Dictee – dictees [2581]
Oefendictee feb 2022 (1)
1. Bevalt
dat nieuwe coachje van jullie ploeg wel? In het uur tussen hond en
wolf, inter canem et lupum, entre chien et loup
(in
de avondschemering). (It’s)Too
good to be true (te mooi om waar te zijn).
Het caravaggisme is een kwestie van licht en donker (schilderkunst).
Oxytocine is het geluks- of knuffelhormoon. Wij hebben hem mooi van
die wijn afgeholpen. Met [ch] jalapeño
wordt chilipeper bedoeld. Huttenkaas kennen we niet, hüttenkäse en
cottagecheese wel. Het parvovirus, parvo of parvovirosis veroorzaakt
erythema
(ook
erytheem. mv. -mata of
ma’s – rode
vlekken op de huid). Wat naar John Wyclif verwijst, is
wyclifitisch. Loop (zit) toch niet zo te
zaniken!
2. Het
gebouw had een zijin- en -uitgang. De getuigen van Jehova, de
Jehova’s getuigen, mogen geen bloedtransfusie ondergaan. Dat
gezinnetje is bloedarm. Flebitis is aderontsteking en pyleflebitis is
poortaderontsteking. Bij het eten gebruikten ze madeirasaus
[GB alleen en ook, net als VD alleen: maderasaus - 2024 ook: madeira!] en dronken ze madera(wijn) [GB/VD ook: ei], vernoemd
naar Madeira [dat niet met een e]. Onderaan alle
boekbladzijden/s
stonden
reclamen-
[n niet
uitspreken] of custodenwachters
[idem]
(custos, bladwachter).
Een nabo is
een niet
actief
beveiligde
overweg.
Wat weet jij van dat PFAS-dossier
(poly- en
perfluoralkylstoffen)
[GB - VD met ‘pfas’
lijkt minder juist, dan overigens: pfasdossier].
Een zije sok, een zije mina en een zije reet zijn een zijen. Een hoge
zijden is een hoge hoed. Crepusculair is nachtactief (van dieren).
3.
Crepitus (crepitaties)
is crepitatie (dát in VD):
knetterend geluid bij het over elkaar heen bewegen van ruwe
oppervlakken in het lichaam, bv. van bot over kraakbeen. Vlöggelen
in Ootmarsum gaat heel langzaam. De toeslagenaffaire doet
bigbrotheriaans aan. Ik werd vernoggeld (om
niet te zeggen: vernacheld). Let op: het
is nu mRNA
(messenger-
of boodschapper-RNA),
tRNA
(overdrachts- of
transfer-RNA)
en rRNA (ribosoom-
of ribosomaal-RNA).
Met porna wordt vrouwenporno bedoeld. En je hebt mtDNA [mitochondriaal] en
recombinant- [samengevoegd genetisch
materiaal] en
dubbelstrengs-DNA = cDNA
(complementary).
Het paleo-DNA is aanwezig in botten en junk-DNA codeert niet voor
genetische eigenschappen.
4.
Een hoedna is een wapenstilstand met een niet-islamitische vijand.
Trouwens: mtDNA
is mitochondriaal.
De boogaloo is Zuid-Amerikaanse dansmuziek met invloeden van o.a.
mambo, rock-’n-roll en soul. Een loo is een open plek in het bos
(vgl.
(voormalig koninklijk)
paleis
Het
Loo in
Apeldoorn). Zekere curry uit de Indiase
keuken is vindaloo. Tessa de Loo schreef: soms heeft overspel niets
om het lijf. We kennen de Slag bij Waterloo en zijn Waterloo vinden
(VD) en een
waterloo lijden (GB, beslissende
nederlaag). Op *lo: (VD)
a Deo sole
(van God alleen),
een allo- is geen autochtoon (een allo
is geen auto), een alo
is een academie
voor lichamelijke
opvoeding,
een amarillo is een sigaar (ook bnw.)
en een anti- voorkomt in de fotografie een halo.
5. Een
apollo [toonbeeld van mannelijke schoonheid] is genoemd naar een zoon van Zeus (Apollo). De Aquilo is een
noordoosten- of noordenwind, een armadillo is een gordeldier, de
barolo een zekere rode wijn, bijlo of bilo een bastaardvloek, beter
blo of blode Jan, dan dô [dakje]
of dode Jan, b.l.o.: (school
voor) buitengewoon lager
onderwijs, bolo is taart op de Antillen,
broccatello – marmersoort, bulo:
buitengewoon lager
onderwijs (BE),
caboclo: van gemengde
Europees-Braziliaanse afkomst, caudillo (militair leider, m.n.
Franco), cembalo = klavecimbel, chullo: Peru(vi)aanse
wollen muts met oorflappen, cigarillo: kleine sigaar, CLO:
Centrum voor Landbouwkundig
Onderzoek (BE),
collo/colli of colli/colli’s, coram populo: in tegenwoordigheid van
het volk en dactylo – typist(e) [BE].
6. Een creatie ex nihilo is een schepping uit het niets, een criollo is vooral het rijpaard van een gaucho, cumelo: komkommer x meloen, cum libello <> in angello: met een boekje in een hoekje, diabolo: zeker speelgoed, DLO: Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (onderdeel Wageningen UR), doblo: dom blondje en dolo malo: met boze list/opzet, arglistig. Ecolo: Franstalige groenen in BE, de eikenaardvlo en de elo(rating) [Arpad Elo was een schaker]: berekening van het schaakniveau naar prestatie. Flagrante bello: onder het woeden van oorlog, flo: functioneel leeftijdsontslag, fluctus in simpulo: een storm in een glas water, gigolo: callboy, glo: gewoon lager onderwijs (SR), ILO: International Labour Organization (IAO) en in dulci jubilo: vrolijk en in overdaad.
7.
Oorlogsrecht: jus in bello en op rechtmatige wijze: justo titulo.
Kaulo muziek is ‘rot’ [beroerd, lelijk], kaulo dom is erg dom. Kelo is zeker Fins
hout en de KLO is in NL de Dienst Kijk-
en Luisteronderzoek
(afdeling van de NOS - Nederlandse Omroepstichting). Een
leporello(boek) is een boek in harmonicavorm. Limoncello is
limoncino: een Italiaanse citroenlikeur. Een lokalo is een lokale
politicus: dat moet wel een local [plaatselijke bewoner] zijn! Een longo sed proximus
intervallo: de volgende, maar op grote afstand. Wat is dat een lullo [sul, sukkel],
zeg. Magno intervallo: na een lange tussenpoos. Een magnus Apollo
[de grote Apollo] is
een groot orakel. Een mecalo staat voor megacalorie. Membrillo is een
dikke kweeperengelei (Spanje). Meo
periculo: op mijn risico. Een metallo (BE)
is een metaalarbeider. Een molo is een havendam, een hoofd.
8. Nebbiolo is een rode wijn. Een negrillo is een pygmee. Zeker graveerwerk heet niëllo. Nolo (bnw.) is zonder (no) of met weinig (lo) alcohol. Een ocotillo is een woestijnheester. Een papagallo zoekt in Italië erotische avontuurtjes met toeristes. Een pedalo is een waterfiets (BE). Deze piccolo(fluit) is pico bello. Pilo is een soort van glad fustein. Een pizzaiolo is een pizzabakker. Pleno <> titulo is met volle titel (rechtsgrond). De PLO is de Palestinian Liberation Organization. Een pomelo is een shaddock (veredelde pompelmoes). Een ponticello is een kam op strijkinstrumenten. Een portobello/a is een grote kastanjechampignon. Praemisso titulo: de titel er in gedachten bij te plaatsen. Pro nihilo: voor niets. Pro stylo: voor de vorm. Pueblo: dorp.
9. Een realo is geen fundi. Zijn daar ook regionalo's bij? Sensu malo: in ongunstige zin. Een soprillo is een piccolosaxofoon. Het (de) stabilo is het staartvlak (vliegtuig). Zij is stenodactylo. Een studiolo is een rariteitenkamer (-kabinet). Een stylo is een balpen (BE). Sub quocunque titulo: onder welk voorwendsel dan ook. Dicht bij de kam gestreken = sul ponticelli. Een tamarillo is een boomtomaat. Tanquam im speculo = als in een spiegel = veluti in speculum. Tempranillo is een wijnstok of rode druif daaraan. Een tombolo is een zekere strandwal. Toto coelo = hemelsbreed. Trankilo = bedaard, rustig (Antillen). Tranquillo = rustig in de muziek. Tremolo = snelle herhaling van één toon. Een trullo is een middeleeuws rond bouwwerk (Italië).
10. Een velo is een velocipède. Verbo et exemplo = door woord en voorbeeld. Een violoncello is een cello. Yolo: you only live once. Een zorillo is een Zuid-Amerikaans stinkdier.