Dictee - dictees [0612]
Oefendictee 829 (deel 1
Dictee 829, alinea 1 t/m 3.
1. Zand erover, zeg maar kaddisj. Met kalomel wordt kwik-I-chloride bedoeld. Een toptienspeler (top 10-speler) zit in de top tien (top 10). Hoe spreek je eigenlijk 'kaenozoïcum' uit? Wat is een kapo [WOII van Kamppolizei] (niet die van 'capo di tutti capi')? Kijk, een eindeloze karavaan van caravans op weg naar de karavanserai. Een karesansui [uitspraak?] is een zentuin. Niet alle Karpatischsprekenden hebben een karpatenkop. Het was een heel karwei om die karwij te oogsten. Hij heeft moeite met zijn kauw- en slikbewegingen. Hij gaf me een waardevolle keepsake [aandenken]. De trein deed van tjoeketjoeke en kedengkedeng. Hij was boetseerklei aan het keimen [afwerken met minerale verf]. Hoe vond je die keiist-op-zeeshow? Deze kemenche heeft 2 snaren, maar geen Kema-keur [Instituut voor Keuring van
Elektrotechnische Materialen]. Een kelei is een oosters tapijt: kun je daarmee daadwerkelijk lekker vliegen?
2. Staan de republikeinen in Amerika met hun amerikanisme ook voor een soort van republicanisme? Met een ketch [kaag, platboomd] kun je varen. De verlossingsverkondiging wordt ook wel kerygma genoemd. Als een Vlaming kine [ee] ondergaat, krijgt hij kinesitherapie. Hij bezit circa, kirakira, 60 hectare. Deze klassieker werd klassikaal voorgelezen. Die kleine Aziaat is feitelijk een Klein-Aziaat. Wie kan kleurenzien, is niet rood-groenkleurenblind. Knuffelziekte, kissingdisease, ziekte van Pfeiffer. De klas 3C-klassenoudste was een klasseknul. Is deze kid nu een ki-resultaat of eerder een k.i.d.-product [of zelfs van de kie]? Als meeuwen schreeuwen, kliauwen ze. Die klijnzone [klien, hoogveen] is beslist niet klein. Ik heb er geen
klok-en-hamerspel verstand van, de ballen dus. Zij speelt daar de komische Alte.
3. Het is windkracht 7 op de schaal van Beaufort, de beaufortschaal, 7 beaufort dus (afgekort: 7 Bft). Na de knockdown volgde de knock-out. De KNRM is de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij. Was dat even koeliën [ploeteren]! Ik zoek een koekenbakker die koekebrood bakt. Een koetei is een zee-egel, een kutai [oe] een hoogkijker. Is een koffie-uur niet wat lang? Wat Koïsch is, komt van Kos. Een kolanoot bevat cafeïne. Een koksiaan volgde De Cock, een coccejaan Coccejus. Krijg de koleire [èh], de kolere [ee], krijg de klere! Met Koloniën wordt het toenmalige departement bedoeld! Hij doet komenschap [koophandel]. Ik wil kond doen van een geboorte. Deze (drie)koningendag [dertiendag, Driekoningen] valt in januari, de Koningsdag in april. M.n. de 'Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij NV' wordt veelal met 'Koninklijke' aangeduid.