Dictee - dictees [1480]
Ook 711 lijkt wel aardig.
Dictee
711 (DCCXI) Dictee Specialisten (05-01-2014)
1.
De pâte is de vrij dikke, smeuïge verflaag van een schilderij. Wilde je mij
besjoechelen [besjoemelen. belazeren]? Een
echel is een bloedzuiger, een echelle een
toonladder. Met een eclatant succes kun je éclat maken [opzien
baren]. Een wielrenner heeft een toeclip
en de zon heeft zijn zoneclips. Ecru is
touwkleurig en een rekruteerder is een recruiter. Sinds 1848 is de leus van
Frankrijk: liberté, égalité, fraternité. In de Tweede Wereldoorlog kenden we de
Grote Adviescommissie der Illegaliteit [vooraan
hoofdletter]. Egreneren is ontkorrelen. Dat élan vital, die stuwende
levenskracht, werd met veel elan aangeboord. Zijn elegantie verdiende de naam
élégance ten volle. Die geheel authentieke authenticiteit was elementair. De
elite-eenheid kwam eraan te pas. Zijn 'elocutie' [welsprekendheid]
en 'eloquentie' [idem] synoniemen? Ja, dus. Een emax domina is een koopzuchtige dame.
Emasculatie is castratie.
2.
Een emigrant is een emigré en een emigrante is een emigree. Een émissaire, een emisario, is een geheime boodschapper. Een
deal [Engels!] emissa manu [Latijn!] is bij handjeklap. Te veel CO2-emissie
leidt tot een boete en een verlieslijdend bedrijf. Emunctae naris is over een fijn onderscheidingsvermogen
beschikkend. Epateren is overbluffen en, nog erger, épater le bourgeois is
overdonderen. Epopeeën zijn epen [epossen].
Binnen de eroev [gebied]
mag je op sabbat dragen. Met houden aan een prima verkeersetiquette zijn
verkeersregels nauwelijks nodig. Je moet me geen etiket opplakken. Ik zoek mijn
naai-etui. De gerant [verantwoordelijk
beheerder hotel, etc. – zjee] legde de
gerande servetten gereed. Een manege is een rijschool. Zijn er andere metiers
dan dat van wielrenner? De merengue is een dans en de meringue een
schuimdeeggebakje. Ze droeg een negligé, zeg maar negligeetje (en was dus en – Frans – négligé).
3.
Aan het prematuurtje [te vroeg geboren kind]
hield ze een
post-partumdepressie [partus =
bevalling] over. In het schijnsel van de reverbère [lantaarnpaal] had ze reviaanse [Reve] rêverieën over de reverences [buiging] die ze zou moeten maken. Het is usance [gebruik] dat je in dat geval als sursiet [persoon die het aanvraagt] surseance (uitstel) van betaling krijgt. Je schrijft 'crêpe'
met een dakje erop, toch? En 'crème'? Een abbé is een wereldlijk
rooms-katholiek geestelijke in Franssprekende landen (zoals
abbé Pierre). Een amphigouri [oe] is
een nietszeggend gedicht. Een applique [beschilderd
vak in omlijstingen die deuren, ramen, enz. voorstellen] zie je in het
theater en een appliqué is een opgelegd versiersel van een andere stof dan die
waarop het wordt aangebracht. Een avant-corps is een zelfstandig gedeelte van
een gebouw voor de hoofdgevel, de avanthop is de hiphopstijl, de avant-garde,
dat weet je wel [jonge generatie van kunstenaars
met nieuwe vormen], avant la lettre [voordat
het begrip bestond, eigenlijk: prent zonder onderschrift] ook, de
avant-première is een voorpremière, het avant-propos is een voorwoord (à propos, is dat af?) en een avant-scène is? Antwoord: voorgrond van het toneel, tussen scherm en
voetlicht!
4.
Een bajadère is een (exotische) zangeres.
Ook het Great Barrier Reef wordt wel genoemd als achtste wereldwonder. Een
belvedère is een mooi uitzicht. Het bouclé is een zekere tapijtstof. Een bouton
d'orient is een besmettelijke zweer. Het bête humaine is het dierlijke in de
mens. De bergère is een leunstoel of een kapsel. Zó blasé [zo verwend dat je niet meer kunt genieten] is
gewoon bête [dom, onnozel, schaapachtig]. In
de brasserie [café, eetgelegenheid] liep het
uit op een brasserij [slemperij, braspartij:
overdadig eten en drinken]. Koffie te over, zoek maar op: caffè latte [Italiaans: koffie
met veel melk],
café-restaurant, café glacé [ijs
met mokkasaus], cafeetje, café-elftal, café dansant, café complet [koffie met gebak], café crème [soort espresso], café billard
(biljartcafé) en café noir [koekje
met een laagje suiker met koffiesmaak]. Een calèche
heet volgens VD ook kales. Een carré is een
vierkant en carrément is ronduit. Bij zekere yogaoefeningen moet je chanten [op monotone wijze zingen bij wijze van meditatie].
Een chiffonnière is een hoge ladekast. Een chime [tsjaajm]
is een klokkenspel. Een chimère is een hersenschim. De clergé is de clerus.
5.
Bij computers kom je client-serversystemen tegen, in winkels clientèle of
cliënteel. Cliëntelisme is politieke klantenbinding. Een comédie noire [blijspel met een tragische ondertoon] is niet
helemaal een comedy. Een kletskous is een commère. Een compère (compeer – leidt ze in en verbindt scènes) werkt
bij de revue. Een comprimé is een zekere pastille. Een confrère is meestal een
collega-jurist; met zijn allen vormen ze de confrérie. Een consommé is een
niet-gebonden soep. Het conté is zeker tekenkrijt. Hier volgen wat coups: coup de force [gewelddaad],
coup de foudre [plotselinge en onweerstaanbare
verliefdheid – blikseminslag], coup de fouet [medisch:
zweepslag], coup de grâce [genadeslag], coup de maître [meesterstuk], coup de main [verrassing], coup de pédale [pedaaltred], coup d'essai [proefstuk, origineel bij gilden om 'meester' te worden], coup
d'état [staatsgreep], coup de théâtre [ommekeer, onvoorziene wending] en coup d'oeil [vluchtige blik, oogopslag]. Verder: de coupe-file [voorrangskaart],
de ijscoupe, de coupe
soleil [kapsel met plukjes geblondeerd haar]
en ten slotte de stiltecoupé.
6.
Daar volgen de crèmes: crème anglaise [nagerecht,
anglaisecrème], crème au beurre [botercrème],
crème brûlée [met laagje gekaramelliseerde suiker],
crème de cassis [likeur, zwarte bessen],
crème de la crème [het beste, neusje van de zalm,
je van het], crème de cacao [likeur,
cacaobonen], crème de menthe [pepermuntlikeur],
crème de vanille [vanillelikeur] en een
crème-ei [met crème gevuld]. Vergeet ook
niet de crème fraîche [dikke, zurige room, BE:
slagroom] en de crème fouettée [slagroom].
Bij crêpe [weefsel, ook: flensje] kunnen we
noemen: crêpe de Chine , crêpe georgette [beide:
geen mv.], crêpepapier en een crêpe suzette [flensje
met likeur, mv. crêpe suzettes of crêpes suzette]. Mag ik een ijscrêpe
van u? Een crêperie is een pannenkoekenhuis. Degradatie is het demasqué der
would-bekampioenen. Het doublé is geelkoper of een veertigjarig jubileum. Om
maar eens een cruijffiaans gezegde aan te halen. "Elk
nadeel heb se voordeel." Zou dat zijn nagedachtenis recht doen? Op
uniformen kunnen fourragères [schouderkwasten met koorden] zitten. Een
ferronnière is een voorhoofdssieraad. Flèches
zijn onder andere spitse torens. Foncé [bnw.]
is donker van tint. Een kiloampère wordt afgekort tot kA, een kilovoltampère
tot kVA. Miserie is misère.
7.
Macrameeën is macramé
vervaardigen. Een marque is een merk, een marqué een toneelspeler en een marquee [ie] een
'lopende' mededeling [op beeldscherm]. 'Mate' [ee] kun je
horen bij judo, een maté is een sierheester. Zoek maar op: mise-en-page [lay-out],
mise-en-place [gereedmaken
bereiding gerechten], mise-en-plis [watergolf],
mise au point [zuiver stellen kwestie, stand van
zaken] en mise-en-scène [voorbereiding,
toneelschikking]. Bij het bostonnen [spel
boston spelen of de boston dansen] kom je de misère ouverte [kaarten – bij bostonnen – openleggen zonder een slag te
halen] tegen. Is een momentum [geschikt om
iets te ondernemen] een soort van moment suprême [hoogtepunt]? Nee, dus. Mouliné
is moulinetgaren [èh(t)].
Is de dos passé [boek, vlakke, vierkante rug]
inmiddels niet passé? Foto's plaats je in een aantal pêle-mêles [raam voor foto's]. Ze droeg een plissérok [znw.].
Mooi, die pointillébloes [znw. – met gekleurde punten] met point-lacéovergooier [znw.
– boorduursel met ingeweven figuurtjes]. Rapé is snuiftabak een ratee
een mislukkelinge [m.: raté]. Bij een référé
[NL kort geding, BE: kortgeding]
is niet vaak een referee [scheidsrechter] betrokken
[wel een rechter]. Gebruik de kleur roze maar
om die rosé [wijn] te tekenen. Zij was een
losbandig persoon [uit de aanzienlijke stand],
een rouee [m.: roué], en als bindmiddel voor
de saus gebruikte ze blanke roux.
8.
Een séjour is een verblijf (of de kosten daarvan).
Hoe duur is dat sèvres servies (sèvresservies)?
Solfegiëren is zich bekwamen in solfège [solfeggio,
solmisatie, zingen op noten: sol, do, re, mi]. Hartgeruis heet souffle.
Een tierce [tiers]
is een Engelse inhoudsmaat, een tiercé [tjèhr-see] een trio als weddenschap. Een trouvère
was een Noord-Franse minnezanger in de middeleeuwen. Een grappige touch [karakteristiek trekje], een rectaal toucher [inwendig onderzoeken rectum = endeldarm] en drie
touche-à-touts [bemoeials,
bemoeiallen]. Voorbeelden van soirees
zijn de soirée musicale en de soirée dansante. Frisee is krulandijvie, fricassee een
gehaktgerecht. Een tournee is een soort van toer [sportploeg,
kunstenaar, politici]. De
rez-de-chaussee
[benedenwoning] lag aan de chaussee [straatweg]. Een gelee is een soort van zalf. Een
melopee is een ritmisch gezang of een klankexpressief gedicht. Een bourree is
een dans. Montee zijn glasaaltjes of elvers.
9.
Een pence [èh – qua
waarde] is een penny (muntstuk), een
pencee
[èh, s] is
een rondo en een pensee [ah] is een viooltje of het lichtkleurig blauw. De
risee [m/v] is het mikpunt, een travee een
gewelfvlak. Alle Mozartwerken hebben een KV-nummer (Köchelverzeichnis).
Hoe spreek je 'bosschage' (bosje – zonder sch)
uit? En wat is een bossage [blokken natuursteen aan
de voorzijde ruw behakken]? Zij zijn de eerste
de besten niet. De commissaris van de Koning(in) (CvdK, CdK, CvK)
komt hoogstpersoonlijk. Hij studeerde een jaar lang
Tamil [taal], zijn broer doet dat al jarenlang. Een goûter is een 4-uurtje
(vieruurtje). Een laissez-passer
is een geleibrief [vrijgeleide]. De poissonnier [vissen] en
de saucier [saus/zen] konden het in de keuken samen goed vinden. De
bordesscène vond op de palier [rustplaats trap =
bordes] plaats. Een angélique is een angelica: de engelwortel uit de
plantkunde. Denk ook aan de vox angelica [engelenstem,
orgelregister]. Een bébé kan een lange, wijde dracht zijn [ook wel: baby]. Een bévue
is een flater. Een crémant [licht mousserende wijn]
kun je drinken.
10.
Debris is ruimteafval
(en débris is puin). Een dépositaire is een depositaris [heeft
geld of goederen in bewaring]. Geschubd is écaillé. Een écossaise is een
Schotse dans. Hij deed het uit dépit (teleurstelling,
ergernis). Opzien baren is éclat maken. Verdienstelijk is méritoire. Een pépinière is een boomkwekerij. Een récamier is
een soort rustbank. Een maréchale is een (schalkse?)
maarschalkse. Een méridienne is een sofa voor de middagslaap. Een résidence is
een luxueus appartementencomplex. Een pépite is een goudklomp. Sévère is
gestreng in de kunst. De vendémiaire is de wijnmaand [Franse
Republiek]. Je dient stante pede [onmiddellijk]
te vertrekken. De inséparables zijn bepaalde Braziliaanse parkieten of
papegaaien [en dus onafscheidelijk].