Dictee – dictees [2385]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 527 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (330)
1. Nog meer trendy bnw.: nerdy [wereldvreemd, nerderig], out of the box [buiten gebaande paden], on the job [tijdens het werk], low cost, fishy [moreel onzindelijk, met luchtje], extra vierge (extra vergine – van olijfolie), e causa ignota (met onbekende oorzaak), du terroir (regionaal), crunchy (knapperig), catastrofiel [van rampspoed houdend], bleu froid (rauw en koud) en bleu chaud (van vlees: lauw en rood). Het aantal [moderne, nieuwe] zelfstandige naamwoorden is dermate groot, dat we die buiten beschouwing laten. Maar: wat let u? Een zettabyte (ZB): heel veel bytes, te veel om te benoemen [= zebibyte, ZiB: 1.180.591.620.717.411.303.424 bytes = 2 tot de 70(st)e]! Hij leidt een gracious living: een elegante en tevens aangename levenswijze. Je zult maar een graculus inter musas (een kraai onder de muzen) zijn. We gaan toch geen goecheltjes maken (goechelen = giechelen), hè? Die gojse (VD ook: gojimse) Gooise kinderen zijn (dus) niet-Jood(s). Het meervoud van goj is gojim of gojims (VD; GB heeft: gojem en gojiem). Het goudveil (Chrysosplenium) zijn lage plantjes met goudgele bloemen uit de steenbreekfamilie. De groente werd geveild en de gevangenisraamstijl weggevijld.
2.
Een veile deerne [prostituee]
bedrijft veile liefde [prostitutie].
Die glazenkast? O, die staat in de gloriëtte [prieel
– voor glazen]! Een
serpentarium is een glazen kast [van
glas] voor slangen en andere
reptielen. Glidkruid is blauwe godsgenade. Met gm-voedsel
[genetisch
gemodificeerd]
wordt frankensteinvoedsel bedoeld. Gnocchi [uitspraak!]
is een tussengerecht. De gnathologie
[kauworganen en
stoornissen daarvan] is deel van
de tandheelkunde. Bij 'gnōthi
seauton' [ook: o
– ken uzelf, tempel Apollo te Delphi – opschrift:
G]
moet ik aan de gnoseologie (de
kenleer) denken. Zo is het
godbetert (God
betere het, God betert!) wel
genoeg. Een go-getter is een streber. In
no-goarea's
mag je niet komen. Goëtisch is de goëtie [zwarte
magie] betreffend. Ze is heibeiig
[snibbig, kijfziek
– vgl. haaibaai],
maar goed opgeleid. Wie goeddoet, goed ontmoet. Hij zou zich tegoed
doen aan spijs en drank. Het toerbusje (touringcar
– touroperator) toerde richting
Drenthe. Een GeV is een
giga-elektronvolt.
Bepaalt de g-factor [dwarsversnelling]
de G-kracht [zwaartekracht]?
Gibberelline reguleert de groei en bloei van planten. Praat in de
mike [microfoon]!
3.
Portugezen werden door Hollanders vroeger Gijs-oom genoemd. Een
hollebolle gijs kun je moeilijk goochem noemen. Zonder een
gin-fizzje
vooraf kreeg hij zijn gimmick niet goed over [voor]
het voetlicht. Zijn optreden was glamoureus, vol glitter en glamour.
Is dit een primair of secundair glaucoom [groene
staar]? Hoe moet je
'alt-A-hypotheek' [nu:
A!] op een azertyklavier typen?
Hoe is dat godsterwereld (Gods
ter wereld) mogelijk? Gnawa en
goamuziek (genoemd
naar Goa) zijn muziekstijlen. In
de Barentszzee begonnen de barensweeën.
Een champetter is een veldwachter. Toen ze omhoogkeek, zag ze het
steelpannetje, de Grote Beer. Een goezla is een eensnarige viool.
Guacamole is puree van Spaanse avocado's. 'Apekool' is een algemeen
erkend woord, wittekool (GB
ook: witte kool) lustten ze
alleen bij Van Dale. In haar gummi-jas had ze nog wat gummi Arabicum
(Arabische gom).
Hij had zijn leven veil voor zijn vaderland.
4.
Is een gore-texjas hetzelfde als een gore-tex jas? Ja.
En is het net zoiets als een waxjas
[wahks]
[van wasdoek]?
Gouttières zijn dubbele, parallel lopende haarlijntjes. Scolopenders
zijn duizendpoten. Lopendebandwerk is geestdodend. Gouteren is het
goûter (vieruurtje)
nuttigen. Eau de goulard is goulardwater (een
heldere uitleg, toch? – met loodacetaat in alcohol, Franse chirurg:
Goulard). Goudron is gezuiverd
asfalt van Trinidad. Gramine|ae [ee
ee] zijn
graanachtige planten. Het gris de lin is het lila-achtige blauw
van grain de lin (de
vlasbloem). Het haar van de graag
geziene gast begon te kroezen. Grège is ruwe zijde, een grawitztumor
is kanker van de nieren en grazioso is bevallig (in
de muziek). Ze droeg
grijs-met-rode kleding. Een grisaille is een grauwschildering.
Grissini zijn Italiaanse soepstengels. Er wordt groepage [meerdere
afzenders] naar Spanje verzonden.
Bij de overval op de goud- en zilverwinkel vond veel
gooi-en-smijtwerk plaats. Degoutant [walgelijk]
is vol van degout [walging].
Hij heeft niks met de gotiek [spitsbogenstijl].
5.
Een kazak (kazakke)
is een manskleed, maar niet direct een kozakkenmantel. Trouwens, die
kozak, een militair, behoorde niet tot het volk van de Kozakken. Een
kazakkendraaier laat zijn huik naar de wind hangen en wisselt
bijvoorbeeld gemakkelijk van politieke partij. Ze wil je gedag
zeggen, goedendagzeggen. Onder de middeleeuwse zwervers vinden we
goliarden [zwervende
studenten]. Goh, dat die
go-getter geen (ski)goggles
[skibril]
draagt. Hij stelde een gorgiaanse [retorische]
vraag. Wat is een googolplex [een
1 met een googol – 10 tot de honderdste (macht)
– nullen]?
Een gonfalonniere is een Italiaanse burgemeester [die
draagt een gonfalon] en een
douairière een adellijke Franse weduwe. Deze goth [aanhanger
gothic – stijl of muziek] leest
vaak een gothic novel (griezelroman).
6. Men neme dressing à son goût [naar zijn smaak]. Die dwarsdrijver heeft vaak goût de contradiction [lust tot tegenspraak]. Gouden knoopjes en goudenregen zijn synoniemen. Je kunt een hd-led-tv winnen! In de hafttijd is de schafttijd niet altijd prettig. Een hafiz is een Korankenner: de halacha [dogmatische stroming jodendom] en hagada [boek met liederen uittocht Egypte] kent hij niet. In het haiku'tje [Japans, Chinees gedichtje] kwam een hagenpreek [in de openlucht] voor. Een guajakboom is een pokhoutboom; de guaguanco dans je op Cuba. Guttatie is uitdruppelen van bladnerven. Tel maar mee: één Guinees biggetje (vergelijk: steenrat, steense rat, cavia, marmot), twee en drie Guinese (ook: Guineese) biggetjes; u vindt die op het Guineese platteland. Hij liep op gympies. Een guimpe (gimpje) is een tulen halsbedekking met baleintjes. In Guinee-Bissau betaal je die met de CFA-frank [Communauté Financière Africaine, Afrikaanse Financiële Gemeenschap]. Een guacharo is een vetvogel, guacamole zekere puree. Een gueridon is een pronktafeltje, een guereza een zijdeaapje; met guarani's betaal je in Paraguay [PYG].
7.
Met de grungelook [stijl
in mode en popmuziek] ben je
grungy [grungeachtig].
Groggy [dronken]
lurkte hij uit het grogglas. Zijn grootspreken en grootdoen – dat
hij Putten had grootgemaakt al was hij er niet grootgebracht –
leverde een daverend fiasco op, maar hij heeft zich grootgehouden.
Een guiro [guu-wie-roo]
is een klein slaginstrument. De deur was halfopen, halfgeopend, dus
halfgesloten en daarmee half dicht. De toenmalige hard klinkende
hardrock verpestte ons gehoor. Logisch is het niet, maar halfdronken
is half beschonken. De apk is de
aspaardenkracht
[rempaardenkracht, break
horsepower, BHP],
maar ook de algemene periodieke
keuring. Is deze auto apk(-)gekeurd,
heeft deze een apk-keuring
[dubbelop]
ondergaan? De auto is ook met gps uitgerust en heeft dus een
gps-systeem. Een grand-prixwedstrijd
is een GP-wedstrijd. Eet smakelijk:
allinsonbrood [volkorenbrood
dat zonder vet en met relatief weinig gist is bereid],
casinobrood [toastbrood,
in een bus gebakken en geribd],
Duits brood [tijgerbrood,
lijkt op roggebrood], grahambrood
[zonder gisting
bereid brood van grofgemalen graan],
hazenbrood [niet
meer in VD: volksnaam voor gewone veldbies en trilgras],
hottentottenbrood [niet
meer in VD: eetbare wortelstok of stengelvoet van de olifantsvoet],
(sint-)hubertusbrood
[brood op
Sint-Hubertusdag (3
november)
gewijd en gegeten om tegen de hondsdolheid te beschermen],
johannesbrood [de
roodbruine, eetbare peulen van de johannesbroodboom],
kerstbrood [Kerstmis],
kokosbrood [met
kokos], mueslibrood
en ongebuild tarwebrood [ziften,
zeven].
8.
Ook lekker(?):
mastiekbrood [stuk
bereid asfaltmastiek, harssoort],
oordjesbrood (kost
een oortje,
ook: oordje),
ouwe-jongens-krentenbrood [dikke
mik], paasbrood [voor
Pasen – matse], pinksterbrood
[voor Pinksteren],
palmpaasbrood [voor
Palmpasen], roggebrood,
rozijnenbrood, sesambrood [met
sesamzaadjes], sint-antoniusbrood
[aalmoes van brood
t.g.v.
Sint-Antonius],
sint-jansbrood [vrucht
van de sint-jansbroodboom],
smartenbrood [de
derde matse, die gebroken wordt (bij
het joodse paasfeest)],
sukadebrood, speltbrood [spelt
= zekere grove tarwe],
tarwe-roggebrood,
vier- en vijfgranenbrood, weekendbrood [met
vet: langer vers] en
zuurdesembrood (dat
moet je desemen!). Hij benaderde
ons met gratuite [twie]
[onverplichte]
gratuïteit [tuu-wie
– ongegrondheid], zijn partner
met gracieuze [bevallige]
gratie [bevalligheid].
Granité is korrelig ijs, granito kunststeen. Gezocht op '*demi*': à
demi (voor de
helft, half), acidemie (verzuring
van het bloed), académie d'amour
(bordeel),
cholera-epidemie, civitas academica [docenten
en studenten universiteit], demi
(overjas voor
voor- of najaar – demietje),
demi-finale (semifinale,
halve finale),
demi-fortune
(rijtuig met één
paard), demi-john (dame-jeanne
– grote mandfles, dameraan),
demikini (bh
zonder bandjes), demi-plié
(basisbeweging
ballet, vergelijk grand plié) en
demi-vol (een der
vleugels van een vol – in de heraldiek).
9.
Verder: demi-mondaine (schijnbaar
fatsoenlijke vrouw van losse zeden), demi-monde
(de wereld der
schijnbaar fatsoenlijken),
demi-reliëf (halfreliëf), demi-saison
(demi = overjas),
demi-sec (wijn:
halfdroog; antoniem: brut, doux, sec),
demi-vierge (halve
maagd,
bijna-maagd), nicodemiet
[in geheim naar
Reformatie, officieel nog
r.-k.],
neoacademisch, mond-op-mondbeademing, malaria- of influenza-epidemie,
kort- of langademig, rockacademie (hbo-opleiding
voor popmuzikanten),
schilder(s)academie [voor
schilderkunst], sodemieterij [als
de: zeer snel, naar de: bliksem],
vendémiaire [wijnmaand
Franse Republiek 1793] en ten
slotte de weidemier(!).
In deze grand(s)
cafés wordt alleen met grand cru's
(ook: grands
crus)
gewerkt. Kiesjeliesj (hamansoren
– Poerim) en gremzelisj
[Pesach, joodse
Pasen, Pascha – herdenking uittocht, exodus uit Egypte]
behoren tot het feestdagenvoedsel. Die hottentot [ruw,
onbeschaafd mens] lijkt wel een
echte Hottentot [Khoikhoi
– Zuid-Afrika, West-Kaap, verwant aan de Bosjesmannen].
De emittent [uitbrenger
van aandelen] paste de
greenshoeoptie [extra
aandelen kopen tegen originele prijs]
toe. De GroenLinksaanhanger nam tjaptjoi, een Chinees
groente-en-vleesgerecht. De grootmogol [alleenheerser
zeker keizerrijk, ook: diamant]
mocht zomaar (zo
maar) in grootmoes stoel zitten.
10. Ik ga haar nog slaapwel wensen. Enkele treffers op '*wel*': alhoewel, awel [BE: welnu], het dankjewel, evenwel, hoewel, jawel, [een] je-weet-wel [znw.], oftewel, ofwel, onwel, ouwel [niet-geconsacreerde hostie], het vaarwel, het wel en wee en zowel. Als ik mijn tv aanzet, moet er authenticatie [vaststelling identiteit] plaatsvinden. Hij gebruikte de circuitus verborum [omhaal van woorden, geen mv.].