Dictee – dictees [2411]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 507 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (350)
1.
Is er een Zuidwest-West-Vlaamse stad? De zwaarbelaste auto was
volgens de juten [agenten]
te zwaar belast. Pak dat zwabbertje eens aan! Militairen kunnen
zichzelf zwart maken en hun superieuren zwartmaken. Nyctinastie is
een plantenslaap. Voor het slapengaan neem ik altijd een nightcap
[slaapmutsje].
Hij is mijn slapie. Veel Saksen eten saks en spelen op hun saxen.
Wij, meiden, mijden loverboys als de pest. Waar ligt de Slavenkust
[tussen de
Goudkust en de delta van de Niger]?
De meest bekende slavenoorlog was de Slavenoorlog. Hij fokt
sledehonden. Piet, die van het ww.
sleeën houdt, sleede gisteren en Karel, die van het ww. sleden
houdt, sleedde eergisteren. De sleet [slijtage]
zit in zijn skipak. Hij riep: "Sla raak met die slaraak [slegge,
grote houten hamer]!"
Sleipnir is het paard van Odin [noordse
oppergod, ook: Wodan]. De
f-sleutel [muziek]
is geen Engelse sleutel [gereedschap].
Dat nieuwe appartement is
sleutel-op-de-deur en wordt dus
sleutelklaar opgeleverd. Een sleutelpersoon speelt ook in de
sleutelstad [Leiden]
een sleutelrol. Is 'Sesam open u' een sleutelwoord [woord
dat essentieel is voor het begrijpen van een tekst]?
SLF: superlage
frequentie [super
low
frequency].
2.
Hij slicete [met
terugdraaiend effect slaan] vaak
bij het tennissen. Een slideguitar (ook:
slidegitaar) wordt gebruikt in
blues en bij hawaïmuziek. Een slee is een sleepruim, een slij
gewestelijk een zeelt. Slijkgras is een slibvanger. Een mucoïde
substantie is slijmachtig. Een slijmbeurs is een met synoviaal vocht
(gewrichtssmeer)
gevuld plat zakje. Een mucolyticum is een slijmoplosser en een myxoom
is een slijmgezwel. Bij neuscatarre is het slijmvlies ontstoken.
Slijpen is (de)
slow dansen. Een ander soort slijpen doe je met amaril [smergel,
polijststeen – hard]. Hij lijdt
aan een slowvirusinfectie. De kleur was
lila-achtig. Het boek lag
(boven)
op de stapel, het lag bovenop: dat lag er duimendik bovenop. Een
slingback is een hooggehakte damesschoen. De cramignon is in
Zuid-Limburg een slingerdans. Hij werd de auto uit geslingerd. Hoe
groot is de ohmse weerstand? Hij heeft graag slinger-om-de-trap
[spekvet met
stroop] op zijn brood. Het
Slingeruurwerk [sterrenbeeld]
helpt op zee bij de navigatie. Slivovitsj is pruimenbrandewijn.
3. Een slip-over is een spencer, een soort pullover. De SLL is de Sierra Leoonse leone. Het Slotfeest is een joodse feestdag: de achtste dag van het Loofhuttenfeest. Kook je slowfood in een slowcooker? Die anesthesist woont in München. In marihuana zit THC, tetrahydrocannabinol. Hij wil ertussenuit knijpen. Het rinovirus is weer actief. De midvoor werd onderuitgeschoffeld. Die rare kwanten wisten alles van quanten [natuurkunde]. In de Notre Dame zag ik een quasimodo [misvormd mannelijk persoon]. Rabbinica is het bestuderen van het joodse rabbijnendom. De rachitis is de Engelse ziekte, die ook een Française kan krijgen. Beantwoord deze questionnaire [vragenlijst] maar eens. Heb rachmones (medelijden) met mij. Hoe zou je hem noemen: radicaal-links, radicaalnationalistisch of rechts-conservatief? In de Japanse theeceremonie wordt raku [oe – Japans aardewerk, theeceremonie] gebruikt. Deze rarae [ee] aves [èh – personen, enk.: rara avis = witte raaf] kunnen overduidelijk niet vliegen.
4.
Kijk jij naar die ranzige tv-programma's [ook:
teeveeprogramma's]? Dit café
gaat naar de ratsmodee [bliksem].
Toen de wrap [rèhp
– pannenkoekje] geserveerd was,
bracht zijn rap [èh]
iedereen in rep en roer aan de oever van de Roer bij Roermond. Het
Ruhrgebied is trouwens (ook)
naar de Ruhr genoemd. De recidivekans is
klein. De patiënt is reconvalescent [herstellend].
Universiteiten hebben rectores magnifici [enk.:
rector magnificus]. Wat acht je
juist: 'hij recyclede' of 'hij recycleerde'? Antwoord:
beide. De redenwacht vind je op
een schip, redekunde is de archaïsche
aanduiding van retoriek en redengevend
is in de taalkunde causaal. Vergeet ook de rederijkers
niet! De referees traden als getuigen-deskundigen op bij het référé,
het [NL] kort geding [BE:
kortgeding].
De kortgedingrechter deed vlot uitspraak. In de schuilhut zat Piet
als refugié en Riet als refugiee; de kinderen waren refugieetjes.
Een refusenik was een Joodse Sovjetburger (maar
mocht met uitreisvisum toch niet weg).
Refo's zijn in het GB
reformisten
[inmiddels
gecorrigeerd tot reformatorisch
christen!], VD zegt:
reformatorische jongeren.
5. Waakte de inquisitie ook over rekwisieten [attribuut] en relikwieën [reliek, overblijfsel gestorvene]? Ik doceerde (en doseerde dus kennis) in een remedialteachingcursus voor bij te scholen remedial teachers [taakleraar, noëpedist] De remonstranten zijn als regel lid van de Remonstrantse Broederschap. Een remplaçant remplaceert [vervangt] iemand. Met renminbi's [(renminbi) yuan of – CNY] betaal je in China. Ik hoorde par renommée [bij geruchte] dat zijn renommee (reputatie – zie ook 'dubbelgangers' in VD) een behoorlijke deuk heeft gehad. Kan een rentree zonder een entree? De Duitse Rijksdag is het Duitse parlement (tot 1945). NB Het Berlijnse Rijksdaggebouw of de Rijksdag is een gebouw. Kunnen we nog een beroep doen op die rijksbijdrageregeling? Een rijn is een molenijzer. De rinoceros wordt bedreigd.
6. Dat een rij-op-rij-afschip een roroboot heet, is aan het Engels te danken (roll-on-roll-offschip). Gok eens, wat een rokhanger is [kleerhanger voor rokken]. In Syrië kon de Rode Halvemaan weinig uitrichten. Rodekoorts (GB ook: rode koorts) is roodvonk (dus geen rodehond, GB ook: rode hond!). In welke tijd moeten we het rissglaciaal situeren? Ressources zijn middelen van bestaan, resources mensen en middelen in het productieproces. Het retraitehuis [toevluchtsoord] tussen de rododendrons was vol. Het rietzoddenmeertje lag er fraai bij. Voor een rez-de-chaussee [benedenwoning] hoef je niet te klimmen. Hij zit in Reykjavik. Het Riagg-centrum [NL: Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg] ligt naast [nou ja, ...] het RIZIV-kantoor [BE: Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering]. De revanche was een soort reveil [opleving] en leidde tot een réussite [succes]. In zijn rêverieën [dromerij] zag hij de revenuen al binnenvliegen. Het provinciebestuur werkt aan een nieuw Zeeland naar het model van Nieuw-Zeeland. Ik houd niet van wespen en rupsjes-nooit-genoeg. De spil [voetbal] ondernam een lange rush naar het vijandelijke doel.
7.
Wie kent het runenalfabet? Is er
verschil tussen ruzie zoeken en
ruziemaken? Deze kwestie moeten we nog rondmaken. Het is ronduit
beschamend dat het nog niet gedaan is. Roofing gebruiken Vlamingen
als dakbedekking. Hij zou nog flink ros [slaag]
krijgen. Ze kon kiezen uit meerdere rouxs
[bindmiddel saus].
De rozenkruisers (GB,
VD: R
2020
r = oké) hebben een
mystieke inslag. Is er een goed ruimtelijkeordeningsbeleid
(ro-beleid)?
Op rulijs is het niet fijn schaatsen. Wat is ouder, het saalien
[dat!]
of het eemien [tijdperken]?
Wat is het verhaal van de Sabijnse maagden [geroofd
door de eerste bewoners van Rome]?
Wanneer valt Sacramentsdag [tweede
donderdag na Pinksteren] dit
jaar? Een aanrader, deze middeleeuwsesagenbundel.
Een oorspronkelijke inwoner van Lapland is een Same [mv.:
Samen of Sami]. Hij maakte de
tekening met sanguine [roodkrijt].
Op haar vijftigste kreeg Sara een sara [pop
van brooddeeg]. De paarden hebben
geharddraafd(!)
voor de sulky [en
ook wel: hard gedraafd]. De UZS
is de genormeerde valuta-aanduiding voor de Oezbeekse
som. Ainsi soit-il, het zij zo.
8. We moeten nog handen wassen. We hebben châteauneuf-du-pape gedronken. Dat is een davinciëske [Da Vinci] schildering. De Grikwa vormen een Zuid-Afrikaans mengras van blanke mannen en Hottentotse vrouwen. Butterfly's zijn vlinderdasjes. We moeten nu echt scheep gaan; daarna zijn we scheeps. Een scherpriekende gordelsteel is een muffe gordijnzwam. De schijngestalten van de maan bepalen hoe de gestalteschaduwen eruitzien. Hoeveel schillings kostte dat schillerhemd toentertijd [GB/VD ook: toendertijd]? De schilddrager werd getroffen. Schistosomiasis is een wormziekte. Een schoenlapper doet aan schoenlappen [repareren], een schoenmaker aan schoenmaken [ook, of nieuwe schoenen maken ...]. Piet werd schoolgehouden terwijl Karel zich heeft schuilgehouden. In Vlaanderen kun je hebben schoolgelopen. Bij het scrabbelen scrabbel je, speel je scrabble. Op de effectenbeurs weten ze wat een scrip [tijdelijk certificaat van aandeel] is. Zijn seksismenuitingen [GB, VD] zijn berucht. Met Semieten worden Joden aangeduid.
9. Hoeveel centen zouden die senten [scheepsbouw: lijst, gording] indertijd gekost hebben? Een serail is een harem, sereh [2x èh, h niet uitspreken] is citroengras. Schoorsteenvegen? Piet zal die schoorsteen vegen. Hij is een schoreme [gemeen, slecht] vent. Wat schortte eraan? Hij keerde op zijn schreden terug en gebruikte toch een schredenteller. De zon zou achter donkere wolken schuilgaan, toen het gebeurde. Een tjaske (tjasker, jasker – poldermolen) heeft een schuinstaande as en een steekschoor of karbeel is een schuinstaande balk. Wat zal de scope [skoop – reikwijdte] van deze scoop [oe – opvallend bericht] zijn? Hoe groot zou de sestertiewaarde [oude Romeinse munt, die vier asses – ook assen, enk.: as – waard was] nu zijn? De sferische spiegel had een sfeerrijk effect. Die Siberische koude laat mij siberisch. Liggen er in de Sixtijnse Kapel [Rome] nog oude sixtijnse geschriften? Zij liet niet af te sjansen [flirten] en te zwanzen [gekheden uithalen]. Lekker, die sjappie hendele mendele, echte hutspot. Het skaldengezelschap zong er lustig op los. Sliepuit, sliepuit, alle kinderen lachen je uit. Gaan we morgen slootjespringen?
10. Is hij vandaag slecht- of goedgehumeurd? Een slemperij is een soort slemppartij. Het gras knippen leverde veel snijdsel [snij-səl] (ook: snijsel) op. De costumière gaf het kostuum een goede snit. Ondenkbaar: soft sponsoring van een softpornogezelschap. Soit, ik ben een loser [mislukkeling]. Sluikstort verboden! Slumps [plotselinge daling der koersen] zijn in de slums [slop, achterbuurt] geen hot news. Een klein pakje heroïne wordt smack [smèhk] genoemd. Dat heeft een smak geld gekost. Het smörrebröd (GB ook: smørrebrød) viel op het smyrnatapijt. Waren vélocipède [= velo] en solex er nog maar. Sombrero op en toch somberman zijn?
11. Dat boek is verguld op snee (goud op snee). Hij zal een goede snee aan hebben [flink dronken zijn]. Kijk: de sneeuwen bloesem der jasmijn. Een sneeuwklokje heet ook wel naakt mannetje of vastenavondzotje (beide niet meer in VD). De sneeuwmaand in de Franse Republiek heette nivôse.