woensdag 27 april 2022

2694 Dictee zaterdag 30-04-2022 (1) – dictee BeNeDictee 2022-04 √

Dictee – dictees [2694]

BeNeDictee 2022-04

De 80 vet en onderstreepte woorden moesten worden ingevuld. Commentaar in blauw.

Sprookje 1002: een 1 david-en-goliathverhaal (auteur: Herman Killens) [een verhaal waarin een kansloos geachte persoon (de konijnen & co) de strijd aanbindt met een veel sterkere tegenstander (de grote dieren) en daar uiteindelijk van wint]

1. Heel lang geleden, in de tijd toen de dieren nog Nederlands spraken (allicht ergens tussen het 2 mio- en plioceen [tijdperken] in) was de aarde helemaal bedekt met sprookjesbossen.
3 Linde- en linzenbomen bloeiden er welig, 4 coca- en kolabomen stonden zij aan zij. In elk sprookjesbos woonde een verschillende diersoort. Alle dieren 5 co-existeerden toen nog in vrede. Geen wonder trouwens: elk dier was toen nog overtuigd vegetariër.

2. In een van die sprookjesbossen huisden de konijntjes. Die hielden jaarlijks een groot feest, een 6 drukbezocht 7 bijeenzijn waarop traditioneel een wedstrijd bladeren rapen plaatsvond. De bedoeling van dat spel was dat elk konijn zo veel mogelijk bladeren in het bos ging zoeken. Wie na een kwartier de grootste stapel kon verzamelen werd tot winnaar uitgeroepen. Niet dat de konijntjes zo bijzonder goed waren in het bladerenrapen. Neen, 8 au contraire [integendeel, GB, VD]. Ze deden het meer voor het plezier, de 9 keitegekke [leuke] sfeer en de leuke babbel. En bovendien: het bracht veel geld in het laatje voor de zieke konijntjes.

3. Op een mooie dag in november, na de 10 abscissie [afvallen bladeren aan einde seizoen], stond het jaarlijkse feest weer op het programma. Er hadden zich zoals steeds veel konijntjes aangemeld. Het leken er wel 11 duizend duizend [miljoen]. Aan de traditionele inschrijvingsboom stonden lange rijen. Tot grote verrassing van de konijntjes kwamen plotseling ook vijf grote dieren aanschuiven: een
12 ocelot [pardelkat], een 13 Berner senner [hond], een
14 steppeolifant, een 15 jak [Tibetaans rund] en – jawel – een tijger. Die waren afkomstig uit verre sprookjesbossen, vast nog een heel eind voorbij 16 Bachten de Kupe [tussen IJzer en Franse grens gelegen streek in West-Vlaanderen – bachten = achter, BE] . Ze wilden ook graag deelnemen aan het bladerenrapen. De konijntjes vonden het vreemd dat die grote dieren er zo’n lange reis voor overhadden om gewoon wat te komen bladeren rapen, maar konijntjes stonden bekend om hun ongeremde gastvrijheid en ze heetten hun gasten dan ook hartelijk welkom met een 17 café au lait [koffie verkeerdmelk met scheutje koffie – mv. s s – of] en een overheerlijke
18 mignardisesschotel [alleen mv.! – zoete lekkernijen bij de koffie].

4. De grote dieren amuseerden zich meteen heel kostelijk. Ze lachten 19 honderduit [druk, met veel details]. De konijntjes hoorden hen voortdurend 20 stoefen [pochen] over hoe goed ze wel konden bladeren rapen. En dat was niet gelogen. Tijdens de wedstrijd kwamen de kleine konijntjes er niet aan te pas. Ze gingen immers voortdurend heen en weer lopen om blaadje per blaadje op hun stapel te leggen, terwijl de grote dieren meteen een enorm bladerenpakket meebrachten uit het 21 dicht bebladerde woud. Na een kwartier hadden de konijntjes maar kleine hoopjes met bladeren verzameld, terwijl de grote dieren uitpakten met hun enorme 22 eiffeltorens [hoge stapel, vgl. Eiffeltoren Parijs, Eifel = streek Duitsland]. De olifant, die met zijn
23 forsgebouwde slurf veel kon torsen, werd tot winnaar uitgeroepen. De vier andere grote dieren bezetten de andere topplaatsen. Voor de arme konijntjes bleef er helaas geen enkele prijs over.

5. Plots ontspon zich een 24 hoogoplopende discussie tussen de tijger en de olifant. Er werd zelfs een 25 loep [vergrootglas] en een centimeter bijgehaald om de nipte verschillen op te meten. De konijntjes schrokken op. Vanuit hun standpunt leek het bijna zo erg als de 26 Peloponnesische oorlog [Athene-Sparta] of de strijd tussen de Guelfen [ook: Welfen] en de 27 Ghibellijnen [strijd Duitse keizer en paus]. Maar al snel waren beiden alweer de beste maatjes aan de bar, bij een 28 vers getapte tripel [= bier, net als triple ook drievoudig] van Westmalle.

6. Nog voor de 29 cérémonie protocolaire [NL: protocollaire ceremonie] gingen de grote dieren nog even naar de kleine hoopjes van de konijntjes kijken. ‘Dat klopt hier niet’, zei de tijger. ‘Jullie hebben nogal wat bladeren verzameld met foute randen: scheuren, bruine plekken. Dat kan niet, 30 dat is Flip en Jacob [past niet bij elkaar]. Enkel zuiver groene blaadjes zonder krassen en scheuren zijn toegelaten.’

7. ‘En dan moet je hier eens zien’, riep de olifant 31 vilein [gemeen]. ‘Dit is nog veel erger: witte blaadjes!’ De grote dieren keken vol
32 viscerale [ingewanden, hier: uit onderbuikgevoel] afkeer toe. ‘Witte blaadjes zijn al helemaal verboden.’

8. Daar hadden de konijntjes nog nooit van gehoord. Voor hen was het bladerenrapen gewoon een leuk tijdverdrijf. Voor de rest stak het niet zo nauw. ‘Jullie hebben een reglement met 33 rigide [streng] regels nodig’, adviseerden de grote dieren nog voor ze naar hun volgende bestemming, het schildpaddenbos trokken.

9. Ook daar vond immers een bladerenraapwedstrijd plaats. Ze moesten achter een lange file van schildpadden plaatsnemen. En het vorderde bijzonder langzaam. ‘We vieren vandaag 34 sint-salarius, de dag waarop de lonen uitbetaald worden’, verklaarde een
35 alligatorschildpad. ‘Dan geven we gul voor het goede doel.’ ‘De
36 Heilige Salarius, mijn reet’, bromde de hond in het gezelschap met een blik op de administratieve rompslomp aan de inschrijftafel, ‘je zal wel eerder 37 Sint-Bureaucratius [spottend: de bureaucratie] bedoelen zeker?!’

10. Maar ook bij de schildpadden werden ze met verbaasde blikken maar heel vriendelijk ontvangen. Ze wonnen uiteraard opnieuw en veroverden de mooiste prijzen. Voldaan trokken ze naar hun volgende bestemming, niet na nog vele 38 goedbedoelde [ook: goedbedoelende, andere uitspraak] opmerkingen over de onzuivere blaadjes en onduidelijke reglementen.

11. Bij de eekhoorntjes was het weer 39 bonje [ruzie, heisa]. De wind stak op zodat het onduidelijk was wie nu eigenlijk had gewonnen. De eekhoorntjes klasseerden iedereen 40 ex aequo, maar dat was niet naar de zin van de topspelers. Na veel discussie ging de jury overstag en bezetten de grote dieren alle podiumplaatsen. Triomfantelijk liepen ze, beladen met een 41 totebag [grote draagtas met riemen] vol geschenken, terug naar hun thuisbos.

12. Een jaar later gingen de grote dieren opnieuw deelnemen aan het bladerenrapen bij de konijntjes. Door de mond-tot-mondreclame waren ze nu met tien. Ook een 42 amoerpanter, een 43 pardellynx [zie eerder: ocelot, pardelkat], een 44 Kaapse ezel [zebra], een 45
sint-bernardshond [van de monniken bij de Grote Sint-Bernhardpas] en – jawel – een przewalskipaard waren immers van de partij. Opvallend: deze keer stond er helemaal geen file aan de ingang. De grote dieren waren zelfs bijna in de meerderheid. En dat ondanks het feit dat de organisatoren dit keer royale 46 cadeaucheques voor de beste lokale deelnemers voorzien hadden. Maar veel konijntjes hadden blijkbaar afgehaakt na de 47 commotie [opschudding] van vorig jaar.

13. De grote dieren amuseerden zich weer opperbest. In hun categorie won de olifant opnieuw, maar nu 48 kantje boord [op het nippertje] voor het paard. Maar er was wat discussie over een meetlat die niet helemaal recht zou zijn, en over blaadjes die te laat verzameld waren. Maar de grote dieren vertrokken daarna wel als de beste
49 kompanen [kameraad, metgezel, vgl. compagnon]. Ze hadden weer een 50 merveilleuze [prachtig] bladerenraapdag gehad, al stuurden ze daarna 51 full speed [met de hoogste snelheid] nog veel postduiven naar de konijntjes met suggesties over het perfecte meetinstrument en het gebruik van windschermen. De
konijntjes-organisatoren vonden vooral dat ze deze keer veel minder geld hadden ingezameld voor de aan
52 tularemie [konijnenziekte] lijdende konijntjes.

14. Ook bij de schildpadden en de eekhoorntjes waren de grote dieren weer van de partij. Daar was er wat 53 geoha [ohaën, ouwehoeren] over onduidelijke nerven in een blad en over onterecht verzamelde blaadjes van oude bomen. Enkel de 54 allerallernieuwste bomenversies telden immers mee. De schildpadden en eekhoorns keken alsof ze het in Keulen hoorden donderen, maar ze bleven vriendelijk en voorkomend tegenover de 55 campionissimo’s [groot kampioen] uit de verre dierenbossen. Maar in de 56 coulissen [zijkant toneel] werd er telkens gemord over tegenvallende inkomsten en over een sfeer die niet meer helemaal dezelfde was.

15. Ondertussen hadden de grote dieren via hun
wat-is-er-aan-de-handclubje weer veel publiciteit gemaakt voor die in hun ogen gezellige bladerenraapsessies. Het jaar erna hadden zich daardoor zelfs vijftien grote dieren verzameld aan de vooraf
57 geairbnb'de [airbnb'en in locatie van Airbnb] overnachtingsplaats. Dit keer kwamen ook een 58 cheeta [jachtluipaard], een
59 hippopotamus [nijlpaard, ook: log persoon], een 60 poema, een
61 bullenbijter [hond, fig.: bullebak] en – jawel – een dicteetor opdagen. Bovendien had een 62 adeliepinguïn zich nog op het nippertje afgemeld wegens het broedseizoen. De grote dieren verheugden zich op weer een leuk potje bladeren rapen. En dit keer was er gelukkig opnieuw een massale toeloop aan de inschrijvingsboom. Een 63 duracellkonijntje [hyperactieve persoon] met opvallende 64 theo-en-theatanden [konijnentanden] sprak hen aan: ‘Leuk dat jullie er weer zijn. Maar o ja, vanaf dit jaar doen we niet meer aan bladeren rapen, maar hebben we het vervangen door een
65 keinijge [geweldige] paddenstoelenquiz. Dat is veel leuker en onze inkomsten zijn bovendien vertienvoudigd. Goed voor de zieke konijntjes. En straks gaan we tussendoor eikels gooien. Gezellig.’

16. De grote dieren keken maar sip. Daar hadden ze helemaal geen zin in. ‘Maar’, opperde de olifant wijs, ‘we kunnen met zijn allen naar de schildpadden gaan.’ Zo gezegd, zo gedaan. Ze lieten de over
66 ditjes en datjes [vroeger wel streepjes!] kwebbelende konijntjes achter zich en trokken meteen naar het schildpaddenbos. Maar van ver viel het al op: het woud was nu helemaal omgeven door een
67 reuzegrote afrastering. Het was even zoeken naar de toegangspoort. Er hing een beduimeld stuk karton met enkele
68 post-its op. Tot hun ontzetting lazen de grote dieren de tekst: ‘Schildpadden only’. De grote dieren keken stiekem door de omheining. Wat een 69 fiësta! Er waren bijzonder veel schildpadden aanwezig. De 70 kastelein [herbergier] had het 71 razend druk: de
72 campari's on the rocks en de 73 G&T’tjes [gin-tonic] vloeiden rijkelijk. De schildpadden hadden ontzettend veel plezier bij het bladerenrapen. De grote dieren huiverden: witte blaadjes alom. Onzuivere nerven. Oude bomen. Bah!

17. Snel liepen de grote dieren door naar de eekhoorntjes. Oef, daar konden ze wel terecht. Maar na een welkomstspeech 74 à la (zoals)
75 Cees Buddingh’ [tja …] werden ze tot hun ontzetting meteen naar een afzonderlijk deel van het bos gebracht. Daar mochten ze onderling bladeren rapen, ver buiten het zicht van de eekhoorntjes. Ze moesten bovendien zelf hun stapels meten en – hoe bestaat het – in de
76 eindklassering werden ze al helemaal niet vermeld.

18. Diep gekwetst in hun ego dropen de grote dieren een voor een met de staart tussen de poten af om op het thuisfront wat te gaan mokken. Enkel de tijger bleef nog achter. Die gromde vol genoegen. Zijn bladerenhoop was het 77 nec plus ultra [het hoogste]: zuiver groen, zonder een enkel randje of storende nerf. En met alleen nieuwe blaadjes.

19. Hij hoorde vaag op de achtergrond de 78 laaiend enthousiaste kreten van de eekhoorntjes bij het bladerenrapen. Met zijn spreekwoordelijke 79 je-m'en-foutismeattitude [onverschillig] haalde hij zijn schouders op, ging voor de zoveelste keer glimmend van trots nog eens de hoogte opmeten van zijn perfecte stapel, kroonde zichzelf bij gebrek aan enige tegenstand tot glorieuze winnaar en riep uit volle borst: ‘ 80 Hieperdepiep hoera!’ [dubbele punt + aanhalingstekens  --- > hoofdletter]

20. Maar zijn jubelkreet ging helemaal verloren in het grote sprookjesbos.

 



maandag 25 april 2022

2693 Dictee vrijdag 29-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (558) √

Dictee – dictees [2693]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 299, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (558)

1. Gens de lettres zijn letterkundigen, schrijvers. De genlocatie is een zekere lokalisatie van de genen. Gentiobiose is een bestanddeel van gentianose en van amygdaline, dat voorkomt in bittere amandelen, waarin het is gebonden aan benzonitril. De gentle hint (lichte wenk) was de aanleiding tot een gentleman's (gentlemen's) agreement, het herenakkoord. De genua(fok) reikt tot voorbij de mast. Waar vind je nog genuïene [echt, aangeboren] genuïniteit? Het genus irritabile vatum is het prikkelbare dichtersgeslacht. Hoe ziet je wereldbeeld eruit: geocentrisch [aarde in middelpunt] of heliocentrisch [zon]? De hyacint is een geofyt [overwintert door delen die in de aarde zitten]. Genadebrood eten [brood, levensonderhoud om niet krijgen] is behoorlijk vernederend.

2. Dat zijn pas Genovese (Genuese) lekkernijen. Hij kreeg voor zijn proefwerk een genadezes. Krent en bikini zijn geoniemen [naar plaatsen genoemd: Korinthe en het atol Bikini]. Het Georganiseerd Overleg (algemeen: g.o.) is een specifiek in 1919 ingesteld overlegorgaan dat zaken betreffende de rechtstoestand van personeel in rijksdienst behandelt. Geostationaire satellieten staan schijnbaar stil (ten opzichte van de aarde: denk aan een satelliet in een geosynchrone baan). Een gepard is een jachtluipaard. Hij was een gepassioneerd schaker. Je moet te gepasten tijde ten tonele verschijnen. Ik voelde me zwaar gepiepeld [belazerd]. Je moet de Belgisch-Nederlandse geplogenheden [gewoonte, gebruik, usance] maar kennen … Geprivilegieerd is bevoorrecht.

3. Het potlood was fijn gepunt. Een medisch student (en een coassistent in zijn coschap) moet alle geraamtebeenderen kunnen benoemen. Hij zat geramd (gebeiteld). Een gerant beheert een hotel. Hij sloeg erop als de duivel op Gerard (die moet de duivel dus wel hebben …). Een gerbil [woestijnrat] heeft lange achterpoten. Beschrijf eens de taken van het Internationaal Gerechtshof, het Europees Gerechtshof en het Hoog Militair Gerechtshof [HMG, opgeheven 1991]. Je moet je kleren in gereedheid brengen, klaarhangen [GB]. Waar behoren u en uw huisgenoten toe: de Nederduitsch Gereformeerde Kerken, de Christelijke Gereformeerde Kerk, de (vroegere) Gereformeerde Kerken in Nederland, de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, de Christelijke Gereformeerde Kerken of de Gereformeerde Bond (in de voormalige Nederlandse Hervormde Kerk)?

4. In dat laatste geval bent u gereformeerdebonder. Een verkorting van gereformeerde gemeenten is gergem. Met hun eigen gerij werd het timmermansgerei vervoerd. Geritsel kan ook gesjacher zijn. Gierige Gerrit liep met zijn gerrit [penis] te koop. De pastoor werd voor Ome Gerrit uitgescholden, maar die dacht: ik heet wel Gerrit, maar ben gekke Gerrit niet. Geraniol is een naar rozen ruikende vloeistof. Een gerenoek is een giraffengazelle. Die volle neven zijn dus germain [bnw.]. Geschrankt en staggered zijn synoniemen in de chemie [moeilijk ...]. In een muzikaal-literair (GB ook: tt) gesamtkunstwerk komen kunsten samen. Spreekwoord: zo gewonnen, zo geronnen.

5. Geschwärm is overdreven voorliefde (gedweep). Een gesjiewes is een braaf mens. Gesjochten [arm, zonder inkomsten, de sigaar] ben je er slecht aan toe. Een gonade [geslachtsklier] vormt geslachtscellen. De gestalt [het geheel] is meer dan de som der delen. Houdt je gesteggel (gestechel) dan nooit op? Was zij contactgestoord? De zwaar gestreste manager leed aan stress en vertoonde stresssymptomen. De ijsheiligen Pancratius, Servatius en Bonifatius zijn de drie Gestrenge Heren. Het gesundes Volksempfinden is het gezonde gevoel van het volk. De ketoeba is bij joden het huwelijkscontract, de get de scheidingsakte. Ben je van lotje getikt, of getroebleerd (heb je troubles?), niet goed bij je hoofd? De getruukte voetballer kende alle trucjes. Bij gettotaal [buiten dictees dus: getto-taal = Jiddisch of Jiddisj] zou een koppelteken niet misstaan. De twee getuigen-deskundigen (GB ook: getuige-) dropen af.

6. Getweeën bereiken we meer. De Geünieerde Gewesten hadden de Unie van Utrecht gesloten. De geünieerde Grieken (leden van de Griekse kerk) zijn verenigd met de rooms-katholieke kerk. We dronken geus (geuze, geuzelambiek) en zongen geuzenliederen. De GeV is de giga-elektronvolt. Een casestudy (casestudie) is een gevalstudie (GB, VD: + extra s). Een p.i. is een penitentiaire inrichting. De clanleider werd na het lijf-aan-lijfgevecht gevangengenomen en heeft nog jaren gevangengezeten. Als je gevat bent, ben je ad rem (ad remmer, ad remst).

7. Dat gesodemieter moet uit zijn! Arrivé Piet was een gegoede vijftiger (50'er). De gestadig vallende regen hield niet op. De getijbeweging was goed merkbaar in het getijdenlandschap. In literaire (GB ook: tt) taal heet gevederte ook wel geveert. Gevelouteerd papier is fluweelachtig (= velouté). De geest geven is het leven prijsgeven. Gevieren hebben wij het gevierd. Ecartelé (tegenwoordig ook: É) en sautoir in de heraldiek is schuin gevierendeeld. Wat moet al dat gevlag op die strontschuit? Epea pteroënta zijn gevleugelde woorden. Ze wil bij me in het (GB, VD) gevlij komen [VD ook nog: daar gaat veel gevlij in een zakje, verder altijd gevlei]? Daardoor voel ik me behoorlijk gevleid. De klus werd met kunst- en vliegwerk via hand-en-spandiensten geklaard. Anesthesie is een soort van gevoelloosmaking.

8. Bij een vertaling spreken we van Shakespeare in een Nederlands gewaad. Gewafelde producten zijn gegaufreerd. Het gewik en geweeg hield niet op, het geweeklaag ook niet. Ahimsa betekent geweldloosheid. Een halfopen gewelf houdt het midden tussen een open en een gesloten gewelf. Het aards gewemel is de ijdele bedrijvigheid der wereld. De Zeven Verenigde Gewesten vormden de Republiek der Verenigde Nederlanden. Het Brussels Hoofdstedelijke Gewest ligt onder vuur. Je zult maar een geweten als een hooischuur hebben (weinig moreel).

9. Druppelsgewijs kan nooit cortègegewijs zijn. Zij telden het gewolde vee. Mijn toorn zal u geworden. Hij was een gewoontedier en zelfs een gewoontedrinker. Het (de) synovia is het gewrichtsslijmvlies (gewrichtssmeer); ontsteking eraan is synovitis. Gewrichtsverstijving is ankylose. Gewriemel vind je bij dieren, gefriemel bij nijvere mensen. De gewürztraminer is een kruidige witte wijn uit de Elzas. Ook een gezagsvacuüm geeft een ontbreken weer. Een gezegdezin is een predicaatszin. Hou op met dat gezeik. Die Bijbelkring was een huiselijke bijeenkomst tot stichting en studie. Agaporniden (enkelvoud: agapornis; lovebirds) zijn inséparables (gezelschapsvogels). Een muziekstuk kun je ook à vue [zonder studie vooraf] spelen.

10. Een nikab is een gezichtssluier. Zij was konings- en Oranjegezind. De Gezinsraad geeft adviezen aan de overheid. Ook in gezins*telling (zo ook: gielers*taal) [dieventaal, Bargoens] zou een koppelteken (buiten dictees) niet misstaan. Onze gezins-bv heeft het jaar positief afgesloten. Toen probeerden ze het met gezondbidden. Een gezondheidskordon wordt om een besmette plaats getrokken (gelegd). De gezondheidstoestand is de salubriteit. De g.g.d. is de grootste gemene deler (vergelijk: k.g.v.); de GGD is de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst. De ghibil is de hete woestijnwind in
Noord-Afrika. Ghee [gieg van goal] is geklaarde boter. GHC is de genormeerde valuta-aanduiding voor cedi (de munteenheid van Ghana). Een ghazel(e) is een van oorsprong Perzische dichtvorm.

11. Het GHB (ook: GBH) is het gammahydroxybutyraat (gammahydroxyboterzuur), een partydrug. De afkorting van gigahertz is GHz. Het giallo antico is goudgeel marmer afkomstig van bouwwerken uit de oudheid. Piëzografie is synoniem aan giclee [inkt met inktprinter vernevelen]. Een gibus is een hoge hoed [hogehoed], een giberne een patroontas. Een gieg is een gigabyte (afgekort: GB = gibibyte – GiB; vergelijk gigabit: Gb). De gieren van de Nieuwe Wereld vormen een afzonderlijke familie. Hij is zo parcimonieus (gierig – c is cent) als het graf. Gierstuitslag is miliaria. Gies is overtollig lood aan een pas gegoten letter. Een gieser wildeman is een fijne soort van stoofpeer. De ggz is de geestelijke gezondheidszorg. De ghazidsja is de heilige oorlog van de moslims tegen de ongelovigen.

12. Een giacomettifiguur is een zeer langgerekte, magere figuur. De voorhoede was een ware gideonsbende. Een internationale standaard voor uitwisseling van bewegende beelden is de GIF, het graphics interchange format. Goeie Mie was de Leidse gifmengster. Een poisonpill (gifpil) is een beschermingsconstructie tegen een vijandige overname [van bedrijven]. Gifsumak [sumak = plant] is poison ivy. Vis wil zwemmen [drink er witte wijn bij!], zegt een bekend spreekwoord. De GIFT (gameta intra-fallopian transfer) is een bevruchtingstechniek. De afkorting van gigawatt is GW.

 


2692 Dictee donderdag 28-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (557) √

Dictee – dictees [2692]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 300, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (557)

Jubileumallegaartje

1. Half. De halfgare halvegare (halvezool, mafkees, mafjanus, etc.) had om halftwee [GB ook: half twee(!)] een afspraak met zijn halfbroer. Hij had er half en half (GB, bijwoord) op gerekend met hem een broodje half-om-half (niet te verwarren met een broodje halfom) te eten en een curaçaotje te drinken. Zijn peettante bespeelde naast de halve viool ook de driekwartviool. Anderhalve cent en twee halve centen (halvecenten) maken samen een halve stuiver: daar kon je een halvestuiversbroodje mee kopen (een zevend'halfje is trouwens zes en een halve stuiver, een pietje). Anderhalve man en een paardenkop zagen dat het halvemaan [GB in toelichting ook: halve maan] was. De winnaars van de kwartfinales komen in de halve finale. Een halvemaantje [croissant] kun je eten, bijvoorbeeld op het
halve-eeuwfeest. De Maagdenburgse halve bollen kreeg je nauwelijks uiteen. De Rode Halvemaan is in Iran wat het Rode Kruis bij ons is. Alles went, behalve hangen en een vent. De rechts- en de linksback trainden tweeënhalf uur samen. Met een
twee-en-een-halvecentstuk kon je twee en een halve cent verrekenen. Een halfopen deur [bnw,. bijw. half open!] is een halfgesloten deur. Een halfvol glas is een halfleeg glas. Halfbegrepen wijsheid is geen wijsheid (bij halfbeschaafde volkeren). Het boek (met halfmarokijn) had een halfmarokijnen band. Half beneveld rakelde hij die halfvergeten historie weer op in het halfvrijstaande huis. Zijn halfbroer en -zus(ter) waren geen bloedverwanten van hem. Een twaalf-en-een-halfjarig huwelijk hield al twaalf en een half jaar, dus langdurig stand.

2. Brugge. In de handel is een beurs een openbaar gebouw waar de kooplieden op bepaalde uren bijeenkomen om te handelen of over handelszaken te spreken (genoemd naar het huis de Beurs [Huis Ter Beurze] in Brugge). In de Bloedprocessie wordt het Heilig Bloed rondgedragen. Een Bruggelinge is een inwoonster van Brugge of van Brugse afkomst. Een bepaalde kapel te Brugge heet het Heilig Bloed. Aldaar is het hoed (4 maten of een halve hectoliter) een oude inhoudsmaat [voor graan]. De volksopstand tegen het Franse bewind te Brugge op 18 mei 1302 wordt Brugse metten genoemd. Brugge had de stapel [= stapelplaats, opslagplaats van goederen] van al de goederen die in de haven van Sluis aankwamen. Brugge is het Venetië van het Noorden; ook Amsterdam en Giethoorn zijn dat. De orde van het Gulden Vlies is door Filips van Bourgondië ingesteld (te Brugge in 1429).

3. Amsterdam. Heel bekend was veilinggebouw De Zon in Amsterdam. Wall Street geldt als symbool van het Amerikaanse kapitalisme en ontstond toen New York nog Nieuw Amsterdam heette. Tijdens de vrijmarkt op (gedateerd!) Koninginnedag was Amsterdam afgeladen vol. De Vondelparkjeugd frequenteerde in de jaren zeventig (70) het Vondelpark. Vroeger had je in Amsterdam het Paleis voor Volksvlijt. De Sociale Verzekeringsbank (SVB, zie de betreffende website) is een rijksinstelling te Amsterdam. Amsterdam is het Venetië van het Noorden. Veense bonen komen uit Veenstad (tuinbouwgebied tussen Amsterdam en Leiden). De UvA is de Universiteit van Amsterdam. De naam 'Stopera' is een samentrekking van 'stadhuis' en 'opera'. In het internationale spellingsalfabet staat Amsterdam voor de a. De Satisfactie van Amsterdam was het verdrag waarbij deze stad het gezag der Staten van Holland erkende (1578). Provo's waren provocerend en ludiek. De Portugese Joden (Sefarden, VD ook: Sefardim; GB ook: Sefardiem) zijn omstreeks 1600 uit Portugal gekomen en vonden te Amsterdam een wijkplaats. Vroeger had je het AP (Amsterdams Peil); dat is nu het NAP (Normaal Amsterdams Peil). De uitdrukking 'voor pampus liggen' dankt zijn figuurlijke naam aan een zandbank (Pampus) in het IJsselmeer ten oosten van Amsterdam.

4. Het Palingoproer vond in 1886 plaats. Een over-'t-ij-kijkertje is een zeer vol glas jenever. Wat in Rotterdam een openluchtboekhouder is, is in Amsterdam een boekjesgast (een tallyman dus). Het Noordzeekanaal loopt van Amsterdam naar IJmuiden. Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft neogotische en neorenaissancistische stijlkenmerken. Bezoek vooral de Munt in Amsterdam. Groot-Mokum (Mokum) is Amsterdam. De midkapindex is een beursindex in Amsterdam. De Maagdenhuisbezetting vond plaats in 1969 (een maagdenhuis was een weeshuis voor meisjes). Het (Amsterdamse) Lieverdje is de beeltenis van een Amsterdams straatjochie op het Spui in Amsterdam en was gelieerd aan de provobeweging.

5. De Lastage was een buurt waar vroeger werven waren. Een (groene) krul was een openbaar straattoilet. Een spotnaam voor de inwoners van Amsterdam en Zaandam is koeketers. Koperen knopen waren lagere ambtenaren. Het KIT is het Koninklijk Instituut voor de Tropen. De tegenspeler van Katrijn was Jan Klaassen. Het hoed is een oude inhoudsmaat (ca. 10 hl). Hoever bent u met de vraag, hoe ver Amsterdam van Parijs ligt? Het groene hart van Holland ligt tussen vier steden in (wel – zonder toevoeging: – het Groene Hart). Was Amsterdam eerst paaps [pausgezind], later werd het geus [van de partij van de geuzen, antipaaps dus]. De zinspreuk van een maatschappij van beoefenaars en beminnaars der wetenschappen en kunsten te Amsterdam luidde 'felix meritis' oftewel 'gelukkig door verdiensten'. De Februaristaking was een protest tegen anti-Joodse maatregelen van de Duitse bezettingsmacht. Een drijfsijs is een Amsterdamse eend.

6. De naam van de groep Cobra staat voor Copenhagen, Brussels, Amsterdam. Het Blauwhoedenveem zou volgens het donorprincipe een extra 'a' krijgen (Blaauwhoedenveem). De naam 'Artis' is een verkorting van 'natura artis magistra' oftewel 'de natuur is de meesteres van de kunst'. Een van de betekenissen van 'amsterdammertje' is parkeerpaaltje. Het AMC is het Amsterdams Medisch Centrum. De verandering in de regering van Amsterdam door de calvinisten op 26 mei 1578 wordt Alteratie genoemd. De AEX is de Amsterdam Exchanges Index (een beursindex van Amsterdam). Een aapje was voor de Tweede Wereldoorlog een huurrijtuig in Amsterdam. Het Aansprekers- of Biddersoproer vond plaats in 1696 (omdat alleen de gemeente nog zou mogen begraven).

7. Brussel. Het wetstratees is het politiek jargon, genoemd naar de Wetstraat in Brussel. Zijn Waterloo (VD) vinden is definitief verslagen worden. De VUB is de Vrije Universiteit Brussel (ook: ULB, Université Libre de Bruxelles). De Brusselse olievlek is de steeds veldwinnende (maar: veld winnen!) verfransing die van Brussel uitgaat. De verbrusseling is de verschuiving van politieke beslissingen en beleid van nationale overheden naar de Europese Commissie. De Marollen is een volksbuurt in Brussel. Het land van Bruegel is het Pajottenland, ten zuidwesten van Brussel. De Gordel is een jaarlijks wandel- en fietsevenement rondom Brussel. Reed de couponnetjestrein [Belgische beleggers op weg naar Luxemburg] vaak? Brussels lof, Brusselse spruitjes en Brusselse kermis (let wel: dat is geen Vlaamse kermis, maar een bepaald soort biscuit!) zijn allemaal te eten. De geuzelambiek is een zwaar soort bier.

8. Antwerpen. De drie zustersteden zijn: Antwerpen, Brugge en Gent. Het Steen te Antwerpen is de gevangenis. De bijnaam van Antwerpen is sinjorenstad. Antwerpen is de belangrijkste Scheldestad. Het poesjenellentheater (de poesjenellenkelder) is een marionettentheater in Antwerpen. Een pagaddertoren is een uitkijktoren uit de Spaanse tijd in Antwerpen en omgeving. Antwerpen is het Jeruzalem van het Noorden. De hel van Deurne vind je bij Antwerpen. De Franse furie was een aanval op onder andere Antwerpen.

9. Gent. UG of UGent staat voor Universiteit Gent (vroeger: RUG, Rijksuniversiteit Gent). De Pacificatie van Gent (1576) zou alle Spaanse troepen moeten verdrijven. De witte kaproenen van Gent vormden de burgerpolitie die witte kaproenen [muts, m.n. narrenkap] droeg en een rol speelde bij verschillende opstanden. De jan-van-gent (meervoud: jan-van-genten of jan-van-gents) is de bassaangans (genoemd naar Bass Rock). Hou en trouw (of getrouw) is getrouw onder alle omstandigheden; dat is de leus van de stad Gent (Fides et Amor). Een Gentenaar woont in Gent. De bijnaam van Hendrik van Gent (Henricus Gandaversis) is 'Doctor Solemnis' (letterlijk: verheven doctor).

10. Mechelen. Het Opsinjoorken is de naam voor een pop die vroeger in processies werd rondgedragen en waarvan het ontstaan teruggaat op een oud Vlaams volksgebruik om mannen die hun vrouw mishandelen, te bespotten. Uit Mechelen kennen we het Mechels hoen, de Mechelse herder, Mechelse kant en Mechelse was. Een mechelaar ten slotte is een zekere munt.

11. Aan nieuwe bijvoeglijke naamwoorden vond ik in de oVD: begeistert [enthousiast], bierschoon [gespoeld glas], boho [zigeunerstijl], broke (bankroet), down the drain (door het putje, gaat verloren), eager [begerig], easy going [gemakkelijk in de omgang], evidencebased [gebaseerd op de wetenschap], goedgeschoold en goed opgeleid, Koranvast [net als: Bijbelvast], mocro (Marokkaan), neukable [niet meer in VD: neukbaar, fuckable], rof (jeugdtaal, van: rough), rood- of geelgeschorst, shock-and-awe [militair: met grote overmacht], wifi (wireless fidelity) en übercool. En ook: tjampoer [gemengd: atjar, saté tjampoer], shariabestendig [niet strijdig met], pissed [erg boos, kwaad], op-de-borst-klopperig, keitegek (kei!), coewl [koe-wəl] (jeugdtaal, cool) en broodarm [straatarm]. Verder: well done (van vlees: doorbakken), on demand (op afroep), kerstig [als/van kerst], high-end (kwalitatief zeer hoogwaardig) en bon chic, bon genre (bcbg – goed geklede Parijzenaar uit de betere kringen). Ten slotte: tryseksueel [uitprobeerder], part of the game [daar kun je niet onderuit],
open-minded [ruimdenkend] en one size [kleding: in één maat].

12. Een antoniusbroeder is een antoniaan of hospitaalbroeder. 'Een Amati' is een voorbeeld van een antonomasia [antonomasie, naamsvervanging, naamsverwisseling]. Hij lijdt aan dikdoenerij en voor-de-gek-houderij. Hij is dus een typische dikdoener en
voor-de-gek-houder.