Dictee
– dictees [2824]
De
Spelspelquiz van Onze Taal
van zaterdag 23
juli 2022
Gegeven
50 zinnen; voor één woord
2 of 3 alternatieven; het goede is groen
1.
Als
iets voorbij is, is het ………
passé
– passeerde
2.
Een ander woord voor ‘bank’ is ……….
canapee
– canapé
3.
Als je iets heel zelfverzekerd zegt, zeg je het met veel ……….
aplomp
– ablomp – aplomb
4.
Een ander woord voor ‘onverstoorbaar’ is …………
stoicijns
– stoïcijns
5.
Een ander woord voor ‘papieren’ is …….
papperassen
– paperassen
6.
Als iets er lekker uitziet, oogt het …………..
apetijtelijk
– appetijtelijk
7.
Als er voor rust is gezorgd,
is er dus rust ………..
gecreëerd
– gecreërd
8.
Als je een bedrag aan iets besteed hebt, is dat het ……….
bestede
bedrag – besteedde
bedrag
9.
Iemand lof toezwaaien is iemand ………….
bewieroken
– bewierroken
10.
Een bepaalde soort zachte Italiaanse kaas is ……….
mozarella
– mozzarella
11.
Als je planten hebt verpoot, zijn het ………….
verpote
planten – verpootte
planten – verpoten planten
12.
Als iets in positieve zin opvalt, heeft het …….
cachet
– cachèt
13.
Als een uitkomst voor de hand ligt, is dat de …………
te
verwachte uitkomst – te
verwachten uitkomst
14.
Als je ergens op geabonneerd bent, ben je …………
abonné
– abonnee
15.
Een ander woord voor ‘dag!’ is ………..
tabé
– tabee
16.
Een ander woord voor
‘slachthuis’
is …….
abattoir
– abbattoir
17.
Een ander woord voor ‘commissie’ is ……
comité
– comitee
18.
Veel te strenge maatregelen zijn …..
draconisch
– drakonisch
19.
Als je op je netst gekleed bent, ben je op z’n ………
chicst
– chiquest
20.
‘Xtc’ is de afkorting van …….
ecstasy
– extasy
21.
Een ander woord voor ‘schofferen’ is ……….
bruuskeren
– brusqueren
22.
Als de paden zijn bestraat, zijn het ………..
bestraatte
paden – bestraten paden – bestrate
paden
23.
Een grote, pompoenachtige vrucht is de ………….
calebas
– kalebas
24.
Een ander woord voor
‘tablet, pil’ is …………
dragé
– dragee
25.
een ander woord voor ‘verwaarlozen’ is …….
veronachtzamen
– verontachtzamen
26.
Rare streken zijn ………….
kapriolen
– capriolen
27.
Een muziekinstrument dat bestaat uit een aantal klokken is een ……..
carillon
– carrillon
28.
Een winkel met lekkernijen is een ………..
delicatessewinkel
– delicatessenwinkel
29.
Een populaire stijl aan het begin van de twintigste eeuw was de …….
artdecostijl
– art-decostijl
30.
Een bepaald soort varkensvlees noem je ………
casselerrib
– casselerib
31.
Als
je huishoudelijke taken moet doen, heb je ………
corvee
– corvé
32.
Denken in tegenstellingen is …………..
wij-zij-denken
– wij-zijdenken
33.
Een andere uitdrukking voor
‘in je nakie’ is …………
in
Adamskostuum –
in adamskostuum
34.
Als je alert bent, ben je op je …………
qui
vive – qui-vive
35.
Een ander woord voor toeteren is ………
claxoneren
– claxonneren
36.
Een lage leunstoel is een ………..
crapeaud
crapaud
37.
Als je met z’n drieën in het water springt, doe je het ………..
alledrie
– alle
drie
38.
Een gerecht met verschillende groenten is een ………
groentenschotel
– groenteschotel
39.
In Arnhem rijden …………
trollybussen
– trolleybussen
40.
Als je veel ervaring hebt, is dat een ………..
pré
– pre
41.
Een ander woord voor
‘anderen vrijlaten in hun doen en laten’ is …….
laissez-faire
– laisser-faire
42.
Een ander woord voor ‘onzin’ is ………
apenkool
– apekool
43.
Een ander woord voor ‘daarnet’ is …………
zoëven
– zo-even
44.
Het @-teken noem je ook weleens …………
apenstaartje
– apestaartje
45.
Als je adellijk bloed hebt, ben je van ………..
adellijke
huize – adellijken
huize
46.
Pubers hebben vaak ……….
acne
– acné
47.
Een schitterend succes noem je ook wel ………
eclatant
– éclatant
48.
Een vrouwelijke logé is een
………..
logee
– logée
49.
Als iets walgelijk is, is het ……….
zum
kotzen – zum
Kotzen
50.
Oma heeft in de jaren tachtig fanatiek ………..
geäerobict
– geaerobict
– ge-aerobict