Groot Dictee der Leuvense studenten 2015
De ondergang van de titan
1. Blasfemische pseudo-intellectuelen, briest de rector. Vol dedain springt de would-bepresident van het Noordoost-Brabantse hogeschoolassociatieverbond uit zijn mondaine negentiende-eeuwse pluchen fauteuil. Torfs'
[rector Rik Torfs!] stentorstem overrulet driest de caleidoscopische discussies betreffende de gederfde valuta-inkomsten, de opgestarte sollicitatieprocedures voor adjunct-urgentieartsen, de downstemming vanwege de ontaarde secularisatie op deze godgeklaagde aardkloot.
't volle leven, zoals zijn betovergrootmoeder placht te peroreren [met veel nadruk spreken] – de contouren van zijn erasmiaanse utopie. Zijn sibillijnse trouvaille bestaat in het ontwerpen van een ark die, zoals in de oudtestamentische era, het zielenheil van de mensheid enigszins moet remediëren.
[ook: gesampeld] uit galjoenen, triremen [in de
oudheid: galei met drie rijen roeiers boven elkaar], een U-boot en een skreivlet(!) [Noorse kabeljauw]. Voor de ingebruikneming heeft de pauwentrotse [Taalunie] nestor zich omgeturnd tot een bourgondische kaperkapitein, compleet met harrypotterbrilletje, vermiljoene [bnw.] epauletten en kapper Maurice'[!] befaamdste haarinplant.
5. Enthousiast word je publiekelijk rondgeleid langs een adembenemende ziekenboeg, voorzien van geraffineerde apparatuur voor katheterisatie, röntgentherapie en fMRI-scans. De kombuis geurt verrukkelijk naar exquise, met kurkuma-extract bereide zwezeriken, naar goulashsoep met zee-egel en met whisky geflambeerde przewalskipaardensteak. Voor hypochondrische zenuwlijdsters is er een sauna, voor sportieve plebejers een ruimte om te frisbeeën, en voor geitenwollensokkenbreiers een volière met kolibries en quetzals en een aquarium met coelacanten
[grote, primitieve beenvis], guppy's en reuzensalamanders.
[mv. - succubus = duivelsverschijning die als
vrouwelijke partner aan een coïtus deelneemt] met bokkenpoten.
sint-juttemis. De commerciële media sturen niettemin een authentiek spelkoninginnetje als consciëntieuze verslaggeefster, geenszins een Groene Boekjesregelfreak (!), maar wel onoverwinnelijk bij
mens-erger-je-niet.
kandidaat-bewindvoerders voor de excellerende universiteitsstad. Zij keuvelen in het Platduits, het steenkolenengels en het Papiaments.