Dictee – dictees [2035]
Oefendictee 791 OUD, geheel herzien naar situatie 2020
Dictee van de dag (66)
1. Wat is het verschil tussen papier collé [collage] en papier-maché [m = met ... – deeg van papierafval]? Hij rekende die papers tot zijn paperassen. Dames hebben soms papillotjes [papiertjes – krullen] in het haar. Waartoe dient een papiniaanse pot [afgesloten, overdruk, koken, steriliseren, voorloper autoclaaf]? Hij kent zijn pappenheimers. De eigenschappen van Papoea's zijn Papoes of Papoeaas. Wat is het papsyndroom [geen melkgerechten voor aan maag geopereerden]? Hoe kijkt men aan tegen dat parabiose-experiment [dubbelgroei van organismen, kunstmatige vereniging van twee individuen]? Dat doe je nu wel, maar dat is puur om je geweten gerust te stellen: par acquit de conscience. Die Paradijsvogel [sterrenbeeld] zingt niet. Een paradis artificiel [onecht, tijdelijk, roes] ontstaat algauw bij gebruik van stuff. Hoe heten die lelietjes, Van Dale? Antwoord: lelietjes-van-dalen. Een paraenese is een opwekking tot deugd. Wil je mijn dicteeparafernalia eens zien? Een parafimose/is is een Spaanse kraag. Een parg of parag is een kletskop (favus, dus niet: kletskous!). Een beetje paragnost kan gedachtelezen.
2.
Wel goed uitspreken: invaliden [ie]
en paragliden [aai].
Parallellijnen zijn evenwijdig. Paramnesie kun je ook verwoorden met
déjà vu of fausse reconnaissance. Het para- of hevearubber komt van
de boom Hevea brasiliensis. Ook goed uit
te spreken: paraski (en parasolden/spar;
die domme dicteeregel over koppeltekens toch!). Dat wist je:
parathion is
di-ethylnitrofenylthiofosfaat.
Het parathormoon
(PTH)
is een parathyreoïd
hormoon. Paraxyleen is
1,4-dimethylbenzeen.
Bij het dammen vormen Jos en Pieter een par bene comparatum (tweetal
dat, twee die aan elkaar gewaagd zijn). Een paravent is een
kamer-, tocht- of windscherm. Een poelepetaat is een parelhoen. De
nonparel is een klein lettertype tussen parel [5
punten] en galjard (gaillard – 8)
in. Een cerebrale parese
(CP)
is een hersenverlamming. Parfait à la vanille is vanille-ijs,
parfait-amour rode likeur, met citroen- of bergamotolie en parfait au
café, zoals bekend, koffie-ijs.
3. Ik ben mijn pardessustje [uu – overjas] kwijt. Par pari respondere, paria paribus referre, paria paribus respondere: [3 x] met gelijke munt betalen. Parijs' burgemeester ging lelijk in de fout. Enigszins geelachtig marmer, van het eiland Paros, is Parisch marmer. Hij werd ontboden ten parkette van de officier van justitie. Hier wordt gewerkt par le droit du plus fort, volgens het recht van de sterkste. Dat doen vrouwen: parler chiffons [over kleren en opschik praten]. De dichter ging op de Parnassus stijgen (de Parnassus beklimmen – dichten). Zij vormden een edel broederpaar, par nobile fratrum. Welke parochievicarie was dat? Het orkest zat in het (de) orchestra. Ze vinden me allemaal parra (paranoïde!). De Parthen werden door de Perzen overwonnen. Is het Grootboek der nationale schuld eigenlijk een groot boek of niet? Een rechter mag geen parti-pris [vooringenomenheid] tegen iemand tonen. Wat zou dicteecrashen wel niet inhouden [ongewenst deelnemen]?
4. Ik stuur je een parvum non parvae amicitiae pignus: een klein bewijs van een allerminst kleine vriendschap. Zoeken op '*sjm*': kasjmier (stof uit Kasjmir), een kasjmiergeit, een kasjmieren sjaal en zich sjmadden (zich laten dopen). De naam 'Pakistan' is gevormd uit de namen Punjab, Afghan, Kasjmir, Sindh en Baluchistan, de combinatie betekent tevens land der reinen. Zoeken op '*shm*': ambushmarketing (zoek op: = rond een evenement van de concurrent), bushmeat (idem: vlees van bedreigde dieren), flashmob (flitsmenigte), cashmanagement [kasbeheer], establishment [gevestigde orde, heersende klasse], leishmaniasis (aleppobuil, kala-azar), marshmallow [zoete lekkernij], pashmina (sjaal van zijdeachtige wol van de kasjmiergeit), peshmerga (lid van een nationalistische Koerdische strijdmacht) en trashmetal (heavy metal met elementen van punk).
5.
Zou zij Jan van pas (de passende, de verlangde
bruidegom) kunnen strikken? Een passacaglia [pah-saa-kahl-jaa]
is een passacaille [muziekstuk, dans].
Dat is een passagère [voorbijgaande]
kwaal (onverbogen: passager
– ee!).
Wat is een passagierperser (bij de metro)?
Dat boek heeft een dos passé [vlakke,
vierkante rug]. Een passe-droit geeft scheve gezichten [oude
gediende passeren bij benoeming]. De back passte
naar de midvoor. Een passter [zigeunertaal]
is opkoopster van ramsjpartijen [m.: passer].
Een passerelle [geen
'luh'
uitspreken] is een smalle loopbrug. Met die Passer kun je geen
cirkels trekken [sterrenbeeld]. Hij
patiencet als passe-temps
[tijdverdrijf]. De arma Christi zijn de
passiewerktuigen. Passivisme [lijdelijkheid]
is geen pacifisme [voor duurzame vrede, tegen
bewapening en oorlog]. Wat is het verschil tussen een
passloper [bal doorspelen en op buitenkant
aanvallen, volleybal] en een
passer-loper [aanvaller
die ook geacht wordt te passen]? Een psyché is een
passpiegel. Het pastafarianisme (pastafarisme)
vereert het Vliegend Spaghettimonster. Pastastrikjes worden meestal
farfalle [wel
'luh'
uitspreken] genoemd.
6. Hij schrijft pasteuze [kliederig dik] letters. Niet verwarren: pastiche [slechte nabootsing kunstwerk] en pastis [alcoholhoudende anijsdrank]. Tot de pastophoria behoren het diaconicum [diakonikon] en de prothesis [kleine vierkante of halfronde ruimten aan weerszijden van de altaarnis]. De zesde symfonie van Beethoven wordt ook de Pastorale genoemd. Hij is een pastor fidus animarum fidelium: trouwe herder van de gelovige zielen. Zijn er nog van die lekkere pateekes [gebakje]? Patentgeel wordt ook Turners geel genoemd. Hij is patenthouder van zeker patenthout [houtdeeg]. Een pater goedleven leidt een goed leven. Hij zou een Frans paternoster bidden [vloeken]. Hij heeft altijd wat, is erg pathisch [ziekelijk]. Jij, rare patien [ie] (snuiter)! Een patmos is een onaangenaam oord. Het eilandje ten zuidwesten van Samos, ballingsoord waar de evangelist Johannes verbleef, was Patmos. In de stamboom werden de patrilineale [langs de mannelijke lijn] verbanden met een liniaal in rood aangegeven. Het gebied van Vaticaanstad is het Patrimonium Petri.
7.
Patrofagie [eten van ouders als
begrafenisritueel], dat lijkt me niet zo fris. Pats-boem, daar
lag het potje rats-boem op de grond. Hij
kon dat paucis [k]
verbis, in weinig woorden, duidelijk maken. Dat is paucorum
[k]
hominum, voor weinig mensen, weggelegd. Ik vind dat de langstzittende
afgevaardigden terug moeten treden. Die pauillac is als medocwijn
voortreffelijk. Het paulianeus handelen [faillissement
uitlokken – naar de Romeinse jurist Julius Paulus] heeft
niets met de Bijbelse Paulus te maken (dat
is paulinisch of paulijns), wel met voorkennis. Ze waren maar
wat trots: pauper in aere suo, arm, maar
zonder schulden. Die Pauw [sterrenbeeld]
kan niet vliegen. Ze was zo trots als een pauwin. Heerlijk, die
pauwenbout was pauwenmooi:
ze waren er pauwentrots op. Heeft dat te
maken met pauwentrots? Een kleine
spaniël of épagneul is een cockerspaniël. De dolus praemeditatus
is de voorbedachte raad [zoals bij
voorbedachten rade]. Rooms-katholiek
wordt afgekort tot r.-k., protestants-christelijk
tot p.-c. (en christelijk-historisch
tot c.-h. –
VD fout: ch)
De afkorting van prikkelbaredarmsyndroom
is PDS.
8.
Nog enkele afkortingen: PDP (plasma
display
panel,
plasmascherm), PDM (product
data
management),
PDD-NOS (pervasive
developmental
disorder
not
otherwise
specified),
PDC (program
delivery
control),
pda (personal
digital
assistant),
P.D. (pro
Deo, om
godswil, d.w.z.: gratis), PCP
(NL: fencyclidine),
PCM (phase-change
material,
faseovergangsmateriaal), PCD
(primaire
ciliaire
dyskinesie,
aangeboren ziekte waarbij de trilharen slecht functioneren) en
de P.C. zijn de patres
conscripti, beschreven vaderen
(senatoren in het oude Rome). Pecannoten
lijken op okkernoten en pecco(thee)
wordt ook pekoe genoemd. Trouwens: de
pekan is een vismarter en de pekari een
navelzwijn. Een schlemiel (sjlemazzel)
is een pechvogel, een morning-afterpil een pechpil. Toetje: een
heerlijk
pêche-melbafantasietje [pêche
melba].
9. Pectinezuur is de triviale naam voor poly-D-galacturonzuur. De pedaaltred is de coup de pédale. Pede poena [eu] claudo: de straf die laat op de misdaad volgt. Dat weten Jaan, Peer en Pauw [Jan en alleman] maar al te goed. Peer de Schuimer [berucht piraat] was weer bezig geweest. Een peerreview is een collegiale toetsing. Heeft die turnclub al pegasessen [èh] [gymnastiek: in hoogte verstelbaar toestel voor springoefeningen, afgeleid van het paard]. Op dat Paard [sterrenbeeld] kun je niet rijden. Een pegsonde of -katheter gebruikt men voor percutane endoscopische gastrotomie. In het Pehlevi (Pahlavi) is de Middelperzische zoroastrische literatuur (GB ook: tt) geschreven. Peigere [bedorven] vis moet je niet eten. Elk van die drie joodse feesten (Loofhuttenfeest, paasfeest en Wekenfeest) wordt pelgrimsfeest genoemd. Ik zag gepelde [met kleine zwarte vlekjes] en geelpelde [geelgevlekt] kippen. Het bollenpellen is gewoon bollen pellen. Dat ijzererts wordt gepelletiseerd [uh] [tot pellets, bolletjes verwerken]. Een bontzaak is een pelleterie.
10. Onze secretaris heeft een welversneden pen. Pendente lite [terwijl het proces gaande is, hangende het geschil] deed de minister geen uitspraken over de zaak. Een pennennaam is een nom de plume [pseudoniem]. Hij is penny wise, pound foolish: zuinig in kleine en verkwistend in grote zaken, op een verkeerde manier. We aten pencees [amandelgebak] en keken naar de pensees [viooltjes]. Pentriet is penta-erythritoltetranitraat, een zeer krachtig explosief. Wanneer is het weer pensenfeest [BE: pensenkermis – feestje bij slachten varken]? Pepermuntlikeur heet ook crème de menthe [geen mv.]. Hij is p.eo., professor extraordinarius, buitengewoon hoogleraar. Die Pepervreter (Toekan – sterrenbeeld) vreet niks. Pépinière: boomkwekerij, pepita: dessin van kleine ruitjes en pépite: goudklomp [SR: pipit – uitspraak: pie-piet]. Het pantotheenzuur is een verbinding van pantoëzuur en 3-aminopropaanzuur, waarvan het rechtsdraaiende enantiomeer (vitamine B3) in de natuur voorkomt. Een bekende film van S. Eisenstein is Pantserkruiser Potemkin. Papegaaien zijn Psittacidae.
11. Een pandeiro [ee] is een Zuid-Amerikaanse tamboerijn. Die pandjesjas (dat/die jacquet) is in de lommerd beleend. De panegyrist debiteerde een panegyriek [lofdicht]. Geef het volk panem et circenses, brood en spelen. Als je obees wilt worden, moet je pantagrueleske [overdadig] maaltijden nuttigen. De bosnegers dragen pantjes [lendendoek, ook: paan]. Spreek uit: papaverklaring [belofte om tijd met de kinderen door te brengen]! Zij is uit haar panty gegaan [uit haar dak]. In papaja zit papaïne.