Bestek
1. Bij bestek denk ik aan lepels, messen en vorken.
(alleen mv. - verzen op opgegeven rijmen), chimes (mv. - tsjaajms - klokkenspel), des histoires (mv.) de femmes (vrouwenpraatjes),
eau des carmes (geen mv. - karmelietenwater), hartritmestoornis(!), kermesschildluis, kermesse [mv. + s] d'été, land of war and crimes (land van oorlog en misdaden), les extrêmes se touchent (de uitersten raken elkaar), limes (Romeinse rijksgrens), Mesopotamië, mesozoïcum (de middelste era van het fanerozoïcum), messbediende, messtin (etensbakje van een soldaat te velde), ME'ster (vrouwelijk lid van de mobiele eenheid), mestster (een vrouw die mest), Mmes (mesdames, de dames), Nemesis (godin van de wraak), place aux dames (maak plaats voor de dames), pommes(!) frites, Sherlock Holmes (speurder), stanleymes, the medium is the message (het gaat niet om de inhoud van de boodschap, maar om hoe die overkomt) en verdikkemes (krachtterm - ook: verdikkeme, verdikke, verdikkems en verdikkie).
vgl. knikkend tandzaat), neptunusvork (drietand als attribuut van Neptunus), pitchvork (tweetandig werktuig om een pitchmark (bij golf - deukje in de green) te herstellen), vorkanker (vorkvormig muuranker, geen kanker …) en een wiedvorkje is er niet voor de weed of wiet (marihuana - maar om te wieden).
5. Ten slotte: the proof of the pudding is in the eating: alleen in de praktische toepassing kan de kwaliteit van iets blijken (spreekwoord).