zondag 16 maart 2025

3739 Dictee zondag 16-03-2025 (2) – dictee Groot Zutendaals Dictee 2025 √ x

Dictee – dictees [3739]

Groot Zutendaals Dictee 2025

De schoverik [niet in wdb.]

1. De schoverik is zonder twijfel één een [je kunt geen ‘uhn’ lezen] van onze meest fameuze lokale sagenfiguren. Deze bang makende [nergens aaneen, wel: bangmaker(ij)] naam vind je ook in andere dorpen, maar wij lokaliseren hem in het exquise gehucht Papendaal [vlak bij Zutendaal]. Hoewel een vuurgeest, moet je niet bij hem zijn voor je barbecue en ook niet voor andere vormen van contemporaine gezelligheid. Consciëntieuze ouders hielden indertijd hun kinderen weg van het zandslot waar hij resideerde. Slimmeriken waren niet geëquipeerd om hem te belagen. Sommige jeneverconsumenten daarentegen durfden hem weleens [GB,VD – alleen los bij contrastief gebruik met sterke nadruk op ‘wel’] te provoceren.

2. De schoverik onderscheid je van andere vileine spoken door de excessieve, exorbitante eisen die hij stelde aan zijn arbitrair gekozen slachtoffers. Vroeg hij aan de één een [begrijpelijk, maar bij strenge dicteeregels: een, je kunt geen 'uhn' lezen] een
[je kunt hier geen één lezen]  kruiwagen zand,
(dan - zonder lijkt me Vlaams) volstond voor een ander niet eens het przewalskipaard dat hij toevallig bezat. Kwam de buit niet op tijd, (dan - zie hiervoor) verscheen er een sinistere, zwarte hand op de voordeur. De volgende nacht kraaide dan de rode haan.

3. Schoveriken komen niet alleen in Zutendaalse vroegeenentwintigste-eeuwse [aaneen - GB] fantasieën voor. Je vindt ze ook in Diepenbeek bijvoorbeeld. Ons steilorig dorpsmonster eiste ijzeren en volgens sommige te diep in het glas
kijkende/gekeken hebbende boeren [of anders: boeren die te diep in het glas gekeken hadden] zelfs gouden schoenen. Dat gesmede schoeisel moest hem stante pede worden gebracht of de schoverik zou met gloeiende vingers de nek omwringen van wie zijn kas(h)ba [= Arabische citadel, vesting – minimaal verschil in uitspraak – in principe moet je opschrijven wat er voorgelezen wordt] naderde.

4. In Papendaal hielp het niet dat je er dicht bij een Mariaheiligdom of de neogotische
Onze-Lieve-Vrouwekerk woonde waar
rooms-katholieke gelovigen zich neervlijden om de genezing af te smeken van levercirrose, ontstoken bronchiën, X-benen of een acuut accres van genitale wratten. Wanneer de in toorn ontstoken schoverik zijn oude schoenen door het zwerk slingerde, volstonden onzevaders [x bidden, O = naam gebed, geen mv.] noch schapuliermedailles [ook scapulier, maar dat heeft een andere uitspraak], heidehoniglikeur [ook honing, maar dat heeft een andere uitspraak] noch zelfgestookte elixirs
[ook elixers, maar dat heeft een andere uitspraak]. Gloeiig [regionaal voor gloeiend] brandend landden ze op de strooien daken. Menigmaal brandde het (hele) gehucht af.

5. En zo geschiedde het dat de Papendalers hun edelmetalen en wat ze aan kostbaars ook (maar) hadden, naar dit Saharaans [niet in figuurlijke zin in de wdb. – dan waarschijnlijk: saharaans - vgl. Samaritaans en samaritaans] gebied brachten. Volgens sommigen zou het hier nog altijd liggen!
Af en toe wordt iets gouds [dat lijkt niet goed: iets van goud – het bnw. is niet goud, maar gouden] gevonden! De mensen uit het verrukkelijke Papendaal mag je daarom nooit de gênante vraag stellen vanwaar [aaneen; = waarvandaan] het precieuze kleinood komt dat ze op hun revers dragen. Mogelijk hebben ze hier iets kostelijks [bedoeld is: kostbaars - VD: in BE is kostelijk dat ook!] gevonden en zonder iets tegen iemand te zeggen omgesmolten [geen punt – geen beletselteken na een punt] ...

6. Voor de whatsappende generatie die hier zo amicaal samenzit met de oude garde die nog is opgegroeid met de bakelieten telefoon en sneller
ge-sms't heeft dan dit verhaal gelezen, is dit alles wellicht larie en apekool. Mogelijk ook verlangen ze op dit ogenblik vurig naar de spellingchecker, haten ze dit bacchanaal voor linguïsten en taalpuristen.

 



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten