Dictee –
dictees [2080]
Oefendictee
753 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee
van de dag (104)
0.
Vooraf: woorden met (*) staan niet in de wdb.
1.
Een donquichot [ijveraar
voor hersenschimmen] laat zich
inspireren door Don Quichot, die met Sancho Panza tegen windmolens
streed. Hij wilde zo nodig de broodnodige handelingen meteen
verrichten. Wat is het verschil tussen de afasie van Broca [niet
spreken, schrijven] en die van Wernicke [niet
verstaan, lezen]? Een psychische
anafylaxie [allergische
reactie tegen een bepaald allergeen (veroorzaakt
een allergie)
bij een tweede blootstelling] is
levensbedreigend. Een azer aast, een grazer graast. Ik heb nooit
helemaal goed begrepen, waarom we 'aveetje' (ave
= ave maria = gebed, weesgegroetje, keer bidden)
en 'Ave Mariaatje' (Ave
Maria = de naam van het gebed, Weesgegroet)
zo schrijven. Het eerste is x bidden,
het tweede de naam van het gebed. De afroditische
mysteriën hebben betrekking op Aphrodite.
Aan haar heeft een afrodite [beeldschone
vrouw] haar omschrijving te
danken. Het moustérien is trouwens de laatste periode van de oude
steentijd. Zou de moutan [boompioen,
als sierplant gekweekte heester]
toen al bestaan hebben? Op een a-b-bord leerde je het abc. Dat
is wel het allerallerlaatste dat we zouden moeten willen. Hij
verdraagt geen asperges, hij lijdt aan asperger, het
'aspergesyndroom' [syndroom,
ziekte van Asperger = verwant aan autisme].
2.
Van wielrenners worden de whereabouts [i.v.m.
dopingcontroles] gecheckt. Hij
zit graag te dingesen aan oude klokken. Voorbeeld van een syllepsis:
"Dikke Dinges was gestorven in zijn Heer en
lits-jumeaux".
Hoe zou je een metroseksueel omschrijven [uiterlijk,
emoties, zachte kant]? Je kunt
heden ten dage in pais en vree (vaste
uitdrukking, GB, anders ook: peis)
leven. Wist je dat een ria een door de zee overspoeld rivierdal is?
Die act vindt de jeugd übercool. Feyenoord
is mijn club, mijn cluppie, daar blijf je liever van af. Bij een
dictee in Wijchen werd 'prognosticeren' s'loos
voorgelezen. Bij osm [ons
soort
mensen],
een soort soort-zoekt-soortmensen, vinden we geel-met-rode blazers te
gek. Voor de prince charming [charmeur]
was de prince-de-galles [wollen
weefsel] dragende princess
charming [attente
mooie jonge vrouw]
een princesse lointaine
[onbereikbare
geliefde]. Het dharma
[grondregels
oosterse religies] bepaalt je
gedrag en kan mede ook je karma [geheel
aan goede en slechte daden, gaan mee bij reïncarnatie]
bepalen.
3.
Een residentie of résidence wordt tegenwoordig ook wel 'state'
[uitspraak: NL]
genoemd: een statenwijk [geen
n
uitspreken] is chic en maakt een
chique indruk. Je moet daar wel continu zorgen voor een continu
goede uitstraling (een continue
inspanning). Als je een tik van de Kamper molen beethebt,
leidt dat vaak ertoe, dat je aan een zenuwtic gaat lijden. Een tic
douloureux [zenuwpijn
gezicht] gaat lang niet altijd
samen met een tic convulsif (korte
samentrekkingen spieren door gezichtszenuw – zoals bij het syndroom
van Gilles de la Tourette, het tourettesyndroom, het
gillesdelatourettesyndroom,
gillesdelatourette, tourette).
Jij bent mama's kindje, wees maar niet
bang, hoor. Dat is wel degelijk een oerdegelijke
stof. Dat laatste adjectief lijkt ten onrechte verwantschap te hebben
met 'godegelijk'. Zaniker(d)s
zaniken altijd. In België is het ZAP
het zelfstandig academisch
personeel. De zapote is een donkerbruine
vrucht met de smaak van een citroen of sinaasappel. Ze vonden mij
trouwens vroeger een mama’s-kindje.
4.
[Franca Treur –
Een dorsvloer vol confetti] Het
moderne sms-woord 'bjoetie' [beauty]
is een mooie vondst, maar staat nog niet in de woordenboeken.
Hoofdpersoon Katelijne houdt van duizendschoon, kattenstaart,
juffertje-in-'t-groen [echt met koppeltekens],
maagdenpalm, schoenlappersplant en vrouwenmantel.
Ze schrijft echter [het
correcte]
'(onze)lievevrouwebedstro'
ten onrechte met een tussen-n. Ze hoort ook een trein
langsdenderen ['langs'
+ een werkwoord van beweging moet aaneen].
Ze schrijft 'tnegentig' beslist onjuist [namelijk
als: 't negentig]
(vergelijk
'tachentig'). De buurvrouw draagt
een extra extra large T-shirt (een XXL T-shirt
of een
XXL-T-shirt).
Een aan-de-kante kamer hoef je niet meer op te ruimen. De
lit(t)eraire vorm 'beneên'
voor beneden staat niet in Van Dale. Haar oma is niet warmlopend
[aaneen]
voor verrassingen.
5.
Het machien(tje)
(machinetje,
uitspraak) is kuis kaduuk. Een
pilobroek is een broek van pilo, een soort van glad fustein, gekeperd
half linnen, half katoenen weefsel (vooral
gebruikt voor werkkleding). Ze
zou dat werk niet op één middag afkunnen [aaneen].
De 'huus' (*) is dialect voor de 'kinderen'. In een
reuzenpan gaat veel voedsel, een
genoeglijke herrie omschrijven we met 'reuzepan'.
Ten onrechte in drie woorden schrijft Katelijne
'tweeëntwintigenhalf'. Overlest was ze nog bij de buren. De termen
'MRIJ' en 'MRIJ-rund'
moet je wel even opzoeken: dubbeldoelkoe (vlees
en melk!) die sinds de 19e eeuw
in het gebied tussen Maas, Rijn
en IJssel wordt gefokt. Af en toe moet
je er eens uit zijn. Moeder kan d'r poot heel goed stijf houden. Komt
de SRV-man (*) nog?
6.
Hoe schrijf je: stijfslaan, stijfkloppen en stijfvloeken? In de
middeleeuwen gaven de mensen nog geld voor een goed verhaal. Op een
lolobal kun je staan en ermee springen. Het jood-en-mof
spelen komt in de woordenboeken niet voor. In de Bartholomeusnacht
werden in Parijs meer dan duizend hugenoten omwille van hun geloof
vermoord. Hoeveel is dat volgens Bartjens (GB
– VD ook: Bartjes)? Dit wordt
een megafestatie. Vindt men bij de hooidilt ook hanenbalken?
De ouders vragen of de meester ervan afweet (GB).
Ze kreeg van oma drie fruittella's
(VD –
2019), twee Topdropjes
(*) en vier Mentosjes (*) [beide:
merk]. We hadden trouwens toch al het nodige oud delfts [fijn
aardewerk] in huis en ook bone china [boon-tsjaaj-nuh
– serviesgoed van fijn porselein].
Wij leveren eersteklasmelk (eersteklas
melk).
Daarmee hebben we al één koe in Delfts blauw en één koe in brons
gewonnen.
7.
Ze draagt vaak skai(leren) broeken
(of skaibroeken).
Ook de
Kaïn-en-Abelse strijd kwam ter sprake. Wie kent het ministeck
(*) nog als speelgoed? Soms collecteren we voor de Bond tegen het
Vloeken of de zending en missie in Irian (Jaya).
De kreet 'yolo' staat voor 'you
only live
once'. Een bekende yoghurtdrank is
Yogho!Yogho! (*). Je kunt ook een colaatje drinken
of 7UP (*, Seven-Up).
De blaarkop is egaal zwart of rood met een witte kop en een witte
staartpunt. Rondom de ogen heeft de blaarkop een zwarte of rode vlek,
de blaar. De muggen dansten boven de sprinken (*,
hulpwatergangen). Die meisjes –
refugiees – hadden iets ontheemds. Van
deze plant zijn de meeste soorten uitheems. De hernhutters, dat zijn
de Boheemse broeders. Bij strategoën
kun je de maarschalk naar voren schuiven. Vandaag eten we peeën,
beter: peetjes. Een peetje is ook een grootvader of een oude
versleten man.
8.
Op de sportdag kon je voetballen, korfballen en zo. Grinniken
produceert gegrinnik. Ze was breedgebouwd, breeddenkend, breedlachend
en breedsprakig. Hij begon het een ietsepietsie (VD
ook: ietsepiesje, ietsepietsje, ietsjepietsje) beu te worden.
Wat zou trouwens 'veurood' (*
– de randen van een akker) zijn? Ze passeerden een
lichtblauwe Ford (*). Rogier rijdt op
zijn Kreidler (*) en Christiaan op de Zundapp
(*). Het mattenkloppen is een kwestie van matten kloppen. De tomaten
moesten nog gediefd [van
dief = waterloot, wild groeiende scheut, ontdoen]
worden. Dit gras is al van de tweede snee [tweede
keer maaien]. Is dat dan na- of
etgras? Ja. De australorp
(*) is een Australisch kippenras (net
als wyandottes en barnevelders).
Een giletje is een soort vest: een mouwloos en van knopen voorzien
bovenkledingstuk voor heren en dames. Die kleren zijn met Jif
(*) [merk] gewassen. Hij is een
rozewangige jongen die graag een sjekkie (shagje)
lust en spekkies (spekjes)
snoept.
9.
Het hele huis ruikt naar deo [deodorant]
van de Aldi (*). Het zyklon B is een gevreesd
gifgas. De dominee preekte over de
van-verre-staanden en
de alles-verbeurd-hebbenden. Hij kwam thuis met een zakje
dropsleutels en een pakje Hubba Bubbakauwgom (*).
Een dominee die 'gunnend' preekt, dat kan eigenlijk niet. Schrijf wat
je hoort: lillikheid (*). Ze haalde haar beslagen
statenbijbel uit
zeventien( )zoveel (? –
zeventiendertig – 1700 en zoveel) tevoorschijn. Het huis was
helemaal overhoopgehaald. De 'fermielje' (*) zal de
familie wel zijn. Thermopane is een soort dubbel glas. Na de
inbraak twijfelde oma: moest ze nu vertrouwen op dubbelglas of
op de Heere? Op het rek stonden Dreft
(*) en Buisman (*,
geen visser!). Die kleren stonden
haar pront(jes) [goed, mooi zittend].
Dat zal dan wel, hè. De vader vroeg: "wat doet er op?"
(wazzup). Dat zijn echte saaimansen.
Rottende appels geven een doordringende zoetzure, zoet-zurige
[zoetzurige] geur.
10.
Ze zouden ons tegemoetkomen. De schelle fruittellakleuren
[VD, 2019]
verblind(d)en
onze ogen. Ocharm(en),
wat hangt ons nu weer boven het hoofd? Wil je een anderhalveliterfles
coca-cola meebrengen? Alsjeblieft, de
bestelling. Zou ze dat hele bord op kunnen? Ze schoten van ver weg.
Karel was verreweg de beste schutter. Ze zaten te ruften, winden te
laten. Ze zou geen 'dank je wel' zeggen, een dankjewel kon er dus
niet af. Ik wil graag twee kiepers [wagen,
laadbak] met zand. Voor zoveel procent doe ik het niet. Twee
shandy's graag. Het is te veel van dittum en te weinig van dattum.
Daar stond ze dan: haar in boblijn, spijkerrokje
en geel-witgestreepte [ook: wit-geel-]
sokjes.
11.
In 'zeventiend'eeuws' is er sprake van
een synaloefe [samensmelting
van twee opeenvolgende klanken van verschillende woorden].
Het gewrichtssmeer heet ook synovia. De
syrah: vrijwel alleen in Frankrijk en
Australië [wijnstok
+ wijn]. Szechuanpeper
[anijspeper] of indiapaper
[dundrukpapier
voor bijbels]? Synchysis is
vervloeiing (medische
term, m.b.t. het oog – kristallen).
Système de la bascule: dat is in de politiek het afwisselend steunen
op verschillende partijen (bij
een minderheidsregering).