Dictee – dictees [3735]
BeNeDictee 92 Voorburg 2025 Rien
De 80 vet en onderstreepte woorden moesten worden ingevuld. Commentaar in blauw.
Palindromen
A. Ben je 1 eibofoob [eibofobie = angst voor palindromen en er zelf ook een]? Dan kan het zijn dat je straks 2 toebloks staat [in een impasse zit] of niet 3 henneweg of denneweg meer kunt [geen uitweg meer weten]. Je bent geen 4 kerstenkind of groentje [beginneling, geen kerst(e)kind], maar je bent gewaarschuwd: dit dictee gaat over palindromen. Ik heb er mijn 5 Latijn in gestoken [ergens tijd en moeite aan besteden] en stop nu met 6 harangeren [toespraak houden].
B. Palindromen zijn woorden, zinnen, getallen enzovoort – kennelijk zijn ze 7 univoque [eenzinnig, equivoque = dubbelzinnig] – die je van achteren naar voren kunt lezen terwijl hun betekenis 8 gelijk blijft [wel: gelijkblijvend]. Bijvoorbeeld parterretrap. Je kunt ze 9 uit-en-ter-na [kan zonder r, maar dan: andere uitspraak] 10 onder handen nemen en er onzinpalindromen van maken, zoals
11 deelkoortsmeetsysteemstrookleed [let op de ‘oo’]. Er zijn nou eenmaal lieden met wie het altijd
12 hei of fij [in uitersten vervallen] is. Zo schreef Edward Benbow in 1988 een 13 tantoe irri [jongerentaal: erg + irritant] palindroomverhaal van 14 achtentachtigduizend achthonderdachtentachtig woorden (88 en 88.888 zijn palindromen). Dit 15 opus Herculeum [herculeswerk, reuzenwerk] – of noem het
16 gazettenpraat [alleen n – kletspraat, loze praat]
of 17 ik weet niet wat al meer [VD] – is geen
18 vlotlezende of 19 onderscheidenlijke
20 suspensestory. Maar daar gaat het ook niet om, want palindromen in elkaar knutselen met de energie van een 21 duracellkonijn is 22 ten klaarsten [overduidelijk] een 23 passe-temps [tijdverdrijf] voor 24 ideeënrijke [wel: ideeëloos]
25 luchthart-treurnieten [zijn altijd zorgeloos, vrolijk].
C. De term ‘palindroom’ gaat terug op de woorden palin (opnieuw) en dromos
(lopen). Ik lijd niet aan 26 graecomanie [liefde voor alles wat Grieks is], maar de oude Grieken hielden, 27 kat’ exochen [bij uitstek, per definitie] zullen we maar zeggen, wel van 28 palindroompageintjes [grapjes]. Ook in 29 Thespis’ brozen [toneelspeelkunst – broos = toneellaars], de toneelspeelkunst, gebruikten ze die. Zou het woord 30 cothurnengang [ook: toneellaars], dat afkomstig is uit die branche en ook ‘hoogdravendheid’ betekent, daarmee te maken hebben? De Grieken schreven op de rand van een waterbassin ook de oudste van alle palindroomzinnen: Nipson anomimata mi monan opsin. Daarin moet ps als één letter, een 31 psi’tje [symbool: ψ, Ψ], gelezen worden. De zin betekent: Was de ziel, niet alleen de ogen. Anders vertaald: Was je zonden, niet alleen je gezicht. Maar:
32 traduttore traditore [vertaler is verrader]; een vertaling geeft het oorspronkelijke werk nooit precies weer.
D. Ook muziekstukken kunnen palindromen zijn. De gespiegelde noten klinken dan hetzelfde als ze achterstevoren (33 al rovescio) gespeeld worden. In Haydns 47ste symfonie in 34 G grote terts zit zo’n melodie. Ook in 35 dodecafonische [twaalftonig] muziek en 36 barokcantata’s [compositie voor één of meer zangtemmen; = cantates], gespeeld in
37 churriguereske [barok met overdadige versiering] gebouwen, zaten palindromen.
E. Nog enkele andere voorbeelden van palindromen:
Toen Adam 38 her- en derwaarts liep in de
39 Hof van Eden [paradijs] en Eva ontmoette zei hij: Madam, I’m Adam. En zij zei: Eve.
Vondel, de 40 Agrippijnse zwaan [naar zijn geboorteplaats Keulen (Colonia Agrippina)], schreef het gedicht U, nu. Voor hem waren die woorden geen 41 nugae canorae [welluidende nietigheden – mooie woorden zonder inhoud]. Het gedicht, een
42 amphigouri [gedicht, klinkt goed maar betekent niets] zonder 43 strofebouw [n/s], is niet te vergelijken met zijn Lucifer, dat gaat over de
44 Prins der Duisternis [Satan, Lucifer] en is opgedragen aan de keizer van het
45 Heilige Roomse Rijk [H.R.R.]. Hugo Brandt Corstius, die vóór de 46 mei ’68-generatie [studentenrevolte Parijs, GB] al redacteur van het studentenblad Propria Cures was, publiceerde onder zijn 47 pennaam Battus diverse palindroomzinnen, zoals Nora bedroog, o zo goor, de baron. Velen vonden dit 48 Opperlands [verzameling Nederlandse woorden] zo artistiek als een
49 zweepslagdoorschietstoot [stoot bij kunstbiljarten], anderen vonden het 50 zo wieties [onnozel, simpel] als 51 papperlapap [onzin gezanik – ook papperlepap en pappeldepap – andere uitspraak] . Ook bestaan er
52 palindroomplatitudes [platheid, obsceniteit] zoals Naai ‘r dan, Adriaan. Die laten we verder buiten beschouwing.
F. Van Dale noemt het 53 sator-arepokwadraat
[VD – palindroomkwadraat], waarin je de woorden – die gaan over het thema ‘Wat je zaait, zul je oogsten’ – ook van achteren naar voren en van onderen naar boven kunt lezen. Het oudste is aangetroffen op een 54 sgraffito [= graffito, muurinscriptie]. Het is
55 Pompejisch [Pompeji, Italiaanse stad] en dateert dus van voor de 56 pyroclastische [door vulkaan uitgeworpen] 57 tefrastroom [brokstukken van vulkanisch gesteente] die werd veroorzaakt door de uitbarsting van de Vesuvius. De formulering komt voor op 58 papyri [mv. van papyrus, papier van de moerasplant] en 59 fylacteria [mv. van fylacterium = beschermingsmiddel, amulet], was bekend binnen de 60 kabbalistische [voor ingewijden begrijpelijke geheime betekenis – middeleeuwen, joden – kabbala = de leer] traditie en werd later overgenomen in het 61 Jodenchristendom [VD, judaïsme] en
62 alchimismekringen [ook alchemisme – andere uitspraak, beide geen mv.]. Andere kennis ontleend aan Van Dale: in 63 DigiD-logingegevens [digitale identiteitscontrole door overheidsinstellingen] zit een palindroom. En wie een 64 ophicleïde of trompet wil nadoen, kan 65 tetterettet [klanknabootsing - palindroom!, vgl. retteketet] zeggen. Voor de medici onder ons: dat slaat dan niet op de 66 trompet van Fallopius [fallopische buis, baarmoedertrompet, eileidertrompet].
G. Ook onze dicteeclub kent palindromen. Dat is
67 superrassurant oftewel erg geruststellend. Een bekende 68 pro-Griekse-ij- [denk aan weglating van activist] en 69 antiresusspellingactivist heet Bob. De organisatoren van het 70 ter ziele gegane Bredase Roparundictee waren Bob, Otto en Anna (eigenlijk Anny). Rein is een
71 palindroomjanongeluk: hij mist drie letters om Reinier te heten, ook de voornaam van die
72 vroeggestorven arts-anatoom naar wie de
73 graafse follikel [follikel van De Graaf] is genoemd en die als eerste – 74 unzeitgemäss [niet passend bij de tijdgeest – ook: ß] een beschrijving gaf van wat eeuwen later de 75 g-spot [g-plek aan de clitoris] werd genoemd.
H. Ben je daar nog? Ik hoop niet dat je al
76 met de treite afligt [zonder fut neerliggen] of denkt: ik zal wel weer 77 Joppie [kleine Job, kind van de rekening] zijn, hij kan 78 de takken krijgen [doodvallen, vgl. attaque]!
I. We eindigen 79 opgavegericht [taakgericht, enk.] met deze twee palindroomzinnetjes: Steeds in ere, 80 heren, is de ets [ook H goed!]. Mooi, dit idioom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten