Dictee – dictees [2753]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 259, geheel herzien naar situatie 2022
Dictee van de dag (598)
1. Een bolhoed is een garibaldihoed. De boliviano is de munteenheid van Bolivia [BOB], de bolivar (naar: Simon Bolivar) die van Venezuela [vero: VEF, thans VES = soevereine bolivar]. De bollenpellerij is het bollen pellen (ww.; VD als znw. aaneen). Er is maar één échte Bollenstreek. Verleidt een bolletjestrui je tot bolletjes slikken (in je bollewangenhapsnoet)? Ik wil graag bolognesesaus uit een Bolognezer fles. In de Bollywoodfilm zat veel bollywoodromantiek. De boerentaal spreken ze in Zuid-Afrika. Hoe spreek je uit: boerentri [sorteerkast poststukken], o nee, boerentrien?
2. Zij speelden bokstavast [bok, kinderspel]. Een beetje bollandist kent het rijmpje 'Holland, bolland'. De boltzmannverdeling, de equipartitie van energie, wat heeft die te maken met de constante van Boltzmann? Een bolwerksoor, een oreillon (ook: orillon), is een ronde uitbouw aan een schouderhoek van een bolwerk. Is dat een bombayhennepen kledingstuk? Een bombe (glacée) is een ijsgerecht. Het bombesine is een darmhormoon dat een aantal exo- en endocriene functies bevordert. Op weg naar Bommel [mogelijk: volksnaam duivel] ga je sterven, op weg naar Bommelskonten [ook: Bommerskonten, ook bij spijbelen] is de bestemming onzeker.
3. De bonae fidei possessor is de bezitter te goeder trouw. Alle bonapartisten, bon appétit! De Bond is de Protestantenbond; er is ook nog een malthusiaanse bond [geboortebeperking]. Een bondgirl(!) is een tegenspeelster van James Bond. Het Duitse parlement heet de Bondsdag [Bundestag]. Serviesgoed van fijne kwaliteit porselein is bone china. Bone deus, goeie god! Hij was een goedsul van een bon enfant [goedhartig mens]. Hij moest wel, bon gré, mal gré, tegen wil en dank. De bonheur(-du-jour) is een salonkastje. Bonis avibus en bonis auspiciis betekenen: onder goede voortekenen. Een bonne à tout faire [meisje voor alle voorkomend werk] maakt vaak een kwinkslag, doet vaak een bon mot [geestige zet]. Op de bonnefooi [Frans: bonne foi] pakt ze een bonne bouche [lekker hapje]. Pour la bonne bouche = als een lekker hapje voor het laatst bewaard.
4. Laat de bon sens [gezond verstand] spreken, niet de nonsens. Het is geen bon ton [niet welgemanierd] om bont te dragen. De spellingregels zijn bonum commune [gemeengoed]. Ik geef je bonum et aequum [wat recht en billijk is]. Aan het bonus-malussysteem [GB: bonus-malus] kleven voor- en nadelen. Bon voyage, bon vivant! Een boodschappenkarretje is een caddie. Je kunt jagen met pijl-en-boog. De boogschutter kon de Boogschutter nooit raken. Geef mij maar een bo(o)nekampje (niet meer in VD – jenever, kruidenbittertje). Was me dat een bonne fortune [een bof] voor Bonnie en Clyde. Wat nu, bon pour le badinage non pour le mariage [goed om mee te dollen, niet om mee te trouwen]? Een boomer is een kruising van twee kleine rashonden, bijvoorbeeld een chihuahua en een maltezer. Onderschat het boomkankermeniezwammetje niet! Een drijvend bordeel is een erosboot.
5. Een synoniem van Bordeauxse pap is bouillie bordelaise. Boreh [oh ee] (normaal: b] is een welriekende gele zalf van kurkuma [oe]. De bore-out is een vervelingsziekte. Een bornagain christen is een wedergeboren christen. De borneogom lijkt op damar [voor vernis etc.]. Borneo's geschiedenis staat bol van de Borneose houtsoorten. Hij dronk een gereformeerde borrel [in de koffie]. De borreliabacterie is een spirocheet die borreliose [zoals de lymeziekte] kan veroorzaken. Een borsalino is een gleufhoed. Hij at borsjtsj, dikke soep van rode bieten met onder andere zure room.
6.
Haar borstsluiting was double-breasted. De jujube [ook:
drop] komt van de borstbezieboom.
De thorax is een andere benaming voor de borstkas.
Borstklierontsteking is mastitis. Als je zelfingenomen bent, ben
je op-de-borst-klopperig [op de borst
kloppen]. Gerst(e)suiker
is sucre d'orge (niet
meer in VD, voorheen bij lemma 'borstsuikertjes').
Borstvliesontsteking is pleuritis. Wat heb jij een mooie borsttattoo
(borsttatoeage)!
Heb jij haar het bos in gestuurd? Zoek dat maar op in de Bosatlas. De
bosbelasting [minister
Wouter Bos]
is de AOW-heffing (Algemene
Ouderdomswet
– vgl. ook de villataks).
De
bose-einsteincondensaat is een aggregatietoestand vlak bij het
absolute nulpunt. De Bosjes van Poot vind je bij 's-Gravenhage. Een
Bosjesman [San, zelfde mv.] is lid van
een dwergstam in Zuid-Afrika, die bosjesmannenrijst eet. Een
bekende kinderverhalenfiguur is Paulus de Boskabouter. Boven de baas
staat de big boss. Volgens de
Bosschenaar tref je bossages binnens- en bosschages buitenshuis aan.
Waar dient de bosskey voor? Snel pc-spel
verlaten als de baas binnenkomt. De bosvleermuis is Leislers
vleermuis (niet
meer in VD). Een bosseerhamer is
een bouchardhamer [behakken
van zachte steensoorten].
7.
Je mag je lusten botvieren. Laat dat touw maar eens bot [tot
het eind] vieren, laat het tot
het einde schieten. Een b.o.t.'er is een
beroeps voor onbepaalde
tijd. De uitdrukking 'boter-en-brood
gooien' (niet meer
in VD, kiskassen etc. nog wel)
behelst een steentje over het water (laten)
keilen. Botercrème is crème au beurre. Zullen we
boter-kaas-en-eieren spelen? Boterstof is butyrine. Bij het
boterwegen moet je rug-aan-rug staan. Een botje-bij-botje is een
picknick waarbij ieder zijn aandeel aan spijs en drank in natura
meebrengt. Botryoliet en botryt zijn druivensteen. Een bottenkraker
is een chiropractor (in
de chiropraxie).
Waar zit de bottleneck [flessenhals]?
Een
bottom-upbenadering (GB,
VD ook – bnw.
– bottom-up benadering) begint
vaak bij de bottomline [kern
van de zaak]. Een bekende
leverbotziekte bij schapen is morbus
Paget. Een bouchee is een pasteitje, een bouclétapijt is met
lussen geweven. Een bouffant is een pofmouw.
8.
Een bouffante is een gebreide wollen das. Botox is botulinetoxine,
een stof die wordt toegepast in de plastische chirurgie. Bouillie is
pap (bijvoorbeeld:
Bordeauxse = bouilli bordelaise),
bouilli is soepvlees aan een (één)
stuk. Boulewerk is inlegwerk van metaal in hout. Een boulingrin is
een verzonken grasveld voor balspelen. De bouquinisten (enkelvoud:
bouquiniste)
verkochten bouquetreeksboeken [VD:
B...]. Een bourdonné is
een klok, een bourdalou een damespo. Een bourgeois satisfait is
ronduit conservatief. Waren de Bourgondische hertogen bourgondiërs?
Een bourree is een dans, een boussole een oriënterings- en
hoekmeetinstrument met magneetnaald en het boustrofedon de
schrijfwijze om en om. Schattebout, als
ik geen schapenbout krijg, wil je me
vernachelen [beetnemen
– vernoggelen]
en kun je me achterelkaar de bout hachelen
[interesseert het
me niet – naggelen,
boemelen – bout =uitwerpselen];
dat was geen boutade [min
of meer gechargeerde, geestige uiting van misnoegen, geestige uitval
tegen iets]. Bouts rimés [mv.]
zijn verzen op opgegeven rijmen. Wat is een bouton d'orient
[besmettelijke
zweer in oosterse landen]?
9.
Het bouw- en woningtoezicht is een gemeentelijke dienst. De bouzouki
is een snaarinstrument en bovs zijn
bewust ongehuwde
vaders. De Bovag
is de Bond van
Autohandelaren en Garagehouders.
Bovarysme [naar
Madame Bovary van Gustave Flaubert] is
het vermogen van de mens om zichzelf anders te zien dan hij in
werkelijkheid is. Schnabbelen levert leuke extraatjes, of zelfs
extra's, op. In Nederland zijn alfa-informatica en atw
[algemene
taalwetenschap]
bovenbouwstudies. Je bent een bovenste beste en voor mij de
allerbeste en samen zijn we de bovenste besten.
Boven-Voltaanse producten komen uit Opper-Volta, thans Burkina Faso
genoemd. Kun je alle Bovenwindse Eilanden opnoemen? We gaan naar een
bountyeiland.
10. Met een bouquet garni krijg je zekere aroma's. Bovicatie is verrundering, het (ged)achteloos achter kreten aanlopen. Boviene tuberculose (tb of tbc) komt van runderen. Wist die bovvader [bewust ongehouwde vader] met zijn bowiemes [groot jachtmes] wel wat een bowdenkabel [holle kabel, waarin een staaldraad kan bewegen – bv. bij rem] is? Een bowlingalley is een modern soort kegelbaan. Het boxcalf is fijn met chroom gelooid kalfsleer van kistkalveren. Geschonken ten algemenen nutte, bono publico datum, heeft als afkorting b.p.d. Een indertijd veelgelezen boekje heette De brave Hendrik (auteur: N. Anslijn). Dat ging over een brave hendrik. Met de Aziatische braakloop heb je cholera. Strychnine komt van de braaknotenboom. Een braakplaatje is een plaatje ipecacuanha.
11. De Brabançonne is het Belgische volkslied sedert 1830. De brabo [Brabander] had een kniebrace. Van brachycatalectische verzen ontbreekt de laatste voet geheel. Braggiet is platinamateriaal. Met de bankbiljetten van de bramahpers (uit de brandkast met het bramahslot) gingen de brahmanen ervandoor. Een bram van een vent is een pocher, een jan van een bram is pas een echte opsnijder. Het bramzijgertje is alleen bij Jan de Hartog een jongen, elders duidt het bij vissers fosforische dampen aan, waarin je de duivel kon zien. Hij kijkt naar de Klundert of Willemstad in brand staat. De Brandaris vind je op Terschelling.
12. Brandebourgs worden door Brandenburgse soldaten op hun uniform gedragen. Hoe schrijf je halve finale, halvefinaleplaats, halvefinalist, kwartfinale en kwartfinalist? Waar is de becquerel (afkorting: Bq) de eenheid van [(kern)activiteit]? Hé, heeft me die even brains! Hou je het bramzeil in de gaten? Kijk nou, die brandewijnfoezel [slechte jenever]: wie heeft er met de brandewijn gefoezeld? Hoe komt een brandstichter tot zijn daad van brandstichten? Voorbeelden van braks zijn de braque d'Auvergne en de braque ariégeois [ook: braque de l’Ariège], naast de braque Saint-Germain.