zondag 3 juli 2022

2791 Dictee woensdag 06-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (626) √ x

Dictee – dictees [2791]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 231, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (626)

Het Groot Bargoens Dictee (soms met ondertiteling)

1. Je kunt een achterommetje (onderdoortje) maken (à la de dieren). Bij de studenten is een adje het in één keer leegdrinken (atten!) van het glas (ad fundum), maar in het Bargoens (dieventaal, gielerstaal, argot) is een adje ook een (oom) agent, een glimjas (glimmerik). De stukadoor (plafondwerker) was afgepeigerd (doodop, dodelijk vermoeid) van het stuken (pleisteren, ook: stuccen). Attenoje (kreet van verbazing, meerdere varianten), is hij werkelijk asjeweine (weg, dood, meerdere varianten) gegaan? Azen is twee enen werpen bij het dobbelen, averij oplopen is een geslachtsziekte krijgen. Vader, net uit de bajes (nor, bonenhotel, lik) ontslagen en overigens een baardaap van een vent, liep te baanderen (banjeren), toen de kinderen aan het badderen waren. Er ging twee barendneef (75 cent, niet meer in VD) in een daalder (reken dus maar uit: fl. 1,50 [ƒ] – een knaak is trouwens een rijksdaalder, fl. 2,50 [ƒ]). Een brandspinoze(r) is een brandkast, die alleen met een snijbrander te openen is. Een leuningbijter is een baliekluiver.

2. Hij sloeg de fles aan barrels, aan gruzelementen. Er ging twintig bas [van 5 cent] in een piek en een bas [twee] knaken was vijf gulden. Basterdsuiker is cocaïne (als je bevroren bent, ben je daaraan verslaafd) of kristalsuiker. Een beestje was een dubbeltje (beissie, beis is twee – ook, zie eerder: bas). Een bef is een rechter of het vrouwelijk geslachtsdeel (ook: besluit, behoje, eierkorf, emmer of inkomen). Een behojebikker is dus een souteneur. Het befgajes is de rechterlijke macht (gebeft gajes). Met de koude bever(d) heb je koorts. Voor de bijl gaan komt van de balie, het gerecht. Een penis wordt ook kruk (kortjan) genoemd. Met van bil gaan doe je aan coïre, vrijen. De tent (het spul) van Blanus slaat op een negentiende-eeuwse kermisattractie (geen kop-van-jut!). Bruin is Bargoense koffie, bucht Bargoens geld. Wat een bu/ocht: dat is niet te drinken! Een fokse spie is een gouden tientje. Het krakertje [een borrel] kostte een habbekra(t)s en mijn vrouw nam (rood) krentenwater (wijn).

3. De Curaçaoënaar had een grote curaçaoënaar. 'Hou je gedeisd' komt van deizen [zich stil houden]. Met een dajem leg je een eed af. De tram zal spoedig stilhouden. Een denderkit is een danshuis en een diamantgroeve is een juwelierswinkel. Elf is duizend, tja [Jiddisj, Jiddisch: eleph, Hebreeuws: èlef]. Gekkengetal: elf, denk aan alf. Toen ik zwaar eisjedies (dronken) was, is mijn vrouw eisjedies gegaan (zij heeft overspel gepleegd). Met een Engelsman [Engelse sleutel] kun je klusjes doen, maar pas op voor ezelen [hard werken als een ezel], en nog meer voor een ezeltjerijder (een ladelichter [n/s]). Je moet me geen fibbetjes (leugens) vertellen. Fiedelen is in ABN [Algemeen Beschaafd Nederlands] vioolspelen, op de viool spelen. Dat kostte vroeger een fiets (vijf gulden, twee 'achterwielen' = rijksdaalders).

4. Een filippie was een flap (flab, flep) van tien gulden. Moet je iemand bij de flip nemen [bij de neus nemen, beetnemen], omdat hij flippes [geld] heeft? Dat wil ik niet op mijn foelielat (kerfstok) hebben. Hij deed zijn gaperik [mond] niet open over zijn ganneferij [kleine diefstal]. Zijn reputatie is nu wel naar de gallemieze(n). Een geeltje was een vijfentwintigje [gulden]. Hij had – ondanks zijn mooie gouwenaar (gouden horloge) – geen godskorrel [= niets] om naar de gondelbajes (gondelkit, de schuine gordijnen, het bordeel) te gaan. Hij kan me de bout hachelen (de pot op), Limburg noemen wij Bargoenssprekenden gewoon de groenstraat. Een meid met een handvat [homoseksueel] kan vanzelfsprekend met de handkar gaan [masturberen]. Een heitjespiejijzer is een kwartjesvinder, heit is vijf, een heitje een is kwartje en het heil is de kerk.

5. Een hilversummer is een niet-Jood, die behoort tot de goj (een jid, een Jood, behoort daar wel toe – mv. in GB: gojem, gojiem, in VD: gojim, gojims). Hij logeerde in hotel de Houten Lepel (hotel Bellevue, de nor). Hij had drie jantjes (drie jaar cel) gekregen, gelukkig geen kerstboom (een jaar tuchthuis). Een joet was een tientje [gulden]. De Kaap is de benaming voor Katendrecht als rosse buurt in Rotterdam [uiteraard ook: Kaap de Goede Hoop]. Hij liet de kakelaar (de advocaat) op zijn kakement (bakkes, gezicht) vallen. De kamertjesklant (onderduiker) genoot van zijn kapitein-luitenant (een kopstoot, een borrel met een glas bier). Hij was nog lang niet kassie-zes (dood). Hij hielp me voor een keutel en drie knikkers (een kleinigheid, een habbekra(t)s), maar werd al snel daarna gehaald door Kille Kobus (de dood). Hij had kletspatet (hoofdzeer) en werd bijgestaan door de zwarte kip (geestelijke, pastoor) vlak bij de knekelmijn (het kerkhof).

6. Een langnek is een gans en de lat los hebben is krediet hebben. Een linkmiegel (linkmichel – zelfde uitspraak) is een linkerd. Lou loene, hij had geen cent te makken, de lorrenbaal (armoedzaaier). Majem is water en majemen dus wateren. Op marode gaan is gaan pierewaaien, maar in de marode zitten is aan lagerwal zijn. Een mattenklopper was een gouden tientje. Hij gaf me een mekajem, een oplawaai. Ben je nou helemaal mesjogge (meerdere varianten)? De miegtiejijs is het urinoir. Hij woont in Groot-Mokum, dat onderdeel is van mokum en mediene (stad en platteland).

7. Zijn tante woont in Klein-Mokum [Rotterdam – mokum = stad,
Groot-Mokum = Amsterdam
]. Probeer niet aan zijn mokkel [meisje, geliefde] te komen! Wat was zij een moot (stuk), zeg. Als hij in de nachtploeg [op inbraak uit] zit, moet hij oppassen voor de nachtuil [nachtwaker]. Negerzweet is een beledigende aanduiding van koffie. Hij schaamde zich de nieges [zeer], dat zijn nepschore [oplichtingsgoederen] getraceerd was. Met een nijf [mes] kun je iemand nifteren [doden]. Nolijeheine [uitroep van verbazing], daar sloeg de caissière (kassière) weer aan het okketaaien [te weinig geld teruggeven bij afrekenen]. Brabant is het oliekontenland, vol met oliekonten (Brabantse boeren). Ome Gevert is dood, ome Hebbert leeft nog en mijn oom Tom zit in Ome Kolenbrander [de gevangenis] wegens pafferikmisbruik [vuurwapen, revolver].

8. De panas is de lommerd, het pakhuis de gevangenis, de palmer en de pajot (als hij tussen Zenne en Dender vandaan komt, is hij een Pajot) de soldaat, een pageintje een aardigheidje, pages van iets zijn is er pagud (bang) voor zijn. De dief werd pekaan gemaakt [gearresteerd]. Pernoze mannen [van het vak, dieven] behoren tot de penoze [onderwereld] en komen vaak in de petoet [cel, gevangenis]. Het kleine piechempie (piechempje = dwaas, onmogelijk mens, Jood) kon door het wc-raampje naar binnen. De klant werd door de cafébaas gepiepeld [belazerd]. Een pitmop is een groot glas cognac. Een platvink [portemonnee, portefeuille] kun je rollen. We gingen haastig pleitheine (pleite, pleiter), we namen de pleitvaart [weg]. Bij spiegel- of porseleinrijden (ook: porselein rijden - in de taxi) heb je een vrijlustig vrachtje aan boord.

9. Hij had een gekrulde pots [snor, knevel] en een goed gevuld prentenboek [portefeuille]. Ze hadden toch wel ontzag voor de prinserij [politie en justitie] en de prinsemarij ((bereden) politie). Alsjeblieft (alstublieft), heb rachmones (medelijden) met mij! Krijg trouwens de rambam [verrek maar] (of werk je het rambam = een ongeluk). De winkelvoorraad werd verramsjt [tegen afbraakprijzen verkopen]. Loop nou gauw naar de ratsmodee [naar de bliksem]! Rats, kuch en bonen [= ratjetoe], dat is het soldatendiner. De reetkever en de reetroeier [beide: homo, beledigend] waren aan het roeiepoetsen [onaneren], waarbij ze hun roer [penis] recht hielden. Ze waren aan het rojemen [spieden] en aten roggeteunis [roggebrood, ook met krenten]. Ze waren kampioen ruften [winden, scheten] laten. Hij deed geen tukje [dutje], maar zat een rukje [gevangenisstraf] uit. Hij wist van zijn santé niet af [was zich nergens van bewust], toen hij een saffie (saffijntje, saffiaantje, sassie = sigaar, sigaret) opstak. Wil je er echt geen sassem (suiker) in?

10. Zijn schiebaart [geschonden gelaat] zag er niet uit. De schlemiel van het stel was op de schobberdebonk (op de bonnefooi) gekomen. Ik heb schrans (schriebes, schrooi, schroei = honger). Ik heb daar geen seigel (sjoege, sjoechem = verstand) van. Is dat sjanken [trouwen] sjalet gezet [op losse schroeven]? Dan hoeft de sjampoepel [champagne] niet koud te staan en kunnen we gewoon sjappie hendele mendele [hutspot] eten. Hij was een echte slamassel (slemassel, pechvogel), want hij verloor zijn slang (horlogeketting). Geef hem daarom maar een lekker bakkie slemp (koffie). Een sloper is een looddief. Hou je snaaiem [mond] dicht! Een souger [koopman, scharrelaar] is een behoorlijk rare kwibus.

11. Een sperwer (spits = paraplu) zet je op om het droog te houden. Hij zat te spinzen [geen s] [zoeken, speuren, vlassen] op gewin. Als je stottert, betaal je met (in) termijnen. Hij verpafte zijn strootje (sigaar). Met dat stuk wil ik wel wat. (Witte) suiker is cocaïne en bruine suiker heroïne. Een tikker is een horloge, timtim is zilver en een timtimmer is een zilversmid. Een trapper is een paard, een tortelkit een bordeel, de toges is je achterste en de tofes de gevangenis. Een
tinus-aan-de-rekstok is een kruisbeeld. Gooi maar weg, het is allemaal triefel (troep, rotzooi). De heer S. te V. had inmiddels al een tuintje op zijn buik [begraven zijn]. Bij het sjacheren [bedrieglijke handel drijven] van de armoedzaaiers onder elkaar viel er heel wat te vermontevioleparken [van armoedzaaiers onder elkaar: sjacheren].

12. Er waren meerdere waalredders (niet meer in VD: iemand van het havenpersoneel). Een weggie is een manusje-van-alles. Een bij- of wijgoochem is een waanwijs persoon. Een winkelhaak is een bochel. Witsel is morfine en een wout is een politieagent. We lieten de bewijsstukken zakken (gooiden ze in het water). Zitjes pezen is stoelenmatten. Het zonnetje, de dievenlantaarn, kostte twee zwaantjes (22 stuivers, 2 als gestileerd zwaantje, fl 1,10). Een zwijntje is een gestolen fiets, dus de zwijnenjacht is … en een zwijntjesjager is … Een zielenzalver is een priester en een zitterik is een stoel. Dertig zonnen reeds draaiden mij boven het hoofd (ik was al dertig jaar). Een zoutkrabber is een zeeschip en een zwartje is onder andere koffie zonder melk. Het edelvolk omvat de beroepsdieven. Een erwtje ten slotte is een elektrische bel.

 

 

 


2790 Dictee dinsdag 05-07-2022 (2) – dictee Spelspel Ronde 1 √ x

Dictee – dictees [2790]

Spelspel Ronde 1 op zaterdag 02 juli 2022 (NPO Radio 1)

Tweestrijd om een plaats in het Groot Radio Dictee op 26 november 2022.

De kandidaten kregen zinnen waaruit ze 1 woord moesten spellen.

Binnen zekere tijd. Goed = 2 punten, fout = 0, passen = -1.


Kandidaat 1

1. abrupt

2. liniaal

3. basilicum

4. onoorbaar

5. bestede (bedrag)

6. sinecure

7. hartstikke

8. larynx

9. saffraan

10. speldt (ze …)

11. centaur [met de gebruikte uitspraak s alleen dit goed, met uitspraak k kan ook kentaur]

12. elektronica

13. leidt (waar … dat toe)

14. meticuleus


Kandidaat 2


1. beklijft

2. getobd

3. obscuur

4. verwachte (uitkomst)

5. vindt (ze …)

6. souffleur

7. biseksueel

8. kaketoe

9. amaryllis

10. ceintuur

11. chic (een … hotel)

12. correlatie

13. spektakel

14. hardleers

15. excuses

 

 


zaterdag 2 juli 2022

2789 Dictee dinsdag 05-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (625) √ x

Dictee – dictees [2789]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 232, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (625)

Bijbeltaal (met dank aan Hanneke)

1. Er zijn heel wat bijbels: de armenbijbel (de biblia pauperum), de bajesbijbel, de groene bijbel [het groene Boekje] en de bijbel van 52 bladen [kaartspel]. Op de school met de(n) [archaïsch] Bijbel wordt meestal niet meer met de Statenvertaling (= inhoudeen statenbijbel met bijbelbeslag!) gewerkt. Sommige gezinnen hebben de
Deux-aesbijbel [de Bijbel van deux aes] als familiebijbel, soms nog met gotische letter (Duitse letter). Bekend zijn ook de zakbijbel, de huwelijks- en kanselbijbel, de rabbijnen- en de rijmbijbel en de kinder- en platenbijbel. Sommigen gedragen zich on-Bijbels, bijna als in de
voor-Bijbelse tijd. Sommige Bijbelwoorden zijn heel populair bij gedreven bijbelverspreiders. Volgens de Bijbel is 'het scheppingswerk in zes dagen' het hexameron. Indiapaper is dundrukpapier voor bijbels.

2. De Bijbel (Sacra Scriptura, de (Heilige) Schrift, H.S.), de Koran aanvaarden, dat is: het christendom, de islam omhelzen. Hij zei: 'Abba, Vader, alles is U [NBG 2021: u] mogelijk' (Marcus 14, vers 36 of 14:36). Als de rechte Adam komt, gaat Eva mee [ge­zegd te­gen een meis­je dat be­weert niet te wil­len trou­wen]. Piet is mijn neef van Adamswege. We schrijven dat maar net zo als 'van Godswege'. Ahasverus was de Wandelende Jood, deze staat echter niet in de Bijbel vermeld. Uit Openbaringen (de Openbaring van Johannes, de Apocalyps(e)) citeer ik: 'Ik ben de alfa en de omega'. De Bijbel kent het aloëetje ook als specerij uit het aloëhout. Alle huidige hoofdstukken (kapittels, kapittelen) zijn canonieke Bijbelboeken (ze behoren tot de canon), van de apocriefe boeken noemen we: Judith en Ecclesiasticus (niet Ecclesiastes, dat is Prediker!). Ook Habakuk en Haggaï zijn Bijbelboeken. Poerim is het Hamansfeest. Hermeneutiek is Bijbeluitlegging.

3. De asherakat stamt van een Engelse merknaam, genoemd naar de semitische godin Asherah, verwant aan Baäl. Het oplossen van de milieuproblematiek is als het bouwen van een toren van Babel. Baths is het meervoud van een inhoudsmaat van ongeveer 36 liter. Het bdellium is een welriekende gom (ook: bedolah). Met de oude en nieuwe bedeling worden het Oude en Nieuwe Testament [O.T. en N.T.]  (Nieuwe Verbond, Nieuwe Wet, Novum Testamentum - Nov. Test.) bedoeld. De vorst der demonen wordt aangeduid met Beëlzebub. Met de bekkeneelberg (Statenvertaling: hoofdschedelplaats, NBV (Nieuwe Bijbelvertaling): Schedelberg, Schedelplaats) wordt Golgotha bedoeld. In het gezin van aartsvader Jakob was Benjamin de benjamin van het gezin. De Biblebelt (Bijbelgordel) loopt dwars door Nederland. Houd je verre van bibliolatrie [verering] en -manie [verzotheid] (bibliomantie is iets anders = waarzeggerij d.m.v. de Bijbel of andere heilige boeken). De Bijbelgetrouwheid van ketters is vaak zeer groot. Hij lijkt er een uit de arke Noachs. Met de olijfhof (olijvenhof) aan de voet van de Olijfberg wordt letterlijk Gethsemane bedoeld. Zingen ze daar nog onberijmde psalmen?

4. Het Bijbellezen (je kunt ook koffielezen!) gebeurt vaak na de maaltijd. Een bijbeltegel bevat Bijbelse motieven. Een boanerges is een heftig man, een prediker die gloeit van geestdrift en blaakt van vurige geloofsijver. Of de bode der goden nu wel of niet komt, je kunt zo rijk zijn als Boaz. Een staande uitdrukking is: een vaste burcht is onze God. Een lofzang aan de Bijbel ontleend, is een canticum (kantiek). De kerkelijke feestdag Driekoningen refereert aan Caspar, Melchior en Balthasar. De catenen zijn Bijbelverklaringen, met name uit de kerkvaders. De codex argenteus is het enige handschrift van Wulfila's Gotische Bijbelvertaling. Een concordantie is een register van Bijbelplaatsen. Het verhaal van David en Goliath leidde tot andere david-en-goliathverhalen. Hij is niet onbesneden van lippen [goed van de tongriem]. Het boek van Johannes is een openbaringsboek. De Messias is de Opgang uit de hoogte. Er is maar één Oude van dagen [God].

5. Opa, waar is je davidsdeken (het woord staat niet in de Bijbel, wel in Van Dale, lees 1 Koningen 1, vers 1-4 (1:1-4) maar eens: jonge bijzit van oude man)? Deo volente (volente Deo) wordt afgekort als D.V. (V.D.). De deuterocanonieke boeken worden wel in de Kerk van Rome erkend, maar niet door de protestanten. Hij was ten dode opgeschreven. Laat de doden hun doden begraven. Egypte had drekgoden volgens Ezechiël 6. Edik is in Bijbeltaal azijn, duivenmest is een onbekende plant (in de Bij­bel, 2 Kon. 6:25)]. Een enakskind is een reus van een kerel, een enfant prodigue is een verloren zoon [en een enfant prodige een wonderkind]. Na de epistellezing volgt normaliter een lezing uit de evangeliën. Een voorbeeld van een apocrief evangelie is het Thomasevangelie. Ga niet te snel 'de weg van alle vlees' [sterven]. De faraomier is een plaagmier. Als iets naar de gallemieze(n) gaat, moet je denken aan het Hebreeuwse woord voor kiezels, puin, gruis. In een gedenkoffer(!) kun je niets bewaren. De jehova's of Jehova's getuigen brengen het godswoord, Gods Woord.

6. Als je in je knollentuin bent, ben je in je hof van Eden. Adam en Eva hadden oorspronkelijk hun domicilie in de Hof van Eden. In Mattheus 27, vers 22 (27:22) lezen we: vandaag hosanna, morgen kruisigt hem (NBV 2015: aan het kruis met hem). Huidvraat kan melaatsheid zijn. Ik ben op het verzoek van de vrouw ingegaan en tot haar ingegaan (ingekomen). De zevendedagsadventist was helemaal into de Bijbel, maar ook into de Japanse cuisine. Itala is de benaming voor de oudste Latijnse Bijbelvertaling (later vervangen door de Vulgata; men spreekt thans van pre-Vulgaatteksten of vetus latina). Een synoniem is Vulgaat, de herziene Vulgaat of Nova Vulgata dateert uit 1986.

7. Een jobstijding maakte een einde aan het jobsgeduld van Job. Een jodengenoot of proseliet is een niet-Jood, die tot het joodse geloof overgegaan is zonder zich te laten besnijden. Hij is een echte jonas, hij kijkt altijd als Jonas in de walvis. Als 't David en Jonathan is, betreft het twee dikke vrienden. Leven als Kaïn en Abel geeft veel onderlinge strijd (en kaïnisme? = oudste uit het nest doodt de jongste). Ploegt deze dicteeauteur met andermans kalf [bij hulp van een ander, doen alsof je het zelf gedaan hebt]? Was zij een Kanaänitische [uit Kanaän]? De katharen [geen seksuele omgang] zouden geen nakomelingen moeten hebben, maar ja, het vlees, hè? [De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak – Jezus vroeg de discipelen wakker te blijven, maar ze vielen in slaap.] Gods knecht kreeg kracht naar kruis.

8. In de Bijbel staan Krethi en Plethi (een soort lijfwacht van keurtroepen) voor Jan Rap en z'n maat. Een kind van Laban is blank (het witte schaap). Vee of tuig van Laban is vee of tuig van de richel. De Leidse Vertaling is van Kuenen, Hooykaas, Koster en Oort. De letter doodt, maar de Geest maakt levend (2 Korinthe 3, vers 6 (3:6)). De leviathan is een mythisch monsterachtig waterdier. De passie is het lijdensverhaal. Van huis uit waren ze luthers. De Maker is de Schepper. Mannin is vrouw (Hebreeuwse woord: isja), ter onderscheiding van de man (isj).

9. Een bedrijvige martha is een zorgvolle drukke huisbestierster. De Zoon des Mensen, de Mensenzoon, is Christus. Het mincha is het namiddagoffer of -gebed. 'Hij ziet zo zwart als een molik = vogelverschrikker' slaat terug op het Hebreeuws. Een kind van Naboth is een stijfkop. Neig uw oor naar (de quakers zouden zeggen: sidder voor) het woord van de Heer. Heb je ergens hiervoor al een associatie met aloë's ontdekt? De oudvaders leefden voor de zondvloed. Paralipomena zijn toevoegsels aan wijsgerige geschriften. De paradijsboom is de kennisboom en de paradijsslang heeft Eva verleid. Pietluttig komt van de Bijbelse landennamen Put en Lud. Je hebt kleine, grote, vroege en late Profeten. Enkele Bijbelboeken zijn protocanoniek (van het begin af aan). Jezus Sirach echter is een deuterocanoniek Bijbelboek. Stenen tafelen zijn tafelen der wet [met de tien geboden, decaloog, decalogus].

10. Een sjofar is een ramshoorn. Lees eens wat uit het boek der Richteren. Op haar vijftigste kreeg zij een sara. Genesis is het scheppingsboek over het scheppingsverhaal. Sommige bijbels zijn in segrijn(leer) gebonden. De donder is de stem des Heren. Volgens de Liesveldtbijbel is al ons weten maar stukwerk (1 Kor. 13:9). Hoed u voor dit eenentwintigste-eeuwse sodom en gomorra. Uit de tale Kanaäns van Daniël 13 kennen we een kuise suzanna. De terafim zijn godenmaskers. De Thabor is een berg in Palestina. De Thora beslaat de vijf boeken van Mozes. Iedere protestant is een paus met de Bijbel in de hand. De Parakleet is de Trooster, de Voorspraak. Je moet niet de mug uitziften en de kemel doorzwelgen. Hij werd tot zijn vaderen vergaderd. Vrijdenkers en de franc-maçonnerie houden zich maar betrekkelijk aan de Bijbel. De taal van West-Goten (Visigoten) komt in Bijbelfragmenten voor. Dat gaat erin als Gods Woord in een ouderling. Hij liet geen zaad na. Een zebedeus is een weerloze tobber. Wat de Bijbel is voor dominees, dat is de Grote Van Dale [Dikke Van Dale] voor de overige zeurkousen [W.F. Hermans]. Na mij de zondvloed! Ken je de gelijkenis van de verloren zoon [het enfant prodigue]?

 

 

 


vrijdag 1 juli 2022

2788 Dictee maandag 04-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (624) √ x

Dictee – dictees [2788]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 233, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (624)

Naar vreemde talen gezocht met '*afrikaans*', '*arabisch*', Tsjechisch, Portugees en Pools

1. Namibisch betekent Zuidwest-Afrikaans. De grote ster van Afrika is een beroemde diamant van 530,2 karaat. Donker en zwart Afrika liggen in de schaduw (van wat eigenlijk?). Een Centrafrikaan is een
Centraal-Afrikaan en Centrafrika is de
Centraal-Afrikaanse Republiek. Het africano is een bonte marmersoort. De afrikanistiek bestudeert de Afrikaanse talen. Het voorvoegsel afro- in bijvoorbeeld afrobeat verwijst naar de van oorsprong Afrikaanse cultuur. De agame [uh, mv. n] is een diktongige hagedis. Het afzelia [als hout] heet ook wel doussié (apa, de boom zelf heet afzelia). Een amperbroekie is een g-string. Baba ganoush is in de Noord-Afrikaanse keuken een tapenade van gepureerde aubergine, knoflook en olijfolie. De vogel toerako is een bananeneter. De baobab is de apenbroodboom. De briouat, de bissara en de bestilla zijn ovengerechten, de braai is een
breng-zelf-wat-meebarbecue [breng zelf wat mee], de bobotie is een ovenschotel. De chakchouka [groenteomelet, ook: shakshuka – zelfde uitspraak, dus niet voor dictee!], de charmilla, de chermoula, de chorba en de dukkah zijn allemaal (Noord-)Afrikaanse gerechten. Op een couscousavond vinden auto- en allochtonen elkaar. Ze gebruiken dan een couscoussier [pan uit 2 delen]. Hoop dan maar dat er geen verdwaalde koeskoezen uit Artis rondlopen. Een hijsbakkie
[Zuid-Afrika] is een lift.

2. De harissa is een pittige saus en de harira een gebonden soep. De gurkel is een snaarinstrument en de gnawa een muziekstijl. De (het) iboga-alkaloïde heeft een hallucinerende werking. Kefta is een gerecht van gekruid lamsgehakt. De kora is een tokkelinstrument en een kraal een dorp van onder anderen Kaffers. De krugerrand is een gouden beleggingsmunt, kwaito en kwela zijn (jazzy) dansmuziek en een kwaststaart is een stekelvarken. De loebia is een gerecht van bonen in tomatensaus. Nubisch is een Afrikaanse taal, het Numidisch juffertje een kraanvogel. De nijlgans werd als huisdier gehouden. De mbalax is een swingende muziekstijl uit Senegal, waarin traditionele ritmiek met jazz-, rock- en salsa-elementen wordt vermengd. De ngoni en de mbira zijn muziekinstrumenten. Het tedalschaap is het manenschaap (maanschaap). De marabi is een muziekstijl met invloeden van jazz en ragtime. Marokko is een van de Maghreblanden. Een luipaardman is lid van het geheime West-Afrikaanse Luipaardgenootschap. De steppezebra [n/s(quagga) is verwant aan de ezel. De quelea is een musgrote vogel, ras el hanout wordt bij de bereiding van couscous [gerecht] gebruikt. Een sabar is een trommel, de samoem (samoen) een wind.

3. De tantalus is de Afrikaanse nimmerzat [vogel]. De tajine is een stoofpot (of de inhoud ervan), het Swahili een Bantoetaal. De
suzanne-met-de-mooie-ogen is een slingerplant. De steppeolifant leeft in het savannegebied [2 x n/s]. Tifinagh is een synoniem van Berberschrift. De tilapia is een zoetwatervis voor consumptie, de vonkelwijn is een mousserende wijn en de zadelbekooievaar is een jabiroe. Watoessi's zijn runderen. Clitoridectomie is vrouwenbesnijdenis, zouk [oe] is een creoolse mix van dansmuziek en yohimbine is een giftig alkaloïde en een afrodisiacum.

4. Aboena's zijn priesters in Arabische landen. Saudi-Arabië
(= Saoedi-Arabië), Jemen, Oman, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar, Bahrein en Koeweit behoren tot het Arabisch Schiereiland. 'Bismillah' is een vrome islamitische uiting. Het Darija is een variant van het Arabisch. Een djellaba is een lang gewaad, de dirham is een munteenheid, een dhow [dauw] is een zeilscheepje en een derboeka (GB, alleen VD ook: darboeka) is een trom. De Duizend-en-een-nacht (1001 nacht = een verkorting) is een grote verzameling verhalen, sprookjes en spreuken. Die geeft aanleiding tot Arabische nachtvertellingen. De galabia is een uniseks kledingstuk in de Arabischsprekende landen. Het (de) gummi Arabicum is de Arabische gom. De jakobieten kom je op meerdere plaatsen tegen. Koefisch schrift is Oudarabisch lapidair schrift. Een janjaweed
[dzjahn-dzjaa-wie:t] (zelfde mv.) is lid van een gewapende Arabische militie in Darfur. Een liwan is een galerij bij een moskee, een kaffiya een arafatsjaal en een kashba (kasba) een citadel (vesting). Het nasserisme is naar Nasser genoemd. De murahaleen [oe ie] zijn Arabische ruiters. De medina is een oud stadsdeel van een Arabische stad. De mudejarstijl is een Spaanse kunststijl van de dertiende tot de vijftiende eeuw. De oed [uitspraak: oet] is de bekende (fretloze, elfsnarige) Arabische luit.

5. Sjiieten en soennieten liggen vaak overhoop. De spahi's zijn cavaleristen in Franse krijgsdienst, turco's dito tirailleurs. Het Urdu is een dialect van het Hindi. De VAE zijn de Verenigde Arabische Emiraten. Hij had Voor-Indische souvenirtjes meegebracht.

6. Bij het onderwerp 'Tsjechië' vinden we niet veel. CZK [see-zèht-kaa] staat voor de munt koruna (= kroon = 100 heller). Er was een diakritisch teken, bestaande uit een V-vormig haakje boven een letter; van dat diakritisch teken durf ik alleen maar een beschrijving op te nemen: het h-woord zelf ga ik niet vermelden, veel te riskant dat ik het fout doe … De tijd heeft dit probleem achterhaald: het bedoelde
h-woord is nu overal in VD haček! De panenka, een heel speciale strafschop, kan hier wel vermeld worden. Semtex is genoemd naar een buitenwijk van de Tsjechische stad Pardubice waar de fabriek staat, die het spul maakt. Een Sudeten-Duitser is een Duitse bewoner van de Tsjechische Sudetenlanden. De zwaan staat ook wel metonymisch voor de afbeelding van een zwaan, vooral als symbool van Luther. De Tsjechische martelaar Johannes Hus (in het Tsjechisch is een 'husa' een 'gans') deed de uitspraak, dat men nu wel een gans – hem – kon verbranden, maar dat na hem een zwaan – Luther – zou opstaan.

7. Dan maar Portugal proberen. Bij de likeur curaçao heeft het Nederlands de van oorsprong Portugese schrijfwijze overgenomen. De fado is een melancholiek, Portugees lied. De Lusitaanse kerk is de episcopale kerk van Portugal, sinds 1980 volledig lid van de anglicaanse kerkgemeenschap. De mitswa is de begrafenis bij de Portugees-israëlitische Joden. De hulpschaalverdeling, de nonius, is vernoemd naar de Portugees P. Nonius. Het Portugese oorlogsschip is een beruchte (giftige) kwal, ook wel bijdewindzeiler (zeeblaas, bezaantje) genoemd [met 30 m lange vangdraden]. Het Papiaments (Papiamento) is een mengtaal uit Portugees, Nederlands en negertalen. Het PIK [pee-jie-kaa] is het Portugees-israëlitische(!) Kerkgenootschap, overkoepelend orgaan van Sefardische joodse gemeenten in Nederland. Hun synagoges heten overigens snoges. Een telenovelle (telenovela) is een kortlopende, romantische soapserie. Piripiri is een Portugees en Mozambikaans gerecht met kip en Spaanse pepers. De namen Sao Tomé(!) en Principe zijn Portugees en betekenen 'Sint-Thomas' en 'Prins'. Het melancholisch en nostalgisch getint onbestemd verlangen, dat als zodanig tot uiting komt in de fado, wordt saudade genoemd.

8. Ten slotte gaan we op zoek naar 'Pools' en 'Polen'. De baba, het Poolse gebakje met rum en vruchtensap, is door de Poolse schoonvader van Lodewijk XIV in Frankrijk geïntroduceerd. De casarca is een eendachtige, oranjebruine vogel uit Zuidoost-Europa. Het copernicanisme komt via Copernicus uit Polen. Naar hem is ook het copernicium (atoomnummer 112 en symbool Cn) genoemd. Gappen (stelen) komt oorspronkelijk uit het Pools. Bij deze zoekactie in Van Dale kom je ook de Poolster (ster aan het uiteinde van de staart van de Kleine Beer) tegen en de poolstreken. De Poolse haarvlecht is een haarziekte. De Poolse hamer is een soort van hamerschelp, die in de Indische Oceaan voorkomt. De hetman is de hoofdman bij de kozakken [strijders, volk: Kozakken]. De konik is een halfwild paardenras. De krakowiak, mazurka en polonaise zijn van huis uit (nationale) Poolse dansen. Een nation en deuil is het (Poolse) volk in rouw. Een scheldwoord voor Pool (Poolse Jood) is polak. De Poolse munteenheid is de zloty (code: PLN[pee-jèh-lèhn]). Een sarras is een ruitersabel. De Sejm [seem] is de Poolse volksvertegenwoordiging. De taiga is een moerassig naaldwoud. De woiwoden besturen thans de Poolse provincies. Vroeger hoorde Polen bij het Warschaupact. Het polonium (atoomnummer 84 en symbool Po) is door Pierre en Marie Curie – Nobelprijswinnaars – naar hun vaderland Polen genoemd.

 

 


2787 Dictee zondag 03-07-2022 (2) – dictee Wekelijkse dicteetest 213 RL √ x

Dictee – dictees [2787]

Wekelijkse dicteetest 213 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?

Oplossingen: hieronder!


Bron: Oefendictee (oud) 713


1. Ze wilde ………….. een …………. hebben.

a. coûte que coûte                                  tête-à-tête

b. coûte que coûte                                  tête à tête

c. coûte-que-coûte                                  tête-à-tête

2. Voorbeeld van een ………...: ik heb ……….. aan jou.

a. dysfemisme                              schijt

b. disfemisme                               schijt

c. disfemisme                               scheit

3. De afkorting van 3 ………... is 3 ………….

a. Beaufort                        Bft

b. beaufort                         Bft

c. beaufort                          bft

4. Hoe schrijf je ‘…………..’ en ‘…………..’?

a. re-importeren                          re-imponeren

b. reïmporteren                           reïmponeren

c. re-importeren                          reïmponeren

5. De maestro at op het ………… lekkere ………...

a. diesfeest                              paella

b. diësfeest                              paella

c. diësfeest                              paëlla

6. Een ………. is een hoogkijker en een ……….. een jonge geisha.

a. kutay                       maiko

b. kutai                        maiko

c. kutay                       mayko

7. ……….. richtten de haven ………...

a. B & W                        herin

b. B & W                        her in

c. B en W                       herin

8. In zijn verzameling zitten een …………. en een …………...

a. christusdaalder                           wilhelminatientje

b. Christusdaalder                          wilhelminatientje

c. Christusdaalder                          Wilhelminatientje

9. Met de …………. Thomas wordt ……….. bedoeld.

a. heilige                              Sint-Thomas

b. Heilige                             Sint-Thomas

c. heilige                              Sint Thomas

10. Dronk ……….. al latte …………..?

a. Machiavelli                             macchiato

b. Macchiavelli                           macchiato

c. Machiavelli                             machiato


Oplossingen [213]: zie hieronder.

 

--------------------------------------------------------------------


Oplossingen [213]

1a 2a 3b 4c 5a 6b 7c 8c 9b 10a

8 Wilhelminatientje niet in wdb., alleen op internet.

Contact: leentfaarrein@gmail.com

 


donderdag 30 juni 2022

2786 Dictee zondag 03-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (623) √ x

Dictee – dictees [2786]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 234, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (623)

Hebreeuws, Hongaars, Roemeens en Italiaans

1. Het alefbeet is het Hebreeuwse alfabet, de alef is daar de eerste letter van. De boekrollen van de Dode Zee (de Dode Zeerollen) bevatten Hebreeuwse en Aramese handschriften. JHWH
[jee-haa-wee-haa] (VD, ook: JHVH, tetragram, tetragrammaton) voor Jahweh opschrijven is een voorbeeld van consonantenschrift, schrift met uitsluitend medeklinkers. Van deuterocanonieke Bijbelboeken is er alleen een Griekse versie. Hagiografen [theologie: Hebreeuwse boeken van het O.T. die als laatste in de canon werden opgenomen (Job, Spreuken, Psalmen, Hooglied, Prediker, Ruth, Klaagliederen, Esther, Ezra, Nehemia, Kronieken en Daniël) (Hebreeuws: chetubim)] zijn als laatste in de canon van het Oude Testament opgenomen Hebreeuwse boeken. Een term als 'God der goden' is een hebraïsme; zoiets wordt je door hebraïci uitgelegd.

2. Het Ivriet, is dat Hebreeuws voor je? Veel Jiddische (Jiddisje) woorden zijn verbonden met de tale Kanaäns. Het Nederbreeuws is een met hebraïsmen doorspekt Nederlands. De oelpan (meervoud: oelpans, VD ook: oelpanim, GB ook: oelpaniem) is een intensieve cursus modern Hebreeuws. In die taal kun je het schrift puncteren (er stippen op zetten). De rabbijnse wijsbegeerte is grotendeels aan de Talmoed ontleend. De Septuagint(a) is de in Alexandrië in de tweede eeuw voor Christus uit het Hebreeuws in het Grieks vertaalde versie van het Oude Testament. Een tetragram(maton), dat zijn de vier lettertekens waarmee de naam van God in het Hebreeuws wordt aangeduid (JHWH = Jahweh of JHVH = Jehovah).

3. Het Ests is verwant aan het Hongaars. De finoegristiek bestudeert de Fins-Oegrische talen. De goulash is een pittig gekruid Hongaars nationaal vleesgerecht (een soort hachee). De honved is de benaming voor de vroegere Hongaarse landweer. Het Hongaars behoort niet tot de Indo-Europese talen. Zonder Hongaars zouden we het kolbaszworstje niet kennen. Aan een Hongaars zadel kan een lepel zitten. Voor Hongaars zeggen we ook Magyaars. Een comitaat is een district in Hongarije. De Domaumonarchie (GB) is de federatie van het keizerrijk Oostenrijk en het koninkrijk Hongarije tussen 1867 en 1918 (ook: dubbelmonarchie – GB/VD). Een forint [HUF] is 100 filler. In internettaal staat hu [haa-uu] voor Hongarije [landcode HU]. De jakhals komt veel op de Balkan voor. Een magnaat is een rijksgrote in het oude Hongarije. In dat land komt ook het naakthalshoen voor. Palinka is vruchtenbrandewijn. Een poesta is een grassteppe in Hongarije. Welke grassteppedieren [2 x n/s] ken je eigenlijk? De tokayer(wijn) is een zoete Hongaarse likeurwijn.

4. Het Roemeens levert maar weinig stof. Een hospodar (gospodar) is de vroegere titel van de vorsten van Montenegro, Moldavië en Walachije. In Roemenië betaal je met leis [lei = leu = 100 bani]. De pastrami is een gerecht bestaande uit magere en zoutarme runderfilet.

5. De vette lettersoort aldine (tahoma is dat ook, maar staat niet in de wdb.) is genoemd naar de Italiaanse drukker-uitgever Aldus Manutius. Carpaccio is een Italiaans voorgerecht bestaande uit flinterdun gesneden plakjes rauwe ossenhaas, gemarineerd in vinaigrette en bedekt met Parmezaanse kaas. Een chamotte is vuurvast materiaal van gebakken leem. De fettunta [oe] is een Italiaans voorgerecht. Zullen we naar de italiaan, de griek, de chinees of de pakistaan gaan (GB/ VD)? Lasagne is een ovengerecht met onder andere bechamelsaus. Majolica is faience (met name gebruikt voor Italiaans aardewerk in de vijftiende eeuw). Ossobuco is gestoofde kalfsschenkel in een lichte tomatensaus. Pancetta is gepekeld buikspek. Een panettone is een luxe kerstbrood. De panino (meervoud: panini) is een plat langwerpig broodje. Petrarkisme is het navolgen van Petrarca.

6. Een pizza is een deegbodem gevuld met hartige ingrediënten. Je koopt pizza's in een pizzeria. Polenta is een brij van maisgrutten (BE - maïsgrutten). Ravioli is een gerecht van op kussentjes lijkende stukjes deeg. De ricasso is een deel van de kling van een floret. Het risorgimento is het streven naar eenheid en bevrijding van vreemde overheersing in de negentiende eeuw. Scopolamine is een alkaloïde en een middel tegen zeeziekte. Tiramisu wordt gemaakt met onder meer amaretto en mascarpone. De ziegler-nattapolymerisatie is genoemd naar een bekende Italiaanse (en een Duitse) chemicus. Zuccotto is een nagerecht in de vorm van een halve bol met chocola bedekt. Een Amati [viool] moet wel door een lid van die familie uit Cremona zijn gebouwd. Ook de cremona [viool] komt uit die plaats in Italië. De bergamotcitroen is een peervormige citroensoort. De carbonarasaus is een pastasaus.

7. Een campo santo (meervoud: campi santi) is een begraafplaats. Naar Canossa gaan is zich onderwerpen. De carbonari (kolenbranders) zijn een vroeger geheim politiek genootschap. Cicerones (GB, VD kent ook nog een andere schrijfwijze voor dit meervoud – t.w. op ‘s) zijn wegwijzers, bijvoorbeeld de gidsen in een museum. Een cicisbeo is de vaste begeleider en vriend (maar niet: minnaar) van een aanzienlijke gehuwde vrouw. Het cinquecento [15xx] is de zestiende eeuw als cultuurperiode. De commedia dell'arte was een kluchtspel met figuren als Harlekijn en Colombine. Een condottiere (meervoud: condottieres, condottieri) was een huursoldaat in de 14e en 15e eeuw. De corvina is een blauwe druif, onder meer verwerkt in bardolino (een fruitige rode wijn van bij het Gardameer). De duce [doet-sjuh] was een fascistisch regeringsleider.

8. Het duecento [12xx] is de dertiende eeuw. Italië zat al in 1957 bij het Europa van de zes, de EEG [ee-ee-gee]. Een exarch is een stadhouder van de Byzantijnse keizers. De fascio is een afdeling van de fascistische partij. Het futurisme is een antitraditionele richting in de schilderkunst. De G7 [gee-zee-vuhn] is de Groep van Zeven (7), de zeven rijkste industrielanden. De gaillarde is een oude dans in driedelige maat. De Giro is de ronde van Italië. Zoons van rijke families maakten grand tours in de 17e en 18e eeuw. Een irredenta (meervoud: irredenten) is een bezet gebied. De afkorting voor informatietechnologie is IT [ie-tee]. Alea jacta est [jacta alea est], de teerling is geworpen. De lambrusco is een rode wijn uit de streek
Emilia-Romagna. De Sint-Jan van Lateranen is de pauselijke basiliek in Rome. De kusten van
Klein-Azië behoren tot de Levant. De lire [ITL] was tot 2002 de munteenheid van Vaticaanstad (en Italië). Het macigno is een grauwgroen kalkgesteente in de Alpen.

9. De bouwmaffia, de seksmaffia en de Russische maffia zijn de bekendste van alle maffia's. Virgilius (Vergilius) is de Mantuaanse zwaan. De Hollandse mediëval is een drukletter. Het Italië bezuiden Rome heet Mezzogiorno. De Militia Christi (het leger van Christus) was een geestelijke ridderorde. Hij zei: "Eerst Napels zien en dan sterven". De omber [zeker pigment] komt uit Umbrië (het omber is van Spaanse oorsprong – kaartspel of zekere speler daarbij). Een osteria is een herberg, een logement. De pelorus [ronde schijf met draaibaar vizier] kan samen met een kompas de positie van een schip bepalen. Een podesta is een stadsbestuur(der). De prunel is een kleine, gekonfijte of gedroogde witte pruim. Het quattrocento is de vijftiende eeuw [jaren 1400 = 14xx]. Aan de Italiaanse Rivièra is het goed toeven.

10. Julius Caesar trok de Rubicon (Latijn: Rubico) over. De scudetto (schildje) is het voetbalkampioenschap van Italië. Je zult maar tussen Scylla en Charybdis geraken. Het seicento is de zeventiende eeuw [16xx] en het settecento de achttiende eeuw [17xx]. De sirocco is een zeer hete en droge zuidoosten- of westenwind (deze omschrijving is dubieus: raadpleeg een meteoroloog! – 2020 nu aangepast in VD – zeer hete en droge zuidelijke wind, die hete en droge lucht uit de Sahara naar het noorden voert) in het Middellandse Zeegebied. De tarantula (tarentel) is een wolfsspin. De Apulische tarantel is echter een jachtspin. De terra firma is bij Venetianen het vasteland van Italië. Tifosi (enkelvoud: tifoso) zijn fanatieke (voetbal)supporters. Het trecento is de 14e eeuw [13xx].

11. Een voorbeeld van een Triple Alliantie is die tussen Duitsland, Oostenrijk en Italië van 1882. Vaticaanstad is een soevereine staat. Ook Giethoorn is het (een) Venetië van het Noorden. De zecchino [meervoud: zecchino's, zecchinen] was een oude gouden munt, onder meer in Venetië. De pauselijke zoeaven [enkelvoud: zoeaaf] waren een vrijwilligerskorps ter verdediging van de Kerkelijke Staat tegen de poging tot annexering door Italië. Noord- en Zuid-Italië zijn delen van het land, maar genitaliën [weet de zoekmachine bij '*italie*' veel] hebben er niets mee te maken. De italiek is een cursieve drukletter, ook al ontworpen door – u kent hem reeds – Aldus Manutius.