Dictee - dictees [1326]
Ook Oefendictee (oud) 526 bevat heel wat interessante zaken.
Dictee 526
(DXXVI) Specialistendictee (26)
1. Memento
mori: gedenk te sterven [memento vivere: denk eraan
te leven]. Praemisso titulo: de titel aan
te vullen, er in gedachte(n) bij te
plaatsen. Solo e pensoso: alleen en in gedachte(n)
verzonken. De gedagvaarden [gedaagden] verschenen
niet. Een geek [ie]
is een computerfreak. De rekening voor de geëmailleerde pannen werd
ge-e-maild
en bij de betaling werd er ge-i-bankierd. Kijk, de deïst [aanhanger deïsme: transcendente god] deist [hield zich stil]! De gevechten zijn
geïntensifieerd [ook: intensiveren]. De
elsspirea is een sierstruik. Gedag zeggen is goedendagzeggen. De strijd is
gede-escaleerd. De kippen waren geelpeld en kukelekuden (kukelekuen, gekukelekuud) naar de neergelegde geltharing [mannetje, hommer]. De gefacelifte assepoes
simuleerde een gefakete ziekte. Zij fakete die dus. Gij zult de gei [geitouw, lopend touw] niet loslaten. Hij is
gegeerd [begeerd, in
trek] en heeft gegeert [verkeerdjassen = onbep. wijs]. Overdonderen =
épater le bourgeois. Het interesseerde hem geen vits [geen
zier, ook: vis]! Geheid, dat hij die gehypete rage volgt! Die geinponem
heeft geïnternet. De geiser is kaduuk. De geilaard geilde op wulpse
verleiderstypevrouwen.
2. Een beperkte selectie van '*isch*: aäronitisch [Aäron], Abchazisch [taal
Abchazië], adamitisch [Adam],
anorectisch (anorexia nervosa – antoniem:
boulimisch), a-posteriorisch [a posteriori],
a-prioristisch [a priori], aseptisch [tegen infectie], asthenisch [krachteloos],
avant-gardistisch [avant-garde], ayurvedisch
[Indiase gezondheidsleer], bio-elektrisch [elektrische verschijnselen in levende wezens],
biologisch-dynamisch (bd), brachycatalectisch [vers,
laatste voet ontbreekt], cosmetisch, kosmisch, Dacisch [Dacië, thans in Roemenië], darwinistisch [Darwin], deiktisch
[ij – aanwijzend], didascalisch [didascalia = geschrift uit de eerste helft van de derde
eeuw: 'De katholieke
leer van de twaalf apostelen en de heilige leerlingen van onze Verlosser'],
diëlektrisch, diëtisch [dieet], draconitisch
[jaar = eclipsjaar], eidetisch [visueel], Elysisch [Elysium,
paradijs], Elzassisch, enclitisch [enclisis:
wacht ie], eolisch [met of door de wind],
epideiktisch [rede,
vorm meer verzorgd dan de inhoud], eufonisch (eufonie
= welluidendheid – als een eufonium?), farizeïsch [farizeeën], foto-elektrisch, Friulisch [taal, Reto-Romaans rond het Italiaanse Udine], Frygisch
[Frygië, Klein-Azië], fytopathologisch [plantenziektekundig], Gotisch [uitgestorven Oost-Germaanse taal; Krim-Gotisch bestond
langer], hagadisch [hagada – boek met liederen
over de uittocht uit Egypte], heracleïsch [herculisch,
Hercules], hypocritisch (van hypocrisie!),
icterisch [geelzuchtig], iso-osmotisch [chemie], ithyfallisch
[lid omhoog], kallipygisch [met mooie billen], Kanaänitisch [Kanaän], Longobardisch [Germaans
dialect], lethargisch [ongevoelig, in diepe slaap – maar: letaal], literair-historisch (GB
ook: tt), mefistofelisch [Mefistofeles,
geraffineerd verleider], multi-etnisch, neoacademisch, niet-euclidisch [zekere meetkunde, Euclides], non-conformistisch,
on-Belgisch,
oneirisch [m.b.t. dromen], orfisch (van Orpheus), oudtestamentisch [O.T.], panhellenistisch [Grieken,
verenig u!], Pictisch [Picten, Schotland in
Romeinse tijd – Pictenmuur van Hadrianus], pyknisch
[kort en gezet] en pythisch
[= Delfisch; de Pythische Spelen, het pythisch orakel].
3. Verder:
reologisch [m.b.t. stromingsleer],
reumatisch, schizothymisch [lijkt op schizofrenie =
gespletenheid], seismisch [m.b.t.
trillingen, aardbevingen], semi-empirisch, sociaaldemocratisch, spasmolytisch [kramp
opheffend], sthenisch [krachtig, vitaal],
Stygisch [wed = de
Styx], tachygrafisch [schrijfmachineschrift], thaumatologisch [wonderen], theïstisch [immanente,
levende God t.o. transcendente van het deïsme], tragikomisch,
trans-Atlantisch [over of overzijde Atlantische
Oceaan], tribrachisch [verzen: kort, kort, kort], tryptisch [trypsine, tryptase
= in darmen], Tsjadisch [Tsjaad],
utraquistisch [utraquisten: avondmaal met brood en
wijn], Virginisch [Virginia],
voltaïsch [m.b.t. volt(age)],
Voor-Indisch [voormalig Brits-Indië],
voor-Perzisch [tijdvak],
voorreformatorisch, vroeggotisch, wilhelminisch
[Duitse keizer Wilhelm], wyclifitisch [Engelse theoloog John Wyclif], zefirisch [zefier = koele westenwind], xylografisch [houtsnijkunst], zelotisch [dweperig, fanatiek, zeloot = ijveraar, Simon de Zeloot],
zoroastrisch [Iraanse profeet Zarathoestra – Duits:
also sprach Zarathustra!], zymotisch [gistend],
elliptisch [ellips, van zin: onvolledig],
Moskovisch [Moskou], augusteïsch [keizer Augustus], atypisch [onregelmatig], oestrisch (vergelijk
oestrum = oestrus = periode vrouwelijk geslachtsleven), nomothetisch [wetgevend] en lactovegetarisch [wel: melk, eieren, etc.].
4. De inhoud van het Jaarboek 2010 is niet meer te
traceren in de oVD (klopt niet helemaal, je ziet
dan: toegevoegd in 2009). Wel kun je nog zoeken naar 'tussenwerpsel' (dat gaf naar de situatie 2015 maar liefst 1128 treffers).
Ik geef een selectie: ahum, better safe than sorry [zekere
voor onzekere], cash is king [vrij beschikbaar
geld], conferatur (vergelijk, afkorting cf.),
doemetoch (bastaardvloek), efkes (eventjes), just in case (voor
het geval dat), less is more (motto: kracht
van de eenvoud), merhaba (informele Turkse
begroeting), so be it (het zij zo), too big to fail (van
banken) en when the going gets tough (als
het erop aankomt).
Verder nog (Jaarboek 2009 = toegevoegd in 2008):
Befehl ist Befehl, fakking (fokking, fucking),
fuck you (vaak met fuckgebaar), goeiemoggel (informele begroeting), hallootjes (idem), tiens [tjèhñ]
en woela (ik zweer het, Arabisch, ook wollah).
Idem uit Jaarboek 2008 (toegevoegd in 2009):
alhamdullilah (alle lof en dank zij Allah),
bersiap (strijdkreet van de Indonesische
vrijheidsstrijders tegen Nederland, Maleisisch), correct me if I'm wrong,
holy shit [verbazing], offtopic [heeft er niets mee te maken], shitterdeshit, si
en la (zus en zo), vorrei e non vorrei (gezegd ter uitdrukking van twijfel, Italiaans) en
ten slotte who cares (wie kan het wat schelen?).
5. Verder (jaartallen heb
ik weggelaten): alstu, asje, awoert (boe),
duh (zelfs een dom persoon snapt het wel),
f2f (face to face, sms-taal, chattaal), (god)miljaar (basterdvloek),
idd (inderdaad, sms- en chattaal), lol (laughing out loud, idem), peu nerveux (enigszins zenuwachtig), pioew (uiting van opluchting), plopperdeplopperdeplop (verbazing), shoot (shit)
en watskeburt (populaire jongerengroet met de
strekking 'wat is er aan de hand?'). Een nieuw voegwoord (jongerentaal) is 'boeien' [niet interessant]. Een nieuw telwoord is 'spuuggenoeg' (meer dan genoeg). Nieuwe bijwoorden: achterlangs,
eraan ((het) eraan geven), gemakkelijkheidshalve (gemakshalve), d'office (automatisch),
for the record (officieel), larger than life
(zeer imposant), nooit (zeg nooit nooit), staandevoets (op staande voet), vanjewelste (stevig, geducht, GB ook: van jewelste, van je welste),
as we speak (op ditzelfde moment), lauwtjes,
multikanaals en on the spot (ter plekke).
6. Verder: sul ponticello (dicht
bij de kam gestreken), sul tasto (boven de
toets gestreken) en werkende weg (al
werkend). Ook noteerden we: achteren (van achteren
kijk je een koe in de kont). Nieuwe voornaamwoorden: deze (in dezen) en naks (quasideftig:
niks). Favela's [ee] zijn sloppenwijken in Brazilië. Een
ostracisme is een schervengericht. 'Gouwe-dozen-met-blikken-randen' is een
bastaardvloek. IJzeren heinen doen meestal nogal ijzerenheinig. Hoe schrijf je
'missie-ijver'? Fiolen zijn sierlijk gevormde flesjes, met lange hals en kleine
buik. Een cataclysme is zoiets als een wereldramp. Een germain [zelfde grootmoeder] van mij heet Germain. Een
getijcentrale werkt op de getijdenbeweging. Bij
een geuzenlied drink je natuurlijk een geuzelambiek. Een lid van het Verbond
der Edelen droeg een geuzenpenning. Geuzenpartij is de aanduiding van een
niet-rooms-katholieke
partij.
7. Het was
broodnodig, hard nodig, hoog(st)nodig,
dringend nodig. Een wijer is een moeras, een rawah ook, net als een donk en een
goor. Daarin leven helofyten [moerasplanten].
Op een oeteldonk [droge plek moeras] leven
kikkers. Het gillesdelatourette(syndroom) (tourette(syndroom), syndroom van Gilles de la Tourette, ) is een neurologische aandoening waarbij de patiënt lijdt aan een
tic convulsif [korte, snelle samentrekkingen
gelaatszenuwspieren] die gepaard gaat met
coördinatiestoornissen, sociale onaangepastheid en dwangmatig napraten (echolalie) en/of
dwangmatig gebruik van met name vieze woorden (coprolalie). Glauconiet is een mineraal, glauk [bnw.] zeegroen en een
glatik een rijstvogel. Hij is getroebleerd. Troebelen (trubbels) kunnen door
troubleshooters worden opgelost. Je moet hen eerst gevangenmaken of -nemen,
daarna gevangenhouden. De wedstrijd zou lang gelijk
opgaan. De thuispartij scoorde in de mêlee van
een scrimmage. De uitpartij zou echter in de extra time gelijkmaken en dus
gelijkkomen.
8. Genâ en vree zij met u. Op
generatiegebied heeft VD een omslag gemaakt: de einsteingeneratie, de generatie
X (of: generatie nix; de leden ervan zijn nixers)
en de generatie Y. Wie nikst, is een nikser. Die voltooid deelwoorden zijn
nooit behandeld: geroetsjt, gestretcht, geramsjt, geprivilegieerd,
gepluimstrijkt en gepiercet. Mesjogge [gek, zot,
dwaas] is iets anders dan gesjochten [arm,
de sigaar]. Er was veel stress en gestres. Er was veel geschwärm [gedweep] rond Elvis Presley (zelfs hij had elvisbakkebaarden, net als die
Elvislookalike). Het valt voor een gereïncarneerde niet mee om te
re-integreren. Deze aardappelen zijn gesauteerd [snel
bruin braden]. Heb je die ge-sms'te boodschap ontvangen? Hij hield de
biljartballen geserreerd [compact, bijeen].
Als je sophisticated (wereldwijs) bent, heb
je sophistication [verfijnd intellect]. Een
'sophisticated lady' kan worden aangeduid als gesofisticeerd (gesofistikeerd), maar sofisticeren is ook iets
met suiker en bier of wijn.
9. Een aantal recente werkwoorden zijn: asielshoppen [-hoppen, meer landen], backcasten [niet meer in VD: terugredeneren [GB] vanuit de toekomst],
binge-eten (bij vreetbuien), bingen (bingedrinken), (web)cammen,
voipen [met VoIP – Voice over Internet Protocol,
internettelefonie], voguen [dansen met poses
van modellen], zand happen [stof happen],
typosquatten [sterk lijkend op andere, domeinnaam
registreren], sudokuen, skypen, tomtommen, pilatesen [oefenmethode, ademhaling, etc.], noords wandelen (nordic walking), gsm-parkeren en de-installeren.
Verder youtuben, wilfen [What was I Looking For], twitteren,
squirten [vrouwen: vocht afscheiden bij orgasme],
re-enacten [historische gebeurtenis in scène
zetten, naspelen], powerpointen, hyven, hoaxen [nep-e-mails],
ftp'en [file transfer protocol], e-werken,
bandyen [bandy spelen, soort ijshockey] en
blooperen [blunderen]. En ook: winozzen (= wilfen – waar was ik naar op zoek), wiiën [met de
Wii], tackelen [met een tackel],
swaffelen [vergelijk: tietelen], smirten [flirten bij
buiten roken], waterpoloën, jobhunten [actief
een baan zoeken], loosgaan [uit z'n dak],
DNA-lezen, BBQ'en en backtracken [proces in
omgekeerde volgorde]. Ten slotte: afpilsen [laatste
pilsje bij stappen], facebooken, omhoogneuken [t.b.v.
carrière], squatten [hurken], stylen (kapsel, nagels), texten (sms'en)
en viben (vorm van dansen).
10. Aan nieuwe bijvoeglijke naamwoorden vond ik:
begeistert [enthousiast], bierschoon [gespoeld glas], boho [zigeunerstijl],
broke (bankroet), down the drain (door het putje, gaat verloren), eager [begerig], easy going [gemakkelijk
in de omgang], evidencebased [gebaseerd op
de wetenschap], goedgeschoold en goed opgeleid, Koranvast [net als: Bijbelvast], mocro (Marokkaan), neukable [niet
meer in VD: neukbaar, fuckable], rof (jeugdtaal,
van: rough), rood- of geelgeschorst, shock-and-awe [militair: met grote overmacht],
wifi (wireless fidelity) en übercool. En
ook: tjampoer [gemengd: atjar, saté tjampoer],
shariabestendig [niet strijdig met], pissed [erg boos, kwaad], op-de-borst-klopperig, keitegek
(kei!), coewl (jeugdtaal,
cool) [koe-wəl] en broodarm [straatarm]. Verder: well done (van vlees: doorbakken), on demand (op afroep), kerstig [m.b.t. kerst],
high-end (kwalitatief zeer hoogwaardig) en
bon chic, bon genre (bcbg – goed geklede
Parijzenaar uit de beter kringen). Ten slotte: tryseksueel [uitprobeerder], part of the game [daar kun je niet onderuit],
open-minded [ruimdenkend] en one size [kleding: in één maat].