Dictee - dictees [1368]
Oefendictee aug 2018 (2)
1.
Iets slechts wordt niet iets goeds mutato nomine, als je alleen de
naam verandert. De Spaanse inquisitie spoorde ketters op (1478-1834).
Die pait ging in einem Guss naar binnen. In exitu
[uu] ging hij in excessu
[oe] tekeer. INF staat
voor
intermediate-range nuclear forces (ballistische raketten en kruisraketten voor de middellange afstand – vergelijk: INF-verdrag – 1987, VS, SU), maar ook voor International Naturist Federation (Internationale Naturistenfederatie). Een infans in utero matris is een kind in de moederschoot. Hij had het zwaar voor de rechtbank van het geweten (in foro conscientiae). Antwoorden was infra dig(nitatem). beneden zijn waardigheid. Best interessant, die ir-fotografie. Antoniem van 'in genere' is 'in specie'. Een goudingot [ə] is een baar. In hac lacrymarum valle is in dit tranendal (Ps. 84:7). I.C.N. is in Christi nomine, I.N.I. is in nomine Iesu, in de naam van Jezus en I.N.S.T. is in nomine Sanctae Trinitatis, in naam der Heilige Drie-eenheid.
2. Toppunt van dim © (dictee-ineenflansmethode), woorden op 'ing': aanbrenging, aandiening, aandikking, aandringing, aaneenkoppeling, aaneenrijging, aaneensluiting, aaneenvoeging, aangeving, aangroeiing, aanhitsing, aanhuwing, aanklamping, aankoeking, aankoppeling, aanlichting, aanlokking, aanmeting, aanplakking, aanploeging, aanreiking, aansteking, aanstorming, aantasting, aanvaarding, aanvoeling, aanvuring, aanwending, accentuering, achteroverbuiging, achteruitzetting, actualisering, advisering, afbestelling, afbinding, afboeking, afbranding, afbreking, afbrokkeling, afbuiging, afdanking, afdekking, afdichting, afdinging, afdwinging, affakkeling, afglijding, afgrenzing, afhakking, afhouwing, afkalving, afkanting, afkapping, afkering, afknaging, afleding, aflegging, aflezing, afmonstering, afnummering, afpakking, afpanding, afplakking, afploeging, afpluizing, afprijzing, afpunting, afraffeling, afrolling, afruiming, afrukking, afscherming, afschraping, afschudding, afschuiming, afslanking, afslijting, afsmeking, afsmelting, afstapping, afstelling, afstempeling, afstomping, afstraffing, afstuiting, aftapping, aftasting, aftreding, afvinking, afwering, afwinding, afzending, atrofiëring, begrazing, begrenzing, begroeting, behartiging, behoeding, beïnvloeding, belegering, benadeling, benauwing, beploeging, beschaming, bespieding, bespoediging, bespotting, bestudering, betiteling, betoning, betrapping, bevlekking, bevoeling, bevoordeling, bewimpeling, bezaging, bezwaring, bijboeking, bijeenroeping, bijeenvoeging, binnendringing, blinking, blokkering, boekstaving, categorisering, completering, computerisering, conservering, delging, dichtslibbing, diversifiëring, doorbreking, doordrenking, doorseining, doordringing, doorzaging, doorzending, doorzetting, doorzijging, doublering, dulding, effectuering, etalering, falsifiëring, feestviering, foltering, formulering, generalisering, gevangenzetting, hacking, halvering, herbevriezing, herijking, herintreding, hermunting, herroeping, herschatting, herscholing, heruitzending, illuminering, indaling, indruppeling, ineenschuiving, ineenstorting, ineenvoeging, inhakking, inkerving, inklemming, inklinking, inkrassing, inkrimping, inkuiling, inlevering, inneming, inpassing, inundering, invriezing, inwerking, inzuiging, jurering, juridisering, kidnapping, klontering, knieling, knijping, koestering, kolking, kreukeling, lediging, leeghaling, legatering, levendmaking, logenstraffing, loging, loochening, loskoppeling, losmaking, metamorfosering, misdraging, modernisering, nationalisering, nawerking, nazetting, neerdaling, omboording, omdraaiing, omhoogleiding, omlijning, omrekening, omschakeling, omscholing, omwending, omwinding, omzoming, onderbinding, onderbrenging, onderschatting, ontbladering, ontering, ontgraving, onthutsing, ontkieming, ontluiking, ontmanteling, ontmaskering, ontsnapping, onttrekking, ontvouwing, ontwijking, ontwinding, opberging, opborreling, ophijsing, ophitsing, opmeting, opruiing, opschorting, opslibbing, opslurping, opstoking, optekening, opvraging, opwarming, overboeking, overgieting, overlading, overlapping, overmaking, overreding, overreiking, overtroeving, overvleugeling, overzending, pensionering, perfectionering, pluralisering, privatisering, purgering, raffinering, redenering, ronddeling, samendrukking, samenkleving, samenklontering, samenpersing, samenroeping, samensmelting, siepeling, situering, spening, specialisering, steniging, stimulering, stroomkaveling, tegensparteling, tegenstreving, teraardewerping, terging, terugwinning, toedeling, toeleiding, toeslibbing, toestroming, toevloeiing, toevoering, toezending, tuchtiging, typering, uitbaggering, uitbakening, uitbalancering, uitbanning, uitbijting, uitblinking, uitbloeding, uitblussing, uitborsteling, uitbraking, uitbranding, uitbroeding, uitdoving, uitdunning, uitduiding, uiteendrijving, uiteenplaatsing, uiteenrafeling, uiteenspatting, uiteenwijking, uitfrezing, uitgieting, uitglijding, uithaling, uitjouwing, uitkieming, uitkiezing, uitklopping, uitknijping, uitkoping, uitlekking, uitlokking, uitloting, uitloving, uitmergeling, uitmesting, uitmoording, uitpeiling, uitpersing, uitpluizing, uitrafeling, uitroking, uitrolling, uitrukking, uitschepping, uitscheuring, uitschildering, uitslijting, uitspreiding, uitspreking, uitspuiting, uitstrekking, uitstrijking, uitstroming, uitstrooiing, uitvlakking, uitvraging, uitwassing, uitweging, uitwijking, uitwissing, uitzaging, uitzwaveling, uitzwerming, urbanisering, veeweiding, veinzing, veraangenaming, veraanschouwelijking, verafschuwing, veralgemening, veralgemenisering, veralging, verbalisering, verbouwing, verbroedering, verburgerlijking, verdaging, verdoeming, vereenvoudiging, verergering, vererving, verflauwing, verfoeiing, vergeestelijking, vergoddelijking, vergoding, vergulding, verheling, verinnerlijking, verjaging, verkiezeling, verklikking, verkrijging, verkwijning, vermagering, vermannelijking, vermolming, veronachtzaming, verorbering, verplanting, verrijking, verruiling, verschaffing, verscheping, verslechtering, verslonzing, versombering, versplintering, verstedelijking, verstrijking, vertekening, vertrapping, veruitwendiging, vervrouwelijking, verweking, verwerkelijking, verwijding, verwoording, volvoering, vooroverbuiging, voortteling, voorwending, vredesluiting, vrijspreking, vulgarisering, waaiing, waardetoetsing, walging, weerspiegeling, weerstreving, wegbranding, wegkwijning, wegsnijding, wegzending, wurging, zijging, zwachteling en zwartmaking.
3.
In illo tempore is in die tijd, in (ad)
infinitum is tot in het oneindige, in integrum restituere is in
ongeschonden staat herstellen en in ipso termino is op de
vastgestelde dag. Je kunt iemand de smoor injagen. In limbo is
nergens bij behorend, in limine litis is juridisch: bij de aanvang
van het geschil vóór elk ander verweer, in limine promotionis =
vlak voor de promotie, in loco parentis = in plaats van de vader en
in logicam peccare = zondigen tegen de logica. I.M.D.G. = in majorem
Deo gloriam. In meliorem fortunam = totdat de omstandigheden
gunstiger zijn. De adi is de aanvaardbare dagelijkse inname (en
de ADH de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid). In my heart of
heart is in het diepst van mijn hart. Hij was spiernaakt: in puris
naturalibus. Je moet dat in nexu
[oe], in de samenhang, zien. In nostro
casu [uu] =
in ons geval, hij is in nubibus
[oe] (in de
wolken) en in nuce
[oe] = in een notendop, in het kort [in
een, a, nutshell]. In omnem eventum = om op alles voorbereid
te zijn, in omnia paratus = op alles voorbereid, in (omnia)
saecula saeculorum = tot in de eeuwen der eeuwen en in omni scibili
(in scibilibus) = op alle gebieden
thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten