donderdag 30 juni 2022

2786 Dictee zondag 03-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (624) √

Dictee – dictees [2786]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 234, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (623)

Hebreeuws, Hongaars, Roemeens en Italiaans

1. Het alefbeet is het Hebreeuwse alfabet, de alef is daar de eerste letter van. De boekrollen van de Dode Zee (de Dode Zeerollen) bevatten Hebreeuwse en Aramese handschriften. JHWH
[jee-haa-wee-haa] (VD, ook: JHVH, tetragram, tetragrammaton) voor Jahweh opschrijven is een voorbeeld van consonantenschrift, schrift met uitsluitend medeklinkers. Van deuterocanonieke Bijbelboeken is er alleen een Griekse versie. Hagiografen [theologie: Hebreeuwse boeken van het O.T. die als laatste in de canon werden opgenomen (Job, Spreuken, Psalmen, Hooglied, Prediker, Ruth, Klaagliederen, Esther, Ezra, Nehemia, Kronieken en Daniël) (Hebreeuws: chetubim)] zijn als laatste in de canon van het Oude Testament opgenomen Hebreeuwse boeken. Een term als 'God der goden' is een hebraïsme; zoiets wordt je door hebraïci uitgelegd.

2. Het Ivriet, is dat Hebreeuws voor je? Veel Jiddische (Jiddisje) woorden zijn verbonden met de tale Kanaäns. Het Nederbreeuws is een met hebraïsmen doorspekt Nederlands. De oelpan (meervoud: oelpans, VD ook: oelpanim, GB ook: oelpaniem) is een intensieve cursus modern Hebreeuws. In die taal kun je het schrift puncteren (er stippen op zetten). De rabbijnse wijsbegeerte is grotendeels aan de Talmoed ontleend. De Septuagint(a) is de in Alexandrië in de tweede eeuw voor Christus uit het Hebreeuws in het Grieks vertaalde versie van het Oude Testament. Een tetragram(maton), dat zijn de vier lettertekens waarmee de naam van God in het Hebreeuws wordt aangeduid (JHWH = Jahweh of JHVH = Jehova).

3. Het Ests is verwant aan het Hongaars. De finoegristiek bestudeert de Fins-Oegrische talen. De goulash is een pittig gekruid Hongaars nationaal vleesgerecht (een soort hachee). De honved is de benaming voor de vroegere Hongaarse landweer. Het Hongaars behoort niet tot de Indo-Europese talen. Zonder Hongaars zouden we het kolbaszworstje niet kennen. Aan een Hongaars zadel kan een lepel zitten. Voor Hongaars zeggen we ook Magyaars. Een comitaat is een district in Hongarije. De Dubbelmonarchie (GB) of Donaumonarchie is de federatie van het keizerrijk Oostenrijk en het koninkrijk Hongarije tussen 1867 en 1918 (ook: dubbelmonarchie – GB, VD). Een forint [HUF] is 100 filler. In internettaal staat hu [haa-uu] voor Hongarije. De jakhals komt veel op de Balkan voor. Een magnaat is een rijksgrote in het oude Hongarije. In dat land komt ook het naakthalshoen voor. Palinka is vruchtenbrandewijn. De poesta is de grassteppe in Hongarije. Welke grassteppedieren ken je eigenlijk? De tokayer(wijn) is een zoete Hongaarse likeurwijn.

4. Het Roemeens levert maar weinig stof. Een hospodar (gospodar) is de vroegere titel van de vorsten van Montenegro, Moldavië en Walachije. In Roemenië betaal je met leis [lei = leu = 100 bani]. De pastrami is een gerecht bestaande uit magere en zoutarme runderfilet.

5. De vette lettersoort aldine (tahoma is dat ook, maar staat niet in de wdb.) is genoemd naar de Italiaanse drukker-uitgever Aldus Manutius. Carpaccio is een Italiaans voorgerecht bestaande uit flinterdun gesneden plakjes rauwe ossenhaas, gemarineerd in vinaigrette en bedekt met Parmezaanse kaas. De chamotte is vuurvast materiaal van gebakken leem. De fettunta [oe] is een Italiaans voorgerecht. Zullen we naar de italiaan, de griek, de chinees of de pakistaan gaan (GB, VD)? Lasagne is een ovengerecht met onder andere bechamelsaus. Majolica is faience (met name gebruikt voor Italiaans aardewerk in de vijftiende eeuw). Ossobuco is gestoofde kalfsschenkel in een lichte tomatensaus. Pancetta is gepekeld buikspek. Een panettone is een luxe kerstbrood. De panino (meervoud: panini) is een plat langwerpig broodje. Petrarkisme is het navolgen van Petrarca.

6. Een pizza is een deegbodem gevuld met hartige ingrediënten. Je koopt pizza's in een pizzeria. Polenta is een brij van maisgrutten (BE - maïsgrutten). Ravioli is een gerecht van op kussentjes lijkende stukjes deeg. De ricasso is een deel van de kling van een floret. Het risorgimento is het streven naar eenheid en bevrijding van vreemde overheersing in de negentiende eeuw. Scopolamine is een alkaloïde en een middel tegen zeeziekte. Tiramisu wordt gemaakt met onder meer amaretto en mascarpone. De ziegler-nattapolymerisatie is genoemd naar een bekende Italiaanse (en een Duitse) chemicus. Zuccotto is een nagerecht in de vorm van een halve bol met chocola bedekt. Een Amati [viool] moet wel door een lid van de familie uit Cremona zijn gebouwd. Ook de cremona [viool] komt uit die plaats in Italië. De bergamotcitroen is een peervormige citroensoort. De carbonarasaus is een pastasaus.

7. Een campo santo (meervoud: campi santi) is een begraafplaats. Naar Canossa gaan is zich onderwerpen. De carbonari (kolenbranders) zijn een vroeger geheim politiek genootschap. Cicerones (GB, VD kent ook nog een andere schrijfwijze voor dit meervoud – t.w. op ‘s) zijn wegwijzers, bijvoorbeeld de gidsen in een museum. Een cicisbeo is de vaste begeleider en vriend (maar niet: minnaar) van een aanzienlijke gehuwde vrouw. Het cinquecento [15xx] is de zestiende eeuw als cultuurperiode. De commedia dell'arte was een kluchtspel met figuren als Harlekijn en Colombine. Een condottiere (meervoud: condottieres, condottieri) was een huursoldaat in de 14e en 15e eeuw. De corvina is een blauwe druif, onder meer verwerkt in bardolino (een fruitige rode wijn van bij het Gardameer). De duce [doet-sjuh] was een fascistisch regeringsleider.

8. Het duecento [12xx] is de dertiende eeuw. Italië zat al in 1957 bij het Europa van de zes, de EEG [ee-ee-gee]. Een exarch is een stadhouder van de Byzantijnse keizers. De fascio is een afdeling van de fascistische partij. Het futurisme is een antitraditionele richting in de schilderkunst. De G7 [gee-zee-vuhn] is de Groep van Zeven (7), de zeven rijkste industrielanden. De gaillarde is een oude dans in driedelige maat. De Giro is de ronde van Italië. Zoons van rijke families maakten grand tours in de 17e en 18e eeuw. Een irredenta (meervoud: irredenten) is een bezet gebied. De afkorting voor informatietechnologie is IT [ie-tee]. Alea jacta est, de teerling is geworpen. De lambrusco is een rode wijn uit de streek
Emilia-Romagna. De Sint-Jan van Lateranen is de pauselijke basiliek in Rome. De kusten van
Klein-Azië behoren tot de Levant. De lire [ITL] was tot 2002 de munteenheid van Vaticaanstad (en Italië). Het macigno is een grauwgroen kalkgesteente in de Alpen.

9. De bouwmaffia, de seksmaffia en de Russische maffia zijn de bekendste van alle maffia's. Virgilius (Vergilius) is de Mantuaanse zwaan. De Hollandse mediëval is een drukletter. Het Italië bezuiden Rome heet Mezzogiorno. De Militia Christi (het leger van Christus) was een geestelijke ridderorde. Hij zei: "Eerst Napels zien en dan sterven". De omber [zeker pigment] komt uit Umbrië (het omber is van Spaanse oorsprong – kaartspel of zekere speler daarbij). Een osteria is een herberg, een logement. De pelorus [ronde schijf met draaibaar vizier] kan samen met een kompas de positie van een schip bepalen. Een podesta is een stadsbestuur(der). De prunel is een kleine, gekonfijte of gedroogde witte pruim. Het quattrocento is de vijftiende eeuw [jaren 1400 = 14xx]. Aan de Italiaanse Rivièra is het goed toeven.

10. Julius Caesar trok de Rubicon (Latijn: Rubico) over. De scudetto (schildje) is het voetbalkampioenschap van Italië. Je zult maar tussen Scylla en Charybdis geraken. Het seicento is de zeventiende eeuw [16xx] en het settecento de achttiende eeuw [17xx]. De sirocco is een zeer hete en droge zuidoosten- of westenwind (deze omschrijving is dubieus: raadpleeg een meteoroloog! – nu aangepast in VD – zeer hete en droge zuidelijke wind, die hete en droge lucht uit de Sahara naar het noorden voert) in het Middellandse Zeegebied. De tarantula (tarentel) is een wolfsspin. De Apulische tarantel is echter een jachtspin. De terra firma is bij Venetianen het vasteland van Italië. Tifosi (enkelvoud: tifoso) zijn fanatieke (voetbal)supporters. Het trecento is de 14e eeuw [13xx].

11. Een voorbeeld van een Triple Alliantie is die tussen Duitsland, Oostenrijk en Italië van 1882. Vaticaanstad is een soevereine staat. Ook Giethoorn is het (een) Venetië van het Noorden. De zecchino [meervoud: zecchino's, zecchinen] was een oude gouden munt, onder meer in Venetië. De pauselijke zoeaven [enkelvoud: zoeaaf] waren een vrijwilligerskorps ter verdediging van de Kerkelijke Staat tegen de poging tot annexering door Italië. Noord- en Zuid-Italië zijn delen van het land, maar genitaliën [weet de zoekmachine bij '*italie*' veel] hebben er niets mee te maken. De italiek is een cursieve drukletter, ook al ontworpen door – u kent hem reeds – Aldus Manutius.

 

 


woensdag 29 juni 2022

2785 Dictee zaterdag 02-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (622) √

Dictee – dictees [2785]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 235, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (622)

Russisch en Surinaams

1. Het akmeïsme (adamisme) is een stroming in de Russische dichtkunst. Een alkali is een Russische distel. Astatki is een residu van Russische petroleum als vloeibare brandstof voor stoomketels. De balalaika is een snaarinstrument. De barzoi (GB, VD ook: borzoi) is een hazewindhond. Als een haas een wind laat is dat een hazenwind. De ziekte van Bechterew (kortweg: bechterew) is genoemd naar een neuroloog, de beilsteintest naar een Russische chemicus van Duitse komaf. Het bolsjewisme (leninisme, communisme) staat tegenover het mensjewisme [gematigde sociaaldemocratie]. De Wit-Russische
[Wit-Rusland, Belarus] roebel heeft de aanduiding BYR
[bee-jie-grèhk-èhr].

2. Een datsja is een buitenverblijf van Russische welgestelden. Een domra is een driesnarige luit. De Driekeizersslag is de slag bij Austerlitz. Russisch dril dient met name als tentlinnen. Enterzaad (revelaar) is de eerste oogst van lijnzaad. De grootvorst-troonopvolger was de Russische kroonprins. De delfstof ijssteen wordt ook wel kryoliet genoemd. Het imaginisme is een stroming in de poëzie. De imperiaal is een oude gouden Russische munt van 15 roebel. Een inkarnaatklaver heet ook wel Franse of Russische klaver. Itar-Tass is een persbureau. De kalasjnikov is een pistoolmitrailleur. Een kibitka (kibitke) is een rijtuig zonder veren of een tent van dierenhuiden bij de Tataren en Kalmukken. De kondratieffcyclus is een economische cyclus van circa vijftig jaar. Een kopeke (GB, VD ook: kopek) is het honderdste deel van een roebel.

3. Het korsakovsyndroom is een hersenbeschadiging bij alcoholisten. Erich von Däniken heeft het boek 'Waren de goden kosmonauten?' geschreven. Het Kozakkenkorps diende onder de tsaren. De Sovjetmacht werd metonymisch met 'het Kremlin' aangegeven. De Krimoorlog was [vroeger!] een Russisch-Turkse oorlog. De kwas is een alcoholhoudende brooddrank. Een laika is een eskimohond. Lait russe betekent in het Belgisch-Nederlands koffie verkeerd, net zo'n uitdrukking als patat met. Lomografie verwijst naar Lomo, een merk van goedkope snapshotcamera's. Machorka is minderwaardige (soldaten)tabak. Een MiG [A. Mikojan en M. Goerevitsj] is een gevechtsvliegtuig. Een moezjiek is een kleine boer. Moussorgsky heeft 'Een nacht op de kale berg' gecomponeerd. De NEP, de Nieuwe Economische Politiek, is in 1921 door Lenin geïnitieerd. Oblomovisme is extreme lamlendigheid. De Oktoberrevolutie begon op 7 november(!). De oosterse (orthodoxe) [GB ook: oosters-orthodoxe] kerken komen ook voor (voorbij) bij het aan de orde zijnde land.

4. Een oudgelovige is aanhanger van een in de 17e eeuw ontstane afsplitsing van de Russisch-orthodoxe kerk. Het perm is de jongste periode van het paleozoïcum. Het poed is een handelsgewicht, iets meer dan 16 kg. Een pope behoort tot de lagere wereldlijke geestelijkheid. Een potemkindorp is niet meer dan een façade. De Russische inval in 1968 in Tsjecho-Slowakije maakte een einde aan de Praagse lente. Het przewalskipaard is de laatste vertegenwoordiger van de wildepaardensoorten. Radikalinski is een pseudo-Russische schertsnaam voor radicale actievoerders. Raskolniken (roskolniken) zijn leden van alle sekten die zich van de Russische kerk hebben afgescheiden. Een raspoetin (intrigant) is iemand die te veel en ongewenste invloed heeft op een organisatie. Let er trouwens op dat je changeant, exigeant en sergeant anders schrijft. Het mendelevium, een element, heeft atoomnummer 101 en symbool Md [èhm-dee].

5. Methodacting [speler vult rol in vanuit eigen ervaringen en achtergrond] is geïntroduceerd door de regisseur Stanislavski. De Russische roulette is niet zonder gevaar. De aanduiding voor de Russische roebel is RUB [èh-ruu-bee]. Rusleer is juchtleer. Het russificeren is Russisch maken. Hoe doe je het ook alweer op zijn Russisch [tussen de borsten neuken]? Maak de borst dus maar nat, als je daar na de borsjtsj nog zin in hebt. Een russofiel is een Russenliefhebber. Dat neigt algauw tot russomanie [blinde ingenomenheid met alles wat Russisch is of uit Rusland komt]. Samboworstelen is een vechtsport (combinatie worstelen en judo). In een samowaar (samowar = toestel) kun je thee zetten (Van Dale ook: theezetten). Een scudraket kan een chemische lading dragen. Een solotnik is een gewicht van vier gram. Een sovjet is een raad van arbeiders en soldaten. De Opperste Sovjet was het hoogste
Sovjet-Russische bestuursorgaan.

6. Een spetsnaz is een sabotage-eenheid in het Russische leger. De SS-20 [2 x èhs Sovetski Sojoez 20 Sovjet-Unie 20 ] is een middellangeafstandsraket. Het stachanovisme is een systeem van officiële erkenning van prestaties die de opdracht overtreffen. De starets is een oudere, in het geestelijk leven gevorderde religieus die als geestelijk leidsman fungeert. De struvietsteen, een niersteen veroorzaakt door ontstekingen, is genoemd naar een Russische diplomaat. De theosofie is een mystiek-filosofische stroming, ontwikkeld door de Russische occultiste H.P. Blavatski.

7. De theremin is een elektronisch instrument dat bespeeld wordt door de handen in een elektromagnetisch veld te bewegen. De aanduiding 'tolstojaans' betekent: in de geest van Tolstoj. De trepak is een Russische volksdans. Je schrijft: vadertje tsaar, vadertje Stalin, Vadertje Staat, vadertje Cats en Vadertje Tijd. Een ulaan was een lansier. Warmwaterpolitiek is met name Sovjet- of Russische politiek en erop uit havens aan open, dat wil zeggen ijsvrij, water te verkrijgen of te behouden. Een werst is een oude afstandsmaat, iets meer dan een kilometer. Zilverbisam is het bont van de watermol.

8. We verplaatsen ons werkgebied naar het Surinaams-Nederlands. Een aboma is een anaconda. Traditionele Afro-Surinaamse muziek verwijst naar de zwarte bevolking. Aguma en amsoi worden als bladgroente gegeten. De kattenstaartamarant met donkerpurperen bloemen wordt bij ons als sierplant gekweekt. Een angisa is de traditionele hoofddoek gedragen door creools-Surinaamse vrouwen. Een awara kun je eten, een awari is een buidelrat. Een bakabana is een beignet met bakbanaan. Een bamboritahemd is een boelewaaihemd. Een bijlegfuif is een American party. Een bonuman is een sjamaan van de godsdienst winti.

9. DA91 [dee-jaa] is een Surinaamse politieke partij, DNP2000
[dee-jèhn-pee] ook. Een djak is een krik. Een dyogo is een literfles met of voor bier. De egraz is een strijkinstrument. Frangipanes zijn een soort van Franse gebakjes, maar zijn ook sierboompjes, fayalobi's zijn sierheesters [Ixora macrothyrsa]. Filariasis (filaria) is een tropische ziekte. De her(i)heri is een eenpansgerecht, de hoogkijker (kutai) een vissoort. Een ijzerhart [t – lucht] is een zekere loofboom (en de ijzerhard dan? – d, grond, plant). Kalina is het Caraïbisch (Caribisch) zoals gesproken in Noord-Suriname. Een kankantri is een wilde kapokboom. De kaseko is de traditionele creools-Surinaamse dansmuziek.

10. De kawina is een cilindrische trommel. Kukaleisi [koe-kaa-lih-sie] is snelkookrijst. De kotomisi is de creoolse vrouwendracht. Krawkraw [2 x kraa] bestaat uit chips van de cassave. De krobia en de kwikwi zijn vissen. Een leriman is een zendeling en een makaperi is een zeker sieraad. De markusa [mahr-koe-saa] is de passievrucht. Een mati is een lesbienne. Moksaleisi [mohk-saa-lih-sie] is een eenpansgerecht van rijst met groente en vlees of vis. Een monkimonki is een doodskopaapje. Een obia is een voorwerp met magische kracht. De ograi is het boze oog, dat weer je af met een ograikraal. Een ouma is een grootmoeder.

11. Padie is rijst, pagara is vuurwerk van rotjes, een piaiman (GB, VD) is een indiaanse sjamaan. Een pipa is een Surinaamse pad. Een porknokker is een zelfstandige goudzoeker [SR]. De roti is een gerecht. Een sabaku is een kleine reiger. Samosa is een pasteitje, saoto een zekere pittige soep en een sarasara een garnaal. De scag is Surinaamse heroïne. De schudbus is een ritme-instrument. De siksiyuru is een soort van zingende cicade. De skratjie (skraki) is een soort trommel. Een sodafountain is een bar waar frisdranken en ijs verkocht worden.

12. De sopropo is een bittere komkommer. Sranantongo (GB ook: Sranan, VD verder nog: Sranang, Sranangtongo), takitaki en Surinaams kun je op één hoop gooien. Een swipi is een zweepslang. Een surined is in de jaren zeventig naar Nederland geëmigreerd. Een suriprof is een betaaldvoetbalspeler uit Suriname. De tjauwmin is een soort van dunne bami, op Chinese wijze bereid. Een twatwa is een zwarte bisschop.

 

 


2784 Dictee vrijdag 01-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (621) √

Dictee – dictees [2784]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 236, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (621)

Beroepen (1): de kleermaker en de metaalbewerker

1. De bassinwijdte is de broekmaat over het zitvlak gemeten, althans volgens de kleermaker. Zitten als een boeddha (in boeddhahouding, onbeweeglijk) is in kleermakerszit (lotushouding). Een bukskinwerker is een soort van grootwerker (werkt met reeds uitgesneden onderdelen). Er zijn confectie- en maatkleermakers. De coupe is de snit (vorm) van een kledingstuk. De coupeur en de coupeuse nemen je de maat. Is je colbertje (zijn je colberts) nu – je hebt toch meer dan een colbert? – al versleten? Een lummel is een stalen veer die een kraag strak houdt. De legerkleermaker is een non-combattant, een niet-strijder. Zonder kleermakersfournituren kan de kleermaker (tailleur, tailleuse, tailor) niet werken en zonder foerage [levensmiddelen] kan hij niet leven. Tegen Pasen moeten kleermakers vaak overwerken: iedereen wil op zijn paasbest zijn. Een paspel (passepoil) is een smalle omboording van knoopsgaten. Deze pompier [oh, ie, ook brandweerman!] werkt in een confectiemagazijn. Soms werkte de ridder van de schaar rechtdraads [volgens de scheringdraad], maar soms ook dwarsdraads [dwars op de draad]. De sartor resartus (meervoud: sartores resarti) is de mens die door alle eeuwen heen hetzelfde is, maar steeds een andere mode omarmt. Een snijder heet gewestelijk ook wel schreur [kleermaker]. Ze gebruiken Spaans krijt (kleermakerskrijt, Venetiaans krijt – om af te tekenen). Dat geldt evenzo voor Chinese speksteen (beeldsteen, agalmatoliet, pagodiet, wassteen, steatiet – met speksteen teken je op glas). Bij strossen gebruik je de tafellakensteek (negsteek,
ik-en-jijsteek, overhandse steek – om zelfkanten te verbinden
). Een tailormade is een damesmantelpak, gemaakt door de kleermaker. De vestiarius (meervoud: vestiarii) werkt in het klooster [zorg voor kleren, misgewaden, etc.]. Een zwartwerker [maakt gelegenheidskleding voor heren] kan heel goed ook witwerker [betaalt legaal belasting] zijn.

2. Metaalbewerkers kunnen heel wat materialen aan: albionmetaal (lood met een dunne laag tin), Algerijns metaal (witte legering van tin, koper en antimonium of antimoon), antifrictie- [wrijving verminderen] en babbittmetaal [witte tinlegering met antimonium, lood en koper], bathmetaal (zink en geelkoper), brittanniametaal (brittanniazilver = zilverwitte legering van tin met messing, antimonium, lood of bismut – let op: Britannia), christoffelmetaal (verzilverd nieuwzilver = verzamelnaam voor legeringen van koper, zink en minimaal 5% nikkel), goudmetaal (een goudkleurige alliage), halsmetaal (lagerbrons – voor lagers – ook legerbrons!), hardmetaal (een metaalcarbide (carbide = verbinding van koolstof met een metaal of met silicium) voor snijdende randen), konelmetaal (legering van kobalt en nikkel met wat ferrotitaan), half- (kijk bij het lemma 'zilver', daar thans niet meer 'halfedel' – wel halfedel i.v.m. adelstand) en onedele metalen, monelmetaal (nikkel, koper en ijzer), mumetaal (ijzer met nikkel en een weinig molybdeen, koper of chroom), ook niet-metalen als chloor, een non-ferrometaal (bevat geen ijzer); prinsmetaal (prinsrobertsmetaal, koper en zink) lijkt op goud, reclametaal is geen metaal, rosemetaal (tin, lood en bismut, voor clichés), speculum (spiegelmetaal, koper en zink), amalgama (amalgaam, stereotypiemetaal – metalen letterplaten), sterrometaal (smeedbare koper-zinklegering), widiametaal (vooral wolfraamcarbide in een kobaltmatrix) en woodsmetaal (bismut, tin, lood en cadmium), dat een laag smeltpunt heeft.

3. Een metaalbarometer (doosbarometer) is een aneroïdebarometer. Sommige voorwerpen krijgen een tefal- [thermoplastische kunststof, vergelijk teflon] of metaalcoating. Werkt hij in de groot- of in de kleinmetaal(industrie)? Roest is een soort gehydrateerd ijzeroxide. Een metaalplastiek is een metaalsculptuur. Metaalbeits is een vloeibare stof en tast de oppervlakte van metalen aan. Tetra-ethyllood is een voorbeeld van een organoloodverbinding (een klopmiddel). Het aes triplex is een sterke wapenrusting. Engelse aarde is een donker-asgrauwe of bruinachtige delfstof. Met een acetyleenbrander snij(d) ik metaal. Een alcoxide is een alcoholaat. Anataas is een dioxide van titanium. Een guts is een beitel (holijzer). Het biljoengoud is een goud- of zilveralliage. Het blanchement is de plaats waar de te munten metaalschijven vooraf mechanisch of chemisch gereinigd worden. Boor (borium) met atoomnummer 5 en symbool B is een niet-metaal. Een verbinding ermee is een boride. Boulewerk is inlegwerk van dunne reepjes of blaadjes metaal in hout. Een bracelet is een armband van edelmetaal (GB, VD alleen bij edel nog edel metaal = edelmetaal!). Een bracteaat is een munt uit de middeleeuwen, maar ook een plant: voorzien van bracteeën (= schutbladen).

4. Werken voor een braspenning is voor een minimale beloning. De oorspronkelijke braspenning werd geslagen door Jan zonder Vrees. Brokaat is gekleurd papier met figuren in metaalpoeder. Een broots is een trekfrees. Calx is een poedervormig residu uit metaaloxiden. Een chelaat is een verbinding met in de molecule een ligand(e) (= aan een centraal atoom gebonden). Ken je de chinhydronelektrode = een metaal in een verzadigde oplossing van chinhydron in water? Cloisonné [van email: verhoogd] en champlevé [verdiept] zijn antoniemen. Met een cachet-crampon (crampon = sluitplaatje) sluit je een brief. Wat doe je met een drijfbeitel [metaalbewerking]? Ebaucheren is een model in was of klei maken voor een beeld in marmer of metaal. Het EDTA [ee-dee-tee-jaa] is
e
thyleendiaminetetra-azijnzuur [om metaalionen te verwijderen]. Bij de fischer-tropschsynthese [productie van vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen] worden metaalkatalysatoren gebruikt. Een flightcase [zware met metaal versterkte koffer] gebruik je voor kwetsbare apparatuur.

5. Ftalocyanine is het tetra-azatetrabenzoderivaat van porfyrine, toch?. Het groengoud gebruik je als bladmetaal. Een haloïde is een metaalzout van een halogeen. Heavy metal is harde hardrockmuziek. IJzerniobaat is columbiet. Hobben is bewerken met een hobstempel. Hydrothermale modder tref je aan in onderzeese groeven. Een ingot (baar) is een blok metaal. Inlegwerk (synoniem: intarsia, marqueterie) is een mozaïek van metaal. Een inro (netsuke) is een zegeldoosje (ook: gordelknoop). Jingles zijn bijgeluiden (nee, dit betreft niet: het zoemen!) van mechanische muziek. Karatering (witte, rode of gemengde) is vermenging van goud met een ander metaal. Kanonspijs [kanonmetaal, geschutbrons] kun je niet eten. Kathodoluminescentie is uitstraling van licht. Een kornnagel is een keurnagel (center, centerpons voor putjes in metaal). Je hebt klinkklaar goud, klinkklare boter en klinkklare onzin. Een metaal kan koudbros [na gloeien wel goed smeedbaar] zijn. Een kristalliet is een microscopisch klein, imperfect gevormd kristal. Legeren is alliëren (amalgameren).

6. Het (de) lurex is goud-, zilver- of bronskleurig garen uit metaal. Het lustre is metaalglazuur op keramiek, bijvoorbeeld in een lustre jasje. Mercantilisme meet rijkdom aan edelmetaal. Kwikzilver heette ook wel mercurius. Metalliseren is tot metaal maken, een metallo is in het Belgisch-Nederlands een metaalarbeider. Mica is glimmer. Nichroom bestaat hoofdzakelijk uit nikkel en chroom. Het niëllo is graveerwerk in blanke metalen. Oxaalzuur (ethaandizuur, zuringzuur) is een kristallijne stof, die meestal als een dihydraat in veel planten voorkomt, dikwijls als monometaalzout.

7. Het PAN [pee-jaa-èhn] is het peroxyacetylnitraat, maar ook een personal area network. Het pyridylazonaftol (symbool, ook: PAN) is een indicator bij titraties van metaalionen. Metaalcomplexen van porfyrine komen in de natuur voor. Het peruzilver heeft weinig zilverwaarde (2%). Dit piccolootje is een fluitje van metaal (maar niet: van een cent!). Pleet is metaal met een laagje edelmetaal overdekt. Een arts gebruikt een plessimeter bij indirecte percussie = erop kloppen. In België staat pmd [pee-jèhm-dee] voor plastic flessen, metaalverpakkingen en drankkartons. Pyriet is zwavelkies (erts: één atoom ijzer met twee atomen zwavel). Het repoussé is een decoratietechniek voor plaatmetaal (achterzijde inhameren = voorkant in reliëf).

8. Robineren is geeletsen [glas overtrekken met poedervormige verfstof]. Rodium heeft symbool Rh en atoomnummer 45. Met een roulette maak je stippellijnen in metaal (vooral bij de crayonmanier = etstechniek: effect van krijtlijnen en vlakken). Rubidium (Rb, 37) en ruthenium (Ru, 44) schelen in atoomnummer zeven plaatsen. Radiolampen schoperen (scoperen) is ze vlamspuiten. Schroot is staal- of ijzerafval. De seizing is een reep pakkingstof tussen twee metaalvlakken. Shredderafval ontstaat bij gebruik van een shredder [mokermolen voor autowrakken, ook: papiervernietiger]. Een
sla-emmer aan de arm hebben is met een meisje gearmd lopen. De smeetang (smeedtang) is de tang der smeden. De stem van Stentor (hij was een van de Grieken voor Troje) klonk als metaal en zo luid als die van vijftig anderen; daarnaar is de stentorstem dan ook genoemd. Bij de sterkearmschaafmachine staat het werkstuk stil [beitel aan het uiteinde van een arm – voor klein werk]. Sterlingzilver (standaardzilver) bevat 92 procent zilver.

9. Strontium, een zilverwit onedel metaal, heeft atoomnummer 38 en symbool Sr. Thermiet is een mengsel van metaaloxiden en aluminiumpoeder: vergelijk het thermietprocedé [aluminium als reductiemiddel voor metaaloxiden]. Tinol is een metaalmengsel van tin, lood en een vloeistof, direct gereed voor solderen. Transmutatie is het veranderen van een metaal in een edeler (doel van de alchimisten of alchemisten). Het uranyl is de atoomgroep UO2 [uu-woo-twee] (U, uraan, 92). De voltameter (geen voltmeter!) wordt in dezelfde context gebruikt als de coulombmeter (meten elektrische stroom). De wervelstroom is een door een bewegend magnetisch veld in een stuk metaal geïnduceerde stroom, de stroom van Foucault (ook: Eddy). Met een wijer wordt het gat in de steel van een pijp geboord. De man was witgloeiend (witheet) en het metaal was ook witgloeiend; men liet het in koud water schrikken. Zaponvernis is een dikvloeibare oplossing van cellulosenitraat in amylacetaat met aceton. Zeefdruk wordt ook serigrafie genoemd. Zijgen van gestold vloeibaar metaal wordt ook segregeren [ontstaan van plaatselijke verschillen in de samenstelling] genoemd. Zilver is een chemisch element uit de elfde groep van het periodiek systeem, atoomnummer 47, een edelmetaal (eigenlijk: half edel = (VD) halfedel – maar dat alleen m.b.t. de adel) met het hoogste geleidingsvermogen voor warmte en de kleinste soortelijke weerstand van alle metalen (symbool: Ag [aa-gee]).

 


maandag 27 juni 2022

2783 Dictee donderdag 30-06-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (620) √

Dictee – dictees [2783]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 237, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (620)

Beroepen (2): de lettergieter (hij grijpt ook lettergrepen), de letterzetter, de meubelmaker, de (hoef)smid, de zuivelbereider, de vuurwerkmaker en de katoenplukker

1. In 'aarzelaar' zit een sjwalettergreep. Een sjwarts is trouwens een orthodoxe jood en een versjwartster nar is een dwaas, een idioot. De apostrof is het afkappingsteken. Aso en lesbo zijn afko's. Ambisyllabisch is tot twee verschillende lettergrepen behorend. De amfibrachys is een drielettergrepige versvoet [kort-lang-kort]. Een anaclasis is een woordspeling. Een antepenultima is een voorvoorlaatste lettergreep, de penultima de voorlaatste. In bacchische verzen wordt telkens een korte lettergreep door twee lange gevolgd. De 'ut' is de eerste aretijnse lettergreep, genoemd naar Guido van Arezzo. Een redondilla is een van nature Spaanse dichtvorm met rijmschema 'abba' [aa-bee-bee-aa].

2. De cambozola is een Duitse blauw-witte schimmelkaas van gepasteuriseerde koemelk; de naam is ontstaan uit camembert en gorgonzola. Een charade (logogrief) is een lettergreepraadsel. Een choriambus is een antieke vierlettergrepige versvoet. De custos (custode, reclame die met meervoud: alleen n! – verder: s) is de bladwachter. De drielettergrepige dactylus klonk door- en doorkoud [dubieus: door en door koud]. Garamond (garmond = lettersoort van 9 punten) is naar een Franse lettergieter genoemd. In diens vak gebruik je ook een gegate lepel [met gaatjes]. Het schrijven van 'filoge' voor 'filologe' is een voorbeeld van haplografie [schrijffout: weglating]. Bij haplologie laat je een lettergreep weg: 'heilegeest' in plaats van 'heilige geest'. Een voorbeeld van dittografie [schrijffout: dubbel schrijven] is het schrijven van 'kotter' in plaats van 'koter'. De hendekasyllabus (hendekasyllabe) is een elflettergrepig vers in de Italiaanse poëzie. Het ritme is de cadans. Rijk rijm is rime riche [gelijkrijm, lettergreeprijm zoals in genomen/vernomen en ligt/licht]. Het woord 'alchemie' (alchimie) heeft een prothetische beginlettergreep (het onlogische 'al').

3. Het hiragana is het Japans lettergrepenschrift in cursieve vorm, het katakana dat in hoekige vorm. Jozozout is een lettergreepwoord van jodium en zout. Justificatie is het vergelijken van een nieuwe letter met de matrijs [holle vorm]. De knop is een stukje overtollig gietsel onder aan een pas gegoten letter (een gies, bij junks zijn knoppen echter: mescaline – lijkt in werking op lsd). Het letterkorps (lettercorpus) is de lettergrootte. Bij het melismatisch gezang zing je verschillende noten op één enkele lettergreep, bij het syllabische gezang slechts een. Een mesostichon [naamdicht met middenletters] houdt letterlijk het midden tussen een acrostichon [idem: beginletters] en een telestichon [idem: eindletters]. Napalm is een lettergreepwoord van nafteenzuur en palmitinezuur (aluminiumpalmitaat). Het nife [nie-fuh] (nikkelijzer) is een lettergreepwoord van de chemische symbolen voor nikkel (Ni
[èh-nie]) en ijzer (Fe [èh-vee]). Denk ook aan de nifeaccu
(nikkel-ferrumaccu of nikkel-ijzeraccu). Een ottava rima (meervoud: ottave rime) is een strofe van acht verzen.

4. Een oxytonon [zelf dus niet!] is een woord met de klemtoon op de laatste lettergreep. Het woord 'klemtoon' is er dus zelf geen. Paralexie [leesblindheid] lijkt ernstiger dan het dyslectische probleem bij dyslexie [woordblindheid, letters verwisselen, etc.]. Welke spondeïsche [versvoeten van twee beklemtoonde lettergrepen] verzen ken je zoal? Een tachotype (velotype) is een schrijfmachine waarop men met één aanslag lettergrepen of woorden typt. Tempex (piepschuim) is een lettergreepwoord van temperatuurexpansie. Een vocalise is een zangoefening op een klinker of op de lettergreep 'la'. Verbigeratie is de voortdurende, zinloze herhaling van woorden of lettergrepen, als pathologisch verschijnsel. Een epenthetische lettergreep of klank is ingelast, zoals in 'hoenders'. Bisyllabisch is tweelettergrepig. Apocoperen is een slotklank of -lettergreep weg laten vallen (weglaten – eind i.p.v. einde).

5. Waren we toch helemaal de letterzetterij vergeten! Baisseren is zetsel op de juiste hoogte brengen. Distributie is op te bergen zetsel. Afgesleten of afgebroken letters gaan naar de hel (de hellebak), het is helgoed. Nu weet ik het ook, Alex, de kastlijn is de gedachtestreep. Het nijphoutje (nijper) is letterzettersgereedschap. Het zetsel was in pastei [overhoop, door elkaar] gevallen. De deleatur is het weglatingsteken (afkappingsteken, apostrof). Met het visorium worden de bladen van de kopij vastgezet. Er volgen nu drie regels wit. Muggen- is letterzifterij.

6. Het chippendale is een stijl in meubels, uit de achttiende eeuw, mede gekenmerkt door de sterk gebogen knieën van de stoelen en de opengewerkte, gebeeldhouwde rugleuning (de chippendales zijn gespierde, met name seksueel aantrekkelijke jongemannen). Een ebenist is een schrijnwerker in ebbenhout. De polijstschaaf dient voor het zuiver gladmaken van werkstukken. Met meubelmaken kun je als meubelmaker je vak uitoefenen. Zaling is doorzakken van planken.

7. De maarschalk was vroeger een hoefsmid, paardendokter. Denk maar aan merrie (paard) en schalk (deugniet). Een raps [geen rasp dus] is een hoefsmidsvijl om feilen bij te werken. Met een renet (hoefsmidsvijl, kromgebogen mes – vgl. krombuigen) verwijdert men het overtollige hoorn. De travalje is een hoefstal. Het paard moest er halje travalje (halsoverkop) in. Keteldoofheid is lawaaidoofheid als beroepsziekte van ketelsmeden. Een pioentje is een klein stukje zilversoldeer, gereed voor gebruik. Een torsade is in de goudsmederij een soort van cantille [goud- of zilverdraad op kleding], een zeilijzer is daar een magneet. Een vuist hanteren de scheepssmeden als zware hamer.

8. Rooms-katholieken hebben abstinentiedagen [vrijwillige onthouding, m.n. van voedsel, drank en seksueel verkeer]. Analoogkaas is imitatiekaas. Een bacteriedrankje kan de spijsvertering bevorderen. Getrouwd zijn zonder boterbriefje is in concubinaat leven. Het cirkant is een verpakking voor zuivel, een soort beker met twee rechte en twee ronde zijden. Het woord 'crèmerie' wordt in Belgisch-Nederlandse spreektaal gebezigd voor ijssalon. Een komenij was een winkel van zuivelproducten, kruideniers- en fijne vleeswaren. Een lactobacil is een melkzuurbacterie. De listeria veroorzaakt listeriose (een infectieziekte met als mogelijk gevolg meningitis). Een melksteen is een soort van jaspis. Het moermandieet zou helpen tegen kanker. De locatie van het perslokaal was niet duidelijk. In Nederland staat PZ [pee-zèht] voor Productschap Zuivel, in Vlaanderen staan PZ's voor politiezones. Retinol – alcoholische vorm van vitamine A1 komt voor in levertraan en zuivel. De rzs [èhr-zèh-tèhs] was in Nederland de rijkszuivelschool. Een smoothie is een alcoholvrije koude drank. Een veganist [vegetariër plus] gebruikt ook geen eieren en geen zijde.

9. Een cartouche is een patroon voor handvuurwapens. Een cascade is een vuurwerk dat een waterval nabootst. De hesperidenfontein is een zeker kunstvuurwerk. Een luchthuiler is een gillende keukenmeid. Je hebt lust- en ernstvuurwerk. De recul is de terugstoot van een vuurwapen bij het afschieten (en een recueuil een verzameling of bundel). Een riotgun is een schrootgeweer (sproeier). Met een telescoopvizier kun je scherp waarnemen. Een sterrenkijker, die vis, kan dat ook!

10. Afritti zijn de zaadhaartjes van de Egyptische katoen. De aïda (vergelijk: de Aida van Verdi) is een katoenen weefsel met kruisjes en openingen, gebruikt voor zomerkleding. Het akon is de zijdekapok. De bandanadruk is een manier van katoendrukken. Het barège is een luchtige doorschijnende japonstof. Bevertien (beaverteen) is een katoenen stof, vergelijk: moleskin. Byssinose is een katoengerelateerde aandoening [door stofdeeltjes]. Bombazijn is een sterk weefsel van katoen, vaak verward met pilo. Komt het calicot uit Calcutta? Monsieur Calicot is het prototype van de opgedirkte manufacturiersbediende. Het chino gebruik je voor uniformen, het chintz voor theemutsen en het chenille als boordsel of belegsel. Het cloqué is stof met wafeldessin. Cottonpads zijn wattenschijfjes. Diemit (diemet) is een sterke katoenen stof met keperverbinding. Egreneren is de ruwe katoen van pitten ontdoen. Het fil d'écosse is glansgaren. Gossypol is het werkzaam bestanddeel van katoenzaadolie dat de spermaproductie remt. Het indienne (de sits) is een Oost-Indische katoenen stof. Jaconnet is fijn katoenen mousseline. Het (de) jumelkatoen is Egyptische katoen. De kaardmachine [vezels evenwijdig leggen] gebruik je voor wol of katoen. De kameez [kaa-mies/z] is een lange, ruime bloes van Indiase en Hindostaanse vrouwen. De kurta [oe] is een vrij kort, ruim hemd van rijkversierde katoen van Indiërs en Hindostanen. Het methyleenblauw is een thiazinekleurstof. Het nankinet(te) lijkt op het nanking [Chinese katoenen stof van vale of rossig gele kleur], bijvoorbeeld gebruikt in nanking kousen [nankingkousen]. Het (de) nansoek is een licht katoenen weefsel voor lingerie. Het napolitaine is een gekeperd weefsel van strijkwol en katoen. De obi is een katoenen sluitband om een judopak, maar ook een Japanse gordel. Het orleans is een geweven stof voor vrouwenkleding. Het (de) peau de pêche is een fluweelachtige stof. Het pilo is een soort van glad fustein. De ramee [vezelstof van ramee] is goedkoper dan het (de) popeline (poplin, denk aan popelinen jurken [popelinejurken]). Renforcé is hetzelfde als madapolam [grof gekeperd katoenen weefsel]. Zijden rips [dichtgeweven geribde stof] behoort tot het ribbetjesgoed. Rosanilinekleurstof heeft als basisstructuur trifenylmethaan. Een sweater is een katoenen of acryl sweatshirt [acrylsweatshirt]. Een toile is een model van een haute-coutureontwerp. 'Zanella' is letterlijk het laatste woord van dit dictee: een meestal zwart weefsel van katoen en kamgaren in satijnbinding, vooral als voeringstof gebruikt.

 


zondag 26 juni 2022

2782 Dictee woensdag 29-06-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (619) √

Dictee – dictees [2782]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 238, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (619)

1. De amish vormen een sekte van mennonieten (menisten, doopsgezinden) in de Verenigde Staten. De ammonshoorn is een zeer gespecialiseerd deel van het hippocampusgebied in het limbisch systeem (verbonden met o.a. de frontale hersenschors). Ammoniumpurpuraat is murexide (purperzuur). Salmiak is ammoniumchloride. Bij amnestische afasie kun je de juiste woorden niet vinden. Een amoebeabces is een tropisch leverabces. Amoedim (VD – enkelvoud: amoed) zijn lessenaars voor de voorganger in de synagoge. A mon avis (volgens mij) rook de amontillado [zekere sherry] als amoom [balsem uit gelijknamige plant] en hij smaakte nog van geen kant ook. Aluinslib is een bezinksel.

2. De uitdrukking 'americain' is een verkorting van filet americain. Ben je op de alv [aa-èhl-vee], de algemene ledenvergadering, geweest? Met veel ambages (omhaal van woorden) betuigde hij dank. Een amict [linnen doek] is een humeraal (voor de priester). Bij het schoonrijden maakte ze een amorboog [figuur bij schoonrijden], kijkend naar de amor aan de wand, een Amorfiguur (een amor). Priesters hebben wellicht een aangeboren amor Dei [liefde tot God]. Hij heeft zijn positie amore et labore (door liefde en arbeid) bereikt. Zijn Zuster Theresa en Gandhi amores (enkelvoud: amor) et deliciae generis humani, de lievelingen van de mensheid? Amor himself schiet met amorspijlen. Het AMP [aa-èhm-pee] is het adenosinemonofosfaat. De ampèrage geeft het aantal ampères weer. De term 'ampersand' is een verbastering van 'and per se and' en is een drukkersterm (&, en-teken, et-teken). De amphigouri[‘s] is een nietsbetekenend (nietsbeduidend) gedicht. Een amsterdammertje is onder andere een soort van Goudse kaas. Een amulet is een fylacterion (talisman, totem). Een amuse-gueule is een appetizer [klein hapje of drankje vooraf]. De amusie is toondoofheid en de amv [aa-èhm-vee] is de algemene muzikale vorming.

3. Een anaalplug is een buttplug [soort dildo = kunstpenis, godemiché]. Een ana [letterwoord] is een meisje dat lijdt aan anorexia nervosa, een anorectica dus. De duim van de anachoreet (kluizenaar) zweerde, maar hij zwoer bij de anabole steroïden. De zalm is anadroom [rivier opzwemmen], of misschien toch catadroom [afzwemmen]? Het afvalwater wordt anaeroob gezuiverd [organische verontreiniging omzetten in methaangas]. De anakoesie is absoluut gehoorverlies. Een anafylactische shock kan bij herinspuiting van hetzelfde soortvreemde eiwit optreden. Een analist voert een analyse uit, een analysant(e) ondergaat een psychoanalyse. Chrestomathieën zijn analecten (analecta, bloemlezingen). De anastatica is de roos-van-jericho (dus niet: ster-van-bethlehem – [GB]). Herken je het anapestische: 'Kan het zijn, dat de lier, die sinds lang niet meer ruiste' (Da Costa's versregel) [anapest – drielettergrepige versregel kort-kort-lang]? De anaptyxis is de svarabhaktivocaal ('melluk'). Het anarithmon gelasma is de eindeloze deining van de golven der zee. Engeland is 'a nation of shopkeepers' [winkeliers].

4. Anatto (orleaan, bixine) is een plantaardige kleurstof. Een anbi [letterwoord] is een algemeen nut beogende instelling. De
Belgisch-Nederlandse oudgediende, de ancien, had een hoge anciënniteit. Het ancien régime trof je aan voor en na de Franse Revolutie, dat was een meer gematigd regime (regiem). Wijsbegeerte is de dienstmaagd van de godgeleerdheid, de ancilla theologiae. Ik zeg het een- en andermaal: "Je bent geschift". Eenmaal, andermaal, ten derden male: verkocht! Andersbegaafd is een eufemisme voor minderbegaafd. Het sint-andrieskruis is het andreaskruis, een X-vormig kruis bij overwegen(!). De andromeda is de lavendelheide (rotsbes) [en de Andromeda een sterrenbeeld op het noordelijke halfrond]. Trek je anekdoteboek eens open voor een goede grap. Anerytropsie is roodblindheid.

5. De angelieke [engelachtige] musica bespeelde haar angelica [luit]. Angina is keelontsteking, angina pectoris hartbeklemming (hartkramp, stenocardie) en angina temporis is gebrek aan tijd (tijdnood). De anglaise is een 18e-eeuwse Engelse dans. Een angry young man is een kunstenaar of schrijver. Het angostura-elixer [ook: -elixir] komt uit de bast van een Zuid-Amerikaanse boom. Toen zijn angstgegner als allereerste uit het gelode buisje geloot werd, kreeg hij spontaan stress- en angstdiarree, alle angstmanagement ten spijt. Anxiolytisch is angst tegengaand, angstwerend. De angwantibo is de beermaki, een soort van halfaap. In de indianentaal Tupi heet de slangenhalsvogel anhinga. Toch hebben anhidrose [ontbreken zweetsecretie] en anhydride [verbinding die door verlies van water uit andere stoffen ontstaan is] wel iets gemeen, maar wat? Toch zeker de eerste drie letters … Een anijspeper is een szechuanpeper. Een amorce is een klappertje, een papieren slaghoedje. De amour du blâmable is de verderfelijke liefde voor de onderwereld. De angalampoe is in Suriname de Chinese roos. Hun gemoed was zuiver, ze waren animae (enkelvoud: anima) candidae (candida): zuivere karakters.

6. Mijn boezemvriend noem ik de animae dimidium meae. Een animal scribax (meervoud: animalia scribacia) is een dwangschrijver [dwangmatig]. Hij deed het animo deliberato, met voorbedachten rade. Anisool is fenylmethylether, anisocorie is de ongelijkheid in grootte van iemands pupillen. Een kruising à niveau is gelijkvloers, is dat ook platvloers? Het Anjerfonds (Prins Bernhardfonds) is verbonden met prins Bernhard, de Anjerrevolutie is gelieerd aan Portugal (april 1974). Een anyumara is een zekere grote Surinaams-Nederlandse zoetwaterroofvis. De Egyptische ankh is een sleutel- of hengselkruis. Met annexe zaken is cum annexis. Sinds anno dazumal is Breskens al niet meer zelfstandig. De Annunciatie is de rooms-katholieke
Maria-Boodschap. Anni mirabiles (enkelvoud: annus mirabilis = wonderjaar) en anni horribiles (enkelvoud: annus horribilis = rampjaar – vgl. Rampjaar 1672) zullen elkaar als regel afwisselen. Een anofeles is een malariamuskiet.

7. Een in de anonimiteit verdwenen anonymus, is dat zoiets als een anonymus in libro non edito [een ongenoemde in een niet-uitgegeven boek]? Veroorzaken anorexantia (eetlustremmers, enkelvoud: anorexans) nu anorexia [broodmagerheid]? Het anorthiet [natuurlijk aluminiumsilicaat van calcium] behoort tot de familie der plagioklaasveldspaten. Vond in 1633 ook al een anschluss plaats [geen idee]? Je schrijft wallingant, intrigant en flamingant, maar, overigens ook met 'zj' [zèh-tjee] uitgesproken, sergeant en arbitrageant. Antarctica, de Antarctische landmassa, ligt in antarctis [zuidpoolgebied]. Bij een centraal antennesysteem [cai = centrale antenne-inrichting – CAI = computer-aided instruction] ligt een (verder) antenneverbod voor de hand. Het anthem, is dat het clublied? Ja. Het ABS [aa-bee-jèhs] is het antiblokkeerremsysteem (antilock braking system). Een anticoagulans is een bloedverdunner (antistollingsmiddel). Met een antigeweldschip(!) kun je niet varen. De hemistichomythie (antilabe) is een passage in een drama, waarin twee sprekers om beurten telkens een half vers (hemistiche) zeggen. Een monoklonaal antilichaam wordt voortgebracht door een type B-lymfocyt. 1000 [in cijfers] is de antilogaritme van 3 [in cijfers – grondtal is 10 ...]. Antimoonoker is cervantiet (Sb2O4)
[èhs-bee-twee-joo-vier]. Een antimycoticum is een antischimmelmiddel. Had hij een antiqua (een Latijnse staande drukletter) in de hand?

8. Zij was een antireclame voor de antirimpelcrème. Dankzij voldoende antitrombine [eiwit in bloedplasma dat de bloedstolling remt] in het bloed leeft hij nog. Antisemieten en antisemitisme zijn tegen de Joden gericht. Geef mij maar een anisetje, een glas anisette [witte onschuld, anijslikeur]. Zijn mijn anklets (sokken) al droog? De antifouling [verf of coating] moet de scheepshuid of offshoreconstructie beschermen. Heeft zij een annuïtaire hypotheek [jaarlijkse vaste som aan aflossing + rente]? Vertelt de (geïmplanteerde) antennespriet [niet in wdb.] waar de antilopehaas zich bevindt? Een welsprekend man een Cicero noemen, is een antonomasia. De antroponymie bestudeert antroponiemen (persoonsnamen). Een anxiolyticum is een angstwerend middel. De ANWB [aa-èhn-wee-bee] was oorspronkelijk de Algemene Nederlandsche Wielrijdersbond (nu: Koninklijke Nederlandse Toeristenbond-ANWB).

9. Hij ging à outrance, tot het gaatje. Kunnen Parijse apachen en indiaanse Apachen ook de apachedans uitvoeren? Obsidiaan [zwart of grauw vulkanisch glas] is apachetraan. Een apartotel is een aparthotel. Vader, à pas de géant (met reuzenschreden), en moeder, à pas comptés (met afgemeten schreden), beenden eropaf (GB: erop af). Het apenbrood van de baobab [apenbroodboom] was vergiftig (giftig = toxisch), we schrokken ons een apenhoedje. Apofthegmata (apofthegma's) zijn zedenspreuken. De APM [aa-pee-jèhm]
(anti-personnel mines) is een antipersoneelsmijn. Toen kon hij à plus forte raison (met des te meer reden) naar de rechter stappen. Het à point gebakken vlees is binnenin nog rood. De apollo was van een apollinische schoonheid, zeg maar: hij was als Apollo. Hij had de drankfles à portée (binnen bereik), maar zag daar zelf de portee (reikwijdte) niet van in. Een voorbeeld van aposiopesis is: 'Ik zal ze!'. De zwaardlelie (gladiool, gladiolus) wordt ook wel twaalf apostelen (apostels) of twaalf-apostels (alle niet meer in VD) genoemd. Waarom schrijf je a posteriori en a-posteriorisch zo?

10. Het Apostolaat des gebeds is een geestelijk genootschap. De Hongaarse vorstin mocht heel lang geleden de titel Apostolische Majesteit (rex apostolicus) dragen. De Apostolische Kamer heeft de zorg voor de goederen en rechten van de Heilige (de Apostolische) Stoel. De 'apostolische vaders' is de aanduiding voor zeven kerkvaders. Zouden ook de apostolische gemeenten de apostolische geloofsbelijdenis aanhangen? Een farmacopee is een apothekersboek. Apotropaeïsch is afwendend, bezwerend. Appeler un chat un chat is het kind bij de naam noemen. Ik drink alleen wijn met de aanduiding A.C. [aa-see], appellation contrôlée. Het appeltje der liefde (oranjeappelboompje) groeit wel, maar je kunt het niet eten. De appestaat is het eetregelcentrum in de hersenen. Een applement vult een hoek aan tot 360 graden (vergelijk complement (90) en supplement (180)). GB geeft alleen appliqueren (VD ook: appliceren – 2021: GB ook!), naast applique en appliqué (versiersel).