Ook Breskens 2012 voer ik nog een keer ten tonele.
S = specialisten, L = liefhebbers, onderstreept = invullen
(On)zin(nen)? Welnee, een gezellig spellingbeetje!
S1. De zinnen van dit dictee hangen als los zand aan elkaar. Ik wil u niet choqueren [shockeren], u geen cultuur- noch elektroshock toebrengen; dat lukt me vast ook niet, want u bent immers shockproof. U gaat dit dictee dan ook vast niet schokkerig schrijven.
S2. Als manusje-van-alles
(maître Jacques, factotum, jack-of-all-trades, doeal) mag u zich
uitleven op deze portie orthografische ratatouille, dit ratjetoe.
L3. Als je
Breskens binnenrijdt, word je meteen gewaar dat dit het rodepinguïn(s)dorp is. Een plaats die bol staat
van de fantasie dus, en er is ook nog dit eblouissante museum.
S4. Of het Bijbelboek
Makkabeeën [Makk.] voor katholieken, joden en protestanten apocrief
dan wel deuterocanoniek is, daarover verschillen de meningen.
S5. VD
hanteert de vorm Mattheus [Matth. of Mt.] naast de
NBG-schrijfwijze (Nederlands Bijbelgenootschap). Het mattheuseffect houdt overigens in: wie heeft, zal nog meer krijgen (NBG: Matteüs 25, vers 29, overigens ook: 13, vers 12).
NBG-schrijfwijze (Nederlands Bijbelgenootschap). Het mattheuseffect houdt overigens in: wie heeft, zal nog meer krijgen (NBG: Matteüs 25, vers 29, overigens ook: 13, vers 12).
L6. Terwijl
Kwik, Kwek en Kwak daldeeden, nam Donald Duck in de middeleeuwse dagobertstoel
plaats. Wie van de vier leed er aan daltonisme, rood-groenkleurenblindheid?
S7. Hoe
schrijft VD 'Haggaï' [Hagg.] en 'Daniël' [Dan. of Dn.]? Over de schrijfwijze van 'Filemon',
een van de brieven van Paulus, bestaat geen verschil van mening. Andere apocriefe
boeken zijn Ecclesiasticus, Tobit en Wijsheid van Salomo.
S8. De Riagg'er,
een pseudo-drs. (afkorting), heeft ge-EHBO'd en ging op een oma's-fiets
naar de formule 1-wedstrijd.
L9. De vis
wordt duur betaald [Dat is dus duurbetaalde vis]. Dat geldt ook voor de zee-ever en de waterzo.
Het museum was blij met het exemplaar van de roofblei. Hebben ze al een piranha?
S10. Daar,
ergens diep onder zijn gekrepte haar, lag het opgeslagen in zijn brocacentrum,
hersengedeelte voor de spraak: gecrêpt papier is geen wc-papier.
Hij nam er nog maar een paar crêpes suzette [GB nu ook crêpe suzettes, anders uitgesproken!] op.
S11. Bij het
nymfaeum (de fontein) duikelde hij twee nymphes du pavé op. De
ene was nymfomane, de andere vertoonde een soort van nimbus
(stralenkrans) en bleek snoeze- en hoezenpoes te zijn.
L12. Het chanoekafeest
is het joodse Lichtfeest, niet te verwarren met het Divali, het hindoese
lichtjesfeest.
S13.
Besturingssystemen worden geüpgraded, botsauto's zijn gecrasht,
sportlieden hebben gebaseballd, boeren hebben gecombined en
goededoelenacties hebben gefundraised.
S14. Luister
maar, je schrijft niet, wat je hoort: chaebol [dzjèh-buhl], giaur
[gah-voer], aa-lava [ah-aa-laa-vaa], worcestersaus
[woes-ter-saus] en eschscholtzia [èh-sjohl-sie-jaa].
[woes-ter-saus] en eschscholtzia [èh-sjohl-sie-jaa].
L15. Voor de
mindere goden verschenen deze bijzinnen op mijn dicteeretina: ik
heb me verreikt bij het verwisselen van de plafondlamp; hoe schrijf je 'Bevrijdingsdag'
en 'nationale dodenherdenking'?
S16. Een
bijzonder soort postiljon op zijn calèche (vergelijkbaar: op zijn
kales) is de postillon d'amour. Wat is een postille ook al
weer?
S17. De Grote
Beer (Wagen, steelpannetje, Hemelwagen) is een bekend
sterrenbeeld dicht bij de noordpool van de hemel.
L18. Kop-hals-rompboerderijen
zie je in West-Zeeuws-Vlaanderen niet; wel toemaathooi (hooi van
het tweede gewas, soms aangetast door wildvreterij) en af en toe zie je
zelfs een paar spring-in-'t-velds.
S19. Tussor
is de grijsgele stevige zijde van het spinsel van de rups van de tussahvlinder.
Hij heeft zich eigen gemaakt hoe je zelfgemaakte kaas maakt. In
Limbabwe wonen trouwens limbo's.
S20. Als je
daarheen gaat, maak je een canossagang. Bij argoteren bedient men
zich van cant [kènt]. De cannelures leken wel op cannelloni.
L21. Hij spotte
zijn moeder, ontwaardde zijn kaartje en heeft een aardje naar
zijn vaartje: hij gelijkt naar zijn vader.
S22. De
chemieles ging over acetylsalicylzuur, aceetaldehyde en de zeaxanthine,
de fysicales over de brug van Wheatstone en de geisslerse buis.
S23. Langs
het paadje stonden planken met een pâtelaagje. In het gras werd de pâté
de foie gras gereedgemaakt. Een dronkenlap kun je gemakkelijk
shanghaaien.
L24. Een trukendoos
zit meestal vol trucs, maar wordt niet per truck vervoerd. Acts
worden opgevoerd ten genoegen van een breed publiek.
S25. Een cachelot
is een potvis, een cache-pot een sierpot. Met zeil en treil is
niet helemaal hetzelfde als met wijntje en trijntje. De jezuïet was van orthodox-roomsen
huize.
S26. Cacheren
is bedekken, kasjeren koosjer maken. Hij lijdt aan een vie
manquée.
L27. De leerling-onderwijzeressen,
de juffen in spe, zaten op verschillende Nederlandse p.a.'s. Mag
je met zo'n hbo-diploma ook lesgeven in het Vlaamse a.s.o. [GB, VD 2015: aso]? Zitten daarop asoërs of aso'ers?
S28. De havoër,
later vwo'er geworden, kreeg een aioplaats en werd aioër
en later zelfs doctor honoris causa.
S29. De hoogrode
astrilde is een Australische prachtvink. In meerdere nouveaux
romans komt het ancien régime ter sprake in het kader van de nouveaux
riches.
L30. Het allerallergênantste was dat ze allerbekrompenst
en allerbelabberdst gehuisvest (gedomicilieerd) waren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten