: : (58), ; (59), < (60), = (61), > (62), ? (63), @ (64). Restanten: [ (91), \ (92), ] (93), ^ (94), _ (95), { (123), | (124), } (125), ~ (126) en nummer 127 was het equivalent van de deletetoets. Maar nu de letters: A (65) t/m Z (90) en a (97) t/m z (122). Die laatste keuze was geniaal, want kleine en hoofdletters schelen dus 32 en dat is binair (2^5) 00100000. Zonder verdere details betekent dit, dat kleine en hoofdletters altijd alleen maar in 1 bit verschillen (het zesde van rechts – NB je moet in dit vak altijd met 0 beginnen: rechts 2^0 = 1, 2^5 is dus niet het 5e, maar het 6e bit van rechts. In de tijd dat de programmeurs heel zuinig moesten zijn, was het omzetten van een tekst in hoofdletters naar kleine letters of omgekeerd dus een 'eitje': verander overal het 6e bit van rechts van 0 in 1 (A --- > a, of omgekeerd van 1 in 0: a --- > A). Vast vooruitlopend op de Staatscourantlijst: hoofdletters komen dus altijd voor kleine letters, alle hoofdletters bijeen: Antwerpse, Apache en Apocalyps en pas veel later apache en apachedans en weer veel later apocalyps en apocalyptisch, best onhandig! Wel goed is, dat alle cijfers voor alle letters komen, dat is ook bij wat geavanceerder 'alfabetten of sorteeralgoritmen' zoals bij GB en VD zichtbaar: eerst getallen
(06-nummer) en dan pas de letters, maar wel apocalyps, Apocalyps, apocalypse en Apocalypse bij elkaar: toch wel handiger! (:-)) 


De lijst in de Staatscourant (websiteadres zie boven) 
Zie inderdaad boven voor het websiteadres en dat je mijn die naar een Worddocument gekopieerde lijst (de bron van de Rijksoverheid is openbaar!) gratis kunt opvragen via leentfaarrein.blogspot.com [2025 niet meer!]. Om te beginnen, zomaar: een apintidrum uit de lijst (wel pGB en oGB, VD heeft alleen apinti = pinti) is in SR een zekere trommel. Houd voor de verdere uiteenzettingen de lijst bij de hand ... Ik denk vrijwel zeker te weten dat de Staatscourantlijst volgens de
ASCII-code gealfabetiseerd, gesorteerd is. Daarvoor geef ik een aantal argumenten: 1) De lijst begint met 'k, 'm en 's anderendaags. Dat komt omdat de ' het lage ASCII-nummer 39 heeft (GB en VD negeren de ' waardoor die lemma's bij de k, de m en de s terechtkomen, 2) In de lijst komt na die apostroffen +-teken en 06-dealer en vervolgens alles wat met een cijfer begint (de + heeft nummer 43 en de cijfers 48 t/m 57). Wel curieus dat 11 septemberherdenking voor 11-jarige komt, maar de spatie is immers 32 en - is nummer 45! GB en VD kijken niet naar spatie en - waardoor 11-jarige wel voor 11 septemberherdenking komt, 3) Eerst komen alle hoofdletters (lagere waarde dan kleinere letters): A-attest t/m Zwitser, Zwitser en Zwolse en daarna de kleine letters a en a capella t/m zzp'er. Helaba, maar daarna volgt nog een extra staartje: zèta, Å, à, à gogo t/m à-la-carterestaurant, ångström, échéance, éksito, élégance, éminence grise, öre en über-ich t/m übersentimenteel. Hoe zit dat nou weer? Ik heb dat niet besproken, maar die 'speciale' letters met diakritische tekens hebben in de extended ASCII-tabel ook een nummer (hoger dan 127) en daarom komen ze achteraan. Ik zoek ze even op:
Å = 143, à = 133, å = 134, é = 130, ö = 148 en ü = 129. Dat klopt dus niet: de Staatscourant gebruikte de extended ASCII-tabel dus niet. Wat dan wel? Nou, gewoon de alfabetische volgorde zonder diakritisch teken: a, e, o en u enne ... hoofdletters eerst (Å) en dan de kleine letters (å) ... Let ook nog even op die zèta die na zzp'er kwam: in de 'pikorde' komt de diakritische è na de 'gewone' z, 4) In de Staatscourant komt PVDA'er (BE!) een heel eind voor PvdA'er (NL). GB en VD maken in feite geen onderscheid tussen kleine en hoofdletters, daardoor staat in VD de PVDA vlak voor de PvdA'er, net als PVDA'er en PvdA-voorzitter in GB! 

Alfabetiseren anno Domini 2019 
Sinds de begintijd van de pc zijn er met zoeken en alfabetiseren (sorteren) grote stappen gemaakt. Denk bij zoeken maar aan de ongelofelijke kracht van zoekmachines als Google, waarbij er maar weinig is, wat je niet snel kunt vinden op internet. Ook voor de taalfanaten is het grote winst, dat de woordenboeken digitaal beschikbaar zijn, Zoeken met de jokertekens (wildcards: ? voor één teken, * voor een willekeurig aantal tekens, maximaal 2 stuks bij zoeken in  de VD) brengt je in alle uithoeken en krochten van VD). Daarzonder hoad ik nooit de typ(e)fouten sigarettten (lemma 'dampwinkel') en 'kwaadwilllende (lemma kwetsbaar) ontdekt. Die fouten zijn overigens inmiddels 2025 gecorrigeerd ... Van GB heb ik verder geen gegevens, ik besluit met een aantal opmerkingen over VD: 1) Diakritische tekens worden genegeerd bij alfabetiseren en zoeken, best handig, daardoor komt 'zèta' gewoon tussen 'zet' en zetakker,
2) De apostrof wordt min of meer genegeerd, daarom 's anderendaags (geen apart lemma, wel dus in GB – bij de s!) gewoon bij anderendaags (zoekterm sanderendaags of gewoon 's anderendaags of *daags). Duidelijker: 'k vind je bij de k (zoek bij GB en VD op 'k of k), 3) Handig: kleine en hoofdletters bij en door elkaar, dus apocalyps en Apocalyps onder elkaar (kleine letter eerst!), en PvdA en PVDA redelijk bij elkaar in de buurt, 4) Naar koppeltekens wordt in feite niet gekeken, daarom (GB) USB vóór US-dollar (i.t.t. de Staatscourant met de lage ASCII-waarde van het koppelteken) en Vlaamsgezinde voor
Vlaams-nationalist (idem). Zie bijv. een mama-en-papawinkel, een
mama's-kindje en mamba, 5) VD begint de totale lijst met #, toch vast vanwege de lage ASCII-waarde (42), 6) Ook naar spaties wordt in feite niet gekeken: daarom in VD (terecht) eerst mandatum en dan pas mandatum sine clausula, earl grey voor earlgreythee en land- en volkenkunde voor landenwedstrijd. Nou, zo is het wel genoeg geweest.

 

 
 




zaterdag 26 januari 2019

1491 Dictee zondag 27 januari 2019 (3): dictee Oefendictee 735 (oud) √ x

Dictee - dictees [1491]

NB ma 28-01-2019: nieuwe update oVD: aantal bij * van 382.856 naar 383.038 = + 183!

Ook 735 oud zit vol nieuwe en moeilijke woorden.

Dictee 735 (DCCXXXV) Dictee Specialisten (29-03-2014)

1. We gaan naar de kinderboerderij: naar de gapen [geit x schaap] en scheiten [schaap x geit]. Kijk, dit is nu een jambenvers [ook: jambus]. In gadogado zitten o.a. tahoe [= tofoe - ook tofu 2025] en tempé [sojabonen, vleesvervanger]. Een gaffelbuis is een Y-buis [ei]. Dat is een mooi sileneboeket [n/s, anjerfamilie]. Wist je dat een gaganaut een vyomanaut is [Indiase ruimtevaarder]? Een kind is een gage d'amour [blijk van liefde]. De gans waggelde en gaggelde (gakte, gakkerde). Een gai is een gemeenschappelijke antenne-inrichting. Met gêne toonde hij zijn gaine [gèh-nuh – g van goal, elastisch buikkorset]. Falderappes is gajes. Galago's zijn bushbaby's [halfaapje, nachtactief = nocturnaal]. Rond een sawa-afdeling [nat rijstveld] loopt een smalle galengan (galangan – smal dijkje). Galanga is laos
[Zuidoost-Aziatische keuken]. De middeleeuwse provençalen, maar ook de negentiende-eeuwse Provençalen bezongen de provenceolie al. Cholecystitis is galblaasontsteking. De galápagosvink komt van de Galápagoseilanden, volgens VD [GB kent alleen de accentloze galapagosschildpad - 2025 ook VD accentloos!]. Een Italiaanse gentleman is een galantuomo.


2. Ze hebben hem behoorlijk geagaceerd [prikkelen, irriteren]. Het woord 'agadir' komt uit het Berbers en betekent: opslagplaats voor graan en goederen. De Aga Khan is het hoofd van de nizari's [sjiitische stroming binnen islam – alleen sub lemma in VD]. Een agami is een trompetvogel, de agamie is dat niet [ongeslachtelijke voortplanting]. Deze stok heeft een agaten [geen n uitspreken] [van agaat, zwart agaat = git] knop. Legt de agathologie [leer van het hoogste goed] ook uit wat kalos k'agathos [schoon en goed, Griekse cultuurideaal, substantief: kalokagathia] inhoudt? De agave is niet een altijdgroenende [= altijdgroen], maar een slechts eenmaal bloeiende plant. Daar waren ze dan: oom agent en Tante Pos. Ze zit in het agentessenverblijf. Het Latijnse 'Agnus Dei' betekent 'Lam Gods'. Aguma [bladgroente uit nachtschadefamilie, SR] en agoeti's [onderfamilie van de waterhazen] kun je eten. Na de bevalling à terme [op de uitgerekende datum] was er champagne à gogo [in overvloed, naar believen]. Wat doen agrégés in Frankrijk [lesgeven mo - middelbaar onderwijs]? Aguardiente is eau de vie [aquavit, brandewijn, vgl. pereneau-de-vie]. De afkorting A.H. staat voor anno Hegirae: in het jaar van de islamitische jaartelling [AH is Albert Heijn]. Met de Wandelende Jood wordt overduidelijk Ahasverus bedoeld.

3. Welke rol speelt Ahriman in de leer van Zarathoestra? A.H.S., anno Humanae Salutis, betekent: in het jaar van het heil der mensheid
(= christelijke jaartelling). Ik ga het project '*loog*' en '*logie*' toch maar aanpakken, wel in kleine porties. Er is heel wat te 'leren': acaralogie (mijten), aerologie (lagere luchtlagen), aeschrologie (bezigen vieze woorden), agathologie (hoogste goed), agenttechnologie [ee – software die beslissingen neemt], agologie (opvoeding), albanalogie (Albanese cultuur), algologie (algen en wieren), ampelologie (druivenstokken), anesthesiologie (narcose), anthologie (bloemlezing), angiologie (bloed- en lymf(e)vaten), angelologie (engelenleer), apidologie (bijen), arachnologie (spinnen), aristologie (eten), artrologie (gewrichten), assyriologie (Assyrische oudheden, taal), auto-ecologie (individuele plant, soort), axiologie (waardeleer).

4. Zo, dat was de a. Verder vanaf de b: balneologie (genezing door badkuur), battologie (stotteren, woordherhaling), bibliologie (het boek), biocoenologie (leer van de biocoenose [ee]: levensgemeenschap), bloembiologie (bestuiving), boeddhologie (boeddhisme), brachylogie (stijlfiguur, zinsdelen weglaten, voorbeeld: jong geleerd, oud gedaan), bromatologie (voedings- en dieetleer), bronchologie (luchtpijpen), bryologie (moskunde), campanologie (klokkenkunde), cancerologie
(= oncologie: kanker), carcinologie (krabben en kreeften), cariologie (cariës), castellologie (kastelen), cecidologie (gallenkunde), celpathologie (cytopathologie: ziekelijke veranderingen van cellen), cetologie (walviskunde), chasmologie (geeuwen), chirologie (handspraak, vingerspraak), chorologie (verschijnselen aardoppervlakte), christologie (de theologie van Christus).

5. Verder: codicologie (handschriftkunde), coleopterologie (kevers, nee, niet die [VW]!), comitologie (EU-besluitvorming op grond van adviezen van comités bestaande uit nationale ambtenaren), conchologie of conchyliologie (schelpenkunde), coprologie (feces), craniologie (schedelleer), crenologie (letterkundig bronnenonderzoek), cryobiologie (invloed van zeer lage temperaturen op levende organismen) en cytologie (celbiologie). Dan komt de 'd': dactylogie (vingerspraak doofstommen), demologie (demografische – bevolking –  structuren), demonologie (demonen), dendrochronologie (jaarringenonderzoek), dendrologie (boomkunde), deontologie (filosofische plichtenleer), diabetologie (suikerziekte) en ook nog didaxologie (didactiek).

6. Ook nog: DNA-technologie, doxologie (lofprijzing), dravidologie (cultuur Dravida's), dysteleologie (geen of verkeerde doelgerichtheid), ecclesiologie (kerkleer), econologie (ecologisch verantwoorde economie), egyptologie (cultuur Egypte), endocrinologie (hormonologie), endodontologie (endodontie: tandheelkundig specialisme), epistemologie (wetenschapsfilosofie), eremologie (woestijn), esthesiologie (zintuigen en gewaarwordingen), ethologie (gedragsleer, ethos!), etiologie ((ziekte)oorzaken), etnologie (volkenkunde), etruskologie (cultuur Etrusken), eulogie (loflied), fonologie (moeilijk vak – klimaat), fenemenologie (idem! – niet met rationele kennis), flebologie (bloedaderen), fracturologie (fracturen), fraseologie (gebruik van holle frasen), frenelogie (schedelleer), fytologie (botanie) en de fytopathologie betreft plantenziekten.

7. Vervolgens: gastrilogie (buikspreken), gastrologie (maag),
gastro-enterologie (maag en darm), gemmologie (edelstenen), genologie (kunstgenres), gerodontologie (gebit ouderen), glaciologie (gletsjerkunde), gnathologie (kauworganen), gnoseologie (kenleer), god-is-doodtheologie, grotteologie (speleologie), helminthologie (wormziekten), hematologie (bloedziekten), heortologie (kerkelijke feesten), hepatologie (leverziekten), heresiologie (ketters), herpetologie (reptielen, amfibieën), histologie (weefselleer), hodologie (zenuwverbindingen), hortologie (tuinbouwkunde), hygrologie (luchtvochtigheid), ichtyologie (viskunde), irenologie (bewaren van vrede), karyologie (celkernen), keltologie (keltistiek) en ook nog kinesiologie (fysiologische bewegingsleer).

8. Hij heeft sudeck, het syndroom van Sudeck [complex regionaal pijnsyndroom]. We vervolgen: kremlinologie [Kremlin], kretologie [ongefundeerde leuzen en wensen], kynologie (fokken van rashonden), labyrintologie (heeft niets met Kreta van doen! = doolhof in het oor!), lepidopterologie (vlinders), lichenologie (korstmossen), limnologie (zoetwaterbiologie), lithologie (nu: petrografie), logie (droogschuur – voor stenen), malacologie (weekdieren, geen dagvlinders), mammalogie of mastozoölogie (zoogdierkunde), martyrologie (martelaren), metrologie (maten & (en) gewichten), molinologie (molenkunde), mycologie, mycetologie (schimmels, zwammen), myiologie (muggen), myrmecologie (mieren, daar wordt men wijs), oenologie (vinologie, wijnkunde), nematologie (rondwormen), nesologie (eilanden, niet die van Langerhans), ofiologie (slangen), oftalmologie (oogheelkunde), oneirologie (dromen) en ontologie (zijnsleer).

9. Verder: onomatologie (naamkunde), oölogie (eierkunde), ornithologie (vogelkunde), orologie (gebergteleer), palynologie (pollenkunde), papyrologie (papyrus), par(o)emiologie (spreekwoorden - oe: uitspraak: eu of ee), pathofysiologie [lichamelijke functies van de zieke organismen of organen], pinkstertheologie [pinksterbeweging], pneumologie (longziekten), pomologie (vruchten), psefologie (verkiezingsuitslagen), pteridologie (varens), pyrologie (vuur), rabdologie (rekenen met staafjes), reflexologie [reflexen], religiologie [godsdienstwetenschap], reologie (stromingsleer: panta rhei), runologie (runen), scatologie (uitwerpselen), seks(u)ologie, semasiologie (woordbetekenis), sindonologie (lijkwade van Turijn), sinologie (cultuur China), sit(i)ologie (voedingsleer), soteriologie (christologie), splanchnologie (ingewanden), strip(t)ologie (stripkunde, nee niet die van de striptease!) en ook symmorfologie (vormleer van plantengemeenschappen).

10. En ook nog: synchorologie (verspreiding planten), synchronologie (ontstaan planten), syndesmologie (ligamenten = band van bindweefsel om een gewricht), thaumatologie (wonderen), thracologie (Thracische oudheid), tocologie (baringsproces), trichologie (haarziekten), ufologie (ufo's), venerologie (geslachtsziekten), vexillologie (vlaggenkunde), virologie (virusziekten), vulkanologie (vulkanen), xylologie (houtsoorten), zombiologie (biologie van de 'zom', nee, zombies!), zoölogie (dierkunde), zymologie (werking van enzymen), zythologie (bier(brouwen)), uranologie (sterrenkunde), turkologie (cultuur Turkije) en ten slotte tetralogie (zoek maar op ). De tetralogie van Fallot is een aangeboren hartafwijking zoals bij 'blauwe baby's' bestaat.
 
 


vrijdag 25 januari 2019

1490 Dictee zondag 27 januari 2019 (2): dictee Oefendictee 734 (oud) √ x

Dictee - dictees [1490]

Hierbij 734 (oud), ook wel aardig .

Dictee 734 (DCCXXXIV) Dictee Specialisten (28-03-2014)

1. Bij het demaskeren vindt een demasqué plaats. Gezocht op '*gout*': agouta (bruine, dunbehaarde solenodon – soort spitsmuis, vgl. almiqui; NB een agoeti is een waterhaas!), arrière-goût: nare bijsmaak, à son goût: naar zijn of haar smaak, coming-out(!): uit de kast komen, degout (afkeer, walging), degoutant (walg(e)lijk), degouteren (doen walgen), de haut goût: sterk gekruid, dug-out(!), egoutteur (wals in papiermachine), goût de contradiction: dwarsdrijverij, het goûter (vieruurtje), gouteren (goûter gebruiken of met smaak genieten), goutte militaire (druiper), gouttière (grafische industrie: dubbele, parallel lopende haarlijntjes), hang-out(! – ontmoetingsplek, fysiek, ook: internet), le goût de la perfection qui stérilise: het onvruchtbaar makende verlangen naar volmaaktheid, opting-out (door bedrijven uit collectieve regelingen stappen), ragout, ragoutje en ragoutbroodje. Een dichotomie is een tweedeling (niet vergelijkbaar met: eersteling!).

2. Bevat een depot alleen goederen en dépôt [in depot]? Met '*dies*': dies a quo: begindatum, dies ater: zwarte dag, die schöne Zeit der jungen Liebe(!), dieselloc, dieseltaks, dieseltractie, diesfeest, dies irae (oordeelslied), diësis: verschil tussen een octaaf en drie reine grote tertsen, dies natalis (stichtingsdag), dies non: dag waarop de rechters geen zitting hebben, diesseitig (en jenseitig), dominica dies (zondag, dag des Heren), eisjedies gaan (overspel plegen), fasti et nefasti dies: gelukkige en ongelukkige dagen, komedieschrijver(!), ladies' day, ladies' night, elegante lady's, maladie sans maladie: spleen, weltschmerz, taedium vitae, o festus dies: o feestelijke dag, radiësthesie (met wichelroede), onderdies (intussen), passedies(je) spelen: dobbelspel, genderstudies, dieselelektrische tractie, dieselen [een auto met diesel(olie) rijden], agrodiesel [uit landbouwgewassen] en subsidieslurper.

3. Is diskrediet een kwestie van discrediteren? Ja. Moet een discman een diskdrive hebben? Mijn adagium is: (ik) 'doe het zelf'. Is dat nou een draai-kiepraam (en dat een maai-dorsmachine)? Gezocht op '*drap*': drapeau: vlag, vaandel, drapenier: lakenbereider, draperen: met gewaden of stoffen omhangen, draperie [versiering], draperies d'amour: wallen onder de ogen, maandrapport(!), sparadrap [ah, geen p uitspreken]: (B.-N.) hechtpleister, toendraplant(!) en misdaadrapport(!). Gezocht op '*drab*': koffie- en wijndrab, drab(be) (droesem), drabbelkoek [broos gebak], drabbig (troebel, vergelijk: troebleren), drabzak [druipzak voor drab] en drabkleur [sub lemma bij bevertien]. De doorsnee-Vlaming en de volbloed Nederlander gingen in de clinch en zelfs op de vuist. Kun jij doowop(muziek) [met woorden als 'shoobydoowop'] imiteren? Hij is druïdekenner [priester bij de oude Kelten in Gallië en Brittannië] pur sang. Je hebt tegen-, piano- en
nee-stemmers. Een epitaaf is een grafschrift.


4. Een dronkenman is een dronkenlap (een drinkebroer). Met het solvayprocedé [èh] maak je soda. Verraadt een emfatisch [(gevoels)nadrukkelijk] accent een empathisch [invoelend, begrijpend] persoon? Een economyclassseat is zeer gerief(e)lijk. Waar was de eerste ebola-epidemie? Falderappes is schorr(i)emorrie of tuig. Niet elke eersteklassencoupé is een eersteklascoupé. Een binnenvetter is een introvert persoon. Capoeira [kaa-poe-wee-raa] is een Braziliaanse zelfverdedigingstechniek. Hij was lucide [helder – van geest] genoeg om een elusief [ontwijkend] antwoord te geven. Je kunt iets op zijn elfendertigst(e) doen. Ik heb je al elfendertig keer [heel vaak] gewaarschuwd. Enjambement is het doorlopen van een versregel. Leg het verschil uit tussen endo- [inwendige afscheiding – bloedbaan] en exocrien [uitwendig]. In het essaytje ging het (ook) over een butterfly'tje [vlinderdas, ook: konijn]. Een eukaryoot is een uit een of meer cellen bestaand organisme waarvan de celkern van het cytoplasma is gescheiden; een prokaryoot is een eencellig micro-organisme zonder celkern en organellen. Exuberantie is overvloed.

5. De euritmie [bewegingskunst op muzikale klanken] danken we aan Rudolf Steiner. Ex tempore (e.t., impromptu, currente calamo) is voor de vuist weg: vergelijk een knievers of kniedicht. Ex voto is naar wens of volgens een gelofte, vergelijk ex-votobeeld (ex voto publico is volgens de wil van het volk). Voor in het boek (vergelijk: voor in de mond) staat de inleiding. Die staat niet achterin, dat is de epiloog. Pilav (VD ook pilau) is rijst in vleesnat. Je kunt het heen-en-weer krijgen! Kinderen, uitgemergeld door hongerlijden, worden wel met biafraantjes aangeduid. Aan dit dictee zal een amateur zijn handen meer dan vol hebben. Hoe officieel is een semiofficiële oekaze [streng, hoog bevel]? Als dessert krijgen we crème fraîche [(slag)room, geen mv.]. Prachtig, die bedauwde landouwen, gezien vanuit onze landauer. Die advocaat heeft een gepreoccupeerd standpunt ingenomen.

6. Hij beheerst the gentle art of making enemies (de edele kunst van het zich vijanden maken) als geen ander. Miezemauzen is een bepaald kaartspel, miezemuizen is tobben. De desserttafel stond boordevol borden vol met coq au vin [culinair gerecht van kip, etc.]. Een dut is ook een munt- of ijkstempel. Heb jij ook zo'n goodiebag [draagtas met een aantal cadeautjes of promotieartikelen] gehad? Hier dan toch maar de angsten en de vrees: zoöfobie (dieren), xenoglossofobie (vreemde talen), xenofobie (alles wat vreemd is), virginitofobie (om verkracht te worden), vaccinofobie (vaccinaties), trypanofobie (injecties), transfobie (transgenderisme en transseksualiteit), toxicofobie (vergiftiging), thanatofobie (de dood), technofobie (techniek), tafefobie (levend begraven worden), tachofobie (hoge snelheden), somnifobie (slapen), sanguinofobie (bloed), rypofobie (smetvrees) en russofobie (Rusland).

7. Verder: radiofobie (röntgenstraling), pyrofobie (vuur en brand), pathofobie (ziekte), parafobie (perversie), onomatofobie (woorden en namen), obesofobie (dik worden), nyctofobie (duisternis, nacht), nosofobie (ziekte), nomofobie (zonder mobiel zitten), neofobie (nieuwe dingen), necrofobie (dood, dode wezens), mysofobie (infectie), monofobie (het alleen-zijn), melofobie (muziek), melanofobie (de kleur zwart), logofobie (woorden), lalofobie (spreken in het openbaar), kynofobie (honden), kleptofobie (bestolen worden), keirofobie (scheerangst), islamofobie (islam), insectofobie en entomofobie (insecten), infofobie (informatie), ichtyofobie (vissen), iatrofobie (dokters(bezoek)), hypsofobie (hoogte), hypnofobie (sterven in de slaap) en hypegiafobie (nemen van verantwoordelijkheden).

8. Ook: hippopotomonstrosesquipedaliofobie (GB - lange woorden; VD: pp), hydrofobie (water), homofobie (homoseksualiteit), hematofobie (bloedvrees), heliofobie (zon), halitofobie (slechte adem), gynaefobie 2025 (vrouwen), gymnofobie (eigen of andermans naaktheid), glossofobie (speechangst), globofobie (mondialisering), gerontofobie (ouderdom), gefyrofobie (bruggen), gamofobie (relaties), fotofobie (licht), fonofobie (geluid), fobofobie (angst voor fobieën!), erytrofobie (blozen), erotofobie (erotiek en seksualiteit), ergofobie (werk), entrefobie (ergens binnengaan), emetofobie (braken), dysmor(fo)fobie (mismaaktheid), eibofobie (angst voor palindromen), ecofobie (afkeer van de eigen cultuur), dinofobie (duizeligheid), demofobie (mensenmassa's), cyclofobie (fietsen) en claustrofobie (engtevrees).

9. En dan nog: chromatofobie (kleuren), christofobie (christendom), chemofobie (chemische stoffen in voedsel), chaerofobie (afkeer van vrolijkheid en vreugde), bifobie (biseksualiteit), bacteriefobie (bacteriën), aviofobie (vliegangst), arachnofobie (spinnen), antropofobie (mensenschuwheid), anglofobie (alles wat Engels is), androfobie (mannen), amaxofobie (wagenvrees), allodoxafobie (opinievrees), algofobie (pijn), ailurofobie (katten), aichmofobie (alles wat scherp is), agrafobie (seksueel misbruik), agorafobie (pleinvrees), aerofobie (frisse lucht, tocht, wind), acrofobie (hoogtevrees), achluofobie (duisternis, donker), acarofobie (bijtende insecten) en ablutofobie (vrees voor wassen). Gezocht op '*jamb*' di-jambe of
-jambus (versvoet), djamboe bidji (guave), djamboe monjet en een hinkjambe (choliambe). 


10. Die laatste (ook: choliambus) is een drievoetig jambisch vers met als laatste voet een trocheus [trochee]. Verder: jambage (vooruitstekende pilaar), jambalaya (eenpansgerecht), jamboree (internationaal feestelijk scoutingkamp, om de vier jaar gehouden), jamborette (kleine jamboree), rond de jambe (basisbeweging bij ballet en dans), sjamberloek (kamerjapon voor heren, wijde huisjas met ceintuur) en s(j)ambok (korte, dikke zweep van gevlochten leer). Hoeveel dijaders (!) heeft men? Twee. De afkorting ga. staat voor geankerd [m.b.t. schip]. Zullen we dan samengaan [fuseren]? Je moet hem niet te na gaan (komen). We gingen op chic. De firma ging te gronde, ten onder: de tenondergang was nabij. 'Ten gronde' is een juridische term.

 

 
 

1489 Dictee zondag 27-01-2019 (1) - dictee Wekelijkse dicteetest 034 RL √ x

Dictee - dictees [1489]

Wekelijkse dicteetest 034 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?
Oplossingen: hieronder!
Bron: Oefendictee (oud) 534

1. Volgens de VVV kunnen dronkenmannen een snip ............ of ...............
a. aan hebben            op hebben
b. aanhebben             ophebben
c. aan hebben            ophebben.

2. Een ............ is een vertrouwensman en ............ is het type van de kleinzielige burgerman, die graag met grote woorden schermt.
a. prud'homme                    Jozef Prudhomme
b. prudhomme                     Joseph Prudhomme
c. prud'homme                    Joseph Prudhomme.

3. Een ............ is een zakvormig ............ (trawlnet).
a. snurrevaad                 treilnet
b. snurrevaat                  trijlnet
c. snØrrevaad                 treilnet.

4. Ook het .............. bij de Germanen is een ...............
a. Joelfeest              lichtjesfeest
b. joelfeest               lichtjesfeest
c. joelfeest               Lichtjesfeest.

5. Het ............ is economisch vrijlaten en het ............ is een vrijbrief bij de grenspassage.
a. laissez-faire           laissez-passer
b. laisser faire            laissez passer
c. laisser-faire            laissez-passer.

6. Deze wijsheden zijn niet aan ............ (Jan en alleman) besteed.
a. Kretie en Pletie
b. Kreti en Pleti
c. Krethi en Plethi.

7. Het lukte met veel .............. en de nodige ................
a. kunst- en vliegwerk            hand-en-spandiensten
b. kunst-en-vliegwerk             hand-en-spandiensten
c. kunst- en vliegwerk            hand- en spandiensten.

8. Er zijn 114 ................ (hoofdstukken Koran); hoeveel .............. zijn er? Onbekend.
a. soerra's                soenna's
b. soera's                 soenna's
c. soera's                 soena's.

9. De ............ heet ook wel soldatenknoop, honingbloem, ............ of schurftkruid.
a. knautsia            scabioza
b. knoutia             skabiosa
c. knautia             scabiosa.

10. Was dit een ............ (slaap)wandelende ...............?
a. sonnambulante            Jood
b. somnambulante            jood
c. somnambulante           Jood.

Oplossing [034] hieronder

-------------------------------------------------

Oplossing [034]:
1c 2c 3a 4b 5c 6c 7b 2025! 8b 9c 10c

Contact: leentfaarrein@gmail.com