Dictee - dictees [2100]
Tweede
online BeNedictee 2021-02 (auteur: Randy van Halen)
De 66 vette en 15 rood-en-vette (shoot-out)woorden moesten worden ingevuld. Toelichting in blauw.
Een rondje toeren door mijn woonplaats (auteur: Randy van Halen)
1.
Telkens als ik een buitenstaander vertel over mijn woonplaats, krijg
ik dezelfde reactie. “Dordt,
dat is toch praktisch Rotterdam-Zuid?” Iedere keer moet ik diegene
uitleggen dat de memes
(internetmeme/grap)
die je hierover op internet
vindt, fakenieuws
[nepnieuws, fake news] zijn en dat de oudste stad van Holland totaal niet te vergelijken is
met die achenebbisje/aggenebbisje
[ook oggenebbisj – andere uitspraak]
achterbuurt waar incidenten met 2C-B
[VD 2020 - tripmiddel]
en andere drugs dagelijkse kost zijn. Omdat ik niet zo ik-zuchtig
[zelfnoemfunctie]
ben, nog niet zo oud als Methusalem
ben en tezelfdertijd
[terzelfder tijd, andere uitspraak]
de hiervoor genoemde verhalen graag naar het rijk
der fabelen wil verwijzen, staat er
vandaag geen autobiografie maar een rondleiding op het menu. Met een
persoonlijke tint, dat dan weer wel.
2.
We beginnen waar veel reizigers deze stad ook binnenkomen: het
laatnegentiende-eeuwse station
in waterstaatsstijl
[eerste
helft 19e
eeuw].
Met behulp van mijn ov-chipkaart
[openbaar
vervoer]
ben ik via IC's
[intercity]
en sprinters – of zoals men die
in België noemt, L-treinen
[BE:
lokaal]
– naar veel plekken gereisd. Zo
kan ik binnen Nederland de domstad
[VD, in Utrecht zelf schrijven ze wel
D] van mijn bucketlist
[to-dolijst]
afstrepen, maar
de hunebedden
helaas nog niet.
3. Daarvandaan lopen we alsmaar rechtdoor, langs Bauhausgebouwen en blobarchitectuur [binary large object]. De in Brabants-gotische [zo volgens Taaltelefoon/Taaladvies - vgl. ook: Brabantse gotiek] stijl gebouwde Onze-Lieve-Vrouwekerk met zijn indrukwekkende beiaard [klokkenspel] laten we voor nu even links liggen. Aan de linkerkant zien we ook het standbeeld van Johan en Cornelis de Witt opdoemen. Zij werden in het Rampjaar, 1672, op brute wijze gelyncht door orangisten.
4.
We slaan rechts af en zien vervolgens de straat waar mijn kruip-in
[ook: kruip-uit]
te vinden is. In deze straat heeft de postimpressionistische
kunstenaar Vincent van Gogh ook nog enkele maanden gewoond. Hij was
waarschijnlijk manisch-depressief
of had wellicht een andere aandoening,
maar vast staat dat de absint
[likeur]
zijn werk heeft beïnvloed. The debt
which cancels all others [de
schuld die alle andere delgt = de dood]
is voor hem echter te vroeg gekomen;
wie weet wat voor meesterwerken hij nog meer had kunnen maken. Zelf
ben ik geen meesterlijke kunstenaar zoals hij was; de kookkunst vind
ik echter wel interessant. Eenieder die bij mij thuis is geweest,
weet dat mijn spaghetti bolognese
en mijn tajines
[zj –
stoofpot] overheerlijk zijn. Bij dezen
nodig ik jullie alvast uit, voor als de covidepidemie
[covid, maar COVID-19 en SARS-CoV-2]
voorbij is …
5.
Even verderop ligt de Bonifatiuskerk, waar vroeger poptempel Bibelot
gevestigd was. Hier heb ik vele muzikanten zien spelen, in de meest
uiteenlopende genres: rhythm-and-blues
[r&b,
arrenbie]
tot heavy
metal en deathmetal,
en zelfs een
oud-Eurovisiesongfestivalwinnaar.
Het podium is helaas verhuisd naar een sfeerloos gebouw aan de rand
van de stad en tegenwoordig heeft hier een kringloopwinkel
slash koffiezaak [kennelijk
gezegd: voluit, ‘/’ werd fout gerekend]
zijn intrek genomen.
6. Doemetoch [bastaardvloek], nu was ik bijna een paar van de belangrijkste historische gebeurtenissen in deze stad vergeten. Laten we even naar het Hof gaan, waar in 1572 de eerste Statenvergadering van Holland werd gehouden in een augustijnenklooster. Gesteund door de watergeuzen sprak Holland hier officieel verzet uit tegen de Spaanse overheersers, waarmee Holland zich de facto [feitelijk] onafhankelijk van Spanje heeft verklaard. Daar vlak achter lagen vroeger de Kloveniersdoelen, waar de Synode van Dordrecht werd gehouden, een grote religieuze vergadering waar gomaristen [volgelingen Gomarus, contraremonstranten = de preciezen] en arminianen [Arminius, remonstranten, rekkelijken] discussieerden over de predestinatieleer [alles voorbestemd, geen vrije wil].
7.
Het is ondertussen wellicht al opgevallen: we wandelen rond op een
eiland. Dat is ontstaan in de middeleeuwen tijdens de
Sint-Elizabethsvloed
[meerdere,
vooral die van 1421 - altijd met z!],
die de hele omgeving inundeerde
[laagland
onder water zetten].
Sindsdien heeft het water grote invloed op de stad gehad. Kogschepen
[kog, kogge]
voeren af en aan over de grote rivieren met hun handelswaar en
marchands
[koopman, vgl. marchanderen!]
in onder andere wijn en vis hadden hier hun standplaats. Later
overvleugelde Rotterdam deze stad met zijn handelsfunctie en trokken
grote schepen daarvandaan de hele wereld over.
8.
Ook in de iets wijdere omgeving is genoeg te beleven. Zo kun je met
een catamaran
[dubbelboot, 2 rompen]
die dienstdoet
als veerpont gemakkelijk naar de Maasstad,
dorpen in de nabijgelegen Biblebelt
[Bijbelgordel]
of Kinderdijk. Bij het laatste dorpje staan op een oppervlak van
slechts enkele acres
[hier Engels = 40,5 are, ook Frans –
andere uitspraak – 50 are] zeer veel
windmolens. Daar moet je overigens niet midden in de nacht komen,
want dan zie je op de parkeerplaats weleens mensen genieten van
paradise-by-the-dashboardlight
[seksueel
verkeer in auto].
Tenzij je voyeuristisch
[voyeur = gluurder]
ingesteld bent natuurlijk …
9. Laten we dit verhaal afronden op een van mijn favoriete manieren: in de kroeg. Hier heb ik veel tijd doorgebracht met vrienden, genietend van een IPA [India pale ale] of een Ierse whiskey [Randy: Amerika en Ierland hebben een e, Canada en Schotland – whisky – niet!]. Tijdens een potje yahtzeeën of een ander spel praten we dan vaak over absurde en hilarische zaken. Zo stelde een vriend dat de tyrannosaurus rex [GB, VD] uitgestorven is doordat zijn voorpoten zo kort waren, dat hij zijn eigen handen niet kon wassen.
10 Groos [niet algemeen voor groots] ben ik niet op mijn stad. Dat soort emoties voel ik eerder bij prestaties die ik heb geleverd. Maar ik ben wel fokking [= fucking] tevreden met de stad waar ik woon. Als alle curfewmaatregelen [avondklok!] opgeheven zijn, wil ik haar graag in het echt aan jullie laten zien.
Shoot-out:
11.
In het hierboven genoemde café speelde uw djoeroetoelis
[schrijver, klerk, secretaris]
een potje xiang qi
[Chinees schaakspel]
met een professionele kantelespeler
[halsloze
citer, Scandinavië –
mv.
s].
Onder het genot van een glaasje slivovitsj
[pruimenbrandewijn]
speelde mijn onychofagie
[nagelbijten]
op door de zenuwen. Mijn tegenstander was bijna niet menselijk, maar
eerder een djinn [Arabisch
– goede of boze geest].
Hij leek bovennatuurlijke energie uit leylijnen
[uitspraak lie - denkbeeldige lijnen die prehistorische
locaties en heilige plaatsen met elkaar verbinden] te
halen en won het spelletje overtuigend. Plotseling stormde luid
blaffend een samojeed
[hond] naar
binnen, gevolgd door een vrouw die op een mythologische Walkure
[W:
mythologie, een struise vrouw is een walkure]
leek. Ze sprak een takbir
[ie –
verheerlijking van Allah door het uitspreken van de frase ‘Allahoe
akbar’] uit en trok een shank
[uitspraak: sjèhnk
– zelfgemaakt steekwapen]
tevoorschijn. Doodsbang wierp ik haar een blok hout toe, in de hoop
dat ze hier als vorm van appeasement
[gesus, handhaven van de (goede)
vrede] mee aan de slag zou gaan, en niet
ons zou bewerken met het wapen. Ze sneed het minutieus uit in de vorm
van een icosaëder
[regelmatig
20-vlak, twintigvlak. Verder bestaan alleen nog het (regelmatige)
viervlak, tetraëder, zesvlak, kubus, hexaëder, teerling, achtvlak,
octaëder en twaalfvlak, dodecaëder, dodecahedron].
Daarna stapte ze naar buiten en reed ze op een pennyboard
[kort
en smal skateboard, vaak in felle kleuren]
weg, na enkele ollies
[sprong in de lucht met het skateboard]
te hebben gedaan.