Dictee - dictees [0914]
Column Tussen
1. Er zijn heel wat bussen, dussen (van het bijwoord dus,
eigenlijk geen meervoud!), gussen (dikwandig gietijzer om ronde staven goud te
gieten en: grindzand; helaas hebben deze beide betekenissen van 'gus' geen
meervoud ...), hussen (de hele hus = troep, boel, zooi en (schertsend) hussen met zinkhoorns of met prikken, met
sukenerie en wat water erover, hussen met je neus ertussen = antwoord op de
nieuwsgierige vraag: wat eten we vandaag?), jus d'orange (hier is meervoud van
jus gewoon ook jus), kussen, lussen, mussen, pus = etter (geen meervoud), Russen
(inwoners Rusland), russen (rechercheurs of bepaalde planten), van zijn sus (geen meervoud) draaien of vallen = flauwvallen, en
zussen. Tussen deze zelfstandige naamwoorden hoort het voorzetsel tussen op zich niet thuis.
2. Het woord 'tussen' komt zo vaak voor, dat ik hier en daar
uit Van Dale maar een greep doe: 1) tussen de regels door, 2) tussen hemel en
aarde (in de lucht), 3) hij komt tussen elf en twaalf, 4) tussen licht en donker,
5) tussen de buien door, 6) tussen hoop en vrees zweven en 7) tussen twee
kwaden kiezen. Dit alles uit VD's lemma 'tussen'.
3. Veel woorden beginnen met tussen, een selectie: 1) tussenuur
(op school), 2) tussentrein (in de spits), 3) tussen-s (de eerste s in
dorpsstraat), 4) tussenpaus (figuurlijk: tijdelijk aangestelde leider die alleen
maar aanblijft tot de opvolging van zijn voorganger definitief is geregeld), 5)
tussen-n (zoals in bessensap), 6) tussen-e (zoals in armelui), 7) tussen-de-orenziekte
(ingebeelde ziekte) en 8) tussendag (ingelaste dag, schrikkeldag).
4. Er zijn ook veel woorden die op tussen eindigen: 1) ertussen
(= daartussen): iemand ertussen nemen = beetnemen en ertussen komen = (bij een
gesprek) onderbreken, 2) ervantussen: ervantussen gaan = ervandoor gaan, de
plaat poetsen, 3) hiertussen – raakte hij bekneld, 4) intussen = middelerwijl,
inmiddels: eindelijk vertrok de bezoeker,
het eten was intussen koud geworden en intussen = evenwel: het vriest, maar intussen loopt zij nog zonder
jas!, 5) ondertussen = middelerwijl, inmiddels: hij had ondertussen de kamer verlaten en ondertussen =
niettegenstaande, niettemin: zij komen er
ondertussen al heel ongelukkig af , 6) roedecactussen en statussen horen
hier duidelijk niet bij ... en 7) waartussen = tussen welke.
5. Vervolgens wijs ik nog op het Latijnse 'inter' dat ook
'tussen' betekent: 1) inter alia = onder andere, 2) inter amicos = onder vrienden,
3) interbancair = tussen banken, 4) interbellum = periode tussen 2 oorlogen, 5)
intercity (trein tussen steden), 6) internet, 7) intercom, 8) inter jocos et
seria = tussen scherts en ernst, 9) interlandwedstrijd = tussen landen en 10) intervaltraining
= met tussenpozen.
6. Ten slotte moet ook het Latijnse 'intra' met betekenis
binnen, tussen, onder, vermeld worden. Voorbeelden: 1) intracellulair = binnen
de cellen, 2) intramuraal = binnen de muren (van een ziekenhuis, verpleeghuis),
3) in parietes privatos = onder vier ogen, 4) intraveneus = binnen de ader
(vena = ader) en 5) intrazonaal = binnen een bepaalde zone; let op:
interzonaal is tussen bepaalde zones.
7. Zo luitjes, tabee, ik ga ervantussen!