Dictee – dictees [3518]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee feb 2022 (2), geheel herzien naar situatie 2023
Dictee van de dag (1108)
Oefendictee feb 2022 (2)
1. Die jonge moeder heeft een klein dochtertje. Waar is die heroïen [heroïne] verstopt? Die pubers waren duidelijk nog in hun puberteittijd. Een inchoatief of inchoativium als ‘bevriezen’ slaat op iets dat begonnen is of aan het ontstaan. IS is de Islamitische Staat, ISIS is de Islamitische Staat in Irak en Syrië en Isis is de Egyptische godin van de natuurkracht, gemalin en zuster van Osiris (net als Demeter de moedergodin, vgl. ook de vadergod). Een jacobin ministre was eerst en vooral jakobijn. Wat heeft een jaquemart [staand figuurtje, klok, uren slaan] met een jacquard(machine) [bij weefgetouw voor patronen] te maken? Niets. Tja, coeli hoort bij R/rorate coeli desuper [D/dauwt, hemelen, uit den hoge] en caeli hoort bij scala caeli (jakobsladder). De eco-elite [natuurlijk milieu] kan het allemaal wel (zelf) betalen.
2. Ze
wezen met hun jakobsstaf naar de
Jakobsstaf [sterrenbeeld].
VD heeft gegripeerd, GB gegriepeerd. Hij is getreiterd, gegriept.
Griep, griepen (mv.), griepje. Appiekim
is in NL (Bargoens): in orde, voor
elkaar! Een skrei is een zekere kabeljauw. Uit de taal Bantoe: gumbo
= okra(soep) [ook: oker, een vrucht],
kalimba = mbira [muziek], mamba, een
grote, giftige, Afrikaanse slang, marimba [xylofoon],
n(a)gana (tseetseeziekte),
Shona (Bantoetaal in Zimbabwe), ubuntu
[oe],
ethisch beginsel of medemenselijkheid en Zimbabwe
(republiek in Afrika, vgl. Zimbabw(e)aans
– e
alleen VD, lijkt fout –
in BE zeggen ze wee). Is die
bloemkooleter(di-ethyl)etherbedwelming nog gelukt? Hoe zou je
‘bantuknots’ in het Bantoe schrijven? Joints de culasse zijn
koppakkingen.
3. Een
spatsie (wafels met ijs ertussen) is
lekker, maar je moet geen spatsies [kapsones,
ongewenste gekheid] maken: ik heb echt terecht gezegd dat
sommige spatjes regen uiteindelijk terechtkomen in een spaatje blauw,
rood of bruis. Een hoatzin is een vogel die dat niet is, maar er
prehistorisch uitziet. Ik wijs op niet-zijn, uit-zijn en het
ik-bewustzijn en ik-besef. Chintzen is van chintz, kiebitzen is
toekijken en ongevraagd advies geven, spachtelputzen is wanden
pleisteren; spitzen gebruik je bij ballet en zum Kotzen is walgelijk.
Aanbevolen woorden voor dictees: ausputzers (libero’s),
(cine)witz(en),
ersatz(en) [vervangingsmiddel]
en hotsen (op en neer en heen en weer doen
gaan).
4. Verder nog: ismakogie (zekere bewegingsleer), kratsen (krabbelen), lutz(en) [bij kunstrijden op de schaats], protsen (opscheppen, bluffen), smarotsen (klaplopen, smullen, schranzen) en spritsen (spuiten, door de tanden spuwen). Mag ik een teiltje? Het is walgelijk, zum Kotzen en treppenwitzen, esprits de l’escalier [grappige inval als mosterd na de maaltijd]. Op *oid: bleu froid (van vlees: rauw en koud), celluloid (celluloïde), chancroïd (sjanker), colloïd (znw. = colloïde), cricoïd (kraakbeen in strottenhoofd), diploïd(e) (bnw. – dubbel aantal chromosomen), euploïd(e) (bnw.), floid (kunststof tennisbaan), haploïd(e) (één stel chromosomen per kern), hydrocolloïd, keloïd (goedaardig gezwel van littekenweefsel), kristalloïde (znw.) en o.i.d. [of iets dergelijks].
5. Ook nog: mucoïd (slijmachtig), osteoïd (benig, beenachtig), polaroid(camera), polyploïd(e) [veel *], rubberoïd, sangfroid (koelbloedigheid), sigmoïd (sigma romanum, S-vormig deel dikke darm), tabloid, tetraploïd(e) [* 4 maal het aantal chromosomen] en triploïd(e) [drie]. Op *oit: à bon droit (met goed recht), abus de droit (rechtsmisbruik), Dieu et mon droit (devies Richard I), exploit [ohj] (stukje malware in een computerprogramma – deurwaarder: exploot!), passe-droit (passeren bij een benoeming), soit (het zij zo) en terme de droit (opschortende tijdsbepaling bij uitvoering van een verbintenis). De ex-CEO geniet nu van das Glück im Winkel [teruggetrokken, huiselijk leven]. Het is des Guten zuviel, te veel van het goede. Een zuwe is regionaal een looppad door een moeras. Das Eiapopeia vom Himmel (wiegelied).
6. De kodiakbeer is genoemd naar het eiland Kodiak in de Golf van Alaska. Bij de protestacties zag je onder meer een lange sliert van protesttaxi’s. Let op: assaisonneren (kruiden) is met ss, s, nn! Grootsig is groots, grozig. Een greb of grub is een grebbe of greppel. De Grebbelinie ligt tussen Spakenburg en de Grebbe (klein riviertje bij Rhenen). Grub Street in Londen heette later Milton Street, plaats voor broodschrijvers en sensatiejournalisten. Een grrl [uh:] is zelfbewust. Wil je wiet telen, dan moet je bij de growshop zijn. Ie(t) wie(t) waai(t) weg. Als een gemeente wiet kweekt, is dat gemeentewiet. Op een tefffarm kweken ze in Ethiopië een glutenvrije graansoort. Een tefila/lle is een gebed(enboek). Teffens (tevens) zijn tefilin gebedsriemen.
7. Bij het boksen kun je punchen, een jab uitdelen. Dicotyl is tweezaadlobbig (en monocotyl …). Een dickpic is een piemelfoto [fallusafbeelding]. Monoclien slaat op kristallen, monoclinisch op planten. De lazerstralen waren aan het lazeren, met laserstralen kun je laseren. We zijn bij lange (na) niet boven Jan. De NZa is de Nederlandse Zorgautoriteit: die raadt af, te veel (een teveel aan) pikketanis(sies/sen) te drinken [ook: borrel, neut, keiltje, hassebassie]. Na het yogaën o.l.v. de yoga-expert nuttigde de yogini (vr., mv. yogini’s) een yoghurtdrank en de yogi (m., mv. yogi’s of yogin) kon je zien, yoghurt etend uit zijn drinkyoghurtbokaal. De judo-equipe, een judoka (m/v, mv. ‘s) in judogi (pak, ‘s) en een judoleraar was in de judojo (lokaal, ‘s) voor een judo-off.
8. De
lelie behoort tot het geslacht Lilium.
De scilla is een lelieachtig bolgewas, niet te verwarren met Scylla
en Charybdis. Een bopper bopt, danst de bebop (ook:
haardracht). Je hebt ook nog neo- en postbop. Iets langer dan
go(d)samme is godsammekrakepitte. De G-
en de vanderwaalskracht staan wel in de wdb., de buckyball ook, maar
de vandegraaffgenerator niet. Bourgeois (bnw.,
znw.) en bourgeoise (vr.), café
(mv. s) liégeois (nagerecht)
en (pour) épater le bourgeois = (om
te) overdonderen. Die gozer is een geboren loser en werkt voor
een footloose organisatie [niet gebonden
aan vestigingsplaats]. Een christoffel is een beeld [van
Sint-Christoffel]. Stelliet is een
kobalt-chroom-wolfraamlegering [ook: wolfram,
tungste(e)n].
Uit het mineraal scheeliet, dat vnl. bestaat uit calciumwolframaat,
wordt wolfraam bereid, het symbool daarvoor is W.