Dictee - dictees [0249]
Woordenboek der Nederlandsche Taal (bron: Wikipedia)
1. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal, kortweg
WNT, is een historisch woordenboek dat de Nederlandse woorden vanaf 1500
beschrijft en is het grootste woordenboek ter wereld. De eerste aflevering werd
in 1864 gepubliceerd, de laatste op 16 juni 1998. Geteld vanaf 1851 is er door
vijf generaties aan gewerkt. In 2001 verschenen nog drie delen Aanvullingen met
nog niet eerder in het WNT behandelde, vooral 20e-eeuwse woorden. Het complete
WNT bestaat dus uit 43 banden, die bij elkaar zo'n drie meter ruimte in een
boekenkast vragen. Alle delen zijn ook in facsimile uitgegeven, in 1995 is een
cd-rom door uitgever AND op de markt gebracht.
2. De WNT-informatie was voor de
productie van de cd-rom in India overgetikt door personen die de Nederlandse
taal niet machtig waren. Door een methode van typen en controletypen werd een
onwaarschijnlijk laag foutenpercentage gehaald. Door deze actie is het WNT ook
online raadpleegbaar. De ongeveer 1.700.000 citaten, die inmiddels voor meer
dan de helft ook van een datering zijn voorzien, vertegenwoordigen het
geschreven Nederlands van vijf eeuwen. Het WNT beschrijft de betekenis en
geschiedenis van honderdduizenden bekende en onbekende woorden, jonge woorden
en zeer oude woorden. Het WNT behandelt ongeveer 400.000 trefwoorden waarvan
zo'n 95.000 hoofdtrefwoorden, verdeeld over 98.510 kolommen (49.255 pagina’s),
inclusief de Aanvullingen. Opmerkelijk is dat het WNT in zijn geheel – dus ook
de recentste afleveringen – is opgesteld in de in 1863 gepubliceerde spelling
van De Vries en Te Winkel. Deze werd speciaal voor het WNT ontworpen. Er is
gratis een online versie van het WNT beschikbaar.
3. Om het woordenboek beter
toegankelijk en gemakkelijker raadpleegbaar te maken is de structuur van de
woordenboekartikelen in- en uitklapbaar gemaakt, zodat niet steeds de complete
tekst doorgelezen hoeft te worden. Ook de citatenblokken kunnen naar believen
worden bekeken. Alle subtrefwoorden zijn doorzoekbaar gemaakt en aan de
trefwoorden in de spelling De Vries/Te Winkel uit 1863 (mensch, photo) is een
equivalent toegevoegd in de huidige spelling (mens, foto). Ook zijn er
koppelingen aangebracht die aan de trefwoorden informatie uit andere bronnen
koppelen. Hierbij horen o.a. de taalkaarten uit de Taalatlas van Kloeke,
etymologische informatie uit het Etymologisch woordenboek van het Nederlands,
informatie over het Afrikaans en afbeeldingen van planten en dieren.
woensdag 27 augustus 2014
0248 Dictee woensdag 10 sep 2014 (9): dictee fenegriek √
Dictee - dictees [0248]
Fenegriek
1. Fenegriek, zou dat met Griek(s) te maken hebben? Oplossing verderop. In Van Dale en op vele andere plaatsen kun je zoeken naar woorden. Als ik bij VD naar 'kat' laat zoeken, krijg ik alle plaatsen binnen de 4500 pagina's, waar kat voorkomt. Maar de huidige zoektechnieken gaan veel verder: je kunt zogenaamde jokertekens gebruiken, het vraagteken (?) staat voor precies één teken (en ??? voor precies 3 tekens), het sterretje, de asterisk (*) voor een willekeurig aantal (ook nul!) tekens. Let op: 2020 = maximaal 2 jokertekens (* en ?).
2. Als ik dus laat zoeken op '*kat*' krijg ik alle woorden, die met kat beginnen, op kat eindigen of kat ergens in het midden hebben (zoals indiakatoen). Vooruit, daar gaat ie, ik zoek op '*griek*'. Als lemma's (trefwoorden) vind ik naast fenegriek: beslagriek (!), Byzantijns-Grieks en Grieks-orthodox, een griek (homoseksueel, ook: de Griekse liefde), grieks en dwars (schots en scheef), habberdegrieks (onbeholpen, met de Franse slag), Nieuwgrieks (hedendaags Grieks i.t.t. het Grieks uit de Bijbel) en vergrieksen (een Griekse vorm geven of krijgen).
3. Ik neem nog een paar dingen mee die ik als voorbeeldzinnen (60) aantrof: de dominee leest in zijn Griekse bijbel (het boekje, niet de inhoud!), naar deGriek gaan (dat is echt fout: volgens het Groene Boekje is het restaurant een
griek met kleine letter) en de Griekse y. De 5708 treffers (hits) sub lemma
(binnen de lemma's), daar begin ik niet aan. O ja, en nu de oplossing nog:
volgens VD is een fenegriek een sterkriekende (jazeker: aaneen) vlinderbloemige
plant met op klaver lijkende bladeren (Trigonella foenum-graecum). En ook
jazeker: het komt van het Griekse (!) fenum graecum = Grieks hooi!
Fenegriek
1. Fenegriek, zou dat met Griek(s) te maken hebben? Oplossing verderop. In Van Dale en op vele andere plaatsen kun je zoeken naar woorden. Als ik bij VD naar 'kat' laat zoeken, krijg ik alle plaatsen binnen de 4500 pagina's, waar kat voorkomt. Maar de huidige zoektechnieken gaan veel verder: je kunt zogenaamde jokertekens gebruiken, het vraagteken (?) staat voor precies één teken (en ??? voor precies 3 tekens), het sterretje, de asterisk (*) voor een willekeurig aantal (ook nul!) tekens. Let op: 2020 = maximaal 2 jokertekens (* en ?).
2. Als ik dus laat zoeken op '*kat*' krijg ik alle woorden, die met kat beginnen, op kat eindigen of kat ergens in het midden hebben (zoals indiakatoen). Vooruit, daar gaat ie, ik zoek op '*griek*'. Als lemma's (trefwoorden) vind ik naast fenegriek: beslagriek (!), Byzantijns-Grieks en Grieks-orthodox, een griek (homoseksueel, ook: de Griekse liefde), grieks en dwars (schots en scheef), habberdegrieks (onbeholpen, met de Franse slag), Nieuwgrieks (hedendaags Grieks i.t.t. het Grieks uit de Bijbel) en vergrieksen (een Griekse vorm geven of krijgen).
3. Ik neem nog een paar dingen mee die ik als voorbeeldzinnen (60) aantrof: de dominee leest in zijn Griekse bijbel (het boekje, niet de inhoud!), naar de
dinsdag 26 augustus 2014
0247 Dictee woensdag 10 sep 2014 (8): dictee windbreuk en windworp √
Dictee - dictees [0247]
Windbreuk en windworp
1. Wat zou dat nu weer zijn? Doet u maar een gooi, aan het eind de oplossing. De wind kennen we allemaal. Het is een zelfstandig naamwoord met als betekenis (volgens VD): voelbare, in hoofdzaak horizontale stroming in de dampkringslucht, en vervolgens het heersen van een dergelijke stroming. Toe maar. Als voorbeelden worden gegeven: de wind van voren geven of krijgen, iemand uit de wind houden (bij wielrennen), een frisse wind, hoge bomen vangen veel wind, er de wind onder hebben, wie wind zaait, zal storm oogsten, de huik (lange kapmantel zonder mouwen) naar de wind hangen = van partij veranderen als dat voordeliger lijkt.
2. Verder: de wind in de zeilen hebben en iemand de wind uit de zeilen nemen. Wind kan ook kunstmatig zijn: wind maken met de deur en veel wind maken = pochen. In 'men kan niet van de wind leven' wordt lucht bedoeld. En ook beslist kunstmatig: iemand een windje (poepje) laten ruiken = versteld doen staan, te grazen nemen. Wind kan ook windhond of windvoorn (= winde) betekenen.
3. Breuk komt van breken: kabelbreuk, breuk in de aardkorst, kaakbreuk, liesbreuk, beklemde breuk (wanneer ze in de breukpoort beklemd zit en niet meer teruggeduwd kan worden), gebroken waar (brekage), figuurlijk: huwelijksbreuk en een wiskundige breuk (drie zevende = 3/7, met teller en noemer). Een worp is een gooi (ook met de dobbelsteen), het konijn had elf jongen in één worp en een worp jonge honden. Jammer, het helpt ons allemaal niks verder, maar de oplossing is, zoals vaak, simpel: windworp = omgewaaide bomen en windbreuk = afgewaaid hout. Dat VD windworp als synoniem noemt van windbreuk *, daar geloof ik dus niets van.
* 2020 VD: synoniem van windbreuk = luchtbreuk.
Windbreuk en windworp
1. Wat zou dat nu weer zijn? Doet u maar een gooi, aan het eind de oplossing. De wind kennen we allemaal. Het is een zelfstandig naamwoord met als betekenis (volgens VD): voelbare, in hoofdzaak horizontale stroming in de dampkringslucht, en vervolgens het heersen van een dergelijke stroming. Toe maar. Als voorbeelden worden gegeven: de wind van voren geven of krijgen, iemand uit de wind houden (bij wielrennen), een frisse wind, hoge bomen vangen veel wind, er de wind onder hebben, wie wind zaait, zal storm oogsten, de huik (lange kapmantel zonder mouwen) naar de wind hangen = van partij veranderen als dat voordeliger lijkt.
2. Verder: de wind in de zeilen hebben en iemand de wind uit de zeilen nemen. Wind kan ook kunstmatig zijn: wind maken met de deur en veel wind maken = pochen. In 'men kan niet van de wind leven' wordt lucht bedoeld. En ook beslist kunstmatig: iemand een windje (poepje) laten ruiken = versteld doen staan, te grazen nemen. Wind kan ook windhond of windvoorn (= winde) betekenen.
3. Breuk komt van breken: kabelbreuk, breuk in de aardkorst, kaakbreuk, liesbreuk, beklemde breuk (wanneer ze in de breukpoort beklemd zit en niet meer teruggeduwd kan worden), gebroken waar (brekage), figuurlijk: huwelijksbreuk en een wiskundige breuk (drie zevende = 3/7, met teller en noemer). Een worp is een gooi (ook met de dobbelsteen), het konijn had elf jongen in één worp en een worp jonge honden. Jammer, het helpt ons allemaal niks verder, maar de oplossing is, zoals vaak, simpel: windworp = omgewaaide bomen en windbreuk = afgewaaid hout. Dat VD windworp als synoniem noemt van windbreuk *, daar geloof ik dus niets van.
* 2020 VD: synoniem van windbreuk = luchtbreuk.
0246 Dictee woensdag 10 sep 2014 (7): dictee wilfen of winozzen √
Dictee - dictees [0246]
Wilfen of winozzen
1. In een PZC-cryptogram kwam als opgave voor: "Spijkers die te onderscheiden zijn." (10 letters). Dan open je de online-VD en kijkt eens bij 'onderscheiden' (werkwoord). Dat betekent 1) als ongelijksoortig van elkaar afscheiden (deze soort onderscheidt zich door langere oren), 2) (worden met:) een ridderorde etc. ontvangen, 3) (met 'zich':) uitmunten (hij heeft zich in de oorlog onderscheiden) en 4) als zodanig onderkennen (hij weet geen koe van een paard te onderscheiden). Verder is 'onderscheiden' nog een bijvoeglijk naamwoord met als betekenis: 1) verschillend (bekers van onderscheiden grootte en vorm), 2) uiteenlopend (de onderscheiden meningen) en 3) niet gering aantal (onderscheidene winkels hebben dit in de verkoop).
2. Maar vanwege 'te' in de opgave ging het hier over een werkwoord. Enfin, verder met spijker(s). Buiten wat gewestelijke en verouderde betekenissen kom je terecht op 'puntig staafje metaal …' (timmerlieden onderscheiden 'spijkers' van 'nagels') en (Bargoens) cent of geld. Dat 'nagel' leek me wel wat. Dus verder zoeken naar '*nagel*'. Dat gaf 90 treffers, maar wacht, het waren tien letters, dus beter '????nagel', want er zal dan wel een s achter staan (meervoud). Om technische redenen mocht er toen geen vraagteken als zoeksymbool aan het begin van een woord staan in de online-VD, daarom lukte dat niet, maar gelukkig had ik ook mijn oude eVD (elektronische Van Dale) nog.
3. Daarmee lukt het wel, maar nog altijd 32 treffers. Achteraf stond het gezochte woord (sedert 2006!) er wel bij, maar ik zag het niet zo gauw. Nou ja, dan maar naar de Puzzelsite, afdeling Cryptogram. Binnen de kortste keren had ik toen natuurlijk plaknagel [Oplossing cryptogram dus: plaknagels]. En ja: een plak is natuurlijk ook een onderscheiding. Vervolgens bekroop me het gevoel: wat ben ik nu eigenlijk aan het doen? Van Dale geeft het antwoord: het staat boven aan dit verhaal: ik was aan het wilfen (surfen op het internet waarbij men niet meer weet naar welke informatie men oorspronkelijk op zoek was, WILF: What was I looking for?) of winozzen (winoz: waar was ik naar op zoek?). Waarvan akte.
Wilfen of winozzen
1. In een PZC-cryptogram kwam als opgave voor: "Spijkers die te onderscheiden zijn." (10 letters). Dan open je de online-VD en kijkt eens bij 'onderscheiden' (werkwoord). Dat betekent 1) als ongelijksoortig van elkaar afscheiden (deze soort onderscheidt zich door langere oren), 2) (worden met:) een ridderorde etc. ontvangen, 3) (met 'zich':) uitmunten (hij heeft zich in de oorlog onderscheiden) en 4) als zodanig onderkennen (hij weet geen koe van een paard te onderscheiden). Verder is 'onderscheiden' nog een bijvoeglijk naamwoord met als betekenis: 1) verschillend (bekers van onderscheiden grootte en vorm), 2) uiteenlopend (de onderscheiden meningen) en 3) niet gering aantal (onderscheidene winkels hebben dit in de verkoop).
2. Maar vanwege 'te' in de opgave ging het hier over een werkwoord. Enfin, verder met spijker(s). Buiten wat gewestelijke en verouderde betekenissen kom je terecht op 'puntig staafje metaal …' (timmerlieden onderscheiden 'spijkers' van 'nagels') en (Bargoens) cent of geld. Dat 'nagel' leek me wel wat. Dus verder zoeken naar '*nagel*'. Dat gaf 90 treffers, maar wacht, het waren tien letters, dus beter '????nagel', want er zal dan wel een s achter staan (meervoud). Om technische redenen mocht er toen geen vraagteken als zoeksymbool aan het begin van een woord staan in de online-VD, daarom lukte dat niet, maar gelukkig had ik ook mijn oude eVD (elektronische Van Dale) nog.
3. Daarmee lukt het wel, maar nog altijd 32 treffers. Achteraf stond het gezochte woord (sedert 2006!) er wel bij, maar ik zag het niet zo gauw. Nou ja, dan maar naar de Puzzelsite, afdeling Cryptogram. Binnen de kortste keren had ik toen natuurlijk plaknagel [Oplossing cryptogram dus: plaknagels]. En ja: een plak is natuurlijk ook een onderscheiding. Vervolgens bekroop me het gevoel: wat ben ik nu eigenlijk aan het doen? Van Dale geeft het antwoord: het staat boven aan dit verhaal: ik was aan het wilfen (surfen op het internet waarbij men niet meer weet naar welke informatie men oorspronkelijk op zoek was, WILF: What was I looking for?) of winozzen (winoz: waar was ik naar op zoek?). Waarvan akte.
zaterdag 23 augustus 2014
0245 Dictee woensdag 10 sep 2014 (6): dictee (on)bekende woorden √
Dictee - dictees [0245]
(On)bekende woorden
Weerbruiloft
Zou een weerbruiloft met het weer te maken hebben? Vast niet. Het zal wel iets met 'weder' of 'terug' te maken hebben. Wat een bruiloft is, weet eenieder. Van Dale zegt het zo: feest van een huwelijksvoltrekking of althans in de bruidsdagen gevierd, synoniem: trouwfeest. Ook de etymologie (tak van de taalwetenschap die de oorsprong en de geschiedenis van de woorden opspoort, synoniem: woordafleidkunde) vermeldt Van Dale: 'bruiloft' komt van 'bruid' + 'lopen – bruidsloop dus eigenlijk, het afhalen van de bruid. Op zo'n feest gebeurt van alles, maar in dit verband moeten we vooral denken aan een bruiloftsmaal. Tegenwoordig is er ook vaak een receptie, maar de belangrijkste gasten mogen aanzitten aan het bruiloftsmaal. En dan zijn we waar we wezen moeten: voor wat hoort wat, en let er dus voortaan op, al bent u dat vast niet (meer) gewend, u hoort het jonge bruidspaar te gelegener tijd uit te nodigen voor een 'tegendiner'. En dan is het kringetje rond. Van Dale zegt over 'weerbruiloft': maaltijd aan jonggetrouwden gegeven, wier bruiloft men bijgewoond heeft. Zo, dat is ook weer opgehelderd.
Dolfijn of dol fijn?
Die spatie maakt nogal uit. Aaneengeschreven is het volgens Van Dale een walvisachtig dier uit de onderorde van de tandwalvissen, de 'echte' dolfijnen hebben een duidelijke rugvin. Verder kwam 'dolfijn' vroeger ook voor als vertaling van ‘dauphin’, titel van de Franse kroonprins. En met een hoofdletter is Dolfijn een sterrenbeeld aan de noordelijke hemel. Schrijf je 'dol fijn' los, dan betekent het gewoon 'buitengewoon fijn'. Overigens zou je ook in dat geval dolfijn aaneen kunnen schrijven, net als dolblij, maar in VD en GB (het Groene Boekje) komt dat nergens voor. Trouwens: dol heeft heel wat betekenissen: als bijvoeglijk naamwoord krankzinnig (Ben je dol?), buiten zichzelf (dol van wanhoop), als ziekte (een dolle hond), onbezonnen (een dolle dries, Dolle Dinsdag – in WO II), lachwekkend (te dol om los te lopen), erg leuk (muziek vond ze dol), verzot (dol op iets of iemand zijn), lam (de schroef is dol), giftig (dolle bessen: dolkruid, dollekervel) en niet-eetbaar (dolle kastanje, dolle peen). Als zelfstandig naamwoord heeft 'dol' minder betekenissen: spitsmuis, blauwe vleesvlieg (bromvlieg), last of moeite (daar heb ik zo'n dol mee gehad) en ten slotte: pin op of holte in het boord dan wel U-vormige houder op het boord, waaromheen respectievelijk waarin, een riem zich bij het roeien beweegt. Allemaal te dol!
(On)bekende woorden
Weerbruiloft
Zou een weerbruiloft met het weer te maken hebben? Vast niet. Het zal wel iets met 'weder' of 'terug' te maken hebben. Wat een bruiloft is, weet eenieder. Van Dale zegt het zo: feest van een huwelijksvoltrekking of althans in de bruidsdagen gevierd, synoniem: trouwfeest. Ook de etymologie (tak van de taalwetenschap die de oorsprong en de geschiedenis van de woorden opspoort, synoniem: woordafleidkunde) vermeldt Van Dale: 'bruiloft' komt van 'bruid' + 'lopen – bruidsloop dus eigenlijk, het afhalen van de bruid. Op zo'n feest gebeurt van alles, maar in dit verband moeten we vooral denken aan een bruiloftsmaal. Tegenwoordig is er ook vaak een receptie, maar de belangrijkste gasten mogen aanzitten aan het bruiloftsmaal. En dan zijn we waar we wezen moeten: voor wat hoort wat, en let er dus voortaan op, al bent u dat vast niet (meer) gewend, u hoort het jonge bruidspaar te gelegener tijd uit te nodigen voor een 'tegendiner'. En dan is het kringetje rond. Van Dale zegt over 'weerbruiloft': maaltijd aan jonggetrouwden gegeven, wier bruiloft men bijgewoond heeft. Zo, dat is ook weer opgehelderd.
Dolfijn of dol fijn?
Die spatie maakt nogal uit. Aaneengeschreven is het volgens Van Dale een walvisachtig dier uit de onderorde van de tandwalvissen, de 'echte' dolfijnen hebben een duidelijke rugvin. Verder kwam 'dolfijn' vroeger ook voor als vertaling van ‘dauphin’, titel van de Franse kroonprins. En met een hoofdletter is Dolfijn een sterrenbeeld aan de noordelijke hemel. Schrijf je 'dol fijn' los, dan betekent het gewoon 'buitengewoon fijn'. Overigens zou je ook in dat geval dolfijn aaneen kunnen schrijven, net als dolblij, maar in VD en GB (het Groene Boekje) komt dat nergens voor. Trouwens: dol heeft heel wat betekenissen: als bijvoeglijk naamwoord krankzinnig (Ben je dol?), buiten zichzelf (dol van wanhoop), als ziekte (een dolle hond), onbezonnen (een dolle dries, Dolle Dinsdag – in WO II), lachwekkend (te dol om los te lopen), erg leuk (muziek vond ze dol), verzot (dol op iets of iemand zijn), lam (de schroef is dol), giftig (dolle bessen: dolkruid, dollekervel) en niet-eetbaar (dolle kastanje, dolle peen). Als zelfstandig naamwoord heeft 'dol' minder betekenissen: spitsmuis, blauwe vleesvlieg (bromvlieg), last of moeite (daar heb ik zo'n dol mee gehad) en ten slotte: pin op of holte in het boord dan wel U-vormige houder op het boord, waaromheen respectievelijk waarin, een riem zich bij het roeien beweegt. Allemaal te dol!
Wildredder
Wat is een wildredder: is dat iemand die gewoon wild redt? Nee,
zo simpel is het niet. Het eerste deel is 'wild'. Dat kan een bijvoeglijk
naamwoord zijn: natuurlijk (een wilde havanna), niet-veredeld (een wilde
appelboom), niet-tam (wilde eenden), onbeschaafd (wilde volken), onbeheerst
(wilde hartstochten, in het wilde weg), niet-ingetogen (een wilde meid), dol
(zich wild schrikken), ongecultiveerd (een wilde tuin), enkele vaktermen (een
wilde staking, de wilde vaart en een wilde (sport)bond) en aangetrouwd (wilde
neven). Het kan ook een zelfstandig naamwoord zijn: (de dieren leven er in) het
wild, dieren waarop men jaagt: groot, aangeschoten, opgejaagd, overstekend wild
en de geschoten jachtdieren: een stilleven van wild en fruit, een lekker stukje
wild en wild en gevogelte. Een redder is iemand die redt (uit de nood, het
vaderland of bij een schipbreuk) met als extra: Jezus Christus als de Redder. Ten slotte
dan toch maar de wildredder (volgens Van Dale): buis met bellen die aan de
zijkant van een cyclomaaier wordt gehangen om wild en vogels van het te maaien
gras te verjagen. Het is dus niet iemand die gewoon wild redt, maar iets dat
gewoon wild redt.donderdag 21 augustus 2014
0244 Dictee woensdag 10 sep 2014 (5): dictee VD en voetbalclubs √
Dictee - dictees [0244]
VD en de voetbalclubs
Hoe onbevooroordeeld is Van Dale eigenlijk (bv. met betrekking tot voetbalclubs)?
VD en de voetbalclubs
Hoe onbevooroordeeld is Van Dale eigenlijk (bv. met betrekking tot voetbalclubs)?
Nu er in 2015 weer een nieuwe versie van de Grote of Dikke
Van Dale gaat verschijnen, is het wel interessant om eens te bekijken, hoe 'onbevooroordeeld'
Van Dale eigenlijk met zijn voorbeeldzinnen is. De eerste verkenning gaat over
sport, in het bijzonder voetbal.
Voetbal
Voetbal
Zoeken binnen artikelen op 'Feyenoord' (let op: de
Rotterdamse wijk heet Feijenoord, dat woord komt in VD niet voor) geeft slechts
2 treffers (wel positieve!): 'Ajax werd weggespeeld door Feyenoord' en 'geen
woorden maar daden' (supporterslied). PSV komt zelfs driemaal voor: 'PSV
bedwong Ajax: 3-1', 'PSV declasseerde Ajax volledig', en 'PSV ging gisteren
onderuit tegen Roda'. Het is wel opvallend, dat Ajax maar liefst bijna 20 keer
voorkomt, zoals in: 'Ajax in slotfase langs zwak NEC' ([èhn-ee-see], nu niet in
eredivisie), 'lucky Ajax', 'Ajax schakelde in de halve finales van de Europacup
Liverpool uit' en 'Roda JC wijst Ajax terug'. Een club als Roda JC komt 5 x
voor, waarbij eenmaal 'Roda' nog moet worden aangepast tot 'Roda JC'. 2020: 3 x, OK.
Andere clubs
Andere clubs
We kijken nog even naar de andere clubs, die momenteel in de
eredivisie spelen. FC Groningen komt helemaal niet in beeld, net als Excelsior
(officieel: SBV Excelsior, Rotterdam), Go Ahead Eagles (Deventer), FC Utrecht,
Willem II (Tilburg), SC Cambuur (Leeuwarden), SBV Vitesse (Arnhem), FC
Dordrecht, PEC Zwolle [pek], FC Twente (Enschede), ADO Den Haag en SC
Heerenveen (zelfs Abe Lenstra niet, evenmin als andere beroemdheden zoals Faas
Wilkes, Kick Smit en Kees Rijvers). Heracles (officieel: Heracles Almelo) komt
eenmaal in beeld: 'na de thee was Heracles sterker'. AZ (Alkmaar) haalt twee
keer de kolommen van VD: 'de buitenlanders van AZ' en ' AZ overwintert in het
UEFA-cuptoernooi' (moet zijn: UEFA Cuptoernooi, fout in VD; is eigennaam - 2020 geschrapt - Nu: Europabeker, Europacup ).
Trouwens grappig, dat je bij zoeken op '*uefa*' ook liquefactie (vervloeiing)
vindt … NAC (Breda, [nahk]) krijgt één vermelding: 'de clubkleuren van NAC
verdedigen'.
Verder: niet alles hierboven gecontroleerd - 2020.
Heen-en-weertjes
Verder: niet alles hierboven gecontroleerd - 2020.
Heen-en-weertjes
Er zijn van die clubs die steeds switchen tussen ere- en
eerste divisie (Jupiler League - geschrapt 2020) zoals BV De Graafschap (Doetinchem), dat niet
voorkomt, evenmin als FC Almere, FC Volendam, FC Eindhoven, FC Den Bosch
('s-Hertogenbosch), FC Oss, VVV-Venlo, Fortuna Sittard, MVV Maastricht, Helmond
Sport, FC Emmen, SC Telstar (Velsen-Zuid), Achilles '29 (Groesbeek) en RKC
Waalwijk. Sparta (officieel: Sparta Rotterdam) komt 5 x voor zoals in 'na 10
minuten stond Sparta al met 2-0 achter'.
Idem.
België
Idem.
België
Door de taalstrijd ligt de meest fanatieke helft van onze
Nederlandse taal in België, dat ook bediend wordt door VD. Daarom ook daar nog
even naar de eerste klasse (Jupiler Pro League - niet meer in 2020) gekeken: Anderlecht 2 x ('Anderlecht
deed goede zaken door de medekoploper te verslaan'), Club Brugge ('leidt met
2-0') en (KV) Mechelen (' scoorde tegen de veldverhouding in'). Standard heeft
geen enkele vermelding. Magere oogst … Daarom ook nog even naar de tweede
klasse gekeken: FC Antwerp (ook: Royal Antwerp FC of RAFC), Eupen, Sint-Truiden, Roeselare (die drie niet in VD!). Uit de derde klasse noemen we alleen nog Koksijde en uit de vierde klasse Ronse.
2020: niet alles gecontroleerd!
Internationaal
2020: niet alles gecontroleerd!
Internationaal
Voor de andere landen doe ik een steekproef (x = niet
gevonden): Manchester United en City (x), Arsenal (x), Liverpool eenmaal (zie
hierboven bij Ajax), Glasgow Rangers (x), FC Barcelona (x), Real Madrid (mager:
'een directe lijnverbinding met het stadion in Madrid'), FC Porto (x), Atletico
Madrid (x), Besiktas (x), AC Milan (x), Bayern München (x), etc., etc.
Tot slot
Tot slot
Op grond van dit onderzoekje in VD kom ik tot de conclusie
dat VD wel erg veel aan Ajax refereert. Mijn aanbeveling aan VD zou zijn, om in
een groot aantal gevallen Ajax te vervangen door een andere, hierboven wel,
maar in VD niet genoemde club.
2020: in voorbeeldzinnen nog 6 x Ajax, sub lemma nog 5 x bij: 1) Ajacied, 2) arena - vgl. Amsterdam Arena, nu: Johan Cruijff ArenA, 3) F-side, 4) jood - scheld- of geuzennaam voor de supporters en 5) spectemur agendo = beoordeel ons naar onze daden, Thorbecke, uitspraak toegeschreven aan de mythische held Ajax.
2020: in voorbeeldzinnen nog 6 x Ajax, sub lemma nog 5 x bij: 1) Ajacied, 2) arena - vgl. Amsterdam Arena, nu: Johan Cruijff ArenA, 3) F-side, 4) jood - scheld- of geuzennaam voor de supporters en 5) spectemur agendo = beoordeel ons naar onze daden, Thorbecke, uitspraak toegeschreven aan de mythische held Ajax.
woensdag 20 augustus 2014
0243 Dictee woensdag 10 sep 2014 (4): dictee - Wat is er loos? √
Dictee - dictees [0243]
Wat is er loos?
1. In goed Zeeuws: wat doet er op, wat is er aan de hand?
Wat is er loos?
1. In goed Zeeuws: wat doet er op, wat is er aan de hand?
Als
bijvoeglijk naamwoord geeft Van Dale voor loos veel betekenissen: leeg (loze
beukennoten), niet vast (loos slapen), vals, onbetrouwbaar (loze zaakjes),
listig, sluw, geslepen (een loze kerel), slim, snugger (loos om loos spelen),
schalks, ondeugend, aardig (daar was laatst een meisje loos, die wou gaan
varen als lichtmatroos), niet echt (loze ribben, loos alarm), niet gemeend,
betekenisloos (loze beloften, loze kreten, een loze deur), in reserve gehouden
(loze zeilen), (zeevaart) ter bescherming (een loze kiel) en flauw, slecht (een
loze grap).
2. Als zelfstandig naamwoord betekent loos: een losse bocht in een touw (een touw loos geven = vieren) en een long (het op de lozen – longen – hebben). Verder kennen we nog 'voor de loos' (in reserve). Ten slotte kan 'loos' hierboven in de titel (bijvoeglijk naamwoord) niet vóór een zelfstandig naamwoord staan, maar alleen na het koppelwerkwoord (is loos). Je kon vroeger iets per Van Gend en Loos verzenden. Daarnaast komt -loos nog voor om aan te geven (loos = zonder) dat het voorgaande er juist niet is (meestal zonder tussen-n): zinloos, ademloos, uitzichtloos, roerloos, naadloos, belangeloos, puntloos (onderaan staan), ideeëloos, gedachteloos, moedeloos, pluimeloos, woordeloos, levenloos en wezenloos (die hadden al een n).
3. Let op bij werkeloos toezien (niets doen) en werkloos zijn (geen werk hebben), zoutloos dieet (zonder zout) en zouteloze grap (niet geestig). Als uitsmijter: pc'loos en tv'loos (apostrof, omdat je pc en tv als aparte letters uitspreekt, wel: radarloos – ook radar is een afkorting, maar die wordt niet letter voor letter, maar als woord uitgesproken). Aanvulling: het besproken 'loos' kan ook aan het begin van een woord staan: loosgaan (ongeremd feesten, uit z'n dak gaan) en loosheid (slimheid, sluwheid, slimme, sluwe daad).
2. Als zelfstandig naamwoord betekent loos: een losse bocht in een touw (een touw loos geven = vieren) en een long (het op de lozen – longen – hebben). Verder kennen we nog 'voor de loos' (in reserve). Ten slotte kan 'loos' hierboven in de titel (bijvoeglijk naamwoord) niet vóór een zelfstandig naamwoord staan, maar alleen na het koppelwerkwoord (is loos). Je kon vroeger iets per Van Gend en Loos verzenden. Daarnaast komt -loos nog voor om aan te geven (loos = zonder) dat het voorgaande er juist niet is (meestal zonder tussen-n): zinloos, ademloos, uitzichtloos, roerloos, naadloos, belangeloos, puntloos (onderaan staan), ideeëloos, gedachteloos, moedeloos, pluimeloos, woordeloos, levenloos en wezenloos (die hadden al een n).
3. Let op bij werkeloos toezien (niets doen) en werkloos zijn (geen werk hebben), zoutloos dieet (zonder zout) en zouteloze grap (niet geestig). Als uitsmijter: pc'loos en tv'loos (apostrof, omdat je pc en tv als aparte letters uitspreekt, wel: radarloos – ook radar is een afkorting, maar die wordt niet letter voor letter, maar als woord uitgesproken). Aanvulling: het besproken 'loos' kan ook aan het begin van een woord staan: loosgaan (ongeremd feesten, uit z'n dak gaan) en loosheid (slimheid, sluwheid, slimme, sluwe daad).
Abonneren op:
Posts (Atom)