Woensdag
16 januari 2013: Dictee Bijbelse termen (2)
1. Hierbij
dan een aantal Bijbelse termen. Die ik hier opneem, zijn alle overgenomen van
de betreffende bijlage in de papieren VD naar de online-VD. Van Dale noemt de
aronskelk ook aäronskelk. De aäronitische zegen stamt van Aäron, zoon van Amram
en Jochebed. Je moet geen Abrammetje willen spelen [halve waarheid zeggen, Gen. 12:13 - liet zijn vrouw zeggen: ik ben je zuster]. Wat belijden de
abrahamieten? Die vormden een Syrische sekte in de negende eeuw die de godheid
van Christus loochende. Abraham teelde Izaäk en Izaäk teelde Jakob. Achab huwde
met Izebel. Jesaja is de profeet die optreedt tijdens de koningen Jotham, Achaz
en Hizkia. De Bijbelse figuur Achitofel is naamgever van alle achitofels (niet
te vertrouwen raadgevers). Zijn adamieten naaktlopers? Ja. Hard studeren is
adammen. Iedereen is familie van mij van Adamswege, maar wie is jullie echte adam
(stamvader), voor zover bekend? Ahasverus was de Wandelende Jood. De Amorieten
vormen in de Bijbel een stam van de Kanaänieten.
2. Twee
van de twaalf apostelen zijn Jakobus, de zoon van Zebedeus en Jakobus, de zoon
van Alfeus. De Ammonieten wonen ten oosten van de Jordaan en de Dode Zee,
ammonieten zijn fossiele weekdieren. Amos is een van de profeten, maar het
Bijbelboek met die naam ook een van de kleine Profeten. Zonder de apostel Andreas hadden we
nu nooit dolle of kouwelijke driesen gehad. Anna (Sint-Anna) zou de moeder van
Maria geweest zijn. Een voorstelling van het laatste oordeel is (volgens Van
Dale) een apocalyps(e), het laatste Bijbelboek is de Apocalyps(e) (Openbaring
van Johannes). In het woord
(de logos) wordt het Woord geopenbaard. Wat zijn de
zeven gaven van de Heilige Geest (die zelf de gave Gods is)? Volgens Jesaja:
wijsheid, inzicht, raad, sterkte, kennis, vroomheid en ontzag voor God.
3. Bethesda
was een vroege zorginstelling. Beth-El (Betel) ook
[alle drie niet meer in VD]? Berseba is een plaats aan
de zuidgrens van Kanaän. De benjamin van de familie dankt zijn naam aan de
jongste zoon van aartsvader Jakob. (Koning) Belsazar is verbonden met de uitdrukking
'mene, mene, tekel ufarsin' (letterlijk: geteld, geteld, gewogen, te licht; gij
zijt gewogen en te licht bevonden). Met Belial wordt de duivel bedoeld (met
zijn kinderen Belials of belialskinderen). Voor Bel: zie Baäl [ook: Beël]. Een behemoth
wordt vereenzelvigd met een nijlpaard [2020: groot en viervoetig dier]. Een beëlzebub is – letterlijk of
figuurlijk – een brulaap. Met Beëlzebub [god van de Foeniciërs - ook: e - en Syriërs] kun je de duivel of de boze geesten
uitdrijven. Het beëlzebubsfeest is de schoonmaaktijd. Nou zeg je alweer 'och':
'Och' [eigenlijk: Og] was de koning van Bazan. Wat heeft de
(Sint-)Bartholomeusnacht (Bloedbruiloft - in die nacht duizenden hugenoten vermoord) met een discipel van Jezus te maken?
Bartholomeus [Meeuwis] was discipel van Jezus: een van de twaalven. In de NBV (Nieuwe Bijbelvertaling) spellen ze trouwens Bartolomeüs (zo ook:
Matteüs, maar in onze dictees gewoon nog: Mattheus). Asafoetida is duivelsdrek
(gebruikt als specerij). U ziet: we zijn bij de b. De rest zoekt u zelf maar
op!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten