Dictee – dictees [2448]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 483 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (374)
1. Iso-octaan is 2,2,4-trimethylpentaan. Een italiek (italic) is een cursieve drukletter. Volgens de Taalunie is de juiste schrijfwijze 'in Frage' (VD ook: im). De immelmann is een figuur bij het kunstvliegen. Altijdgroen, immergroen, wordt ook wel met semper virens aangeduid. Het klinkt ongelooflijk (ook: ongelofelijk), incredibile dictu, maar het is toch waar. Inflectie [verbuiging] en deflexie [verloren gaan buigingsuitgangen] zijn taalkundige begrippen, inflexie is onder andere de buiging van de stem. Je kunt in een reflex iets doen en reflectie is terugkaatsing. Volgens Van Dale kun je met spelling flink de boot (het schip) in gaan. Jouw soepje gaat erin als gesneden koek (of als Gods Woord in een ouderling). Roestvrij staal is rvs [znw., ook bnw.: roestvrijstalen], inox. Hij had iets Belgisch en was iets louches van plan. De idioot wilde het idioticon [woordenboek idioom of dialect] uit zijn hoofd leren. Van Dale drinkt al het genoemde: Onze Taal drinkt Schotse whisky [+ Canada] en Ierse whiskey [+ Amerika]. Dat heeft(-)ie mooi voor elkaar: continu zulk taalgebruik wijst mogelijk op idiosyncrasieën [individuele eigenaardigheid (bv. in taalgebruik)].
2.
Bij werken in een id-baan
(instroom-doorstroom;
bijvoorbeeld in de ICT
– ook: ict
– informatie-
en communicatietechnologie)
moet je een ID-bewijs [identiteit]
bij je hebben. Hij was behept [zedelijk
gebrek of lastige gewoonte] met
een aantal idee-fixen [dwangvoorstelling,
obsessie]. Het ID
is het intelligent design.
Hij had een icterische [geelzuchtig]
huidkleur; deiktisch [ij]
is overigens aanwijzend en deïsme [op
de rede berustend geloof in een transcendente god]
heeft daar niets mee van doen. Hij woonde extern en kweekte iksterns
[visdiefje –
vogeltje]. Een ijzeren hein
[tegen alles
gehard en bestand] doet meestal
ijzerenheinig. De IJslanders zijn eilanders en rijden soms op
ijslanders [pony].
Is dat nu ijzer-II- of -III-sulfaat?
Voor de mens zijn af en toe ijs- en ijskoude kompressen nodig, voor
gas is soms compressie nodig ... Ik krijg er het ik-weet-niet-wat
van. Onder zijn imamaat [als
imam = geestelijk leider] kwam
veel tot stand. Im grossen (und)
ganzen kon hij de successen dan ook op zijn palmares [erelijst]
(bij)schrijven.
Ze droeg een immortellenkrans [strobloemen].
De leden van de Académie française
worden immortels [onsterfelijk]
genoemd. Een alstroemeria [eu]
is een incalelie. IJfelhout komt van de taxus = iebenboom (VD).
3. Dat is een inane [leeg, zinloos, dwaas] bewering. Het plan werd fluks [snel] de grond in geboord. Een inamboe is een pampahoen. De fabriek is nu gesloten en dus improductief. Incineratie is lijkverassing en fiscaal incivisme is belastingontduiking. Al wie in de Alwetende, de Alwijze, gelooft, zal leven. Hij zou er tot aan zijn nek in zitten. Zijn broer moet daarover inzitten. Hij moest er de pas in zetten, want hij zou voor vier uur de ramen nog inzetten. Instrumentvliegen is blind vliegen. Hij zou erin trappen. Je kunt iemand de grond in trappen en een deur kun je intrappen. Hij is erin geluisd [er ingestonken], maar werd later wel de hemel in geprezen. Verhoogde accijnzen kun je inprijzen. Inséparables zijn Braziliaanse parkieten. David en Jonathan waren inseparabel [onafscheidelijk]. Instantanés (instantaneetjes) zijn momentopnames. De opnamecapaciteit van mijn harsens (harses) is groot. De krates [misvormd mens] viel wel op. Haar ware jakob had een jacobus [visdiefje, ikstern] in het vizier (geen jako: dat is een grijze roodstaart).
4.
Laten we onze jannen (jantjes)
en Jannen (Jantjes)
maar weer eens van stal halen: jansul [onnozele
hals], Ome Jan [de
lommerd, janoom], janjurk
[onmannelijk
persoon], Jantje Beton [geen
speelruimte in de grote stad],
jansalie [slapjanus],
Jan Courage [moedige
zeeman], janpret [altijd
vrolijk], Jan Boezeroen
[arbeider],
janklaassen [niet
au sérieux te nemen, ook: polichinel die Jan Klaassen voorstelt],
Jan Compagnie [personificatie
Oost-Indische Compagnie],
jankrent [gierigaard],
Jan Kaas [marinepersoneel
van lagere rang, ook: plebs],
janlul (ook: Jan
Lul – sukkel), Jan Kalebas
[opschepper],
janmaat [matroos],
Jan Grabbel [kleine
burgerman], janmoeial [bemoeial],
jangat (sukkel.
ook: Jan Gat = beeld van Zadkine, Rotterdam),
janongeluk (pechvogel),
Jan Joker [sukkel,
slappeling], janoom [lommerd,
ome Jan], Jan Patat [de
gewone man], janpappelepap [daar
heeft men niets aan], Jan Publiek
[het grote,
niet-bevoegde
publiek], janplezier [tentwagen
6 à 8 personen], Jan de Rijmer
[pruldichter,
prulpoëet], janhen [keukenpiet],
Jantje Soet [souteneur],
Jan de Witt [jongens
van ... voor geen kleintje vervaard],
janhagel [gepeupel,
geüniformeerde NSB'er, soort van brosse koek],
Jan de Wasser [dwaze
pantoffelheld], jangort
[keukenpiet,
janhen], Jan Vlegel [de
gepersonifieerde lompheid en ongemanierdheid],
jandoedel [sukkel,
suffers, jenever], Jan
Stapallemachtig [maakt
zeer grote passen], Jantje
Contantje (die van
handje contantje), jan-contant
[betaalt contant,
solide koopman] en Jan Stapnetjes
[kleine
voorzichtige stappen]. Mijn makke
[gebrek, kwaal]
is, dat ik geen cent te makken heb. Karel Doorman is ooit de dieperik
in gegaan
(VD).
De plannen zijn de mist ingegaan. Je
kunt al fietsend dwars tegen de wind in gaan.
Je kunt ook figuurlijk tegen iets in gaan.
De dijklasten werden
deimt-deimtsgelijk verdeeld [voor
elke deimt = dagmaat = door 1 man in 1 dag te hooien, ca. een halve
ha., evenveel te betalen].
Tsjecho-Slowaken,
Tsjetsjenen en Ingoesjetiërs spreken als regel helemaal geen
Ingveoons [Noordzee-Germaans].
5. De ingénu [bnw.] ingénue [znw.] droeg een ingénuekapsel. Ik kan er ergens wel in komen: daar kan niets van inkomen. De politie heeft op de menigte ingehakt. Die uitgave heeft er flink in gehakt. Een iniquiteit is een ongerechtigheid. De ingeprijsde inflatie was behoorlijk hoog. De winkeldirecteur werd daarom de hemel in geprezen. De inquilien [commensaal, kostganger] had heel wat quisquiliën [prullen, beuzelarijen, vodderijen]. Een innominaatcontract is een niet in de wet genoemd contract. Een in-morastelling is een ingebrekestelling. Wat zijn ivf-et's? [in-vitrofertilisatie – van in vitro – reageerbuis; et = embryotransfer]. Een insulaire ferryboot vaart tussen eilanden. Hij wil liefst zijn neus overal in steken. Mijn nieuwe collega in spe was ooit mijn collega-boekhouder. Hij reageerde insidieus (gemeen, venijnig).
6. Dit bericht kun je zomaar niet de wereld in slingeren. Bij het voetbal zou hij de grond in trappen, thuis had hij al eens de deur ingetrapt. Hij wilde per se ergens in trappen en … hij is erin getrapt. Deze arbitrageant is een intrigant. De Inuktitutsprekende [taal] Eskimo's kenden heel wat invectieven [scheldwoorden]. De hoofdstad van Ivoorkust is Yamoussoukro. In de Woordenlijst (Nederlandse Taal) zijn ook zo veel mogelijk Surinaams-Nederlandse woorden opgenomen. Voor dat Groene Boekje is het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie verantwoordelijk. Gebruik alleen woordenboeken die het spellingkeurmerk van die Nederlandse Taalunie hebben. Dan zijn 'ik squashte' en 'zij skiede' correct geschreven. Aan de Werkgroep Spelling van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren zijn we veel dank verschuldigd. Ook aan het INL, het Instituut voor Nederlandse Lexicologie. Thans: INT, Instituut voor de Nederlandse Taal.
7. Dankzij dat alles weten we nu hoe je 'een Bordeauxs cafeetje' schrijft en dat 'karbonadetje' en 'karbonaadje' allebei goed zijn – afhankelijk van de uitspraak. In de Leidraad worden de spellingregels uitgelegd en weten we '50 eurobiljet', 'Middellandse Zeegebied', 'pseudoklassiek', 're-integratie', 'accountmanager', 'ADSL' (ook: adsl), 'aids', 'het Standaardnederlands' en 'het New Yorks' volgens de spellingregels correct op te schrijven. Zijn Leersumers goed in spelling? Het was windkracht 10 op de schaal van Beaufort, de beaufortschaal (afkorting: Bft – bijv. 7 beaufort). Hier volgen nog wat oefeningen in juist spellen: koelbloedig, koel geserveerd, fezzen, aerobiccen, baseballclub, jazzmusicus, het nerveust zijn, het friste water, iets Belgisch, de fietsster en de skiester, de pilav (GB: rijst in vleesnat, VD ook: pilau), geboortefeest, stencilen, kieviten (ook: kievieten), de Goereese boerin, de Pyrenese berghond en een farizese fanatiekeling.
8. Speciale aandacht vragen de matinee en de matinée musicale, de soiree en de soirée dansante (en: musicale), de mannelijke invité, de vrouwelijke invitee en het ongeslachtelijke inviteetje (in het cafeetje), de assemblee (die van de Verenigde Naties, die van Suriname met hoofdletter), de mannelijke délégué en het dito délégueetje, de vrouwelijke déléguée en het dito déléguéetje, de mannelijke dégénéré en het dito dégénéreetje en de vrouwelijke dégénérée en het dito dégénéréetje. De schrijfwijze van spiegel en riool wordt ingegeven door de klemtoon. Broccoli en bikini zijn uitheemse woorden. Let speciaal op de schrijfwijze van wreedaard, boosaardig (raar woord!), geelachtig, hovaardij en hovaardig. 'C' of 'k': komedie, contact, locomotief, karakter, akte, college, actrice en strikt? De criticus had kritiek. Op een practicum leer je de praktijk kennen. Het classicisme heeft klassieke aspecten. Op klasseren kan declasseren volgen. Accorderen is akkoord verklaren.
9.
Dat laatste leidt dan tot een akkoordverklaring, dat lijdt
geen twijfel (ook
niet bij weifelaars). Een konvooi
rijdt in colonne. Je schrijft: katapult, octopus en oktober en kosmos
voor het heelal en cosmos voor het plantje. Men hield een enquête
over de etiquette. Met 't' of 'th': sudden death,
Goliath, Drenthe
en Drents, nochtans
en althans? Nog enkele interessante
woorden zijn: artefact [door
mensen gemaakt] en cataract
[waterval, staar],
interimcontract en quebracho-extract [looistof
uit hout van die boom]. Verder:
diffuus en diffuse, een religieuze, een
coiffeuse, een masseuse, een kassière,
een caissière en een bokser die van boxers houdt (omgekeerd
ook?). Komen er in een seksclub
ook sexy bezoekers met veel sexappeal? Blijkt het niet uit de tekst,
dan toch uit de context. In een taxfreeshop hoef je geen taks [NL:
tax
is fout!]
te betalen.
10. Niet-problematisch lijken: tabouleh (salade met couscous of bulgur, VD ook: taboulé), ADHD (attention deficit hyperactivity disorder, GB ook: adhd), tragischt (het meest tragisch), sjalom (vrede, Joodse groet), ik jeu-de-boul (speel jeu de boules), hij petanquet, bij een putt heb je geput (putte je), kasjeren [ah uh] is weer koosjer maken, een broodje falafel bevat gefrituurde fijngemaakte kekers, uien en kruiden en op de geniza worden boeken bewaard die de vierletternaam van God (JHWH, afkorting van Jahweh, ook: JHVH) bevatten en daarom niet weggegooid mogen worden.