Dictee - dictees [1753]
BeNeDictee Schilde 2019-09
Het dictee
moest geheel worden opgeschreven; alleen in de 84 vet, cursief en onderstreepte
woorden konden fouten worden gemaakt.
Onze nieuwe
woonomgeving (deel 1, auteur: Jozef Lamberts)
1. Het
heeft lang geduurd: niet zoals gepland in de week na laetarezondag
[vierde zondag in veertigdagentijd voor Pasen]
maar pas op de veertiende dag van de Mariamaand *, de naamdag van de ijsheilige Bonifatius,
zijn we erdoor gekomen **.
* ijsheiligen, 11-14 mei – Mariamaand = mei [ezelsbrug M m gelijk] - de drie Gestrenge Heren = Pancratius/Servatius/Bonifatius, meestal niet: Mamertus. Let op: de mariamaand = oktober [ezelsbrug m o ongelijk]
** lemma GB: erdoor komen; in vele verbanden ook in VD, lemma
'doorkomen' lijkt weinig ruimte te bieden voor 'er doorgekomen'.
2. Die dag werden de laatste verhuisdozen uitgepakt: die met de santons [gipsfiguur] voor de kerstkribbe en die met het bone china [porselein], het blanc de Chine [idem], het fritporselein [idem], het sèvres [idem Frans] en de art-deco- [art deco – jaren 20 en 30 van de 20e eeuw – strakke en eenvoudige vormgeving - afbreking!] en Koïsche [van Griekse eiland Kos] vazen.
3. Sindsdien wonen we hier in een cul-de-sac [doodlopende straat - ook: dito betoog] in De Zevenster, een fraai gelegen wijk met
cottages ornés [villa, landhuis] en reverbères [straatlantaarn], het shangri-la [Tibetaans paradijs] van Schilde, waarvan de inwoners het locofaulisme [scheldwoord voor bewoners bepaalde streek] rabauwen [ruwe schurk, landloper, etc.] opgekleefd gekregen hebben.
4. De contouren van een middeleeuwse wüstung [verlaten nederzetting] zijn hier nog steeds herkenbaar.
5. Onze buren zijn van diverse pluimage. Links woont een man die zichzelf een zytholoog [bierkenner] noemt, die het malthusianisme [geboortebeperking] bepleit en het verzamelen van ballotins [pralinedoos] als hobby heeft.
6. Op latere leeftijd is hij getrouwd met een graciele [fijn, slank en teer] douairière [weduwe van adellijken huize] met blauw bloed in haar aâren [aderen], die in Zweden een slöjddiploma [ontwikkeling kind: karton, klei, hout] behaald heeft en [een] basiskennis van het Volapük [kunstmatige wereldtaal] bezit.
7. Hun dochter, die een kleur heeft als een bellefleur [appel], draagt gaarne lacs d'amour [mv., ineengevlochten banden, vorm: ∞]. Ze doet ingenieursstudies en 's zaterdags balletteert [balletdanden] ze.
8. Hun zoon is een kungfufanaat [kungfu, Chinese vechtsport], doet aan hathayoga [lichaamsoefeningen, adembeheersing] en studeert Inuktitut, de taal van de Inuit [mv. zelfde of + s, Inuk = enkelvoud, Eskimo, geen mv.].
9. Hij heeft een uitgesproken filosofische overtuiging, maar hierover laat hij nooit zijn slont [achterste van de tong] zien.
10. Een soussie [inwoner Soussgebied Zuidwest-Marokko – uitspraak oe!] vervult bij hen de functie van tuinman.
11. Als man van Zuid-Afrikaanse origine voelt hij zich in Schilde toch in zijn element.
12. Hij leeft de Hadith [uitspraken en handelswijzen Mohammed – inhoudelijk - studie ervan = hadith] na.
13. Hij is vorige maand een berg-Schot [Hooglander] opgevolgd en verzorgt onder meer hun purperrudbeckia's, araceeën [uit de aronskelkfamilie] en gaultheria's [bergthee].
14. In een siervijver zwemmen koikarpers tussen shubunkins [Japanse goudvis] en claresses [zoetwatervis, wit vlees].
15. Wat verder bevindt zich de woning van Yanina Wickmayer, een kallipygisch [met mooie billen] tennisicoon [icon: andere uitspraak] met bobbed [van vrouwen: kortgeknipt] haar.
16. Ze heeft me eens uitgelegd wat een bye [zonder spelen naar volgende ronde] is, wat we onder een bagel [instinker: set met 6-0] verstaan (niet de hardgebakken bagel die je bij de bakker vindt [gat in midden]), wat een deuce [stand 40-40 in game] is, wat de betekenis van een qualifier [in hoofdtoernooi na voorronde] is en waarvoor de abbreviatie WTA [abbreviatie = afkorting, WTA = Women's Tennis Association] staat.
17. Zich fit houden doet ze met behulp van callanetics en calisthenics [beide: fitness].
18. Haar eegade is als cytoloog [celbiologie] verbonden aan een sevesobedrijf [produceert gevaarlijke stoffen] dat pyrofore [snel oxiderend en verbrandend] stoffen opslaat en een zeventigtal [70-tal] arbeiders tewerkstelt.
19. Rechtover [t.o., tgov.] ons hebben we een uit Lobith [daar komt de Rijn Nederland binnen] afkomstig gezin met twee kinderen, soms gotspieuze [brutaal - vgl. gotspe - NL: onbeschaamde brutaliteit] ossaarts [kwelgeest].
20. De aan lymeborreliose [lyme, ziekte van Lyme, infectieziekte] lijdende vader, een ex-cabinetard [lid van kabinet minister of staatssecretaris BE], combineert steevast een pochetje in de borstzak met een bellbottom [lange broek, wijde pijpen].
21. Een tijdlang was hij ook accapareur [opkoper] van quincaillerie [huishoudelijke artikelen].
22. De moeder is een naaister die bedreven is in het passepoileren [omboorden].
23. Hun zonen staan bekend als copoclefielen [verzamelaar sleutelhangers] maar ze zijn ook bijzonder sportief: geregeld doen ze aan deadliften [powerliften, halter in één beweging boven hoofd] en trainen ze hun rugspieren met chin-ups [kin optrekken tot hoogte stang].
24. Naast hen heeft zich een Surinaams echtpaar gesetteld dat dit jaar een bigiyari [lustrumfeest] vierde.
25. Naar
aanleiding van dat feest hadden ze ons vergast op toastjes met tayerblad [tayer = bladgroente SR], vervolgens kwikwi [vis met beenplaatjes] met mango en als
dessert bacovepannenkoeken [bacove + VD: n/s, GB: s – rauwe banaan] die ze op
een antiek eenpitsstel [kooktoestel
met één pit] klaargemaakt hadden.
26. Terwijl
de kinderen parkour [= freerunning]
speelden en kidlit [kinderlit(t)eratuur - doe bij dictee 1 t] lazen,
kwamen we te weten dat hun moedertaal het Saramaccaans [taal SR, Saramaccaners spreken die, Saramacca = district
SR - GB] is en dat ze in hun thuisland veel gebaarsd
[baarzen = met hengel op baars vissen] hadden.
27. De clepsydra [wateruurwerk] in hun woonkamer is een
souvenir van hun reis naar Egypte, de foto met een dipylon [hoge, grote grafvaas] van die
naar Griekenland.